Terugblik en perspectief ZLM-excursie 1969 Deze week. Nv het berechte geval. ft (Vervolg van pagina 1.) De huidige problemen zullen realistisch benaderd moeten wwuen om oplossingen te vinden die in de samenDunueimg van kracnten gevonden kunnen worden. Op deze wijze zal de positie van onze na tionale tuinbouw versterkt moeten worden op een markt met steeds groter wordende konkurrentie zowel kwalitatief ais kwantitatief. VERSCHILLENDE OORZAKEN VOOR DALENDE RENTABILITEIT De dalende rentabiliteit in de diverse sektoren van de tuin douw is met alleen een gevolg van te lage prijzen. Ook de zware investeringen met ren- teverpiichtingen, de voortdurende loonstijgingen en sociale premie verplichtingen veroorzaken een druk op de rentabiliteit. Het Huidige belastingstel sel biedt geen mogelijkheden voor belastingvrije reservering en investeringsaftrek. Deze faciliteiten maicen deel uit van een fiscale verlanglijst die on langs door het Landbouwschap met de Staatssecre taris van Financiën is besproken. Ik ben ervan overtuigd dat de druk vanuit het agrarische be drijfsleven niet groot genoeg kan zijn en dat de overheid eindelijk begrip zal kunnen opbrengen om de land- en tuinbouw in zijn gerechtvaardigde wen sen tegemoet te komen. Te meer ook omdat binnen de E.E.G. op belastingterrein konkurrentieverval- sing aanwezig is. Ik kom hier nog nader op terug. De snelle veranderingen en ontwikkelingen op economisch en sociaal gebied in onze samenleving en de. spektaculaire technische ontwikkelingen hebben velen in de bedrijfstak tuinbouw niet kun nen volgen. De noodzakelijke schaalvergroting is achterwege gebleven, de mechanisatie- en automatisatiemoge- lijkheden heeft men niet of onvoldoende toegepast Daardoor heeft men de optimale produktie niet ge kozen. Mede door de steeds stijgende kosten war den vooral deze bedrijven in hun bestaansmogelijk heden bedreigd. SANERING LAAT VEEL TE WENSEN OVER Vijfentwintig procent van het totaal aantal be drijven komt daardoor in moeilijkheden of ver keert hier reeds in. Een bepaald percentage onzer bedrijfsgenoten verkeert in onoplosbare moeilijk heden, sommigen ook door eigen schuld. Bedrijfs beëindiging door middel van de saneringsregeling is de enige oplossing voor hen. Voorsteilen voor verbetering van deze regeling zijn al een paar jaar in bespreking. Een recent onderzoek heeft uitge wezen dat bij bedrijfsbeëindiging de periodieke uit keringen te laag zijn. Dit heeft velen weerhouden om een aanvraag in te dienen. Wij vragen ons in gemoede af, waarom het alle maal zolang moet duren. Sociaal gezien is het naar mijn overtuiging onverantwoord om het een en ander by voortduring uit te stellen. Als Nederland se staatsburgers hebben deze bedrijfsgenoten het recht om op korte termyn geholpen te worden. Het betreft dikwijls hardwerkende mensen, waarvan sommigen reeds de koude sanering hebben aan vaard, maar vanwege nun ho^e ar i/eius tempo on geziene werkers zyn Dy o.a. de gemeenteiy&e plant soendiensten. ivapnaien worden op een onjuiste manier uitge geven vanwege een onvoldoende kontroie op de uitvoering van de oysiaaaswei en de wacntgeiden- werkioosneioswet. Zeer veien uit alle schakeringen van ons volk praien over deze situatie, maar net scHynt dat de ponueKe situaue zo zie& is, dat geen em&eie party dit euvel eens aan de kaak wil of durft te stenen. De tuin douw vraagt een spoedige oesussing. Ook de ontwuuceiingskant van net ontwikkenngs- en Saneringsionus is nog byzonaer onauiueiyk. rmerzyds staat de minister geen algemeen sub sidie Geieid. voor, anderzijds zyn de ingediende ob- jekten nog steeds in oespreking. Het wordt de Hoog ste tyd aat het bedryisleven wete waar net aan toe is. Aiie lastenverlagende maatregelen in welke vorm ook zyn de tuinoouw welkom, ik denk hier met name aan de aardgasprys. Een ontkoppeimg van de zware olie is nooozaneiyk; tevens is een ruimere toepassing van aaragas van Dyzonaere oe- tekems voor net tegengaan van luchtverontreini ging. Momenteel vinat merover Dinnen net Haoinet een bespreking plaats, reeds twee jaren wacht de tuinbouw op een antwoord GROTE MOEILIJKHEDEN VOOR DE FRUITTEELT De fruitteelt verkeert in strukturele en finan ciële moenijkhedeiu Maatregelen op korte termijn zijn noodzakelijk» te meer daar verwacnt wordt uat de moenyKneuen zich nog zuilen toespitsen in ver band met lagere pryzen en stygenae produktiekos- tenu De ingesteiae werkgroep Hoopt deze maand klaar te komen met zijn rapport Toekorastperspek- tief Nederlandse Fruitteeltoedryf. Daaruit zal Diijken of we met een struktureel of conjunctureel proDieem te maken hebben. Het wil mij voorkomen dat eventuele maatregelen hierop axgestemd zuilen moeten worden. Een oriëntatie samen met de banken en het borgstellingsionds acht ik nu reeds noodzakelijk. Ook ae mogeiyk- heden die de rijksgroepsregeling zelfstandigen hier kan bieden, dienen met spoed te woraen onaer- zocHt in navolging van de wyze waarop destijds ook de glastuinbouw is geHolpen. De beiangstemng voor de rooipremie is groot. Voor vijfduizend ha is reeds een premie aangevraagd. Ik ben ervan overtuigd aat een verbeterde sa neringsregeling en aanvullende maatregelen wat de rooipremies betreft goed bestede gelden zullen blijken te zijn. De onrust die in de fruitteeltkringen bijzonder groot is, vraagt bezinning in die gelederen ten aan zien van het E.E.G.-beieid, waar de belangen van de tuinbouw in zijn totaliteit liggen. Voor onder zoek van en voorlichting over een juiste rassen- keus is een belangrijke taak weggelegd in de ko mende jaren. Bij voldoende deelname zal de ZLM van maandag 2 tot en met woensdag 11 juni 1968 een excursie organiseren naar ZWITSERLAND. De reis zal worden gemaakt per bus met overnachting te Karlsruhe op de heenreis en te Nancy op de terugreis. De overige dagen wor den doorgebracht in Lugano in Zwitserland. Vanuit Lugano zullen verschillende kleinere tochten worden gemaakt en zullen bezoeken worden gebracht aan een aantal agrarische objecten. De kosten voor deze reis (dus alle reiskos ten, logies, maaltijden) bedragen per persoon 560,—, indien het echtparen betreft en ƒ590,wanneer een éénpersoonskamer wordt verlangd. Men kan zich voor deze excursie opgeven bij het Secretariaat der ZLM, Landbouwhuis te Goes (t.a.v. de heer W. Sinke) tot uiterlijk 3 maart 1969. Samenvattend besloot de heer Bos deze inlei ding met de volgende conclusies Ondanks de huidige moeilijkheden is de co» currentiekrachit van onze nationale tuinbouw in het algemeen sterk genoeg om vertrouwen te blijven stellen in de toekomst van deze be drijfstak. b. De overheid heeft een taak om via een ver beterde sanering de bedrijfsgenoten te helpen bij bedrijfsbeëindiging. Overleg met de banken en hot Borgstellings fonds moet plaats vinden over een zo soepel mogelijk aflossingsbeleid voor de bedrijfsgeno ten die in liquiditeitsmoeilijkheden verkeren. c. Bedrijfseconomische onderzoekingen bij zeer veel tuinders zijn noodzakelijk, eveneens ge bruikmaking van specialisten in de arbeids- techniek. d. Op korte termijn zal de afzetstructuur zich moeten aanpassen aan de grote veranderingen aan de inkoop-zijde. e. Schaalvergroting van de bedrijven en het zoe ken naar samenwerkingsvormen zijn bijzonder belangrijk. f. De leden dienen voor alles steun te blijven ver lenen bij de zeer moeilijke taak ten aanzien van de problemen, waarvoor de organisaties zich gesteld zien. TT/ILLEN wij de B.T.W. nog maar even laten - rusten. Het laven wordt er duurder van, dat merken wij allemaal! Problemen> ook verder genoeg en wij komen er nog wel op terug, maar nu over een procedure waarvan kort geleden de uitspraak werd gepubli ceerd en die betrekking had op de UITLEGGING VAN EEN TESTAMENT Tot goed begrip eerst een opmerking over om erfrecht. Men weet dat ouders hun kinderen niet geheel kunnen onterven. Als een ouder een testa ment maakt en daarbij een kind onterft, dan kan dat kind daartegen opkomen. Een kind heeft altijd recht op een gedeelte van de nalatenschap van zijn ouders. Dat gedeelte wordt de „legitieme portie genoemd. Als er geen testament is, erven kinderen en de langstlevende ouder allemaal evenveel. Door een testament kan het erfdeel van een kind terug gebracht worden tot de helft als er één kind is, tot tweederde als er twee kinderen zijn en tot drie kwart als er drie of meer kinderen zijn. Als een testamentaire beschikking verder gaat kunnen kinderen daartegen opkomendoor zich op hun legitieme portie te beroepen. Zij kunnen ook in het testament berusten. Dan wordt het uitge voerd zoals het geschreven is. van mijn overlijden in werking, mij zal toe staan aaarover ten haren meeste voordele te beschikken Er waren drie kinderen. Zij stelden zich op het standpunt dat het vaders bedoeling was geweest hun moeder tot zijn algehele erfgename te maken. Twee van hen beriepen zich op de legitieme. De derde deed dit niet. Hij erfde dus ook niets! -o Een erflater had bij een testamentgemaakt op 17 maart 1954, onder meer bepaald „Ik benoem mijn echtgenote tot erfgename van mijn nalatenschap, voorzover de wet ten dage 1 ïE inspekteur van successie was het niet eens met het standpunt van de kinderen. Volgens hem was het de bedoeling van de vader niet ge weest dat de moeder alles zou krijgen en de kin deren niets, maar dat de kinderen niet meer zou den krijgen dan de legitieme portie. Hij beriep zich voor zijn mening o.a. hierop dat, als vader had ge wild dat moeder zijn algehele erfgename zou zijn hij niet méér in zijn testament had behoeven te zet ten dan: ,Jk benoem mijn echtgenote tot erfgename van mijn nalatenschapen dat het vervolg van de bepaling zoals hy hierboven staat dan overbodig zou zijn. Dat kon z.i. niet de bedoeling zijn. Het ge volg van het standpunt van de inspekteur was dat ook het derde kind successierecht moest betalen over de legitieme portie. Het kind kwam daartegen op met de stelling dat het testament duidelijk was omdat: le. de wet aan een erflater toestaat over meer dan de legitieme portie te beschikken; 2e. de notaris voor wie het testament was verleden in gevallen waarbij een echtgenote alles ver maakte aan de langstlevende altijd die clau sule „Voorzover de wet mij toestaat over mijnt nalatenschap te beschikken opnam om duide lijk te maken dat ondanks het testament be roep op de legitieme portie voor de kinderen mogelijk bleef. HET Gerechtshof Amsterdam moest de zaak beslissen. Het stelde vast dat het testament niet duidelijk was. De bedoeling van de erflater moest dus opgespoord worden. Het Hof twijfelde er niet aan dat de notaris, als het de bedoeling was dat de langstlevende alles zou krijgen, het testa ment zou opstellen als hier was geoeurd en dat de uitvoerige bepaling (naar de zin van het Hof TE uitvoerig) inderdaad niets anders bedoelde dan te wijzen op de mogelijkheid van beroep op de legi tieme portie" door elk van de kinderen. Aangeno men werd dat de erflater dan ook bedoeld had alles aan zijn echtgenote te vermaken. Het kind dat zich niet op de legitieme had be roepen moest dus ook geen successierecht betalen L^N nu de moraal van 't verhaal. Er liggen nogal wat testamenten in kistjes en kluizen. Hét is geen stuk dat een mens telkens weer oppakt om er voor zijn plezier in te lezen. Toch is het wel goed er zo nu en dan eens aandacht aan te besteden om na te gaan of het nog aan de bedoeling beantwoord en ook om eens na te laten kijken of het nog over eenstemt met de wet en de rechtspraak. Het is dui delijk dat de notaris in het hierboven vermelde ge val had geprobeerd een testament zo te schrijven dat er geen geschillen zouden ontstaan. Toch kwam het zover. Dat was niet te voorzien. In de toekomst zal men een formulering als hier gebruikt is, niet meer hanteren. Dat kan ook voor andere gelden. Daarom is het nodig deze stukken zo nu en dan eens te bekijken. PAAUWK.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 3