Mestveehouderij
op een groot
akkerbouwbedrijf
VEESTAPEL
Het af en toe wegen van het mestvee geeft inzicht In de groei, voeding en de waarde van het dier.
Eén van die bedrijven is dat van de heer W. Brooy-
mans te Kuitaart, waar we naar de ervaringen met
de rundveemesterij vroegen. Daar dit bedrijf ge
legen is in de ruilverkaveling Stoppeldijk, willen wij
met enkele algemene gegevens het betreffende be
drijf beschrijven; vóór en na de ruilverkaveling.
VEESTAPEL
Onderstaande veestapel was aanwezig voordat de
heer Brooymans aan het rentabiliteitsonderzoek van
het P. A. W. deelnam;
2 a 3 melkkoeien
Nog steeds zijn er enkele melkkoeien aanwezig.
Het aantal stuks mestvee is ondanks de (tiidelijke)
vermindering van de oppervlakte grasland verder uit
gebreid. ook al omdat er op kortere termijn wordt
afgemest.
Thans worden in januari-februari 40 stuks, me*
rendeels roodbonte stierkalveren, aangekocht, waar-?
bij hoge eisen worden gesteld aan het tyne. De helft
van deze kalveren wordt een seizoen geweid daar
na on stal afeemest en op een leeftijd van 18
maanden verkocht.
De overige stieren worden op ruim éénjarige leef
tijd gecastreerd en nog één seizoen geweid. Deze wor
den dan oo stal afgemest en on 2 2 -jarige leeftijd
afgezet. Wat de voeding betreft bestaat het rantsoen-
van de kalveren tot een leeftijd van ongeveer 7 maan
den uit voederbieten of droge puin. hooi en een ru'me
hoeveelheid krachtvoer. De eerste opfok geschiedt!
uiteraard met melkprodukten. „Vooral van voeder-J
bieten er worden er nog 70 are verbouwd kun
nen zé zo smakelijk eten", aldus de heer Broovmans»
Aan voederbieten hecht hij dan ook een bijzonder^
hoge waarde voor kalveren tot een leeftijd van I?
jaar. Op wat oudere leeftijd worden de voederbieten,
vervangen door suikerbietenkoppen en -blad. De|
grote oppervlakte suikerbieten zorgt dan ook vooral
voor de wintervoeding. Zo is er dit naiaar weer on »e-|
veer 10 ha van ingeku-ld. Gedurende de afmestperiodej
wordt er zowel voor stieren als ossen boven het sap«!
pig voer ruim in de krachtvoerzak getast.
Op de vraag waarom de heer Brooymans de voor-j
keur geeft aan kalvers boven graskalvers, vindt-hi? da
lagere investering allereerst een voordeel. Bovendierë
is zijn ervaring dat zelf opgefokte kalvers meer en
beter ruwvoer kunnen verwerken en ook beter door*'
groeien. Bovendien is het vaak onmogelijk om goed
soortige roodbonte stieren als graskalf aan te kope
Verder valt het gewicht van graskalvers bij de aan
koop dikwijls veel tegen, zodat ze naderhand te duufj
blijken aangekocht te zijn.
(Zie verder pag. 15JJ
De heer Brooymans te Kui
taart in Zeeuws-Vlaanderen
heeft een bedrijf waar akker
bouw en veehouderij beide in
belangrijke mate vertegen
woordigd zijn. Het bouwland i
draagt, speciaal voor deze j
grond en met succes, een zeer
Intensief hakvruchtenbouwplan.
Wat de mechan-'satie betreft
wordt er, tot volle tevreden
heid, een vrij groot aantal
oogstwerktuigen, in samenwer
king met enkele andere bedrij
ven, geëxploiteerd. Hierdoor
ziin de bewerkingskosten (to
taal van arbeids-, werktuigen
en loonwerkkosten) ondanks de
intensivering van het bouw
plan de laatste jaren niet ge
stegen.
Bovendien is de heer Brooy
mans een echte veeliefhebber,
waardoor hij ook van dit be-
drijfsonderd°el het beste weet
te maken, wat zijn gehele be-
driif ten goede komt. Een vak
bekwame ondernemer, die zijn
bedrijf met veel enthousiasme
en op een moderne manier
voert en waarbij ook zijn lief
hebberij, de rundveemesterij
die hij toch zo graag goed be
taald ziet, aan zijn trekken
komt. Hoe hij dat doet vindt u
in onderstaande reportage.
Th P. HIEL
R.L.V.D. - Axel
Hoewel er de laatste jaren vrij veel grasland in
Zeeuws-Vlaanderen is gescheurd, zijn er toch nog
een aantal bedrijven met een aanzienlijke opper
vlakte van hun bedrijf in grasland. Soms wordt op
dit grasland melkvee gehouden, maar meestal rund
vee voor de mesterij. Op een aantal bedrijven is er
niet uit traditie maar doelbewust gekozen voor deze
rundveemesterij.
Het bedrijf van de beer Brooymans.
HET BEDRIJF VOOR DE VERKAVELING
De bedrijfsoppervlakte bedroeg toen 50 ha,
waarvan 37 ha bouwland, gelegen in 10 percelen.
De 13 ha grasland was verdeeld over 6 percelen.
Zowel de bouwland- als de graslandpercelen waren
zeer grillig van vorm en hadden een slechte ontwate
ring De kwaliteit van de grond liep uiteen van zeer
matig 15 afslibbaar) tot goed. Het grasland lag
voor 13 deel op zeer laag geregen percelen en voor
deel op hoge, zanderige grond. De arbeidsbezetting
bestond uit de heer Brooymans, twee vaste arbeids
krachten en de vader van mevrouw Brooymans, die
vooral meehielp bij de veeverzorging. Het bouwplan
zag er toen als volgt uit;
35 granen
35 hakvruchten (20 suikerbieten en 15 aard
appelen)
30 diversen (graszaad, erwten, e.d.)
MECHANISATIE
Naast de normale basisinventaris werden er met
twee andere bedrijven samen (met in totaal 100 ha
bouwland) enkele grotere werktuigen aangeschaft, n.l.
een bietenrooier, een aardappelrooier, een sproei-
machine en een zaaimachine. Een en ander is begon
nen met een bietenrooier, waarna de overige werk
tuigen successievelijk volgden. Deze machines wor
den voor gezamenlijke rekening geëxploiteerd, waar
bij de kosten naar rato van de bedrijfsoppervlakte
door de partners gedragen worden.
30 kalveren, aankopen in februari-maart (stieren
en vaarzen). Het merendeel was van het zwart
bont veeslag
30 jaarlingen (ossen en vaarzen)
30 2-jarige ossen en vaarzen, waarvan de helft
op stal en de helft in de wei afgemest werd.
HET BEDRIJF NA DE RUILVERKAVELING
De oppervlakte grasland is verminderd van 13 ha
naar 3 ha. Er bestaan echter plannen om deze opper
vlakte grasland weer uit te breiden met kunstweiden.
Het bouwland is qua ontwatering, aantal percelen en
vorm van de percelen bijzonder veel verbeterd.
Uit het bouwplan zijn de handelsgewassen verdwe
nen en het bestaat thans uit:
50 granen
25 suikerbieten
25 aardappelen.
Het werktuigenpark is nog verder uitgebreid door
in gezamenlijk verband een precisiezaaimachine, een
aardappelpootmachine en een piek up-pers aan te
schaffen. Als bijzonderheid kan nog vermeld worden
dat er geen vaste afspraken gemaakt worden om
trent de volgorde waarin de werkzaamheden worden
uitgevoerd. Met aardappelen rooien wordt begonnen
bij degene die het eerst heeft doodgespoten, waarna
volgen de percelen op de natste grond, indien het
weer het toelaat. De oppervlakten suikerbieten en
aardappelen die gerooid moeten worden, bedragen
respektievelijk 30 en 20 ha