Nieuwe saneringsregeling O.- en S.-fonds niet aantrekkeljjk U' DE Officieel orgaan van dn Maatschappij tot bevordering van Land- cn Tuinbouw cn Veeteelt in Zeeland VRIJDAG 14 FEBRUARI 1G69 57e Jaargang No. 2968 In deze winterse weken van februari heerst er nog rust op de bedrijven, tenminste wat de werkzaamheden betreft! Onrust echter over de plannen van Mansholt waarover de discussie op gang begint te komen. Dr. S. L. Mansholt zei er op een ver» gadering, waar nogal wal. kritiek op deze plannen naar voren kwam, het volgende over: „Wif men dit programma niet, dan moet men aangeven wat men wèl wil". Daaraan wordt nu, ook door de Z. L. M., gewerkt. QNLANGS is een rapport gereed gekomen dat handelt over de derde saneringsmogelijk heid van het Ontwikkelings- en Saneringsfonds, Door de drie Centrale Landbouworganisaties is het initiatief genomen om met medewerking van het secretariaat van de Stichting O. en S.-fonds voor de Landbouw, het L.E.I. en het Landbouwschap een onderzoek naar deze saneringsmogelijkheid in te stellen. Het doel van dit onderzoek was, meer inzicht te verkrijgen in de oorzaken van de afne mende belangstelling voor bedrijfsbeëindiging in rt kader van het O.- en S.-fonds. Ttvens of dit terug lopen van het aantal aanvragen te wijten is aan de bepalingen van de regeling zelf of dat dit lag aan buiten de regeling liggende oorzaken. Het onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een mondelinge enquête door de economisch-sociale voorlichters van de standsorganisaties onder een drietal categorieën boeren en tuinders, te weten: a. zij, die een aanvraag hadden ingediend voor een beëindigingsvergoeding op grond van de bewuste derde saneringsregeling; b. zij, die hun bedrijf wel hebben beëindigd doch geen gebruik van de derde saneringsregeling hebben gemaakt; c. zij, die hun bedrijf willen beëindigen (doch dit nog niet hebben gedaan) en hierover informa ties bij de voorlichting hebben ingewonnen. In het algemeen waren het de ondernemers van 50 jaar en ouder met bedrijven kleiner dan 10 ha en behorend tot het type veehouderij- en gemengd bedrijf die gebruik wilden maken van deze derde saneringsregeling. Als belangrijkste reden om het bedrijf te beëin digen voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd werd door de ondervraagden opgegeven het te geringe inkomen, dat men op het bedrijf kon ver dienen. Een zwakke gezondheid en het ontbreken van een opvolger waren voorts belangrijke redenen om het bedrijf te beëindigen met wellicht mede als achtergrond dat zij op wat langere termijn geen mogelijkheden meer zagen om een inkomen uit het bedrijf te halen. WAARDERING EN BEOORDELING NIEUWE SANERINGSREGELING LIOEWEL de beoordelingen over de nieuwe 1 saneringsregeling niet geheel gelijk lagen,- kwam toch wel een algemene tendens uit het on derzoek naar voren. Zeer velen vonden deze rege ling weinig of niet aantrekkelijk. Als nadelen van de nieuwe beëindigingsvergoe dingsregeling kwamen daarbij vooral naar voren, de te lage uitkeringen, geen vrije verkoop van de grond en de te lage prijs die S. B. L. betaalt. In vele gevallen was het juist de combinatie van na delen, welke aan de regeling zijn verbonden, die het geheel onaantrekkelijk maakte. Ten aanzien van de overdracht van de grond is komen vast te staan, dat ongeveer 85 van hen, die grond in eigendom heeft, deze indien mo gelijk bij voorkeur niet aan S. B. L. willen over dragen. Zij wensten daaraan een andere bestem ming te geven waarbij vooral werd gedacht aan verkoop aan derden. Gebleken is, dat de lage Drijs c.q. de vrije verkoop als het voornaamste bezwaar bij overdracht aan S. B. L. wordt uitgesproken. Voor zover het bedrijf binnen een ruilverkaveling is ge legen, bleken de bezwaren tegen verplichte ver koop aan S. B. L. bepaald minder. Voor een groot aantal ondernemers, die hun be drijf willen beëindigen vormt deze nieuwe sane ringsregeling dan ook geen stimulans er gebruik van te maken. Dat toch nog een aantal mensen van de nieuwe regeling gebruik heeft gemaakt kan waarschijnlijk alleen maar betekenen, dat deze mensen met de rug tegen de muur stonden. Nog langer doorgaan met het bedrijf of beëindigen zon der van de regeling gebruik te maken was waar schijnlijk nog onaantrekkelijker geweest HET UITKERINGSSYSTEEM IT het onderzoek is duidelijk de grote bete kenis van de maandelijkse uitkeringen naar voren gekomen. Indien men zou kunnen kiezen tus sen een uitkering ineens of maandelijkse uitkerin gen, dan gaf 70 van de ondervraagden in da categorieën van de aanvragers en van de belang stellenden de voorkeur aan maandelijkse uitkerin gen. Eén op de drie van deze ondervraagden vond ook dat de jaarlijkse verhogingen van de maande lijkse uitkeringen aanmerkelijk groter zouden moe ten zijn. Het zijn vooral de ouderen, die in het alge meen een voorkeur hebben voor een grotere jaar lijkse verhoging van deze uitkeringen. Ook is gevraagd naar het oordeel over de oude saneringsregeling, zoals die enkele jaren heeft ge golden. Zou men tussen deze vroegere en de nieu we saneringsregeling mogen kiezen, dan gaven de meesten duidelijk de voorkeur aan de oude sa neringsregeling. Deze voorkeur bleek vooral te be staan uit de hoge maandelijkse uitkeringen die men bij de oude regeling verkreeg. WERKEN NA BEDRIJFSBE-EINDIGING \E geënquêteerden in alle categorieën waren voor zover daartoe gezien leeftijd en ge zondheid in staat allen bereid om na bedrijfsbe ëindiging andere arbeid te verrichten. Bij het vinden van ander werk verwacht een groot aantal van de ondervraagden moeilijkheden. Een zeer groot per centage van hen had op het moment van de enquête geen zekerheid en ook geen kans op ander werk. Bij de ouderen was dit percentage hoger dan bij de jongeren. Deze onzekerheid omtrent passend ander werk was voor eert aantal ondervraagden een rem mende faktor om tot het besluit te komen het bedrijf te gaan beëindigen. (Zie verder pagina 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 1