Erwten Doperwten 11 NIETTEGENSTAANDE de aaneenschakeling van feest dagen, zaterdagen en zondagen in de laatste weken van 1968 is het ons, dank zij de zeer gewaardeerde medewerking van de Rijkslandbouwconsulenten en specialisten in het Zuid-Westelijke kleigebied en van de Stichting Nederlandse Dien Federatie te Middelhamis toch gelukt in dit tweede nummer van het nieuwe jaar 1969 de rassenkeuzeberichten voor 1969 te brengen. Uit de vele ter beschikking staande gegevens van de proefvelden selecteerden de vier Consulentschappen in dit gebied en de S. N. Ui. F. het voor onze lezers belangrijkste cijfermateriaal en gaven daarop per gewas een nadere toe lichting. Dit overzicht geeft echter niet de volledigheid van de 44e Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1969. Deze geeft een schat van gegevens over alle landbouwgewassen. De Rassenlijst kan besteld worden bij N. V. Leiter-Nijpels te Maastricht, giro 1037754, tegen de prijs van 3,75 per stuk, bij vooruitbetaling te voldoen. Bij afname van meerdere exemplaren tegelijk wordt reduktie gegeven. BI. gelijke stagnatie bij de oogst hier niet de voorkeur. Laga is resistent tegen de Amerikaanse vaatziekte en heeft enige voordelen op het eveneens voor deze ziekte onvatbare ras Rovar. Van de gele erwten heeft Flavanda beduidend langer stro dan Porta en daardoor beter geschikt voor de stro-arme gronden. Porta heeft een betere zaadkwaliteit en veelal een mooiere zaadkleur. SCHOKKERS Zowel uit oogpunt van opbrengst als om de betere resistentie tegen meel dauw verdient Maro de voorkeur. Big Ben komt op de stro-rijke gronden aan de hoogste opbrengst. Emigrant daarentegen geeft duidelijk een voorkeur voor de gronden waarop minder stro is te verwachten. CAPUCIJNERS EN ROZIJNERWTEN Imposant is momenteel de enige capucijner. Het ras is in opbrengst weinig gevoelig voor de stro-rijkheid van de grond. Het sortiment rozijnerwten bestaat uit Ivora en Gastro. Gastro is beter re sistent tegen de valse meeldauw. Het ras stelt geen hoge eisen aan de grond. In tegenstelling tot de hoge prduktie van vorig jaar waren de opbrengsten van de doperwten in 1968 maar matig. Wel was voldoende stro-ontwikkeling aanwezig, doch het aantal peulen bleef in veel gevallen te laag. In 1968 zijn de proefvelden met doperwten-rassen niet geoogst, vandaar dat de opbrengsttabel de resultaten van 1968 mist. Deze tabel vermeldt nu de gemiddelde opbrengsten van de jaren 1963 t/m 1967, zowel voor peulen als voor erwten. Rassenberichten 1969 OPBRENGSTEN ERWTENRASSENPROEFVELDEN IN KG PER ARE Gem. opbrengst in 1959 t/m 1968 Waardering van resistentie tegen Rassen Stro-rijke Gem. Stro-arme Top ver- Am. vaat- Valse gronden gronden gronden geling ziekte meeldauw a. Kleine groene Rondo CB 94*) 98 101 8 1 7 Dik Trom 102 97 92 8.5 1 7 Pauli 103 103 97 8 1 7 Laga 102 102 101 8 10 7 Rovar 99 100 99 8 10 6 Gele Flavanda 97 101 107 8 10 6 Porta 103 96 102 8 10 6 Schokkers Maro 101 105 105 9 10 7 Big Ben 99 95 95 9 10 5 Emigrant 88 96 100 8.5 10 6 Kapucij nérs - rözij n erwten Imposant 108 108 107 9 10 6 Ivora 89 89 96 7 10 5. Gastro 102 103 97 8 10 7 DE groei van de erwten had in 1968 een vrij normaal verloop. De opbrengst was matig goed en de kwaliteit was zeer verschillend. Vooral op de laatst rijpende percelen gaf de aanhoudende regen moeilijkheden bij de oogst. Het maaidorsen van een op stam gerijpt gewas heeft een toenemende be langstelling. Voorwaarde voor deze oogstmethode is de onmiddellijke beschik baarheid van een maaidorser om de soms schaars optredende gunstige momen ten volledig te kunnen benutten. Daarnaast zal het drogen van de altijd nog vochtige erwten, direkt moeten kunnen aanvangen. Zijn deze omstandigheden niet aanwezig dan dient wel overwogen te worden of het risiko van verlies aan opbrengst en kwaliteit wel genomen kan worden. Anderzijds zijn al voldoende proefresultaten en praktijkervaringen aanwezig om aan te tonen dat deze oogstmethode wel perspektieven biedt. Een moeilijkheid bij het maaidorsen was in 1968 de sterke onkruidontwikke ling bij het rijpen van het gewas. Deze was plaatselijk zo sterk, dat het een ernstige bedreiging vormde voor het te oogsten gewas. Doodspuiten van erwten en onkruid werkte op proeven afdoende, temeer omdat het gewas door het ver sneld afsterven, minder diep legerde en daardoor schoner en gemakkelijker door de maaidorser werd opgenomen. Bezien wij de erwtenrassen op het geschikt zijn voor maaidorsen, dan is een grote ongevoeligheid voor slecht oogstweer en een goede stro-ontwikkeling van voldoende stevigheid welkom. KLEINE GROENE EN GELE ERWTEN Rondo bereikt de hoogste opbrengst op gronden die niet veel stro leveren. Pauïi en Dik Trom zijn korter van stro. Deze rassen voldoen het beste op die grondtypen waar een voldoende stro-ontwikkeling is te verwachten. Al deze drie rassen zijn ongeschikt voor verbouw op percelen waar een aantasting van de Amerikaanse vaatziekte is te verwachten. Laga heeft ook kort stro en hoewel dit ras ook op de stro-arme gronden goed produktief blijkt, verdient het om de onvoldoende grondbedekking en mo- Opbrengsten doperwten-rassenproefvelden 1963 t/m 1967 kg per are Rassen Gem. 1963 t/m 1967 peul erwt RONDZADIGEN Gloire de Quimper Onyx Petit Breton Aurora Alaska Rovar Ramto Finette Süpcovert Cobri KREUKZADIGEN Sprite 163 68.1 Kelva 138 V 55.9* Kelvedon Wonder 144 4 59.6 Hurst 12 - 149 56.8* Horst 87 152 62.0 Small Sieved Freezer 162 65.6 Wyola 149 56.6* Vitalis 156 68.5* Dark Skin Perfection' 152 60.1 Double one 155 61.7* CAPUCIJNERS Imposant 144 43.1 Aureool 137 45.4 3 minder dan drie jaren in onderzoek. Getracht werd de rassen te rangschikken in volgorde van vroegrijpheid en wel zo, dat de vroegstrijpende bovenaan staat. De oorspronkelijke gewogen kilogrammen zijn op eenzelfde TM-waarde berekend, zodat het effekt van een lagere opbrengst als gevolg van te vroeg oogsten of een hogere bij later oogsten werd uitgeschakeld. Hierdoor is een goede onderlinge vergelijking van de ras sen mogelijk geworden. De omrekening vond plaats op een TM-waarde van 120 bij de rondzadige erwten en van 110 voor de gekreukte erwtenrassen. De kreukerwten worden gebruikt voor de diepvrieskonservering, terwijl de rondzadigen vooral hun weg vinden in het blik. Bij de rondzadige erwten be staat nog een geringe verschuiving naar rassen met fijner zaad. Het laat zich verstaan dat de veelal lagere opbrengst van deze rassen bij een gelijke finan ciële opbrengst per ha», n\oet leiden tot een hogere kg-prijs van het geleverde produkt. 118 117 127 104 102 159 126 137 133 147 38.4 42.0 41.0* 30.7* 36.0* 55.0* 43.1* 49.0 47.8 56.3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1969 | | pagina 11