WAT mij altijd is opgevallen bij Dorst is dat hij
op kritieke momenten in enkele woorden zegt
hoe hij erover denkt. Dikwijls zijn dan die korte uit
spraken en de intonatie waarop hij ze zegt min of
meer bepalend voor wat er heel diep in zijn hart
leeft. Ik zal het moment nooit vergeten dat ik voor
het eerst met Dorst kennismaakte. Het was in okto
ber 1944 en ik was, afgestudeerd zijnde, aangenomen
bij de Cultuur Technische Dienst. Ik werd als Inspec
teur Ontruiming (later „Landbouwherstel") in Zee
land geplaatst ter voorbereiding van de later uit te
voeren herstelwerkzaamheden in de geïnundeerde
gebieden. Ik verbleef in Tholen toen in oktober 1944
Walcheren door de geallieerden werd gebombardeerd
en hoorde daar wat de heer Dorst, juist uit de gijze
ling vrij gekomen, in Halsteren verbleef. Naar hem
ging ik om raad te vragen. „Wat moet ik doen?", zo
vroeg ik. Het korte kernachtige antwoord: „Daar
moet je heen gaanMeer zei hij nietDorst zorgde
dat er een vrachtauto klaar stond en dat er kinder
voeding op deze auto meeging. „Komt altijd van pas",
zo zei hij droogjes. En zo ben ik Zeeland ingegaan
Mijn eerste ontmoeting met Dorst! Ir. Herweyer,
direkteur van Cultuurtechnische Dienst te Utrecht
en secretaris van de Centrale Cultuur Technische
Commissie herinnert het gebeurde zich nog als de
dag van gisteren
Provinciaal Voedsel
Commissaris
"MPET dat nu?" ..Waarvoor is dat nodig?", is
de reactie van ir. J. D. Dorst, erelid van
onze Z. L. M., op een verzoek van de Redactie om, in
verband met zijn aanstaande afscheid, een gesprekje
met hem te mogen hebben. Ik heb niets te vertellen,
zo zegt de heer Dorst, ik heb mijn werk gedaan zo
als dat van mij verwacht werd.
Parktijk stond centraal
12
ACENMERKEND voor Dorst noemt ir. S. Herweyer
ook de uitspraak, toen hij van 19441946 in
Zeeland werkte: Jullie (landbouwherstel) moet groei
en, ik (provinciaal voedsetcommissaris) moet kleiner
worden. Op deze basis heeft Dorst onze dienst alle
mogelijk hulp gegeven, en de gelegenheid geboden
het bureau op te bouwen. Wij kregen kantoorruimte
van hem om te werken, vervoer, zijn eigen personeel
stelde hij ter beschikking. Wi: mochten kiezenMet
raad en daad heeft hij ons biigestaan. Dit in de over
tuiging dat de Dienst Landbouwherstel veel goeds
voor Zeeland tot stand kon brengen en dat Zeeland
het beste af zou zijn als dit oobouwwerk door Land
bouwherstel zou worden verricht.
De periode in Zeeland van '44'46 was slechts be
trekkelijk kort maar voor ir. Herwever blijft ir. Dorst
de leermeester die hem op het moeilijke pad de goede
en juiste weg, ook voor later, gewezen heeft.
N 1954 ontmoet ir. Herweyer dan directeur van
de Cultuur Technische Dienst en secretaris
van de Centrale Cultuur Technische Commissie ir.
J. D. Dorst als lid van deze Commissie. Merkwaar
digerwijze zat hij daarin, zo zegt ir. Herweyer, terwijl
hii toch als provinciaal Voedsel Commissaris ook
Rijksambtenaar was. als vertegenwoordiger van het
K. N. L. C. namens de agrarische bevolking. Hij heeft
m deze commissie on zijn eigen wijze zijn taak ver
richt. Hij is bepaald geen man die over elk onder
werp het woord verlangt. Alleen als er naar zijn
overtuiging een belangrijk punt aan de orde kwam,
bepaalde beleidszaken, nieuwe plannen voor de toe
komst, dan gaf hii zijn mening: indringend maar met
weinig woorden. Het feit dat Dorst alleen zijn me
ning uitsprak als hij dat bepaald nodig oordeelde had
tot gevolg dat er goed geluisterd werd als Dorst
sprak. Hii was dan ook een toonaangevend lid van
de C. C. C. Door zijn combinatie van funkties wist
hij bijzonder goed w*t haalbaar was en ook wanneer
tiet spreekwoord gold: „Spreken is zilver, zwijgen is
goud"
PRGENS is Dorst een levensgenieter. Hij heeft
bepaald vele mogelijkheden gehad om uit Zee
land weg te gaan en in andere, hogere, funkties be
noemd te worden. Hij heeft dat niet gedaan. Ik geloof
dat dit in de eerste plaats is door zijn liefde voor
Zeeland. Maar ook omdat ziin werk in Zeeland hem
in staat stelde zich in zijn liefhebberijen te kunnen
uitleven. Hij was dan ook helemaal niet afgunstig op
collega's die Zeeland met promotie veriieten. „Laat
mii maar rustig hier zitten", was zijn bescheid.
Dorst kan, nu hij met pensioen gaat, te midden
van zijn vrienden, nog vele prettige jaren tegemoet
«en. Ali er één man is. die naar zijn pensionering
toe geleefd heeft, is het Dorst zo meent ir. Her
weyer.
|K heb hem ook persoonlijk zeer gewaardeerd om
zijn vriendschap. Hij heeft mij verschillende
malen op naar voren komende problemen en bezwa
ren gewezen. „Het gaat te snel, te hard. het ligt niet
goed. Pas opZeer gewaardeerde adviezen, juist
door zijn wijsheid en vastberadenheid. Zijn veelal
maar korte opmerkingen waren echter voor mij van
grote betekenis. Hij had visie en steunde altijd de
grote lijnen van de moderne cultuurtechniek, het
inbouwen van niet agrarische elementen, zoals
recreatie en landschapsverzorging daarin. Of hij deze
opzet in de ruilverkaveling „De Poel", die hem na
aan het hart lag, ook zo waardeerde is een andere
kwestie
ALS lid van de Centrale Cultuur Technische
Commissie had ir. J. D. Dorst een gezagheb
bende stem. Hij was breed georiënteerd ook buiten
Zeeland. Wij hadden hem graag als voorzitter van
vergaderingen en subcommissies die in het kader van
de C. C. C. door één der leden worden geleid. Bij ver
gaderingen over ruilverkavelingen ging er grote rust
van hem uit, hij gaf iedereen gelegenheid te zeggen
wat hij op 't hart had, maar wist op het goede mo
ment de nadruk te leggen waar het om ging.
Ook als vice-voorzitter van de Stichting Beheer
Landbouwgronden, één van de grootste grondbedrij'-
ven in Nederland, heeft hij in de afgelopen 20 jaar
intens met de Stichting meegeleefd, zo zegt ir. Her
weyer. Ook daar grote wijsheid en met het oog op de
toekomst, waarop hij zo sterk gericht was, aan de
ontwikkeling daarvan meegewerkt. Zich niet in
details verkiezend maar de grote lijnen aanhoudend.
Dat deze Stichting zo is uitgegroeid is mede door ir.
Dorst tot' stand gekomen. Hij heeft dit nooit als een
kleine zaak gezien, maar van belang voor de ontwik
keling van de landbouw en voor de reconstructie van
het platteland.
BI.
Omstreeks september 1932 trad ir. J. D. Dorst als
secretaris bij de Gewestelijke Tarwe Organisatie
voor Zeeland in dienst. De presentielijst van een op
3 september 1932 gehouden vergadering van deze
vereniging vermeldt dat daarbij o.m. ir. J. Siebenga
(zijn voorganger) en ir. J. D. Dorst beiden aanwezig
waren. In die van die daarop volgende vergadering
van 13 september en van later gehouden wordt de
naam Siebenga niet meer vermeld.
De vereniging G. T. Z. later veranderd in Stichting
G. T. Z. maakte later plaats voor de namen Aan- en
Verkoopbureau Akkerbouwprodukten (A.V. A.),
Provinciale Inkoopcentrale Akkerbouwprodukten
(P:ca) en Voedsel Inkoop Bureau (V. I. B.). Augustus
1933 werd naast de G. T. Z. de Gewestelijke Aard
appelorganisatie opgericht waarvan Dorst eveneens
secretaris werd. In juni 1934 werd de Landbouw
Crisis Organisatie in h°t leven e^roeoen met Dorst
als secretaris. En in 1939 het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening in Oorlogstijd (V. V. O.) als over
koepelend orgaan van alle crisis en mobilisatie-
besluiten, behalve die van granen, zaden en
peulvruchten. Deze bleven onder de A. V. A./Pica
terwijl de aardappelorganisatie in handen van
V. B. N. A. werd gelegd. Gelijktijdig met de oprichting
van het V. V. O. werd het bureau van de Provinciale
Voedsel Commisaris voor Zeeland ingesteld (P. V. C.),
alles onder leiding van de heer Dorst. Van 1942—-
1944 werd hij door de Duitsers gegijseld. Op 1 maart
1947 legde ir. Dorst zijn funktie als Voedselcommis-
saris neer om secretaris van de Stichting voor de
Landbouw te worden. 1 januari 1951 bedankte hij
voor deze funktie en keerde weer terug als P. V, C.
Maar dan komen toch uit de stroom van herinne
ringen een aantal feiten naar voren, grotendeels al in
onze gesprekken met anderen vermeld.
Herinneringen, het begin van zijn loopbaan, een
moeilijke tijd om aan de slag te komen. Terugdenken
aan de tijd dat het voor de landbouw armoe troef
was; ook bij de Z. L. M. die met een lage vaste contri
butie en 12 cent per ha moest zien rond te komen,
^'nsdags werd de voorkamer van het Z. L. M.-gebouw
erhuurd, zo herinnert ir. Dorst zich en moesten wij
C. W. C. VAN BEEKOM.
De naam van Dorst zal steeds verbonden blijven
aan de Zeeuwse proef boerderij en en voorlichtings®
bedrijven. Zeker niet omdat zijn naam zowel in de
gevelstenen van de proefboerderij „De Scheldemon®
den" als het voorlichtingsbedrijf ,,'t Hof Zwager®
nam" gebeiteld is. Veel meer voor hetgeen hij deed
voor het tot stand komen van deze bedrijven, waar
aan, zij het van latere datum, nog de „Friesland®
hoeve" moet worden toegevoegd.
Dorst heeft zi°b daarbij even besluitvaardig als
doortastend getoond. Zijn besluit tot aankoop van.
de grond voor „De Scheldemonden" in 1949 getuigt
daarvan. Velen, die destijds de prijs aan de stijve
kant vonden, zullen thans ruiterlijk erkennen dat
de ontwikkeling anders heeft geleerd.
Dorst toonde zich een meester om met weinig
geld veel te doen, daarbij spekulerend op de be
langeloze medewerking van anderen. Die werd hem
graag gegeven, onbaatzuchtig als hij zelf was. Im
mers, zowel bij de proefboerderij en als bij de voor®
lichtingsbedrijven, trouwens bij al zijn werk, stond
de betekenis voor de praktijk centraal. In dit op
zicht denken wij gelijk; dat de voorlichtende waar
de van deze bedrijven door ons verschillend wordt
beoordeeld doet hieraan niets af.