De (uitgelekte) plannen van dr. Mansholt
Nederland mag
E.E.G.-ondermelk
verwerken
KORTE WENKEN
INSTALLATIE
COMMISSIE BEDRIJFSONTWIKKELING
EN AGRARISCHE VOORLICHTING
VAN HET LANDBOUWSCHAP
Ir. J. Prins voorzitter
Op vrijdag 15 november j.l. heeft de voorzitter
van het Landbouwschap, ir. C. S. Knottnerus, de
commissie Bedrijfsontwikkeling en Agrarische
Voorlichting van het Landbouwschap geïnstalleerd,
als opvolger van de commissie van de drie centrale
landbouworganisaties, die op dit terrein werkzaam
was.
In haar eerste vergadering besloot de commissie
het bestuur van het Landbouwschap voor te stellen
de heer ir. J. Prins, voorzitter van de Zeeuwse Land
bouw Maatschappij, tot haar voorzitter te benoe
men. De commissie bestaat uit de twaalf vertegen
woordigers van het agrarisch bedrijfsleven in de
onlangs door de minister van Landbouw ingestelde
Landelijke Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de
Landbouw.
In zijn installatietoespraak wees de heer Knott
nerus op de noodzaak de bewerkingscapaciteit per
arbeidskracht te verhogen als voorwaarde om ook
in de land- en tuinbouw tot een verantwoord in
komensniveau te komen. Dit mag echter niet ge
paard gaan met een verhoging van de totale pro-
duktie. Daar de arbeidsbezetting per bedrijf reeds
tot een minimum is gedaald, moet gestreefd worden
naar grotere produktie-eenheden. Dit kan bereikt
worden door grotere bedrijven, gepaard gaande met
vermindering van het aantal bedrijven, maar ook
door specialisatie en samenwerkingsvormen.
De commissie zal trachten aan het hierop ge
richte beleid inhoud en vorm te geven en zich daar
bij dienen te bezinnen op de doelmatigheid van de
diverse beleidsinstrumenten zoals de voorlichting
en het praktijkonderzoek, de marktstruktuur, het
Borgstellingsfonds en het Ontwikkelings- en Sa
neringsfonds. Voorts zal zij zich dienen bezig te
houden met de financieringsproblemen bij vergro
ting en modernisering van bedrijven.
in goed samenspel met de bestaande organen
van het Landbouwschap, de organisaties en overige
instanties en instellingen zal de commissie de ont
wikkeling van nieuwe initiatieven en het kanaliseren
van suggesties bevorderen.
FUSIE
NOORDELIJKE LANDBOUWCOÖPERATIES
Met veel instemming en enthousiasme hebben
verleden week dinsdag de besturen van de drie
grootste landbouwcoöperaties in het noorden, de
Coöperatieve Aankoopvereniging Friesland te
Leeuwarden (C. A. K.), de aankoopcentrale te Gro
ningen (A. C. G.)) en de Coöperatieve Landbouw-
bank te Meppel (C. L. M.) kennis genomen van de
veel omvattende fusieplannen die aan de leden van
de drie noordelijke provincies, hopen de drie coöpe-
den voorgelegd.
Met de oprichting van deze nieuwe coöperatie,
aangesloten bij Cebeco Rotterdam, die met 200.000
boeren-afnemers verreweg de grootste zal zijn in
de drie noordelijke provincies, hopen de drie coöpe
raties een hecht front te vormen tegen de steeds
groter wordende concurrentie uit het buitenland.
In het algemeen zal deze fusie een belangrijke
kostenbesparing opleveren en tot versterking van
de boerenorganisaties leiden. De nieuwe coöpe
ratie beschikt over uiterst moderne veevoederfa
brieken, graan- en meststoffenbedrijven en kan
vanuit een groot aantal distributiecentra het gehele
noorden bestrijken.
Deze fusie komt op een moment dat de drie or
ganisaties in een financieel gezonde positie ver
keren. De geldomzet van de drie coöperaties be
droeg vorig jaar in totaal 245 miljoen gulden.
(A. C. G. 67,5 miljoen, C. A. K. 80 miljoen en de
C. L. M. te Meppel 97,5 miljoen). De snelheid en
soepelheid van deze fusievoorbereiding, begonnen
op direktieniveau, is indrukwekkend en mag levens
groot model staan voor de Coöperatieve Zuivel
industrie! Zo was het commentaar van het Fries
Landbouwblad op deze fusieberichten. En zouden
wij daaraan toe willen voegen, niet voor de zui
velindustrie alleen!
BI.
GROOT RUNDVEEHOUDERIJBEDRIJF
VOOR ECONOMISCH ONDERZOEK
De minister van landbouw is bereid aan het
Landbouwschap en aan de Landelijke Raad voor de
Bedrijfsontwikkeling de vraag voor te leggen of
het stichten van één of meer grote landbouwbedrij
ven, bijvoorbeeld op domeingrond, gewenst wordt
geacht, teneinde wetenschappelijk verantwoorde
fgegevens te verkrijgen over de economische invloed
',van zo'n bedrijfsgrootte onder Nederlandse ver
houdingen en zo ja, hoe dan de opzet van derge
lijke bedrijven zou moeten zijn.
Dit wordt in ar woord op een schriftelijke vraag
vanuit de Tweec Kamer medegedeeld.
(Vervolg van pag. 3)
KANSEN
Welke kansen maakt het plan Mansholt om tot
uitvoering te komen, waarvan 't voorgaande slechts
een schetsmatige en onvolledige aanduiding is. Het
„plan-Mansholt" schijnt een boekwerk van ca. 500
pagina's te zijn! Vrijdagochtend zal in Brussel die
vergadering van de Europese Commissie beginnen
die tot zondag zal duren en waarin het plan-Mans
holt zal worden besproken.
Het dagelijks bestuur van het Landbouwschap
heeft voorlopig op de plannen van Mansholt ge
reageerd door er op te wijzen dat eerst op grote
schaal nieuwe passende werkgelegenheid zal moe
ten worden ontwikkeld, voor de door hem bedoelde
vermelde afvloeiing van boeren en agrarische werk
nemers zou kunnen plaatsvinden. Op de onderdelen
van het plan-Mansholt ging het bestuur nog niet
in. Het is met dr. Mansholt van mening, dat in het
belang van de welvaart op het Europese platteland
en dus ook in het algemeen belang een krachtiger
agrarisch structuurbeleid, gericht op een rationele
landbouwproduktie en op stabilisering van de
markten, noodzakelijk is. Dit doel zal echter volgens
het dagelijks bestuur alleen op een aanvaardbare
wijze kunnen worden bereikt met een sterke sociale
begeleiding, aldus het Landbouwschap.
En zo zouden wij hieraan toe kunnen voegen: in
hoeverre geeft het plan-Mansholt, door de efficiën
tere bedrijfsvoering en dus hogere produktiemoge-
lijkheden een wezenlijke oplossing voor het pro
bleem van de overproduktie?
Eerst als de definitieve tekst van het plan-Mans
holt vaststaat, kan het voor- ten tegen daarvan afge
wogen worden. De financiële konsekwensties voor
de betreffende regelingen die e.e.a. met zich mee
zullen brengen, zullen nog wel de nodige bezwaren
opleveren. En wat de afvloeiing van de agrarische
arbeidskrachten betreft; in een bij uitstek gunstig
gebied als het zuid-westelijk kleigebied is, bedraagt
deze nu reeds 2% per jaar. Er zijn in de E.E.G. wel
andere gebieden aan te wijzen waar deze afvloei
ing veel hoger zal komen te liggen, zodat gemiddeld
de door Mansholt gewenste 3,4 niet zo extreem
is, als het lijkt. Niet in paniek raken en rustig met
beide benen op de grond blijven staan, lijkt ons het
beste advies!
BI.
Minister Lardinois heeft het Produktschap voor
Zuivel laten weten dat hij de import van onder-
melk vanuit de landen van de EEG zal toestaan.
De verwerking van volle niet in Nederland ge
wonnen melk zal niet eerder kunnen geschieden
dan wanneer de gemeenschappelijke regelingen
voor de produkten die onder de post 04.01 van het
gemeenschappelijk douanetarief vallen (dat is con-
sumptiemelk e.d.) van kracht zijn geworden. Uiter
lijk 1 januari 1970 moet dat gebeuren.
De minister heeft dit besloten, nadat hem is ge
bleken dat het verwerken van volle melk, die in het
buitenland is gewonnen, op bezwaren stuit, omdat
de vetwaarde ofwel de inleveringsprijs voor boter in
Duitsland lager is.
Bij het tot stand komen van de gemeenschappe
lijke zuivelregelingen van 29 juni j.l. is overeen
gekomen dat België, Luxemburg, Frankrijk en
Duitsland zgn. „correctieven" mogen hanteren. De
drie eerstgenoemde landen mogen de inleverings
prijs voor boter (en mager melkpoeder) verhogen
met een correctiebedrag van 9,95 per 100 kg en
Duitsland mag een verlaging van 21,72 per 100 kg
berekenen.
Zoals bekend had de minister enkele weken ge
leden het Produktschap voor Zuivel advies ge
vraagd betreffende de invoer van volle melk uit de
E.E.G. Het PZ had daarop geantwoord geen bezwa
ren te zien, doch wilde zich nog nader beraden over
de bereiding van kaas uit buitenlandse grondstof.
Toen in de laatste vergadering dit punt besproken
zou worden, deelde de vertegenwoordiger van de
minister mee dat er „complicaties" waren en dat het
ministerie uitstel van behandeling vroeg.
Nu heeft de minister dan meegedeeld geen be
zwaar te hebben tegen de verwerking van buiten
landse melk met een vetgehalte van 0,1
Op een buitenstaander maakt deze gang van za
ken een vreemde indruk. Wist de minister, toen hij
aan het produktschap advies vroeg, niet welke con
sequenties aan een eventueel toestaan van de ver
werking van buitenlandse grondstof verbonden wa
ren en wist het bestuur van het produktschap bet
wel, maar heeft het wijselijk daar over gezwegen
om geen slapende honden wakker te maken?
NU HET VEE WEER OP STAL KOMT, bemerkt
iedere veehouder dat hoewel hij veel ruimte heeft,
toch plaats tekort komt. De ruimte in de gebouwen
wordt dikwijls voor een groot gedeelte ingenomen
door allerlei oude werktuigen en spullen die u nooit
meer gebruikt. Neem een besluit, doe afstand van
deze erfenissen en win hiermee ruimte.
ITALIAANS RAAIGRAS is een gewas dat een
goede geldelijke opbrengst geeft met daarnaast nog
een flinke hoeveelheid gras voor voederwinning of
gr oenbemesting. Op gemengde bedrijven kan meer
vee gehouden worden of op voederaankopen wor
den. bespaard. Voor akkerbouwbedrijven betekent
dit gewas een verruiming van het bouwplan en ver
betering van de struktuur.
TOUWTREKKEN OM
BUITENLANDSE MELK DUURT VOORT
Het bestuur van het Produktschap voor Zuivel
was het echter niet eens met onze minister van land
bouw over het verwerken van goedkopere E.E.G.-
melk door de Nederlandse zuivelindustrie.
De heer Ritzema van Ikema stelde na zijn te
leurstelling uitgesproken te hebben over de beslis
sing van de minister zonder eerst het volledige ad
vies van het PZ af te wachten dat wel de import
van volle melk vanuit België en Frankrijk toege
staan moet worden, want daar is de inleveringsprijs
voor boter hoger dan in Nederland. Ook was de
heer Ritzema van mening dat het gevaar niet denk
beeldig is dat er in de naaste toekomst een tekort
aan vers botervet zal ontstaan, aangezien op het
ogenblik al geen verse boter meer bij de overheid
wordt ingeleverd. Een verdere daling van de pro-
duktie zou betekenen dat wij niet aan onze verplich
tingen zouden kunnen voldoen.
Het bestuur van het Produktschap heeft besloten
aan de minister een brief te zenden waarin zij mee
deelt het niet eens te zijn met de gang van zaken.
Men spreekt er zijn ongenoegen over uit dat niet
het PZ-advies inzake de verwerking van buiten
landse melk tot kaas is afgewacht.
Aangezien 1 januari a.s. de overgangsregelingen
betreffende het vrijie handelsverkeer in de E.E.G.
van melk en melkprodukten in werking zullen moe
ten treden, heeft het PZ besloten een advies samen
te stellen betreffende de verordening dat deze over
gangsregelingen moet omvatten. De bestuurscom
missie internationale samenwerking van het PZ zal
zich hierover beraden. Aangezien in Brussel nog
geen aanvang is gemaakt met deze overgangsmaat
regelen, dringt het PZ erop aan dat daar zo snel
mogelijk mee begonnen wordt a.
INGEZONDEN
DE VENNOOTSCHAPSBELASTING
EN DE COÖPERATIES
Geachte redaktie
In het nummer van uw blad van vrijdag 15 no
vember j.L was opgenomen een gedeelte van het
persbericht van de Stichting voor de Nederlandse
Zelfstandige Handel en Industrie, betreffende hei
adres van genoemde Stichting aan de Vaste Com
missie voor Financiën uit de Tweede Kamer over
het ontwerp van wet op de vennootschapsbelasting.
Wij willen niet ingaan op de onjuistheden die in
dit adres zijn vermeld hoewel het een ieder duide
lijk zal zijn dat bij een heffing van 45 op de voor
uitdeling bestemde winst door de N.V. per gulden
uitgedeelde winst 45 cent betaald wordt aan belas
ting, terwijl degene die een uitkering ontvangt
daarover inkomstenbelasting verschuldigd is. Ervan
uitgaande dat de coöperatie over de door haar uit
gedeelde winst geen vennootschapsbelasting ver
schuldigd zou zijn, hetgeen in het nieuwe wets
ontwerp slechts voor een gedeelte van de uitge
deelde winst geldt, betaalt toch het lid van de
coöperatie die de uitdeling ontvangt, ook inkom
stenbelasting. Die is, omdat de uitkering waar
schijnlijk hoger is dan de uitkering die de aandeel
houder van de N.V. ontvangt, zwaarder belast.
De vergelijking tussen 81 cent belasting per
gulden uitgekeerde winst door een N.V. en
geen cent belasting per gulden uitgedeelde
winst door de coöperatie is dus apert onjuist!
Door het bestuur van de N.C.R. is ondermeer een
brief geschreven aan de Vaste Commissie voor Fi
nanciën, waarin de bezwaren van de N.C.R. tegen
het wetsontwerp zoals het nu luidt naar voren zijn
gebracht.
Voorts wordt er gewerkt aan een brochure die
binnen afzienbare tijd zal verschijnen en waarin
het standpunt van de N.C.R. ten aanzien van de be
lastingvoorstellen met betrekking tot de coöperatie
vxbvoeria uiteengezet wordt.
12