Ir. J. D. Dorst
neemt afscheid
Dorst en de
ZLM
Ir. J. D. Dorst
11
g» o
••-»••••
Ir. J. D Dorst heeft in de jaren 1928-1929 als assis
tent secretaris en van 1932 tot 1939 en 1945-1946 als
secretaris-penningmeester der Zeeuwse Landbouw
Maatschappij, bijzonder belangrijk werk verricht in
het belang van de Zeeuwse landbouw. Mede zijn
arbeid heeft er toe bijgedragen dat de Z. L. M. weer
een krachtige organisatie werd. Voor de opbouw van
verschillende instellingen van onze Maatschappij en
van de Keuringsdienst in Zeeland heeft hij zijn beste
krachten gegeven.
Dit vertelt ons de heer P. J. J. Dekker, vice-voor-
zitter van de Z. L. M. die, in 1924 reeds secretaris
van die Kring Oostelijk Zuid-Beveland zijnde, de loop
baan van ir. J. D. Dorst van het begin af heeft mee
gemaakt. De heer Dekker is dan ook de man bij uit
stek die kan putten uit vele herinneringen van de
moeilijke jaren van crisis en oorlogstijd.
Als secretaris van de Kring maakte hij de vergade
ringen van het Hoofdbestuur mee en hij herinnert
zich nog de vergadering in 1928 toen de heer Dorst
tot assistent-secretaris werd benoemd. Hij stond no.
I op de voordracht, zo weet hij ons nog te \sertellen
en zijn salaris werd bepaald oo 2000 's jaérs. Naar
de opvatting van enkele H. B.-leden ,,aan de hoge
kant". Maar zoals de voorzitter mededeelde had hij
dit bedrag nodig voor ziin levensonderhoud en hem
kwam dit salaris toe mede in verband met het feit
dat hem naast deze functie nog andere taken zouden
worden opgedragen. Met name stelde het Dagelijks
Bestuur der Z. L. M. zich voor dat de heer Dorst een
belangrijke taak zou vervullen bij de gewassenkeu-
ringsdtenst dér Z. L. M. Hij werd ingeschakeld op het
brede arbeidsterrein dat de Z. L. M. toen al voor haar
leden verrichtte. Het houden van lezingen voor de
afdelineen, gewassen-veldkeuringen, secretaris van
verschillende commissies enz. enz.
Bii de vele problemen die in de landbouwwereld
leefden werd hij daardoor direkt betrokken. Reeds
in deze periode, zo zegt de heer Dekker, heeft de heer
Dorst grote praktische ervaring en mensenkennis op
gedaan.
IJK heer Dorst zou niet lang bij de Z. L. M. blij
ven Reeds een jaar later kreeg hij de kans
zijn positie te verbeteren door het aanvaarden van
de funktie van leraar aan de Rijks Landbouwwinter-
school te Leeuwarden en te Drachten met daarnaast
in de zomermaanden inspecteren van het Centraal
Comité van Keuring van gewassen. Dit laatste bracht
hem door geheel Nederland. Het gevraagde ontslag
in oktober 1929 werd hem eervol verleend en zijn
vertrek door het bestuur ten zeerste betreurd. Men
had hem leren kennen als een serieus werker, met
grote belangstelling voor velerlei problemen en een
sterk verantwoordelijkheidsbesef. Een persoonlijk
heid, zo herinnert zich de heer Dekker, de beoorde
ling van het bestuur destijds, die het niet ontbrak
aan een gepast gevoel van eigen waarde.
QE crisismaatregelen in de dertigerjaren brach
ten ook voor de Z. L. M. grote veranderingen
met zich mee. De vakature van secretaris-penning
meester van de Z. L. M., toen ir. J. Siebenga als
secretaris van de N. A. K. naar Wageningen vertrok,
moest vervuld wordien. Ir. Dorst werd benaderd en
kwam in 1932 als secretaris-penningmeester bij de
Z. L. M. terug. Een benoeming, die viel in de periode
van de vele ingrijpende crisismaatregelen van over
heidswege: de tarwewet van 1931, de crisis zuivel-
wet, crisis varkenswet, crisis invoerwet, werkloos
heid op het platteland enz. De heer Dorst werd
tevens secretaris van de Gewestelijke Tarweorgani-
satie, de G. T. Z., welke crisisorganisatie belast werd
met de uitvoering van de Tarwewet 1931 in Zeeland.
Ook de oprichting van N. A. K., de Nederlandse ge-
wassenkeuringsdienst had ofganisatorisch voor de
Z. L. M gevolgen. In 1932 werd ir. Dorst tot secreta
ris van de Keuringsdienst Zeeland benoemd; een
funktie die hij al deze jaren tot nu toe heeft vervuld,
thans als directeur.
De organisatie van het erislswérk werd ©verzicnre-
lijker toen van overheidswege de verschillende crisis
diensten zoals de gewestelijke Varkenscentrale voor
Zeeland, de gewestelijke Rundvee Centrale, de ge
westelijke aardappelorganisatie in 1934 werden
samengebuldeld in de L. C. O., de Landbouw Crisis
Organisatie. Aan ir. J. D. Dorst werd de zware taak
toevertrouwd het secretariaat van deze nieuwe orga
nisatie op te bouwen. Hij bleef secretaris van die
Z. L. M. en de leiding en verantwoordelijkheid behou
den, maar het leiding geven aan het crisisapparaat,
waarbij zo'n 33000 bedrijfsgenoten waren betrokken
werd zijn belangrijkste arbeidsterrein.
QP voortreffelijke wijze, aldus de heer Dekker,
heeft de heer Dorst als secretaris van het
L. C. O. leiding gegeven aan de administratie en de
opzet en de uitvoering van de buitendienst, waardoor
de maatregelen objectief en nauwgezet werden uitge
voerd. De crisis en de daaruit voortvloeiende crisis
maatregelen vroegen deze eerste jaren de volle aan
dacht van secretaris Dorst. Maar in nauw verband
daarmede ook vele andere vraagstukken waar de
landbouw mee te kampen had. Uitputtend dit alles
op te sommen, zo zegt de heer Dekker, is welhaast
niet mogelijk. De moeilijke positie van de kle'ne land
bouwbedrijven, de bestrijding van de werkloosheid,
de oprichting van de Stichting Zeeuwsche Grondver
betering-Maatschappij, die van de accountantsdienst
van het Boekhoudbureau der Z. L. M., van de afdeling
Tuinbouw, de invoering van die nieuwe pachtwet en
de opzet van het Pachtbureau dat na moeizaam on
derhandelingen tot stand kwam zijn er slechts enkele
van. En dan niet te vergetèn het landbouw- en land-
bouwhuishoudonderwijs dat door de Z. L. M. sterk
werd gestimuleerd en de verdere ontwikkeling van
de Coöperaties. Als adviseur van de C. Z. A. V.
Wemeldinge heeft de heer Dorst veel en bijzonder
goed werk verricht. De oudere generatie beschouwt
hem nog steeds als één van de grote promotors door
wiens bemoeiingen de verschillende eilandencoöpera
ties tot standi kwamèn.
RAUWELIJKS de gevolgen van de crisisjaren
teboven begon in 1939 de oorlogsdreiging haar
schaduw al vooruit te werpen. Geleerd door de erva
ringen in de crisisjaren trof de regering maatregelen
voor de voedselvoorziening in oorlogstijd. Omschake
ling van een landbouwcrisisbeleid tot een beleid om
de voedselvoorziening van Nederland in oorlogstijd
te waarborgen volgde. Wat lag meer voor de hand
dan dat ir. J. D. Dorst tot Provinciaal Voedselcom-
missaris werd benoemd? Hij kende als weinig ande
ren de problemen en verantwoordelijkheden aan deze
taak verbonden. Ir. Versteeg nam zijn werkzaam
heden als secretaris-penningmeester van de Z. L. M.
over. De direkte bemoeiingen met de Z. L. M. waren
voorlopig afgesloten maar indirekt als adviseur van
Dagelijks- en Hoofdbestuur is ir. J. D. Dorst bij de
vele zaken die daar aan de orde kwamen tot op de
dag van vandaag betrokken geweest. Ook als zodanig
heeft de Z. L. M. van zijn enorme ervaring en juist
inzicht nog steeds profijt. Na de oorlog kwam hij nog
een jaar als secretaris-penningmeester der Z. L. M.
terug om zijn schouders te zetten onder de weder
oprichting van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij
en de ópbouw daarvan. Dit tot mr. J. F. G. Schlinge-
man deze taak overnam.
heer Dekker schetst de heer Dorst als eer»
man met een groot plichtsbesef. Hij heeft in de
loop der jaren op velerlei terrein blijk gegeven leiding
te kunnen geven aan een groot apparaat en zijn me
dewerkers in hun werk te stimuleren, aldus de heer
Dekker.
Hij was in al deze jaren de vraagbaak voor velen
en stond een ieder met raad en daad terzijde. Ken
merkende eigenschappen waren zijn zuinigheid en
zijn vermogen om aan anderen werk te kunnen dele
geren. Hij had vertrouwen in en gaf vertrouwen aan
zijn medewerkers van hoog tot laag. Hij onderkende
snel de hoofdzaken van de hem voorgelegde proble
men en nam dan doortastend de nodige beslissingen.
En dit alles, zo besluit de heer Dekker, heeft ir. J
D. Dorst al deze jaren gedaan, met volkomen terzijde
stelling van zijn persoonlijke belangen
BI.
1928—1929
1929—1932
1932—1939)
en
1945—1946)
1932heden
1939—heden
1945—1951
1954—1969
Assistent-secretaris Z.L.M.
Leraar Rijk*: Landbouwwinter-
school te Leeuwarden en Drach
ten. 1948heden
Secretaris penningni. Z.L.M. 1959heden
Directeur Stichting Keurings
dienst Zeeland.van de N.A.K, 1947heden
Provinciaal Y'oedselcommissaris
voor Zeeland. 1953—1958
Secretaris Stichting van de
Landbouw in Zeeland. 1967heden
Adviserend lid Gewestelijke
Raad voor Zeeland van het 1959heden
Landbouwschap.
1955heden Voorzitter, tevens lid van het 19471966
Bestuur der Visserijen op de
Zeeuwse Stromen - Staatsrech- 194»
terlijk vertegenwoordiger van
de Staat van het Visserijgebied
op de Zeeuwse Stromen en
Publiekrechterlijk Hoofd van
de Visserijpolitie.
Lid Centrale Cultuur Techni
sche Commissie (C.C.C,).
Plaatsvervangend voorzitter
Stichting Beheer Landbouw
gronden.
Secretaris Stichting Proefboer-
derijen in Zeeland.
Voorzitter Zeeuwse Melkfede-
ratie.
Lid voor de Raad van Kwe
kersrecht afdeling Landbouw.
Lid Bestuur Zeeuws Tijd
schrift.
Voorzitter Gewestelijke Bond
van Landelijke Rijverenigingen.
Algemene vergadering der
Z.L.M. te Middelburg. Benoemd
tot erelid der Z.L.M.