Tabel 2. Isolerend vermogen van een aantal kronstrukties K-waarde)
Halfsteens baksteenmuur
3 2
Steen baksteenmuur
2.5
Spouwmuur
1.8
Spouwmuur met 5 cm kunststofschuimvulling
0.5
Gasbetonstenen - 20 cm Ytong, Durox
1.1
Systeembouw I. L. B.
2.4
Houten wand - 1" dik
3.—
Enkel glas
5.—
Dubbel glas
2.5
Plafond van asbestboard en 6 cm minerale wol
0.55
Plafond van asbestboard en 10 cm minerale wol
0.35
Plafond van 5 cm kunststofschuimvulling
0.35
Dit getal geeft dus aan hoeveel Kcal. warmte er per uur en per graad C. ver
schil tussen stal- er buitentemperatuur per m2 wand of plafond passeert. Hoe lager
dit getal is, hoe beter. Dit behoeft nog niet te betekenen, dat een stal gebouwd
met wanden van een sleche K-waarde te koud is. Wel treedt bij een verschil tus
sen stal- en buitentemperatuur sneller kondensatie op.
Veel belangrijker dan de wanden is het plafond, omdat in een stal het aantal
m2 plafond veelal groter is dan het aantal m2 wand. Bovendien is kondensatie
aan het plafond veel lastiger dan aan de wanden. In stallen, waarin wordt bij-
verwarmd, zoals varkensfokstallen en slachtkuikenhokkeii, betekent een voldoen
de isolatie bovendien een aanmerkelijke besparing in de verwarmingskosten. Hoe
we een stal ook bouwen er gaat bij een verschil tussen stal- en buitentempera
tuur altijd warmte verloren. Bij toepassing van vochtafstotende materialen gaat
deze warmte echter verloren zonder afvoer van vocht.
KONKLUSIE
Hoe beter de stal is geïsoleerd en hoe lager de staltemperatuur is:
hoe minder warmte er verloren gaat,
hoe meer er kan worden geventileerd,
hoe meer vocht er wordt afgevoerd,
hoe minder kondensatie er optreedt,
hoe minder de dieren gevoelig zijn voor tocht.
STALVENTILATOREN
In de meeste stallen met ventilatoren levert de ventilatie weinig of geen pro
blemen op. De beste resultaten worden verkregen in goed geïsoleerde stallen met
een volledige veebezetting en een niet te hoge staltemperatuur.
Een grote verbetering is daarom naast de tnermostaat een toerenregelaar te ge
bruiken. Via de knop op de toerenregelaar is het mogelijk om het toerental en
dus de kapaciteit van de ventilator te regelen. Aangezien deze halfautomatisclM
toerenregelaar met de hand wordt bediend, draait de ventilator een groot aantal
uren te hard of te langzaam.
De laatste ontwikkeling is de vol-automatische toerenregelaar met opgebouwde
thermostaat. Hierbij draait de ventilator naar behoefte automatisch harder of lang
zamer, zodat steeds warmte en vocht wordt afgevoerd. Belangrijk is eveneens dat
de kosten aan verbruikte elektriciteit zich ongeveer aanpassen aan het toerental
van de ventilator.
Een stalventilator kost ca. 200,300,— en een volautomatische toeren
regelaar met opgebouwde thermostaat ca. 200,250,Prijzen zijn zon*
der aanleg en afhankelijk van de benodigde kapaciteit, merk en type.
MOEILIJKHEDEN BIJ HET VENTILEREN IN STALLEN
MET VENTILATOREN
Te warme stallen. Klachten over een te warme stal zijn er voornamelijk over
dag in voor- en najaar. Hoe hoger de staltemperatuur wordt gewenst, hoe minder
vlug er van een te warme stal zal worden gesproken. Dit is wel het geval, indien
een staltemperatuur van 12° C wordt aangehouden en de buitentemperatuur hoger
is
Het is echter duidelijk, dat een staltemperatuur nooit lager kan worden dan de
buitentemperatuur.
Hoe lager de staltemperatuur wordt aangehouden, hoe meer de stallucht wordt
ververst, hoe meer vocht er zal worden afgevoerd.
Er moet verder op worden gelet, dat de luchtinlaten zover mogelijk openstaan
en er geen warme lucht uit de schuur wordt aangezogen.
Kondensvorming. Kondensvorming is een verschijnsel, dat zich voordoet, zodra
het verschil tussen binnen- en buitentemperatuur te groot wordt en/of bij een
hoge luchtvochtigheid van de stallucht.
Daarom zien we kondensvorming een groot aantal dagen 's morgens vroeg en
tijdens een vorstperiode soms de hele dag.
Deze moeilijkheden zijn te voorkomen door meer te ventileren en de ther
mostaat lager af te stellen. Hoe lager immers de thermostaat is afgesteld, hoe
kleiner het verschil is tussen stal- en buitentemperatuur en hoe langer de ventila
toren vocht kunnen blijven afvoeren.
Indien de stal niet volledig is bezet en/of de isolatie onvoldoende is, kan de
temperatuur in de stal te ver dalen.
Er zal dan niets anders overblijven dan de stalinhoud kleiner te maken of de
stal beter te paan isoleren
Goed ventileren van deze stallen moet worden geleerd.
Stel de thermostaat voor een rundveestaJ af op 12° C.
Tabel 3.
Enkele normen voor bet stalklimaat
Melkvee
Mestvee
Mestkalveren
Zeugen
Zeugen met biggen
Biggen tot 2 weken
Biggen tit 20 kg
Mestvarkens
Legkippen
Slachtkuikens
Optimale luchtvochtigheid
60 a 80
Optimale temperatuur
12° C
12° C
20—15° C
10° C
17° C
30—25° C
22—18° C
IB—15° C
10° c
35—20° C
Bij gebruik van stalventllatoren is een thermostaat beslist noodzakelijk. Op deze
thermostaat kan de gewenste staltemperatuur worden afgesteld. Veel thermosta»
ten zijn echter veel te hoog afgesteld, soms 1618° C. Om de reeds eerdere ge
noemde redenen is een temperatuur van 12° C veel beter.
Een bezwaar van een ventilator met thermostaat is echter, dat de ventilator
of stil staat öf op volle kapaciteit werkt. Vooral tijdens vorst ie de grote hoeveel*
beid koude lucht moeilijk in de stal te verwerken.
Optreden van tocht. Veel moeilijker is het voorkomen van tocht. Hoe de lucht
ook wordt binnengelaten, in iedere stal mèt of zónder ventilatoren komt tocht
voor. Belangrijk is dat de luchtsnelheid van de aangevoerde lucht zo laag mogelijk
wordt gehouden. Een vol-automatische toerenregelaar is reeds een hele verbete
ring. Hoe lager de staltemperatuur wordt aangehouden, hoe minder bezwaarlijk
een te koude luchtstroom wordt aangevoeld. Bovendien is het bekend, dat bij een
lagere staltemperatuur de dieren minder gevoelig zijn voor tocht dan bij een war
mer en vochtiger stalklimaat.
Een grote verbetering zou zijn, indien meer aandacht werd besteed aan het
beter dichtmaken van de deuren, omdat tocht over de vloer gevaarlijker i®.
KONKLUSIE
De ervaring heeft in een groot aantal stallen geleerd, dat veel moeilHlk-
heden bij het ventileren van stallen alleen zijn op te lossen door meer te
ventileren.
Dit is mogelijk in een goed geïsoleerde stal, waarbij de ventilatoren wor
den geregeld door een toerenregelaar en de staltemperatuur op 12° C wordt
gehouden. Niettemin zullen er in een sta) met vee tijdens het stal seizoen
altijd een aantal dagen zijn, waarop een ideale situatie niet is te bereiken.
r 11