„AKKER "-boi
Een interessant West
12
De heer D. P. van Es te De Heen (een dorp bij
Steenbergen) heeft een bijzonder interessant be
drijf. Niet zo zeer in verband met de omvang want
hoewel het een flinke oppervlakte beslaat blijft het
toch nog duidelijk beneden de ,,Mansholt-norm".
Het belangwekkende is echter enerzijds gelegen in
de variatie: akkerbouw, fruitteelt, bloembollen en
grove tuinbouw. Anderzijds in het feit dat de basis
wordt gevormd door 3 ha tulpen, die geteeld wor
den op grond die daarvoor speciaal wordt gehuurd.
Het bedrijf is circa 90 ha groot. Een deel hiervan
(35 ha) is gelegen te Oude Tonge op Flakkee, de
overige grond ligt bij de boerderij „Olmendaal" te
De Heen. Het overgrote deel is pacht. De beschik
bare oppervlakte werd in 1968 als volgt benut:
50 ha akkerbouwgewassen,
25 ha fruitteelt,
6 ha bloembollen (tulpen, narcissen en
gladiolen),
6 ha grove tuinbouw (uien en princesse-
bonen),
3 ha erf, tuin, enz.
De heer Van Es bemoeit zich betrekkelijk weinig
met de fruitteelt. Daar heeft hij een bedrijfsleider
voor. De rest staat echter onder de direkte super
visie van hem en zijn 23-jarige zoon.
BLOEMBOLLEN NOG HET BESTE
Er zijn dus een ruime spreiding in produkten.
Een voordeel hiervan zou kunnen zijn, dat men op
deze wijze ook een ruime spreiding van het risico
heeft. In de huidige omstandigheden gaat dat ech
ter niet helemaal op. Want het is momenteel met
alle hoofdteelten min of meer mis.
Hoe het met de fruitteelt is gesteld, zal iedereen
wel weten. Dat is duidelijk de zwakste sektor. Het
fruitteeltbedrijf is nog vrij jong en kan als een
voorbeeld worden gezien van goede rassenkeuze,
vlotte bewerkbaarheid en alles wat er bij een mo
dern bedrijf hoort. Niettemin is het verliesgevend.
Ook in de akkerbouw is het geen weelde. Weliswaar
meestal nog lonend, dank zij goede grond, een goe
de perceelsvorm en doelmatig werken. Maar daar
is dan ook alles mee gezegd!
De bloembollen leverden tot voor een paar jaar
flinke winst op, maar daar is ook de klad in ge
komen. Bij stijgende kosten gaan de prijzen nu al
een reeks van jaren regelmatig naar beneden. In
de bollenstreken klaagt men steen en been, omdat?
men daar nu al een paar jaar wat de uitkomsten
betreft in de rode cijfers zit.
Niettemin is op „Olmendaal" de bloembollen
teelt nog het meest lucratief, terwijl de fruitteelt
verreweg het slechtst is.
DE ARBEIDSBEZETTING
Op het bedrijf in Brabant werken 4-5 man, n.l.
de heer Van Es met zijn zoon, één vaste arbeids
kracht en twee losse, die eventueel 's winters bij
ongunstig weer tijdelijk in de WW. zijn.
Op Flakkee, waar het fruitteeltbedrijf ligt, was
pellen is er een ruim aanbod van scholieren uit
Steenbergen en De Heen.
Gezien oppervlakte en teeltplan is de arbeids-
bezetting vrij laag, dank zij een doelmatige werk
wijze en ver doorgevoerde mechanisatie. Niettemin
is de totale loonsom niet gering, zoals uit het voor
gaande valt af te leiden. Als men de oppervlakte
ziet, kan men zich afvragen waarom de heer Van Es
het zo ingewikkeld maakt. Als het bedrijf alleen
voor akkerbouw werd benut, zou het toch wel een
redelijk inkomen kunnen opleveren?
Het is echter een dynamisch man, die steeds zoekt
naar nieuwe mogelijkheden. Hij wil het niet een
voudig, doch streeft ernaar met intensieve teelten
boven de landbouwnorm uit te komen. En vooral
met de bloembollen slaagt hij daarin, waarschijn
lijk mede omdat de teelt zijn speciale voorliefde
heeft, het is zijn hobby.
AKKERBOUW WEINIG PROBLEMEN
Aan de akkerbouw tilt de heer Van Es niet zwaar.
Die levert weinig problemen op, mede omdat er op
kritieke momenten voldoende arbeidskrachten
kunnen worden ingezet. Zelfs de oogst geeft weinig
drukte, in vergelijking met de bloembollen. Het is
in de akkerbouw in hoofdzaak een kwestie van een
paar weken goed weer en goede machines, is zijn
mening. Die nodige machines zijn aanwezig. Ze
worden tweede hands gekocht en zodanig groot, dat
ze een flinke capaciteit hebben, zodat in enkele
dagen mooi weer veel werk kan worden verzet.
Behalve voor precisiezaaien komt er geen loonwer
ker aan te pas.
Vorig jaar was het bouwplan: 17 ha wintertarwe,
14 ha aardappelen, 10 ha suikerbieten, 10 ha gras
zaad, 4 ha uien en 2V2 ha princessebonen voor groe
ne pluk. Andere jaren was de gewassenkeuze on
geveer gelijk: ook uien worden jaarlijks geteeld. De
grond is goed; zavel met een afslibbaar van 25-35
in De Heen. Op Flakkee wat zwaarder.
In 1967 leverde een flinke strop op met de aard
appelen. In 1968 is het beter verlopen. Ondanks het
slechte weer gaven de princessebonen, die op kon-
trakt werden geteeld en machinaal zijn geoogst, een
goed beschot. De suikerbieten gaven een opbrengst
van 54 ton met een suikergehalte van 15V2 De
uien kwamen aan 46 ton per ha en waren vóór de
natte moesson binnen; dus op tijd! Dat was een
groot voordeel, want goede kwaliteit is tamelijk
schaars en wordt daarom goed betaald.
TULPEN FAVORIET
Tevoren is al opgemerkt dat de heer Van Es zich
in de eerste plaats een bloembollenkweker voelt.
Beter gezegd: tulpenkweker, want als hij het over
de bollen heeft, praat hij vrijwel alleen over zijn
tulpen. Daar zit voor hem de muziek in, daar ziet
hij de mogelijkheden om het inkomen te verhogen.
Met zijn zoon-opvolger is het precies eender. Ook
die specialiseert zich in de eerste plaats op het bol-
lenvak. Na het behalen van het MULO-diploma
volgde hij daarom de Middelbare Tuinbouwschool
te Lisse, die geheel op de bloembollenteelt is afge
stemd.
De oppervlakte tulpen bedraagt 3 ha en dus
slechts een dertigste van de totale oppervlakte.
Mpl
V;
Overzichtfoto van hoeve „Olmend
GEEN AKKERBOUWGEWAS
Door de voorlichting wordt de tulpenteelt op
landbouwbedrijven thans min of meer gepropa
geerd, o.a. in de IJsselmeerpolders. De heer Van Es
is daar geen tegenstander van, maar meent wel dat
het dikwijls te mooi en te eenvoudig wordt voor
gesteld.
Voor de teelt van tulpen is zeer veel vakkennis
en ervaring nodig. De kans op zware verliezen is
groot. Ten opzichte van de akkerbouw is het ook
een zeer fijne teelt, die veel aanpassing vraagt en
een goede instelling van de boer. Voor iemand die
graag werkt en steeds hard wil opschieten is de tul-
Pig'
doo
doo
ven
het
jart
peil
velt
risi(
wee
GL
E
Tot nu toe werden de tulpen met de hand gekopt. In het nieuwe
seizoen zal dit werk voor 't eerst met een speciale machine worden
uitgevoerd.
Jaarlijks wordt ook een flinke oppervlakte aardappelen verbouwd.
Entree van de „Wilheln-
voor opslag ei
tot nu toe een bezetting van 5 man, doch dat wordt
teruggebracht tot 4. Hiermee wordt het fruitteelt
bedrijf onderhouden en tevens ook grotendeels het
akkerbouwgedeelte. Bij dat laatste krijgt men ech
ter steun van de machines en werktuigen uit Bra
bant. Met de grote combine kan men daarbij niet
aan Zijpe over, doch rijdt men 's nachts over de
Zeelandbrug, wat uiteraard een zeer grote omweg
is.
Vooral wat het fruit betreft is er verder nogal
hulp van tijdelijke arbeidskrachten, o.a. van vrou
wen voor het plukken en sorteren.
Het rooien van de tulpen vindt plaats in de va
kanties, waardoor twee studerende zoons (13 en 18
Jaar, beide H.BJS.) kunnen helpen. Voor het bollen
Naar verhouding is het tulpenareaal echter groot,
want dit gewas wordt normaal overwegend op vrij
kleine percelen geteeld. Wie het op flinke schaal
doet op de meest rationele manier, heeft daarom
een aanzienlijke voorsprong op het gros van de bol-
lenbedrijven in ons land.
Volgens de officiële gegevens, berekend voor het
„normaal" gangbare en dus vrij kleine bedrijf, be
dragen de bruto-jaarkosten per ha tulpen circa
ƒ25.000, doch de heer Van Es komt veel lager. Hij
streeft er naar de kosten tot 15.000 te beperken.
Dat is het aantrekkelijke van de tulpenteelt. Met
akkerbouwgewassen is het vrijwel onmogelijk om
het veel voordeliger te doen dan het gemiddelde
goede bedrijf, doch met tulpen zit de kans er in.
penteelt ten enenmale ongeschikt. Eventueel moet
men in het klein beginnen, om eerst de nodige ken
nis en ervaring op te doen.
Verder zijn de investeringen niet gering. Er zit
b.v. 370 mud plantgoed van tulpen in de grond met
een globale waarde van 65.000. Daarnaast de ma
chines, werktuigen en de bewaarruimte, waarvoor
ook flinke bedragen nodig zijn en dan begrijpt men
dat er ook financieel nogal wat komt kijken.
Als het meezit kan er lekker aan de tulpen wor
den verdiend, maar als het tegenzit kan het verlies
enorm groot zijn. Het plantgoed zit de hele winter
in de grond, met o.a. het risico van bevriezen en
wateroverlast. In 1962/'63 was het b.v. een erg natte
winter en de tulpen stonden toen op een wat slem-
EQO]
staa
war
T
met
gen;
haa!
ven
grot
omg
de t
den
Zo
O
best