I Moeilijkheden en mogelijkheden in de fruitteelt Steeds streven naar snelle aanpassing 8 ffT,™* .j* - Het gaat niet best in de fruitteelt. Zeer veel telers komen m ernstige moeilijkheden en het ziet er naar uit dat menigeen de strijd niet vol zal kunnen houden. Men kan zich afvragen of het onder die omstandigheden nog zin heeft over nieuwe aanplant te schrijven. Wie fruitteler wil blijven, zal echter door moeten gaan met vernieuwen en vervangen. Over een en ander hadden we een gesprek met de heer J. L. J. van de Berge te Tholen en met diens zoon Wim, die sinds vorig jaar de leiding heeft op het fruitbedrijf „De Rozenberg". Hieronder volgt eerst de mening van de heer Van de Berge sr. óver de fruitteelt in het algemeen. Daarna die van Van de Berge jr. over de boomvorm. VRAAG: Hoe ziet u de mo gelijkheden voor de fruitteelt in Nederland? Is het een ver loren zaak, zoals sommigen denken of hebben we kansen tegenover de andere landen, dus ook tegenover Frankrijk? Antwoord. De komende jaren zullen moeilijk zijn maar dat geldt ook voor de telers in Frankrijk en de andere E.E.G. landen. Daar kunnen ze het zo ook niet volhouden. De Franse telers hebben indertijd geplant met hoge prijzen in het hoofd en nu valt het hun geweldig tegen. Daarom is de stemming er sterk aan het veranderen. Als het zo enige tijd doorgaat komt er een inkrimping omdat heel wat avonturiers de bomen er weer uit zullen trekken. VRAAG: U denkt dus niet dat ze in andere landen het fruit beter of goedkoper kun nen telen? Antwoord. Beslist niet. Misschien dat de omstan digheden in de Loire vallei wat gunstiger zijn, maar een modern Zeeuws bedrijf heeft op meer dan 90 f/o van de E.E.G. fruitbedryven een voorsprong. In de meeste West Europese fruitcentra zijn de teeltom standigheden minder gunstig dan hier. Vergeet niet, dat behalve bodem en klimaat voor al ook de vakkennis en zeker ook de afstand naar de consument een rol spelen en op die punten staan we opvallend sterk. Ik weet wel dat er ook zwakke punten zijn, maar we behoeven ons daarom niet de mindere te voelen, want in andere centra mankeert er meestal nog meer aan. Ideaal is het nergens. VRAAG: Maar ondanks dat werkt men op de meeste be drijven met verlies, ook in Zeeland. Is dat niet in tegen spraak met wat u zojuist hebt gezegd? Antwoord. Nee. Er wordt inderdaad vaak met ver lies gewerkt, maar dat komt niet omdat onze buur landen het goedkoper kunnen, maar omdat er sprake is van overproduktie. Er zal inkrimping moeten komen, zowel hier als in de andere E.E.G. landen. Dat kan b.v. gestimu leerd worden door een rooipremie, want de huidige interventieregeling lost weinig op. Die houdt de ver ouderde bedrijven in Ialië op de been en is daarom uiteindelijk niet in ons voordeel. Tevens zal onze overheid ook meer positief moe ten staan tegenover de fruitteelt. We zijn zwaar in het nadeel met ons belastingstelsel, met het subsidie beleid enz. Dat is een enorme handicap. We vragen alleen gelijke kansen. Als de Franse telers het beter of goedkoper kunnen, zouden we daar ons bij neer moeten leggen, maar dat is niet zo. Nogmaals: de problemen zijn vooral een gevolg van overproduktie. Laat men proberen daar een oplossing voor te vinden en de telers helpen om door de huidige moeilijkheden te komen. Uiteindelijk zal ook de Nederlandse consument daar wèl bij varen. VRAAG: Hoe lang denkt u dat het duurt vóór er weer vol doende evenwicht komt tus sen vraag en aanbod? Antwoord. Dat is moeilijk te zeggen, maar als het zo doorgaat kon het wel eens vlug gaan. En dan vooral doordat men de bedrijven gaat verwaarlozen, waardoor ze zo achteruit gaan dat ze tegen wil en dank gerooid moeten worden. Daarnaast moet men er rekening mee houden, dat de concurrentie scherp zal blijven. Veel bedrijven waaraan men thans nog een zekere waarde toe kent en die dank zy de herwaardering nog voor een flink bedrag op de balans staan, zullen nooit meer rendabel worden. Men is nog te veel geneigd om aan elke boom gaard, goed of slecht, een zekere waarde toe te ken nen. Zelfs al levert zo,n aanplant jaren achtereen verlies op en men, normaal gesproken, niet kan ver wachten dat hij nog behoorlijk winstgevend wordt, dan gaat men toch nog niet over tot rooien. Rooien ziet men nog te vaak als kapitaalvernietiging. Maar zo'n boomgaard heeft geen waarde meer, het kapi taal is al vernietigd. Ik verwacht dus wel een terugkeer van het even wicht tussen vraag en aanbod, maar tevens verwacht ik dat de concurrentie zó scherp zal blyven, dat de kostprijs vrij laag moet zijn. Een groot percentage van de huidige bedrijven zal ook bij een herstel niet rendabel worden, omdat ze met verouderde rassen en boomvormen zitten. VRAAG: Hoe denkt u oveT de bedrijfsgrootte? Antwoord. Het is moeilijk om te zeggen hoe groot een bedrijf precies moet zijn. Dat hangt ook sterk van de man af die er op zit. Daarom is het gevaarlijk om b.v. by 5 ha de grens te trekken. Maar wèl is het duidelijk dat veel bedrijven te klein zijn en te verspreid liggen. Anderzijds zie ik echter ook de erg grote bedrij ven beslist niet als ideaal. Als het even tegen loopt op de grote bedrijven, breekt men daar de nek over de hoge arbeidskosten. En die kosten worden elk jaar hoger. Daarom zie ik een bedrijf van 1015 ha als een goede grootte. Dat kan men met twee man goed ver zorgen. Ook een éénmansbedryf van 68 ha acht ik zeer sterk. Velen zullen zeggen dat het niet mogelijk is zo'n oppervlakte alleen verzorgen maar als het een rechthoekig perceel is, beplant met kleine bomen, zit er minder werk in als op een bedrijf van 34 ha dat moeilijk bewerkbaar is en met struiken is be plant. Wellicht is het binnen afzienbare tijd moge lijk dat zelfs 1015 ha door één man wordt ver zorgd, vooral als door groeiremmende bespuitingen de snoei veel minder tijd zal vragen. Iemand die een versnipperd bedrijf heeft met gro te bomen kan niet begrijpen hoeveel vlotter men kan werken op een flink rechthoekig perceel dat beplant is met kleine boompjes. De mogelijkheden voor arbeidsbesparing zijn erg groot. VRAAG: U denkt hierbij waarschijnlijk vooral aan Golden Delicious. Wat is uw oordeel over het sortiment, komt er niet te veel Golden? Antwoord. De rassenkeuze is altijd moeilijk ge weest, maar nu is het probleem extra moeilijk. Bij de peren zie ik de beste kansen voor D. du Cornice en Conference, mede omdat men die rassen in zuidelij ker landen met een gunstiger pereklimaat niet beter of voordeliger kan telen. Bij de appels blijft de Golden de toon aangeven. Het aanbod wordt erg groot en lang niet elke Gol- den-aanplant zal rendabel zijn of blijven. Maar ras sen met een hoge produktie hebben het in het verle den altijd het langst volgehouden en ook in de toe komst zal de produktiviteit van de Golden een be langrijke factor blijven. Wel moet men daarbij bedenken dat de concur rentie scherp zal zijn. Degene die de laagste kostprijs heeft zal aan het langste eind trekken. En dan moe ten we naar heel veel kleine bomen per ha, want dan heeft men de hoogste kg/opbrengst per ha met de laagste bewerkingskosten. Daarnaast is er dringend behoefte aan een ande re, liefst rode appel. Daarbij denk ik nog steeds aan Odin. Dit nieuwe ras smaakt goed, heeft een mooie Er is gebrek aan een goede rode appel. De Golden Delicious blijft favoriet door zijn hoge produktis

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 8