UIT DE PRAKTIJK
Harder aan de bel trekken
Optimistisch voor de uien
Eindeljjk weer goed oogstweer
Drukke t|jd - samenwerken
Aardappelenrooien
begonnen
De oogStresultaten op THOLEN en ST. PHI
LIPSLAND zijn duidelijk minder dan die van
1967. De verschillen zijn echter groot, o.i. groter
dan normaal. Mogelijk houdt dit verband met de
sterke verschillen in neerslaghoeveelheden die in
1968 op Tholen en St. Philipsland werden waar
genomen.
De wintertarweoogst was op St. Philipsland
beter dan op Tholen, men dorst daar volgens onze
Fliplandse collega's zo'n 6000 kg droog produkt
per ha. Voor Tholen zouden we daar ongeveer
1000 kg af willen doen en het gemiddelde vaststel
len op 5000 kg per ha. De erwten vielen erg
tegen, opbrengst rond de 3000 kg per ha. Schok
kers wellicht in hetzelfde vlak. Relatief o.i. iets
beter. De kwaliteit was erg verschillend, afhanke
lijk van het tijdstip van dorsen. Als men het rede
lijk goed heeft getrofen, dan heeft dit jaar dor
sen uit het zwad de beste resultaten afgeworpen.
De erwten die kort vóór de overvloedige regen
zijn geruiterd, hebben nogal wat last van het in
regenen, gehad. Daardoor heeft de kwaliteit van
de partij nogal geleden.
Gerst en zomertarwe laten het zitten. De op
brengsten zijn minder dan van wintertarwe. Daar
om, als we een graangewas zaaien, liever winter
tarwe zaaien.
Een beetje bezwaarlijk vinden wij de smalle basis
waarop het wintertarwerassensortiment rust. Het
ras Manella is thans duidelijk 't produktiefste ras,
en daardoor vanzelfsprekend 't meest gevraagd als
zaaizaad. Laten wij hopen dat er geen roestphysio
gaat optreden, dat ook het ras Manella zou kun
nen vellen zoals dat vorig jaar met Tadorna het
geval was.
De aardappeloogst van de vroege aardappelen
viel aanvankelijk niet mee, doch in het laatste ge
deelte van het vroege aardappelseizoen konden we
van een goede opbrengst spreken.
De prijsontwikkeling is slecht geweest, zodat er
na een juiste kostenberekening geen vette boter
ham van over kon schieten helaas De late aard
appelen beloven goed te zijn. De kg-opbrengsten
zullen weinig onderdoen voor die van 1967. Alleen
de sortering is minder mooi en daardoor zal het
uitvalpercentage wellicht groter zijn dan vorig
jaar. Ook komt meer natrot en phytophthora in
de knol voor. De prijsontwikkeling daarentegen is
zeker 2 a 3 cent per kg lager dan in het slechte
aardappelprijzenjaar 1967 omstreeks dezelfde tijd
en dat klink weinig hoopgevend.
Wanneer wij dit allemaal zo constateren en wij
leggen ons oor eens te luisteren bij onze collega's,
dan horen wij nog al eens de opmerking dat onze
Z. L. M. in het algemeen toch wel eens harder aan
de bel mocht trekken. Men zal de problemen wel
onderkennen neemt men aan, maar het gewone
lid wil weten wat men doet om de dreigende agra
rische malaise te lijf te gaan.
Onze leden verlangen een actief beleid. Liever
geen trekkers op de weg om de wegen te blok
keren zoals onze Zuiderburen plegen te doen als
het niet goed gaatMaar zonder meer terugvallen
tot de slechtst betaalde bevolkingsgroep, daar voelt
men ook niets voor Als het dan niet anders kan,
nou ja dan maar hardere maatregelen getroffen.
Het woord en de daad is thans aan onze voorman
nen
De graanoogst is op WALCHEREN weer achter
de rug. De laatste percelen zomertarwe konden
nog onder gunstige omstandigheden worden ge-
maaidorst. Van dit gewas zijn de opbrengsten
over het algemeen goed. Het geheel van de oogst
nog eens overziende mogen we konkluderen dat
het hiermee nog redelijk goed verlopen is. Aan
vankelijk zag het er naar uit dat alles zo'n beetje
van het veld „gestolen" moest worden, maar bij
één week gunstig weer kan er veel gebeuren.
Toch bleek er van gebied tot gebied nog verschil
te zijn wat betreft het vorderen van de oogstwerk-
zaamheden. Mogelijk dat de dichtheid van voor
komen van maaidorsers ook nog van invloed is.
In oostelijk Walcheren heeft het lang geduurd
voor de laatste erwten werden gedorsen. De erwte
telers krijgen dit jaar een ruggesteuntje voor
deze mooie teelt. De opbrengsten zijn gemiddeld
genomen goed, terwijl de prijs de laatste tijd even
eens aantrekkelijk is, vooral van de kapucijners
en schokkers.
Wanneer we zo de berichten vernamen over de
aanstaande inzaai van wintertrawe dan lijkt het
er op dat er zeer veel Manella uitgezaaid zal wor
den. Dit is ook niet verwonderlijk gezien de resul
taten van de huidige oogst. Toch dient er naar te
worden gestreefd om niet alles op één kaart te zet
ten. Het risiko is dan wel erg groot dat er op grote
schaal tegenvallers kunnen zijn. Verder zijn er
verschillende redenen die er voor pleiten om wat
variatie in de wintertarwerassen te hebben zoals
gevoeligheid voor roest, meeldauw, voetziekte,
vroegrijpheid, strostevigheid, vorstgevoeligheid en
herstellingsvermogen van de winter.
Met het trekken van de uien is men volop bezig.
Het machinaal plukken zal dit jaar weer aanzien
lijk toenemen. Voor goed werk is droge grond en
een juist afgestelde machine van groot belang. In
de praktijk blijkt dat het met de afstelling van
de zaaimachine bij de uienzaai nog dikwijls tegen
valt. De kleinere foutjes openbaren zich pas wan
neer de uienrooier er aan te pas komt. Dit is jam
mer omdat het aantal beschadigde uien hierdoor
aanzienlij k toeneemt.
De kg-opbrengst van de uien in ons gebied lijkt
goed tot zeer goed te zijn. Vele kollega's zijn ge
zien de prijzen optimistischer gestemd voor de
uien dan voor de aardappelen. Dit gewas belooft
wel een goede kg-opbrengst maar met de prijs wil
het niet erg vlotten. Het gevaar is aanwezig dat
er nu partijen worden aangeboden tegen afbraak-
prijzen door min of meer in paniek geraakte telers.
We hoorden al van telers die verkocht hadden
waarvan de geldelijke opbrengst de kostprijs nau
welijks kon dekken. Wanneer men met dergelijke
voornemens aardappelen gaat telen dient men
zich in het vervolg wel af te vragen of het nog
wel zin heeft aardappelen te blijven telen. Derge
lijke telers moeten nog maar eens goed rekenen
alvorens ze pootgoed bestellen voor oogst '69.
Op sommige akkerbouwbedrijven blijkt er weer
wat meer interesse te zijn voor de rundveemeste-
rij. Voer is er in ieder geval genoeg in de vorm
van suikerbietenkopen en blad, alhoewel de sui
kerfabrieken genoegen schijnefi te nemen met een
klein kopje (van de biet) en hopelijk zijn er min
der aardappelen voor de voersektor beschikbaar
dan afgelopen seizoen.
De afgelopen week hebben we dan toch einde
lijk weer goed oogstweer gekregen in WEST
ZEEUWS-VLAANDEREN. De oogst van de aard
appelen, stambonen en uien is in volle gang. Voor
de boer is het bijzonder moeilijk werken geweest
deze „zomer". Als we het geheel overzien, komt
de wintertarwe er nog redelijk goed van af. De
opbrengsten waren normaal, al zijn er wel veel
droogkosten gemaakt. De Manella heeft o.h.a. een
lagere opbrengst gegeven dan de Felix, een ten
dens die vorig jaar ook reeds aanwezig was. De
Felix in gescheurd grasland e.d., die sterk onder
de^meeldauw zat, gaf een zeer slechte opbrengst.
Het vermoeden dat „CCC" deze meeldauw en an
dere afrijpingsziekten bevordert heeft een grond
van waarheid. Het alternatief is echter nog slech
ter, n.l. in gescheurd grasland sterk gelegerde
tarwe. De zomertarwe viel tegen. Deze heeft ook
meer met de bloei in de lange regenrijke periode
gezeten. De erwten zijn nu wel allemaal gedorsen.
De opbrengst wisselt sterk, maar is gemiddeld
toch matig, met geen beste kwaliteit. De stam
bonen hebben veel schade opgelopen van de vele
regen. Dit gewas kan nu eenmaal niet tegen natte
voeten. De meeste percelen vertonen Meine tot
zeer grote waterplekken, waar de bonen een mis
gewas vormen, zodat het geheel niet best zal zijn.
Misschien maar amper de helft van de ha-op
brengst van vorig jaar. De prijs kan echter veel
goed maken en deze laat zich gunstig aanzien.
De aardappelen is een moeilijk geval, op lage
plekkeii is er nogal wat natrot, en daarnaast ko
men door phythopthora aangetaste knollen in meer
of mindere mate voor. Op sommige percelen valt
het echter niet mee. De opbrengst laat zich even
wel goed aanzien, al zal het geen top zijn. Het is
zaak dachten wij om de aardappelen, als ze in de
cel komen, direkt droog te blazen, en niet zoals
in een gunstig jaar zonder phythopthora 3 a 4 we
ken te wachten. Verder lijkt het nu een gevaarlijke
zaak om de aardappelen met zieke knollen zonder
belichting enkele maanden losgestort in de schuur
op te slaan, zoals voorgaande jaren met succes
door velen gedaan werd voor een gedeelte van het
areaal en dan vóór de winter verkopen. Wanneer
er zieke knollen in de partij voorkomen is het be
slist noodzakelijk de aardappelen direkt droog te
blazen. Een luchtkanaal van stropakken en aard
appelkistjes is een provisorische manier, maar
zeker veel beter dan niets. En zo komen we dan
ook al bij de bietenoogst. Maandag a.s. gaat de
voorlevering beginnen. Hier zal een wisselend ge
bruik van worden gemaakt, vanwege nog vele
andere werkzaamheden die nog moeten gebeuren.
Bedenk dat het nog lang is tot november, maar
dat ze met november ook allemaal gerooid dienen
te zijn. De opbrengsten van de bieten Ujken wel
goed te zijn.
Op nog een klein gedeelte van het stro na is
de NOORDBEVELANDSE graanoogst nu geruimd.
Ook het vlas en de erwten zijn geborgen dus alles
is gereed voor het volgende programmapunt n.l. de
aardappeloogst. Door het slechte weer van vorige
week komt een gedeelte van de stro-oogst nog
tegelijk met het aardappelrooien. Soms heeft men
dit probleem maar drastisch opgelost door het stro
in brand te steken. Persoonlijk hadden we dan aan
hakselen vanuit het zwad nog de voorkeur gege
ven. We kunnen overigens wel begrijpen dat men
er niet altijd goede aardappelrooidagen voor over
heeft om het laatste stro te bergen.
Vóór deze week was er in onze streek aan de
aardappeloogst nog bijna niets gebeurd. Onder
gunstige omstandigheden betekent dit ongeveer
drie weken volop werk dus ook dan nog hebben
we de rest van de maand september ongeveer no
dig om dit gewas te bergen. In de laatste helft van
deze maand begint de bietenoogst terwijl men in
de zware polders kan gaan wintervoren. Alles bij
een geeft dit duidelijk aan dat de maanden sep
tember en oktober op de meeste van onze bedrij
ven. de drukste maanden van het jaar zijn gewor
den. Dit vele werk moet ons wel aansporen tot
snel en efficiënt werken, nooit verleiden tot knoei
werk. Met knoeiwerk bedoelen we dan niet dat in
een geventileerde bewaarplaats persé de laatste
restjes uit de partij aardappelen gezeefd of ge
raapt moeten zijn. Wel het onvoldoende tiid nemen
voor het afstellen van machine of banden zodat
men later met extra uitval genoegen moet nemen.
Algemeen zien we in onze streek dat juist in
deze grote arbeidstop volop wordt samengewerkt
met materiaal en mensen om het werk rond te
zetten. Een ontwikkeling en omschakeling die in
enkele jaren heeft plaats gevonden en die o.i. door
de meeste bedrijven op uitstekende wijze is aan
gepakt en opgevangen. Diegene die zich geroepen
voelt om kritiek te leveren op de gang van zaken
in de landbouw mag zich ook best eens afvragen
wat er elk jaar verandert en wordt aangepast om
met de tijd mee te gaan. En dit laatste is werkelijk
niet gering.
Was het maar waar, zoals door een drukfout
vorige maal voor ZUID-BEVELAND werd vermeld
dat we twee nieuwe wintergewassen hadden om
in ons bouwplan te stoppen. De gewassen als kar-
wij, graszaad, vlas en erwten kunnen nl. met hun
saldo op veel te weinig bedrijven concurreren met
bijv. wintertarwe en suikerbieten. Vorige maal
was echter bedoeld om te vermelden dat er enkele
nieuwe tarwerassen zijn, waarvan we nogal wat
kunnen verwachten.
Intussen, we schrijven nu reeds 9 september
zullen de laatste percelen met zomertarwe en erw
ten uit de ruiter gemaaidorst kunnen worden. Het
is wel een oogst met (natte) hindernissen geweest.
Hier en daar moet nog wat stro geperst worden.
Meerdere malen wenden was noodzakelijk om het
voldoende droog te krijgen.
De groenbemesters staan er zeer goed voor. Jam
mer is dat nog niet overal snel genoeg de stikstof
op het Italiaans raaigras gestrooid is. De vroeg ge
zaaide Rode klaver in wintertarwe blijkt ook nu
weer een prima groenbemestingsgewas te kunnen
leveren.
Mede door de vele regen en het vertragen van
het oogstwerk hierdoor is van de stoppelbewerking
jammer genoeg weer minder terecht gekomen als
men van plan was.
Met het rooien van de aardappelen is reeds een
begin gemaakt. Het zal nu moeten blijken hoe het
met de aantasting door phythopthora is gesteld.
Naast percelen waar het ziek van geen betekenis
is, komen echter ook percelen voor waar wel ziek
in de knollen voorkomt en waar bovendien door
één of meer malen wateroverlast natrot voorkomt.
De opbrengst lijkt minder hoog als vorig jaar, ter
wijl ook wat meer afwijkende minder opbrengst-
gevende percelen voorkomen. Mede door het ziek
zal de totale opbrengst wat lager komen te liggen.
Wanneer ziek in de partij voorkomt zal het nood
zakelijk zijn om de aardapelen in de koelcel zo
snel mogelijk droog te ventileren. Dat droogdraai-
en is dan belangrijker als het omlaag brengen van
de temperatuur.
Intussen komt de oogst van de suikerbieten snel
naderbij. Vergelingsziekte komt weinig voor en
heeft geen schieters veroorzaakt. Het aantal zaad-
schieters leek aanvankelijk vrij groot te worden,
maar dit is later veel meegevallen. Er wordt een
goede opbrengst verwacht.
(Zie verder volgende pag.)