landbouw
op
weg
10
ÉB»MBfff
-.
.-< -
In de komende tien jaar zal veel worden ge
vraagd van het aanpassingsvermogen van de boe
ren. Elk min of meer op zich zelf staand landbouw
bedrijf zal niet kunnen ontkomen aan een verder
gaande samenwerking bij de produktie en integra
tie bij de afzet. Dat dit fcrtj velen weerstanden op
roept is begrijpelijk. Toch zal men de werkelijkheid,
de voortgaande ontwikkeling, onder ogen moeten
zien, om met de Europese landbouw, maar ook met
de gehele maatschappelijke ontwikkeling „in de
pas" te kunnen blijven.
In de afgelopen tien jaar zijn er met de mecha
nisatie in de landbouw zodanige vorderingen ge
maakt dat met een lagere arbeidsbezetting grotere
hoeveelheden geproduceerd kunnen worden.
In de veredelingssektor in de landbouw is de
mechanisatie en automatisering reeds ver door
gevoerd. Bij deze min of meer industriële produktie
is dit eenvoudiger dan bij de produktie die afhan
kelijk is van een bepaalde oppervlakte grond. Bo
vendien is deze sektor niet gebonden aan de sei
zoenen en het weer.
Bedrijfsorganisatorisch en bedrijfsekonomisch
gezien is de mechanisatie een steeds groter wor
dend knelpunt. De landbouwmachines die groter
maar ook steeds duurder worden, kunnen op het
individuele bedrijf moeilijker op rationele wijze wor
den ingezet. Dit komt mede omdat ze op enkele
uitzonderingen na, maar enkele dagen of enkele
weken worden gebruikt en de rest van het jaar ia
dure gebouwen staan. Een en ander maakt de me
chanisatie zeer kostbaar. Er zullen, om de machi
nes beter te kunnen benutten, dan ook andere aan
gepaste vormen gevonden moeten worden.
Evenals de machines is de menselijke arbeid
gebonden aan de seizoenen en het weer; dit geldt
met name op de akkerbouwbedrijven.
Het is te verwachten dat in de komende jaren
arbeid nog duurder zal worden. Mede daarom zul
ten de aanwezige arbeidskrachten zo effektief mo
gelijk moeten werken. In hoeverre dit lukt zal
afhangen van de mogelijkheden voor verdergaan
de samenwerking bij produktie en afzet. De moei
lijkheden op dit punt mogen niet worden onder
schat. In een gebied als de IJsselmeerpolders is
het gevaar aanwezig dat de huidige mechanisatie
te weinig arbeidsbesparend en teveel kostenver
hogend werkt. Wel heeft de mechanisatie in grote
mate bijgedragen tot verlichting en veraangenaming
van de werkzaamheden.
Als men wil komen tot verlaging van de bewer-
kingskosten en een beperking van de snel stijgen
de vermogensbehoefte, dan zal een gerichte vorm
van mechanisatie nodig zijn. De kleinere bedrij
ven zullen dan meer kunnen profiteren van de
technische mogelijkheden van de mechanisatie.
Alleen door een betere inzet van machines en men
selijke arbeid zijn de problemen echter niet op
gelost. We denken hierbij aan het rendabiliteits-
probleem op langere termijn. De laatste jaren ste
gen de kosten sterker dan de prijzen. In het alge
meen is het de boeren in de IJsselmeerpolders
in de afgelopen jaren gelukt de sterke kostenstij
ging op te vangen door intensivering van het
grondgebruik. Op de akkerbouwbedrijven werd de
oppervlakte aardappelen, bieten en uien, sterk uit
gebreid ten koste van handelsgewassen en peul
vruchten. Op de gemengde bedrijven vond in de
laatste tien jaar bovendien een uitbreiding plaats
van de oppervlakte grasland; ook de veebezetting
per ha werd groter. Deze technische mogelijkhe
In de afgelopen jaren is door R. V. D. IJs
selmeerpolders in samenwerking met de
Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting IJssel
meerpolders regelmatig in publikaties aan
dacht besteedt en mogelijkheden naar voren
gebracht ter verbetering van het bedrijfsren-
dement. In een recente publikatie „Landbouw
op weg" hebben de R. V. D. en V. v. B. V. IJ.
deze verschillende mogelijkheden aangepast
aan deze tijd te bundelen. Geen eenvoudige
stof. Maar als studierapport bijzonder inte
ressant, waarin voor de geïnteresseerde veel
wetenswaardigs te vinden is. Ook al zijn de
omstandigheden en achtergronden van deze
studie op de IJsselmeerpolders gericht, zal
ook voor het Z.W.-kleigebied hierin een aan
tal van de genoemde aspecten van belang
kunnen zijn. Wij hebben getracht enkele van
de voornaamste punten samen te vatten maar
konden van zelfsprekend slechts zeer onvol
ledig zijn. Geïnteresseerden kunnen deze pu
blikatie bestellen door overschrijving van
f 3,50 op de Coöp. Boerenleenbank W. A.
(gironummer 806083 te Emmeloord t.g.v. Ver.
voor Bedrijfsvoorl. IJsselmeerpolders, onder
vermelding „Landbouw op weg".)
den zijn echter beperkt Vooral op de kleinere ak
kerbouwbedrijven is het maximum aan hakvruchten
bereikt Men maakt zich op deze bedrijven zorgen
over bodemgezondheid en opbrengend vermogen
van de grond.
Op de gemengde bedrijven is voor stalling van
meer vee in veel gevallen binnen de bestaande
gebouwen uitbreiding gezocht Dit was vaak mo
gelijk zonder grote investering. Het vee kwam daar
door echter nogal verspreid te staan, zodat de ar-
beidsbehoefte eerder toe- dan afnam. Om over
rationeler werken maar niet te praten.
STRUCTURELE AANPASSING
Op veel bedrijven is een punt bereikt van waar
uit het moeilijk is de produktieomvang verder uit
te breiden. Het is daarom niet te verwonderen dat
er in de'laatste jaren een vrij grote belangstelling
bestond voor wat we kunnen noemen een struk-
turele aanpassing. Deze werd vaak gezocht in een
verdergaande samenwerking, terwijl men in andere
gevallen een overgang probeerde te vinden naar
het éénmansbedrijf met inschakeling van meer loon-
wil geven, zal de nieuwe bedrijfstak goed moete»
beheersen daar anders de kans groot is dat de
rendabiliteit teleur zal stellen. Naast deze vakbe
kwaamheid is de volledige inzet van de ondernemer
van doorslaggevend belang.
ALGEMENE UITGANGSPUNTEN
l.n deze publikatie wordt vrij diep ingegaan op
technische en financieel-ekonomische facetten die
bij deze aanpassingen van belang zijn. De uitgangs
punten zijn algemeen genomen. Er is getracht om
alle facetten betreffende rendabiliteit, arbeid ea
financiering in de publikatie te verwerken. Daarom
zal nu eens bij het een en dan weer bij een ander
facet uitvoerig worden stilgestaan. Wanneer we bij
de bespreking van elke aanpassingsmogelijkheid
alle konsekwenties wilden toelichten zouden we
vaak in herhalingen vervallen. In principe zijn ech
ter voor alle aanpassingen dezelfde zaken van be
lang. Om een duidelijk beeld te krijgen van de kon
sekwenties van verschillende aanpassingen Is elke
mogelijkheid nader uitgewerkt voor een akkerbouw
werk. Verder is op meerdere bedrijven gekozen
voor een aanpassing op langere termijn, door een
nieuwe produktierichting te kiezen. Hierbij zijn dui
delijk twee vormen te onderscheiden: de zoge
naamde grondgebonden produktietakken, zoals de
teelt van fruit en bloembollen en de niet grondge
bonden veredelingsproduktie, zoals de varkens- en
pluimveehouderij. Deze aanpassingen gaan meestal
gepaard met grote investeringen die (in het hui
dige prijsbeleid) net onbelangrijke prijsrisiko's mee
brengen.
Verder stellen deze aanpassingen vaktechnisch
gezien hoge eisen. De akkerbouwer die fruit in
plant zal zich zeer goed moeten bekwamen wil de
aanpassing slagen. De boer van het gemengde be
drijf die met een groot aantal fokzeugen zijn twee-
mansbedrijf op langere termijn voldoende basis
bedrijf van 24 ha. Om ook de mogelijkheden onder
ling te kunnen vergelijken is steeds van dit be
drijf uitgegaan. In enkele gevallen is ook voor lich
ter of zwaarder gemengde bedrijven een bereke
ning gemaakt. De publikatie is bedoeld als bijdrage
voor een betere gedachtenbepating omtrent de
mogelijkheden die er zijn. Uiteraard zijn de bere
keningen gebaseerd op een prijsniveau zoals dat
voor 1968 kan worden voorzien.
SITUATIE IN DE N. O. P. EN
DE ONTWIKKELING ALDAAR
In de publikatie wordt eerst ingegaan op situatie
zoals deze in de IJsselmeerpolders (N. O. P en O.
Flevoland) momenteel voorkomt. Een gemiddelde
bedrijfsgrootte van 27 ha voor akkerbouwbe-