Landbouwbegroting 1969 in Tweede Kamer Voor 1969/1970 geen nieuwe prijsvoorstellen MEDEDELINGEN Deze week. 4 |^E Commissie van de Europese Economische Gemeenschap zal in tegenstelling tot de aanvankelijke verwachting sedert de vergadering van de Raad van Ministers der E. E. G. op 28 januari 1969 niet met nieuwe voorstellen komen voor de prijsregelingen voor de landbouw in het jaar 1969/ 1970. De Europese Commissie zal wel een document gereedmaken met berekeningen van de geldelijke ge volgen van een eventuele verlenging van de regelin gen op het huidige prijspeil. De zaak komt op 17 en 18 februari a.s. in de E. E. G.-Raad van Ministers (Landbouw). Minister Lardinois van Landbouw en Visserij deed deze mededeling aan het einde van de tweedaagse ]\l AMEN wij kennis van de rede die de staats- -L secretaris van Financiën, dr. Grapperhaus, op 28 januari heeft gehouden hij de installatie van de adviescommissie voor de bestudering van BELASTINGHEFFING VAN ZELFSTANDIGEN IN VERGELIJKING MET DIE VAN LOONTREKKENDEN In de kolommen van het Landbouwblad en in redevoeringen van de tegenwoordige en vroegere voorzitters en secretarissen van de Z.L.M. is al dikwijls gewezen op de moeilijkheden die de onder nemer in het agrarisch bedrijf ondervindt als ge volg van het tegenwoordige belastingstelsel. Ver tegenwoordigers van het niet-agrarisch bedrijfs leven hebben dit evenzoveel keren gedaan, ieder speciaal voor zijn bedrijfstak. Over het algemeen is men er in ondernemerskrin- mogen onthouden. Al zijn onze fruittelers hier- gen van overtuigd dat de fiscale positie van de ondernemer in verhouding tot die van de loontrek- kenden in de laatste jaren slechter is geworden. Op een nader onderzoek daarnaar is al dikwijls aan gedrongen. Er is nu een commissie ingesteld die dit onder zoek ter hand moet nemen en die eventueel nieuwe regelingen zal moeten voorstellen die op dit punt meer in overeenstemming zijn met de beginselen van gelijkheid en doelmatigheid die aan de heffing van belasting ten grondslag dienen te liggen. vergadering voor de behandeling van de Landbouw begroting 1069 door de Vaste Commissie Landoouw en Visserij in de Tweede Kamer der Staten-Generaal op 30 januari 1969, nadat op de voorafgaande dag een bespreking was gewijd aan het Memorandum der Europese Commissie („pian-Mansholt"). Bij die ge legenheid was reeds bevestigd, dat de Europese Com missie in juni 1969 zal komen met nieuwe voorstellen voor de prijsregelingen in 1970/'71, in enigerlei sa menhang met Memorandum-plannen der Europese Commissie. AFVLOEIING ARBEIDSKRACHTEN IN LAND- EN TUINBOUW Ten aanzien van de plannen van de Commissie heeft minister Lardinois er zijn waardering over uit gesproken, dat zij door de indiening van het memo randum in feite de gedachtenvorming op het gebied van de landbouwstructuur een enorme stoot voor waarts heeft gegeven. Deze grotere bewustwording is nodig, omdat, ondanks het feit dat uit de landbouw tussen 1950 en 1970 rond 10 miljoen mensen als ar beidskrachten zijn afgevloeid, het probleem in de komende jaren nog in dezelfde orde van grootte zal optreden. Ir. Lardinois gaf als zijn mening, dat het om mogelijkheden te geven voor een redelijke groei van het inkomen in de Europese landbouw, inder daad onontkoombaar is, dat een afvloeing tussen 1970 en 1980 in deze orde van grootte te verwezen lijken zou zijn. Minister Lardinois was over de ver werkelijking van de afvloeiing niet pessimistisch ge stemd, temeer ook, omdat uit de gegevens hoe lan ger hoe meer blijkt, dat de grote afvloeiing in de vijf- I \E instelling van deze commissie betekent niet dat de staatssecretaris van mening is dat de opvatting van het bedrijfsleven juist is. Nee, de commissie heeft in de eerste plaats tot taak te on derzoeken of er inderdaad sprake is van ongelijk heid. Het gaat, zei de staatssecretaris zeer duidelijk, om de vraag of de fiscus ongewild met twee maten meet, dus of de loontrekkenden er (al dan) niet naar verhouding beter afkofnen dan de zelf standigen. De belastingen die in hoofdzaak onder de loep genomen zullen worden zijn de inkomstenbelasting en de loonbelasting. Omzetbelasting en accijnzen zullen naar de mening van de staatssecretaris bui ten beschouwing kunnen blijven. Het terrein van de SOCIALE LASTEN is uitdrukkelijk uitgezon derd. Het gebied dat de commissie moet proberen te overzien is breed genoeg. Toch is het naar onze mening hard nodig ook de invloed van de sociale lasten op de positie van ondernemers en loontrek kenden grondig te bekijken. Kan deze commissie het er niet bij hebben, dan maar een andere inge steld! Op één meer of minder hoeven wij niet te kijken! £EN vraagstuk dat evenmin in het onderzoek moet worden betrokken is dat van de afwen teling van belastingen. Daarmee bedoelt men het verschijnsel dat sommigen kans zien de belasting druk over te hevelen naar andere burgers dan die genen op wie ze naar de bedoeling van de fiscus komt te rusten. Van afwenteling is b:v. sprake als een ondernemer kans ziet de inkomstenbelasting die hij betaalt door te berekenen in de prijzen van zijn produkten maar ook als een werknemer een tiger-zestiger jaren een voorloper blijkt te zijn van de afvloeiing van de oudere bedrijfshoofden. Naar zijn mening kan het generatieprobleem, voor een heel groot gedeelte worden opgelost, als de sociale maat regelen, vooral ouderdomsvoorzieningen e.d., vooral aangepast kunnen worden aan de behoeften van deze categorie. Aanvullende maatregelen zullen ongetwij feld nodig zijn. CRITISCHE OPSTELLINGEN Als eerste reactie heeft de bewindsman zich in de jongste raadszitting critisc'n opgesteld ten opzichte van de visie en het Commissie-systeem van produk-^ tie-eenheden - moderne landbouwbedrijven - produ centen-organisaties. Deze opzet acht de bewindsman nogal rigide en vrij theoretisch. Niettemin kan men er bij voorbaat van verzekerd zijn, dat Nederland open staat voor experimenten met dit soort moderne landbouwbedrijven, die zijn samengesteld uit pro- duktie-eenheden van een bepaalde omvang in een bepaalde samenwerkingvorm. De minister ziet meer in de ontwikkeling van de verticale integratie, die in feite veel meer op gang is gekomen dan deze hori zontale integratie, waarin wij, ondanks bereidheid tot experimenten niet de oplossing van de bedrijfs vorm binnen ons land of in de E. E. G. kunnen zien. Voorts wees de minister ook op het bijzonder be langrijke punt van de verantwoordelijkheid van de overheid. Naar Nederlands standpunt is de overheid niet verantwoordelijk voor de omvang van de land bouwbedrijven; dit is allereerst zaak van de boeren en tuinders zelf. Iets anders is -de begeleiding van (Zie verder pag. 10.) verhoging van loonbelasting van de werkgever ver goed weet te krijgen, zodat zijn netto loon hetzelfde blijft. Dat dergelijke dingen hier en daar gebeuren is bekend. In welke mate weet men niet. Het is ook vrijwel niet uit te zoeken. 1\E verschillen in fiscale positie tussen loon- U trekkenden en zelfstandigen zijn vele. Een kleine opsomming ervan wordt in de redevoering gegeven. Wij gaan daar verder niet op in. Wel ivil len wij vermelden dat de staatssecretaris het (te recht) een belangrijke moeiijkheid vindt, dat de zelfstandigen zo'n uiteenlopende groep vormen. Hij zegt daarbij dat de zelfstandigen in de landbouw een afzonderlijke categorie vormen. Hij stelt daar bij dat in deze sektor het industriële aspekt meer de overhand gaat krijgen. De plaats van de grond en de produkten daarvan gaat z.i. daardoor een andere worden. In dit verband herinnert dr. Grap perhaus aan de landbouwvr ij stelling die bij het be halen van de winst op grond (soms!) wordt ge noten. In welke richting de gedachten gaan blijkt uiteraard uit de installatierede niet. Het is een van de punten die de adviescommissie zal moeten be kijken. In de installatierede heeft de staatssecretaris erop gewezen dat de commissie een moeilijke taak heeft. Hij heeft dan ook geen termijn genoemd waarbinnen hij graag het advies zou willen hebben. Men kan hier begrip voor hebben. Alleen, de tijd zal doorgaan in het tempo dat de tweede helft van de 20ste eeuw kenmerkt. Te lang blijven studeren zal tot gevolg hebben dat het advies verouderd is op het moment dat het wordt uitgebracht. En wie is daar bij gebaat? PA AU WE. Het gebied van de Noordwatering wordt omsloten door de Noordendolfer, Blauwpoortse-, Mariekerk- se-, Poppendamse-, Grijpskerkse- en Duinweg. De Oostwatering omvat het gebied liggende :_n oosten van de Seis weg, Grijpskerkse- en Duin weg en ten westen van het Kanaal door Walche ren. District III (Westwatering) omvattende het ge bied ten zuiden van de Blaauwpoortse-, Marie- kerkse-, Poppendamse-, en Seisweg en ten westen van het Kanaal door Walcheren op dinsdag 18 februari 1969, 13.30 uur, hotel „Walcheren", Kou- dekerke. District IV (Zuidwatering) omvattende het ge bied ten oosten van het Kanaal door Walcheren op dinsdag 25 februari, 13.30 uur, café „De nieu we hoop" te Nieuw- en St. Joosland. Stembevoegd in de districts vergaderingen zijn die ingelanden, die eigenaar of zakelijk gerechtig de zijn van tenminste 2 hectare ongebouwde eigen dommen of van gebouwde eigendommen met een belastbare opbrengst volgens de grondbelasting van tenminste 150,gelegen in het betreffende district. Het ligt in het voornemen om bij voldoende deelname belangstellenden in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een des morgens, vóór de districtsvergadering, te houden excursie naar de waterschapswerken etc. gelegen in het betref fende district. Vertrek per bus om half 11 vanaf de plaats van vergaderen. Na afloop van de ex cursie zal een eenvoudige broodmaaltijd verzorgd worden. Opgaven voor deelname worden uiterlijk tegemoet gezien vóór of op 12 februari a.s. adres Waterschap Walcheren, Groenmarkt 10 te Mid delburg. Voor District IV is deze datum vóór of op 19 februari a.s. Convocaties worden niet verzon den BESTEMMINGSPLANNEN Westerschouwen: Vanaf 4 februari ligt voor een ieder ter inzage het besluit dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor; a. het gebied gelegen tussen de Kloosterweg en de J. J. Boeijesweg, zoals dit nader is aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart; b. het perceel, gelegen tussen de Torenweg en de Strandweg. Goes: De gemeenteraad heeft verklaard dat een be stemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied nabij de Westhavendijk. Het betreffende voorberei- dingsbesluit ligt vanaf heden voor een ieder ter in zage. Terneuzen: Vanaf 6 februari ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan „Zuidpolder", met voorschriften. Gedurende boven genoemde termijn kan een ieder schriftelijk bij de gemeenteraad bezwaren indienen tegen het ontwerp. Zuldzande. G. S. hebben bij hun besluit goedge keurd het vastgestelde bestemmingsplan „Zuidzande 1966". Dit besluit ligt met bijbehorende stukken van af 3 februari 1969 gedurende een maand ter inzage. Zij, die zich tijdig met bezwaren zowel tot de ge meenteraad als tot G. S. hebben gewend, kunnen ge durende bovenvermelde termijn bij de Kroon beroep instellen- Waarde. De gemeenteraad heeft bij besluit ver klaard. dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het gebied, hetwelk op de bijbehorende kaart binnen de rode omlijning is gelegen. Het besluit ligt met ingang van 31 januari 1969 ter inzage. Kattendijke. Ingaande 31 januari 1969 li^t geduren de een maand ter inzage het vastgestelde bestem mingsplan „Recreatieterrein Kattendijke". Geduren de bovengenoemde termijn kunnen zij, d^e zich tijdig met bezwaren tot de gemeenteraad hebben gewend, bij G. S. bezwaren indienen. (Vervolg van pag. Z) Eveneens ligt met ingang van 31 januari 1969 ter inzage het vastgestelde bestemmingsplan „Industrie terrein 1967". Bij de vaststelling is afgeweken van het ontwerp, zoals dit ter inzage heeft gelegen. Ge durende genoemde termijn kunnen schriftelijk bezwa ren bij G. S. indienen: a. Zij, die zich tijdig met be zwaren tegen het ontwerp tot de gemeenteraad heb ben gewend; b. ieder, die bezwaren heeft tegen de bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen. Streekplan Midden Zeeland. Met ingang van 10 februari ligt op de provinciale griffie te Middelbui-g, Sint Pieterstraat 42, alsmede op de secretarieën van de gemeenten Arnemuiden, Domburg, Mariekerke, Middelburg, Valkenisse, Veere, Vlissingen, West- kapelle, Kortgene, Wissenkerke, Baarland, Borssele, Driewegen, Ellewoutsdijk, Goes, 's-Gra venpolder, 's Heer Abtskerke, 's Heer Arendskerke, 's Heeren- hoek, Heinkenszand, Hoedekenskerke, Kattendijke, Kloetinge, Nisse, Oudelande, Ovezande en Wol- phaartsdijk voor een ieder ter inzage het Streekplan Midden-Zeeland, zoals dit gewijzigd is vastgesteld door de provinciale staten van Zeeland in hun ver gadering van 14 juni 1968 en dat dus nu van kracht wordt op 10 februari a.s Exemplaren van het streek plan zijn tegen kostprijs 15,verkrijgbaar bij het bureau van de provinciale planologische dienst Nieuwstraat 27 te Middelburg, tel. 011805448. DISTRICTSVERGADERINGEN WATERSCHAP WALCHEREN Zoals gebruikelijk houdt het Waterschap Wal cheren binnenkort openbare districtsvergaderin gen t.w. Districten I en II (Noord- en Oostwatering) ge combineerde vergadering op maandag 17 februari 1969, 13.30 uur, verenigingsgebouw Aagtekerke.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 4