Europese prijs voor stichting public relations Land- en Tuinbouw Ruilverkavelingsrente en de verkoop en aankoop van gronden Deze week. In een groot gedeelte van onze provincie heeft men te maken met ruilverkavelingsrente of herverkavelingsrente. En een ieder die hiermee te maken heeft weet dat deze ruilver- kavelingsrent een annuïteits lening is die bestaat uit 2% rente en 2% aflossing. Velen denken dat ze hier maar éénmaal per jaar mee te maken hebben namelijk wanneer het grondbelastingformulier in de bus glijdt en het op betalen aankomt. Dat dit niet zo is moge het volgende aantonen. J-IET mag als algemeen bekend worden ver ondersteld dat de annuïteitslening niet op zegbaar Is. Ze gaat, indien de grond wordt ver kocht, automatisch over op de koper van de grond. Met de ruilverkavelingsrente dient dus wel dege lijk rekening worden gehouden indien iemand grond koopt. Ook de kredietgever zal bij het sluiten Van een lening er zeker rekening mee houden. En afkopen van een ruilverkavelingsfinanciering is zeer onvoordelig omdat de rentevoet 2% be draagt. Kortgeleden werden we geconfronteerd met het volgende: Iemand kocht 4 ha grond, die hij reeds in pacht had. De grond was geschat op 7500 per ha; dus in totaal was de waarde 30.000. Op deze grond drukt een ruilverkavelingslast van 4000. Jaarlijks moet hiervan 5 of 200 ruilverkavelingsrente worden betaald; dus 50 per ha. Er was reeds 5 jaar betaald, dus 1000. Volgens de redenering van de koper moet de verkoopwaarde zijn 30.000 verminderd met nog te betalen ruil verkavelingslast van 3000 27.000. De verkoper hield echter vast aan de 30.000. Gelukkig werd hier door beiden een denkfout gemaakt, zodat het niet zo moeilijk was beide partijen tot elkaar te brengen. De koper haalde namelijk rente en aflossing door elkaar. En de verkoper dacht dat bij de schatting reeds met de ruilverkavelingsrente rekening was gehouden. Bij navraag aan de schatters bleek dit niet zo te zijn. Het is ook niet zo eenvoudig. Door middel van een tabel valt te berekenen welk vermenigvuldigingsgetal toe gepast moet worden om de afkoopsom te bepalen. Ter verduidelijking laten we deze tabel hier volgen. Nog te Vermenig- Nog te Vermenig- betalen vuldigings- betalen vuldigings- termijnen getal termijnen getal in jaren in jaren 30 20,000 15 12,047 29 19.494 14 11,393 28 19,054 13 10,720 27 18,602 12 10,029 26 18,137 11 9,317 25 17,658 10 8,585 24 17,166 9 7,832 23 16 659 8 7.057 22 16,138 7 6,260 21 15,602 6 5,440 20 15,051 5 4,596 19 14,484 4 3,728 18 13,900 3 2,835 17 13,300 2 1,917 16 12,682 1 0,972 In ons voorbeeld moesten nog 25 termijnen worden betaald. Het bedrag dat op de schattingsprijs in min dering moest worden gebracht is vermenigvuldigings getal x jaarlijks te betalen ruilverkavelingsrente of wel 17,658 x 200 3531,16. De verkoopwaarde bedroeg dus ƒ30.000 ƒ3531,16 ƒ26.468,84. De verkoper keek wat zuur, de koper wat opgewekter! In eerste instantie vonden beiden het een wat moei lijke berekening, maar de logica zat er dubbel en dwars in vonden ze. |>AT één en ander zeer grote gevolgen kan hebben indien men geen rekening houdt met nog te be talen termijnen aan verkavelingsrente mag uit het 2e voorbeeld blijken: Een vader had aan zijn zoon een bedrijf verpacht met een optierecht van koop. De verkoopprijs diende te worden vastgesteld door 3 deskundigen. En dit op basis van de verkeerswaarde van verpachte grond, zo stond in het contract! Het bedrijf was in verkavelingsverband vergroot met 8 ha eigendom. Er was verder een nieuwe boer derij met woning gebouwd. Het totale bedrijf was 15 ha groot en volledig eigendom. Voor dit bedrijf, dus op grond, stond bij de lijst van geldelijke regelingen een verkavelingslast van 60.000. Jaarlijks diende dus aan verkavelingsrente 5 van 60.000 3000 te worden betaald. Er moesten nog 27 termijnen wor den betaald. De 3 deskundigen brachten op basis van de verkeerswaarde van verpachte grond de volgende taxatie uit: gebouwen I 50.000 grond 15 ha x 7500 - 112.500 totaal 162.500 Op deze schattingsprijs dient echter in mindering te worden gebracht vermenigvuldigingsgetal x jaar lijks te betalen ruilverkavelingsrente. In dit geval 18,602 x 3000 55.806. De zoon betaalt voor deze boerderij dus geen 162.500 maar 162.500 55.806 106.694. Verder blijft hij gedurende de resterende 27 jaar f 3000 per jaar betalen in de vorm van verkavelings rente! Indien de afkoopsom niet zou worden afgetrokken van de verkeerswaarde van verpachte grond zou dit tot grote onbillijkheden aanleiding geven, wat niet de bedoeling van vader was. Onze konklusie moet dus zijn dat bij de taxatie bij bijv. aankoop op basis van verpachte grond, men aan de taxateurs zal moeten vragen of met de nog te be talen termijnen in de verkavelingsrente is rekening gehouden. Zo niet dan zult u zelf aan het rekenen moeten! Bij aankoop van vrije grond is het zeer belangrijk dat U weet hoeveel verkavelingsrente per jaar moet worden betaald en hoeveel jaar nog moet worden be taald. Een belangrijke kwestie, waar in de praktijk nog al eens fouten mee worden gemaakt, waar men later toch mee wordt geconfronteerd via het grondbelas tingsformulier en dan kost het echt geld. Niemand betaalt graag dubbel, U toch zeker ook niet. Bewaar daarom in ieder geval de tabel en maak U de berekeningswijze eigen. Het kan U later van pas komen! J. M. De heer F. A. M. Wilbers, direkteur van de stich ting public relations land- en tuinbouw in Den Haag, heeft vrijdag in Brussel de Europese prijs voor public relations, hem toegekend door het Euro pees centrum voor public relations, in ontvangst genomen. De voorzitter van het Europese centrum, de Nederlander B. Seret, noemde het werk dat de heer Wilbers en zijn medewerkers in de stichting doen een illustratie van het feit dat public relations dienstbaar kunnen zijn aan een betere verstand houding tussen verschillende groepen in de samen leving. De stichting geeft een schoolvoorbeeld van wetenschappelijke aanpak van public relations zon der onpraktisch te worden. De stichting heeft het niet gezocht in gestunt en goedkope aandachttrek- kerij, maar van het begin in 1964 tot nu in een systematische aanpak. Zij heeft niet „met een natte vinger" aangevoeld hoe de relatie tussen boer en stedeling lag, maar heeft meer dan eens onderzoeken hiernaar inge steld. Ook slaagde men er in, in de stichting een overkoepeling te vinden voor alle bij land- en tuin bouw betrokken groeperingen ondanks de verschil len die tussen die groeperingen bestaan. De stich ting richt zich met vele aktiviteiten tot vele groe peringen buiten de landbouw en geeft zich er bij het kiezen van haar werkwijze steeds rekenschap van met welke groep zij te doen heeft. In een tijd waarin wij allen als individuen ervoor moeten op passen niet te worden vermalen tussen de grote organisaties weerspiegelt het werk van de heer Wilbers het respekt voor de mens. In zijn dankwoord merkte de heer Wilbers op dat voor het public relationwerk twee dingen nodig zijn: persoonlijke betrokkenheid en een ruim man daat. Hij dankte zijn medewerkers in de stichting en de tientallen opdrachtgevers die hem volledig de vrije hand hebben gegeven. De prijs die de heer Wilbers in ontvangst mocht nemen bestond uit twee dorische zuilen. Dat bracht hem tot de opmerking dat boze tongen zouden kunnen beweren dat zo'n prijs alleen maar naar Nederland met zijn vele zui len kan gaan, maar dan zou het wel een heel par- thenon moeten zijn. Toch hebben de vele zuilen binnen de Nederlandse landbouw werkgevers en werknemers, coöperatie en particulier bedrijf enz. samen het public relationwerk van de stichting mogelijk gemaakt! r?R is overal veel geld nodig. Het omlopend *-* kapitaal neemt steeds toe. Als men bekijkt hoeveel stijging van de produktiekosten per ha be draagt ziet men dit duidelijk. Een bepaalde berekening die wij dezer dagen moesten uitvoeren liet ons de volgende cijfers zien. De kosten per ha akkerbouwprodukten bedroegen in de jaren: 1958 f 1.711, 1963 2.087, 1959 f 1.753, 1964 2.112,— 1960 1.750,— 1965 2.245,— 1961 1.762,— 1966 2.349,— 1962 f 1.887,— 1967 f 2.489,— Praktisch gesproken kunnen wij stellen dat sedert 1962 de kosten met 30 gestegen zijn; dat is gemiddeld elk jaar met 6%. Dit heeft tot gevolg dat elk jaar een groter bedrag aan geldmiddelen noodzakelijk is om het bedrijf gaande te houden. 7N werkelijkheid is de gestegen geldbehoefte nog groter dan direkt uit de cijfers blijkt. De arbeidsbezetting is sedert 1958 nog danig vermin derd. In wezen betekent elke vermindering van ar beidskrachten een grotere investering, omdat ma chines moeten worden aangeschaft die voor een lange periode hun nut moeten afwerpen. De in de machine opgehoopte nutseenheden worden niet zo snel gerealiseerd als de uit menselijke arbeids kracht voortgekomen prestaties. Het bedrijf eist dus een veel groter kapitaal dan vroeger. Dit kapitaal nu is bovendien nog zeer veel duurder geworden dan 10 jaar terug door de ge stegen rentewet. De kapitaalsfaktor speelt dus hoe langer hoe zwaardere rol in het bedrijf. TJET is beslist niet gemakkelijk meer om aan de financiële eisen voor het opzetten van een bedrijf te voldoen. De financiële eisen die b.v. ge steld worden aan de kandidaten voor een bedrijf in de IJsselmeerpolders tonen dit ook duidelijk aan. De risico's stijgen evenredig met de behoefte aan kapitaal en er is moed en ondernemingszin voor nodig om het risico aan te durven. Niet alleen dat; het opzetten van een bedrijf eist bovendien een goed vakmanschap en ondernemerschap. Er wor den vele kwaliteiten gevraagd en een groot aan passingsvermogen van onze tegenwoordige gene ratie boeren. Er wordt tegenwoordig dikwijls gesproken over investeringsfaciliteiten en rentesubsidies. De ge stegen kapitaalbehoefte per ha tegenover een on geveer gelijk gebleven opbrengst per ha sedert 1958 zou zulke maatregelen o.i. beslist rechtvaardigen. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 3