Aanpassing door wisselbouw bedrijven KORTE WENKEN IN VEEL PROVOSORISCH OPGESLAGEN par tijen aardappelen komt elk jaar vorstschade voor. De oorzaak is meestal, dat de koude door het dak langs de muur naar heneden komt en via een spleet tussen de stropakken de aardappels bereikt. Deze vorstschade is gemakkelijk te voorkomen door de spleten tussen de stropakken en de muur goed dicht te stoppen. BRUINE RATTEN kunt u goed bestrijden door cumarine te mengen met havermout of haver. Dit legt u neer op plaatsen waar de ratten komen maar onbereikbaar voor kinderen en huisdieren. Het ver gif werkt erg langzaam; de meeste ratten sterven in hun eigen hol. Telkens als het vergif op is moet het worden aangevuld. HOE KUNT U EEN GOEDE KEUZE maken voor de rundveestal die u vólgende zomer wilt gaan bouwen? Door te gaan kijken bij verschillende weersomstandigheden, zoals lichte en strenge vorst en mistig weer, naar de stal van uw keuze en ook naar andere staltypen. Speciaal wanneer uw ge dachten uitgaan naar een ligboxenstal is dit belang rijk omdat u onder diverse omstandigheden de mo gelijkheden van deze stal kunt bestuderen. OM BIJ HET SORTEREN van de consumptie aardappelen stootblauw te voorkomen is opwarmen tot 12° C. noodzakelijk. Als intern ventileren niet mogelijk is, moet de verwarmingsbron voor de ven tilator worden geplaatst. De capaciteit van dt kachel moet overeenstemmen met die van de ven tilator. Sommige heteluchtkachels met ingebouwde ventilator kunnen rechtstreeks op het ventilatie kanaal worden aangesloten. R. C. C. DE BRUIJCKERE R. L. V. D. AXEL OUDE TOESTAND Vóór de ruilverkaveling was het bedrijf 18,50 ha groot; het land lag toen op 7 verschillende plaatsen. De grondsoort liep uiteen van zavel tot klei. De ontwatering liet veel te wensen over. Het bedrijfs plan was als volgt: 14 ha bouwland, 4.40 ha grasland; 45 melkkoeien, 20 stuks jongvee; 3 fokzeugen, 2 mestvarkens. Het bouwplan bestond uit suikerbieten, aardap pelen, tarwe, gerst, erwten, vlas, stambonen, voe derbieten. klaver en soms gladiolen. De arbeid werd geleverd door de heer De Schep per en zijn zoon. NIEUWE TOESTAND Het bedrijf is thans 26.90 groot; het land ligt op 2 plaattsen. De nieuwe grond die hem toege wezen werd, is afkomstig van een boer die naar O.-Flevoland vertrok. De schuur en woning wer den door de heer De Schepper afgebroken. Een gedeelte van deze afbraak kon in de nieuwe rund- veestal verwerkt worden. Het nieuwe perceel bestaat uit zavelgrond van 1525 afslibbaar welke een grote behoefte heeft aan organische stof. De hoofdontwatering is veel verbeterd en de per celen zijn thans opnieuw gedraineerd. De heer De Schepper past thans voor een groot gedeelte van zijn bedrijf het wisselbouwsysteem toe door middel van 2-jarige kunstweide. Op deze manier verkrijgt hij niet alleen prima weiland, maar ook de kwaliteit van het bouwland wordt sterk verbeterd. Een perceel bouwland en een perceel blijvend weiland met bomen wordt buiten het wis selbouwsysteem gehouden. Het nieuwe bedrijfsplan bestaat uit: 15 blijvend grasland 20 2-jarige kunstweide 5 voedergewassen. 40 voedergewassen. 20 aardappelen 20 tarwe 20 suikerbieten 60 akkerbouwgewassen. De veestapel bestaat uit 25 melkkoeien, 7 kal veren en 7 pinken. Het, is de bedoeling om niet meer jongvee aan te houden dan voor de vervanging van het melkvee nodig is. De vaarzen kalven zoveel mogelijk af op 2-jarige leeftijd. Het is de heer De Schepper gelukt om in korte tijd een goede veestapel te verwerven. Vorig jaar was de gemiddelde melkopbrengst 4300 kg, niet tegenstaande het grote aantal vaarzen. DE HUISVESTING VAN HET VEE Bij de uitbreiding van de melkveestapel kwam omdat de oude stallen te klein en bovendien ondoelmatig waren het bouwen van een nieuwe stal aan de orde. De heer De Schepper koos voor een dubbele grupstal met mechanische uitmestin stallatie. Daar het bouwen van een rundveestal met melklokaal voor 26 melkkoeien met bijbehorend jongvee een grote investering betekent, besloot de heer De Schepper de stal zelf met zijn zoon te bou wen. Thans is de stal en het melklokaal zo goed als klaar en er dient gezegd te worden dat zij dit goed gedaan hebben. Tevens werd hierbij de opslag ruimte voor aardappelen vergroot tot 140 ton. DE VOEDERWINNING Het saprijk voer op dit bedrijf bestaat uit verse en ingekuilde bietenkoppen en -blad, ingekuild Ita liaans raaigras van nateelt, voeraardappelen, natte pulp en ingekuild weidegras. Thans heeft hij ook een kuil liggen van met zout ingekuilde rauwe aardappelen (oogst 1967). Wel hoopt de heer De Schepper dat dit inkuilen van aardappelen tot de zeldzaamheden zal beho ren. Bij het inkuilen van gras wordt in drukke perioden van de maaikneuzer gebruik gemaakt. Het droog ruwvoer bestaat uit weidehooi en hooi van rode klaver of luzerne. De ventilator voor het koelen van aardappelen wordt ook bij de hooiwin- ning gebruikt. De heer De Schepper past reeds ver schillende jaren hooiventilatie toe en is over deze methode van hooiwinnen zeer tevreden. De analyse van een monster weidehooi met een voederwaarde van 369 gram ZW en 82 gram vre bevestigde dit. DE WEIDE-EXPLOITATIE Het weiland wordt intensief benut. De percelen voor het melkvee zijn 1 ha groot, die voor het jongvee 0.25 ha. In het voorjaar wordt vroeg be gonnen met N te strooien. De eerste gift van 110 kg N per ha bestaat uit 300 kg magnesamon en 240 kg fosfaatammonsalpeter. Na elke beweiding wordt direkt N gestrooid. De laatste gift wordt in september aangewend. De to tale hoeveelheid bedroeg 342 kg N per ha in 1968. De heer De Schepper geeft de voorkeur aan be weiding van gras van ruim een handpalm hoog. Be weiden in te lang gras betekent verlaging van de melkgift. In tijden van overtollige grasgroei wordt dan ook zoveel mogelijk gemaaid. ïn 1968 is 48 gemaaid van de oppervlakte weiland. De opbrengst van de kunstweide is aanmerkelijk hoger dan van het blijvend grasland. Bij ons bezoek stond de nieuwe kunstweide, die in april onder Ma- nella wintertarwe was ingezaaid, er goed voor. Het was de bedoeling om bij gunstig najaarsweer het vee er nog op te weiden voor de winter. De „oude* kunstweide wordt dit najaar omgeploegd, waarop in 1969 aardappelen zullen worden verbouwd. TOT SLOT De heer De Schepper is van mening dat de grond van zijn bedrijf tot hoge produktie in staat is, doch niet zonder het wisselbouwsysteem, waardoor niet alleen van het grasland hoge opbrengsten zijn te verkrijgen, maar eveneens de basis wordt gelegd voor zeer hoge opbrengsten uit de akker bouwsektor. Het is niet onmogelijk zo vindt de heer De Schepper dat ditzelfde opgaat voor sommige om liggende bedrijven. Maar zo voegt hij er aan toe laat men wel beseffen, waaraan men gaat be ginnen, want het houden van melkvee kan alleen dan maar profijt opleveren wanneer men daarvoor voelt. Veehouderij uit-noodzaak-zonder-meer heeft vaak tot teleurstellingen geleid. Er is dus méér nodig Over dat „meer" blijkt de heer De Schepper nog niet „uitgesproken": „Kijk, je kunt overtuigd zijn, dat het roer om moet, in mijn geval in de richting van de melkveehouderij. Je kunt verder bij jezelf konstateren, dat melkvee je wel ligt. Maar wan neer je bovendien dan nog een vrouw hebt die met 't bedrijf meedenkt en meeleeft, en meeleven be hoeft niet meewerken te betekenen ben je een heel eind. Eigenlijk, zo vervolgt de heer De Schepper, is een goede boerin de halve boer". De heer De Schepper verkeert bovendien in de omstandigheid om zijn zoon naast zich te hebben, de toekomstige boer, waarmee hij het bedrijf tot in de fijnste finesses bespreekt. De plannen van de heer De Schepper jr. gaan zo langzamerhand ook duidelijke vormen aannemen. „Mijn vader heeft hard gewerkt om ons allen een bestaan te geven in de tegenwoordige maatschappij. Genoeg in elk geval om het straks zelf eens wat kalmer aan te doen. Wanneer vader zich eenmaal definitief terugtrekt, dan denk ik dit bedrijf alleen aan te kunnen, waarbij uiteraard de loonwerker aan mij een goede klant zal hebben". „Ondernemerslust" zou men deze hofstede kun nen noemen, dachten we, toen we er voldaan van daan reden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 13