II
drijven en 23 ha voor gemengde bedrijven. Te
vens worden gegevens verstrekt betreffende het
bouwplan, de veebezetting, de rendabiliteit en be-
werkingskosten. De volgende grafiek wordt ge
geven over het verloop van de kosten, opbreng
sten en arbeidsinkomen over de jaren 1957 t/m
1967 in per ha.
VERANDERINGEN BEDRIJFSSITUATIE
Betreffende de beantwoording van de vraag wel
ke mogelijkheden er voor de komende jaren bin
nen de bestaande bedrijfssituatie zijn wordt het
volgende opgemerkt.
1. De kostenstijging zal in de komende jaren
waarschijnlijk doorgaan. Slechts door een zeer be
wuste kostenbewaking zal deze stijging beperkt
kunnen worden.
Alleen de zogenéamde bewerkingskosten zijn
door de boer te beïnvloeden (arbeidskosten, werk-
tuigenkosten, loonwerk, kosten van gebouwen door
de pachter gesticht en dergelijke). Op kosten van
zaaizaad, pootgoed, kunstmest, bestrijdingsmidde
len en dergelijke kan en mag niet worden bezui
nigd, omdat dit de basis is voor een goede oogst.
2. Een verdere uitbreiding van de oppervlakte
aardappelen en bieten is op vele bedrijven in ver
band met de bodemgesteldheid en bodemvrucht
baarheid niet gewenst.
3. Uit een oogpunt van voederwinning geeft op
meerdere gemengde bedrijven een verdere uitbrei
ding van de veestapel eveneens problemen. Boven
dien moet bij nog verdere uitbreiding van de vee
stapel stalruimte buiten de huidige bedrijfsgebou
wen worden gesticht. Dit vraagt grote investerin
gen.
4. Een verdere inkrimping van de vaak nu reeds
minimale arbeidsbezetting is voor veel bedrijven
niet meer mogelijk.
De produktieomstandigheden, de grondsoort, het
klimaat, de vakbekwaamheid van de ondernemer,
de gezinssituatie, de financiële situatie van het be
drijf, de afzetmogelijkheden en dergelijke zijn be
palend voor de uiteindelijke keuze. Wanneer het
gaat om wijzigingen In de bedrijfsopzet waarmee
grote investeringen gepaard gaan zal men zich van
te voren goed moeten realiseren wat het moge
lijke voordeel en wat de financieringskonsekwen-
ties zijn. Als bijvoorbeeld 6080 van het ver
mogen dat nodig is om het objekt te financieren
wordt geleend, dan is de kans groot dat tijdens
de eerste jaren van de aanpassing het „verteer
baar" inkomen achteruit gaat Te vaak rekent men
met een verhoging van het arbeidsinkomen en ver
geet de zware jaarlijkse lasten van het geleende
geld. Er wordt bij elke aanpassing een wissel ge
trokken op het vakmanschap van de boer als onder
nemer. Zo zal fruitinplant, althans op de kleinere
bedrijven, een volledige vaktechnische omschake
ling betekenen. Bij deze aanpassing zijn vooral de
„aanloopjaren" van beslissende betekenis. In deze
periode wordt in belangrijke mate het produktie-
niveau van de toekomstige boomgaard bepaald,
terwijl tevens in deze overgangsperiode de finan
ciering op de proef wordt gesteld.
Bij andere aanpassingen, waar het bestaande be
drijf blijft gehandhaafd, komt er een nieuw belang
rijk onderdeel bij. Dit nieuwe onderdeel zal de boer
ook goed moeten beheersen. Het mag echter niet
ten koste gaan van het bestaande bedrijf, daar
anders het eindresultaat nog teleurstellend zal zijn.
Er moet niet te licht over het aantrekken van
andere produktierichtingen worden gedacht. Slechts
de goede ondernemers slagen. Als een bedrijf niet
goed draait is het gevaarlijk om een aanpassing
te zien als de oplossing om uit alle moeilijkheden
te raken.
BEDRIJFSAANPASSING
In een aantal hoofdstukken worden in „Land
bouw op weg" een aantal produktierichtingen be
sproken en zowel de rendabiliteitsmogelijkheden
als de financiële konsekwenties ervan zullen hier
bij worden bekeken. Inzicht hierin is van belang
om een reële benadering vanuit de eigen bedrijfs
situatie te waarborgen.
Bij uitwerking van de voorbeelden is onderscheid
gemaakt tussen mogelijkheden op korte termijn en
mogelijkheden op langere termijn.
Mogelijkheden op korte termijn
a. aanpassing en verbetering binnen de bestaan
de bedrijfssituatie;
b. bedrijfsorganisatie afgestemd op het loonwerk-
bedrijf;
i. samenwerking;
d. teelt van grove tuinbouwgewasserw
Mogelijkheden op langere termijn
a. rundveehouderij;
b. fruitteelt;
c. tulpenteelt;
d. varkenshouderij;
e. pluimveehouderij.
Van alle genoemde mogelijkheden zijn de renda
biliteit, de arbeid, de vermogensbehoefte en de fi-
nancieringskonsekwenties onder de loep genomen
en aan de hand van saldo-vergelijkingen, rendabi-
liteitsberekeningen enz. enz. uitvoerig behandeld
Het zou ons te ver voeren in dit oriënterend over
zicht van deze publikatie daarop nader in te gaan.
INFORMATIE VOOR ALLE BEDRIJFSTYPEN
Aan de hand van de in deze publikatie aan de
orde gestelde probleemstelling en ontwikkeling van
de bedrijven in de N. O. P. is aangetoond hoe de
boeren aldaar de rendabiliteit van hun bedrijven
hebben weten te handhaven. Eerzijds door intensi
vering van bouwplan en veebezetting, anderzijds
door vervanging van arbeid door werktuigen, che
mische onkruidbestrijding en dergelijke. De samen
stellers menen dat veel boeren thans op een punt
zijn aangeland, waarop deze maatregelen voor hun
bedrijf weinig perspektief meer bieden en hebben
daarom in deze publikatie diverse mogelijkheden
en aanwijzingen besproken, die kunnen bijdragen
om ook in de toekomst bedrijven van voldoende
omvang te behouden. Het is aan de boer om voor
zijn bedrijf de juiste aanpassing te kiezen. Het on
dernemerschap, of zo men wil, het goed boer zijn,
zal een steeds grotere rol gaan spelen, naarmate
het bedrijf kapitaalsintensiever wordt. Dit geldt voor
alle bedrijfstypen. In de publikaties zijn bij wijze
van voorbeeld, voor een bepaald bedrijfstype di
verse berekeningen uitgevoerd. Dit betreft het ak
kerbouwbedrijf van 24 ha voor alle mogelijkheden
en het gemengde bedrijf van 24 ha voor enkele
mogelijkheden, die speciaal voor dit bedrijfstype
van belang zijn.
De informatie die in deze publikatie gegeven is,
is echter van toepassing op alle bedrijfstypen. Men
zal altijd voor elk individueel bedrijf berekeningen
moeten uitvoeren, omdat de omstandigheden op
elk bedrijf verschillend zijn.
Bij de berekeningen is uitgegaan van de vol
gende opbrengstgegevens:
Opbrengstgegevens
Tarwe, per ha 5000 kg a 36,p. 100 kg
Haver, per ha 5500 kg a f 30,p. 100 kg
Suikerbieten, p. ha 52000 kg a 65,per ton
Pootaard., per ha 23000 kg a 22,p. 100 kg
Uien, per ha 31000 kg 15,p. 100 kg
Appels, per ha 30000 kg 37,p. 100 kg
Tulpen, per ha 280000 st. a 4,75 p. 100 stuks
Melk, per koe 4500 kg 38,p. 100 kg
Vlees, per stier 260 kg a 4,50 per kg
Biggen, per zeug 16 st. 63,p. big
Vlees, per mestvarken 77 kg 2,67 per kg
Eieren, per hen 212 st. 12,- p. 100 eieren
Kip, per kuiken 1270 gr f 1,60 per kg
De in onderstaande tabel weergegeven spreidin
gen in bedrijfsresultaten zijn gebaseerd op respw
10% lagere en 10% hogere opbrengsten (kg en
prijs) ten opzichte van bovenstaande uitgangsge-
gevens. Daarnaast is de hoogte van de investerin»
gen voor elke bedrijfsopzet vermeld.
Spreiding in rendabiliteit en de totale investeringen
voor een akkerbouwbedrijf van 24 ha.
Gegevens per bedrijf
Bedrijfsopzet
Arbeidsinkomen
van de boer
bij 10 bij 10% invest,
lagere hogere tegen
opbr.. opbr. nieuww.
1 Individueel
tweemansbedrijf 7000 22000 87000
2 Eenmansbedrijf 11000 26000 57000
(loonwerk)
3 Drie samenwer
kende bedrijven 12000 ƒ27000 76000
(1 vaste arbeider)
4 Grove
tuinbouw
(3 ha uien)
ƒ10000 26000 102000
5 Individuele
melkveehouderij 8000 30000 ƒ215000
(27 koeien)
6 Gezamenlijke
veehouderij 8000 30000 205000
(175 koeien)
7 Stierenmêsterij 7000 30000 ƒ148000
(40 stieren)
8 Fruitteelt 1000 39000 233000
(18 ha appels)
9 Bloembollenteelt 6000 27000 ƒ141000
(2 ha tulpen)
10 Varkensfokkerij 5000 29000 ƒ156000
(40 zeugen)
11 Varkens-
mesterij 5000') ƒ42000 ƒ247000
(500 mestvarkens)
12 Leghennen-
houderij 1000 33000 ƒ165000
(3800 hennen)
13 Kuikenmesterij 8000') 39000 210000
J) negatisf
De mogelijkheden zoals die in deze tabel zijn
aangsgoven zijn in twee groepen in te delen en wel:
mogelijkheden die weinig extra vermogen vergen
(Zie verder pagina 13