Vest Noord-Brabants 13 „Olmendaal" te De Heen. pige grond. Het water bleef te lang staan, waar door de tulpen verdronken. Niet alleen was daar door de oogst aan leverbare bollen klein, maar bo vendien was het plantgoed dat bestemd was voor het volgend jaar, van matige kwaliteit. Het duurde jaren vóór de „bollenkraam" weer op het goede peil was en al met al betekende het een strop van vele tienduizenden guldens. Dit typeert de grote risico's, want het is een zware opgave om zo'n klap weer te boven te komen. GLADIOLEN BETER VOOR KLEINE BEDRIJVEN De tulpen worden in de eerste helft van juli ge- e „Wilhelminahoeve" te Oude Tonge. De schuur wordt r opslag en sortering van het fruit gebruikt. De snoei wordt uitgevoerd met de lange schaar waarna sneller gewerkt kan worden dan met de kleine snoeischaar. werd tot nu toe met de hand gedaan, maar zal in de komende jaren ook met de machine worden uit gevoerd. Over de gladiolen en narcissen is de heer Van Es veel vlugger uitgepraat. Weliswaar was de gla- diolenteelt de laatste jaren lonend, maar het gewas past z.i. minder goed op het grote bedrijf. Hij vindt de teelt erg riskant wegens het gevaar voor een nat najaar, en dan niet machinaal kan worden gerooid. Daarom durft hij geen grotere oppervlakte dan 2 ha. Op het kleinere bedrijf rooit men desnoods met de hand, maar op het grote bedrijf kan dat niet. De teelt van narcissen is voor hem nog vrij nieuw, hij is er nog maar een paar jaar mee bezig. De voor lopige resultaten zijn echter zodanig, dat er waar schijnlijk uitgebreid zal worden. HET FRUITBEDRIJF De grond te Flakkee, de „Wilhelminahoeve" te Oude Tonge, is pas na de watersnoodramp bij het bedrijf gekomen. De vooruitzichten voor de fruit teelt werden in die tijd gunstig beoordeeld door alle deskundigen. Vooral ook omdat de heer Van Es drie zoons heeft, besloot hij tot aanplant van fruit over te gaan. Als één van de zoons zich tot de fruitteelt aangetrokken zou voelen, kon die later op dit bedrijf. Daarom werd in 1957 een flinke oppervlakte met vruchtbomen aangeplant en later werd geleidelijk vergroot tot de huidige oppervlakte van circa 23 ha. Deze is ondergebracht op twee, vrijwel even grote percelen, beide rechthoekig van vorm en on geveer 800 meter lang. De fruitteeltafdeling staat onder leiding van de heer Van der Kleyn, die zich met volle overgave er voor inzet alsof hij eigenaar is. Het fruit wordt allemaal ter plaatse gesorteerd. De jongste aanwinst is een heftruck, waar de heer Van der Kleyn bijzonder mee in zijn sas is. Het is een Clark, die tweedehands gekocht werd voor ruim vierduizend gulden. Tevens werden tegen een zeer voordelige prijs meer dan honderd pallets gekocht en met dit alles samen kan nu veel sneller en gemakkelijker worden gewerkt dan vroeger. GOLDEN TOCH NOG HET BESTE De boomgaarden zijn dus nog jong en modern, alles spillen en gangbare rassen. Opmerkelijk is echter dat er zoveel gerooid en omgeënt is, n.l. 25-30 De Ellisons Crange en Clapp's werden ge rooid, de Stark Earliest werd omgeënt, enz. Aanvankelijk lag het zwaartepunt bij de Cox's. Enerzijds omdat de heer Van Es meende dat het man en Goudreinette. Per ras bekeken was de oudere Golden (die maar beperkt voorkomt) toch weer het beste tot nu toe, met opbrengsten van 40-50 ton per ha de laatste jaren. De Cox's is onregelmatig, doch haalt gemid deld nauwelijks een voldoende. Winston en Be- noni voldoen goed, althans tot nu toe. Een achtjarig perceel peren komt in produktie; het heeft in 1967 al een aardige bijdrage geleverd, doch in 1968 was het rendement wegens slechte prijzen natuurlijk teleurstellend. Trouwens, het rendement van het bedrijf in zijn geheel laat zeer veel te wensen over. Dat een dergelijk, modern goed geleid fruitteeltbedrijf verlies oplevert kan gezien worden als het zoveelste bewijs dat de fruit teelt op het ogenblik „ziek" is. MACHINAAL OOGSTEN ZWARTE BESSEN In het overzicht dat aan het begin van dit artikel werd gegeven, stond 25 ha fruitteelt, terwijl zojuist 23 ha boomgaard werd vermeld. Dat klopt dus niet. Vorig jaar was er evenwel nog 1.60 ha zwarte bes sen, die inmiddels wegens ruilverkavelingswerk zaamheden moesten worden geooid. Deze zwarte bessen zijn in 1968 machinaal geoogst. De heer Van 4e Kleyn voelde daar veel voor en wist ook de baas er voor te interesseren. Samen werden de moge lijkheden nagegaan, tijdens een demonstratie werd alles goed bekeken en tenslotte werd een „triller" met bijbehorend agregaat gekocht voor ruim 2.000 gulden. Het plukken met de hand kostte circa 70 cent per kg. Machinaal kwam het op 30-40 cent per kg. Over de resultaten is men daarom enthousiast. Met vier man, namelijk één voor de afvoer en drie voor de bediening van het apparaat en de opvang- schermen, werden 80 struiken per uur leeggetrild, toen men de slag beet had. Er werd daarbij van 1.60 ha ongeveer 7500 kg geoogst. In feite was het geldelijk voordeel nog groter dan uit de vergelijking blijkt, omdat nu alles met het vaste personeel werd geoogst, zodat er geen extra kosten waren, terwijl anders vier- a vijfdui zend gulden aan plukkers en pluksters werd uitbe taald. Een voordeel noemt de heer Van Es nog, dat men de bessen beter rijp kan laten worden dan wanneer met de hand werd geplukt. Bij het trillen gaat er geen bes stuk, ook al zijn de bessen goed rijp. De kwaliteit is daardoor beter dan bij handplukken. Door het rooien van de bessen is de triller over bodig geworden, zodat het apparaat verkocht zal worden. Maar in dat ene gebruiksjaar heeft het De heftruck is een zeer waardevolle aanwinst. rooid. Men begint omstreeks eind juni en daarna staat gedurende twee weken de boel op zijn kop, want dat is de drukste periode van het hele jaar. Toch gebeurt er zeer veel machinaal. Eerst wordt met een cirkelmaaier het loof afgemaaid, vervol gens wordt met een „hooirugger" het loof er afge haald, daarna wordt er eventueel bij half afgestor ven percelen nog licht gefreesd om zoveel mogelijk groen blad te verwijderen en tenslotte komt er een omgebouwde B.A.V. aardappelrooier aan te pas, die de tulpen op een band brengt. Met mankracht wor den ze van die band geraapt en in manden gedaan. Zo kan men circa 40 are per dag rooien. Ook het planten gebeurt machinaal, de onkruid- bestrijding is overwegend chemisch en het koppen prima „Cox's-grond" was, anderzijds omdat hij toen al een gevaar zag voor overproduktie van Golden Delicious. Later werd het percentage Golden ech ter toch opgevoerd, zodat het nu ongeveer even groot als van de Cox's. Achteraf beoordeeld kan geconstateerd worden dat hij indertijd met de Golden een vooruitziende blik had, maar dat hij 6-7 jaar te vroeg was. Beter was het geweest direkt nog veel Golden te planten (dan was daar van 1961 tot 1966 behoorlijk aan ver diend) om daarna bij de verdere uitbreiding over te schakelen naar andere rassen. Maar achteraf oor delen is altijd gemakkelijk. Behalve Cox's en Golden is er naar verhouding veel Benoni, Verder: James Grieve, Winston, Tyde- zoveel voordeel opgeleverd, dat de aanschaf ver antwoord was. SLOT Uit dit zwarte-bessenverhaal, maar ook uit de rest van het artikel kan afgeleid worden, dat de heer Van Es iemand is die aanpakt, gevoel heeft voor verantwoorde arbeidsbesparing, zich volledig geeft voor zijn bedrijf en dan in het bijzonder voor zijn bloembollen. Kort samengevat: het is, voor zover we kunnen beoordelen, een goede onder nemer. Het bedrijf is niet eenvoudig te beheren, het is nogal ingewikkeld. Men kan het niet als voor beeld stellen voor iedereen. Maar wel is het de moeite waard er kennis van te nemen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 13