Oude boerderijen in Zeeland
„Altjjt Sorg"
De Albertinehoeve
te Kloetinge
XVIII
12
W. E. P. VAN YSSELDIJK
DEZE hofstede is gelegen aan de westzijde van de weg tussen Kloetinge en 's-Graven»
polder en nog juist op het gebied van eerstgenoemde gemeente. Ze is ingetekend
op de oudste kadastrale kaart uit de 19e eeuw, dicht tegen vermelde straatweg met ten
zuiden de Pijkseweg, ten westen de grens met's-Heer Abtskerke en ten noorden een deel
van het grondgebied van Kloetinge.
De gronden in deze omgeving vormen de z.g. „Hoek benoorden 't hof van Adr. Kake-
beeke" (een eigenaar tussen circa 1800 en 1830), welke hoek tot de kleinste behoort en
in totaal slechts 32 gemeten en 146 roeden beslaat. Aan de west- en noordzijde grenst
deze hoek resp. aan het gebied van 's-Heer Abtskerke en Goes.
In de achterliggende eeuwen is deze kleine hoek dikwijls van naam veranderd, afhan-
kelijk van de naam van eigenaar of pachter van „Welgelegen" aan de Pijkseweg.
Ook op de bekende kaart van W. T. Hattinga (opgenomen in 1747) vinden we de hier be
schreven hoeve aangegeven, doch woning en bedrijfsgebouwen dan nog kleiner van om
vang dan enige tijd daarna.
Bij de open haard in de woonkamer.
DE WONING
IJCET woonhuis is, volgens de jaarankers in de
oogstgevel, gebouwd in 1753 en uitgevoerd in
gele IJsselsteen. Door verbouwingen, welke na 1918
hebben plaats gevonden, is zowel uitwendig als in
wendig vrij veel aan het huis gewijzigd, doch voor
gevel en zuidelijke zijgevel zijn vrijwel intakt ge
bleven met grote ramen, verdeeld in kleine vensters.
Daar aanvankelijk de oude landbouwschuur met
het woonhuis in één lijn verbonden was, en later is
gesloopt (19e eeuw), is de west (achter) zij de van
het woonhuis toen aangepast aan de nieuwe situatie.
Zowel aan die zijde als aan de noordgevel zijn de
belangrijkste veranderingen aangebracht.
Inwendig zijn eveneens (vooral na 1945) wijzi
gingen uitgevoerd. De oorspronkelijke indeling van
het woonhuis was in grote trekken, gezien van voor
gevel naar achtergevel, als volgt:
Links vóór: de grote of pronkkamer en daarach
ter de keuken (met plavuizenivloer) tot aan de ach
terzijde. Rechts vóór: de opkamer met daaronder de
kelder met kelderraam. Daarachter het woonge
deelte met buitendeur aan de noordkant.
Middendoor liep in de lengte een gang, waarin
o.a. de trap naar de zolder (deze met meidenkamer
en graanzolder (piezel).
Aan de achterzijde van het huis was een buiten
deur naar de keuken en na circa 1875 een aange
bouwde bakkeet (stookhok). Vóór genoemd jaar
was daar de aansluiting en toegang binnendoor naar
de landbouwschuur, waarachter kalverbocht en
vermoedelijk het knechtenyerblijf.
Van voren gezien was links naast het huis een
varkenshok gelegen, terwijl aan de rechterzijde op
korte afstand de oude bakkeet stond. Het gebouwtje
dat nu rechts achter in de tuin ligt, is wel van
dezelfde ouderdom als het woonhuis en kan voor
heen als bakkeet hebben gediend.
Het woonhuis was in zijn vroegere staat inwendig
rijk aan tegelwanden met hier en daar tegel-
tableaux. Sedert de hofstede in het bezit kwam van
Adriaan van der Have (1917) werden zoals gezegd
veranderingen aangebracht, vooral wat het gebruik
der verschillende woon- en werkruimten betreft,
maar de oude tegels (die soms achter het behang
verscholen waren) zijn in groot aantal en zoveel
mogelijk op hun oude plaats tot hun recht gekomen.
Opmerkelijk zijn wat dit betreft de tegelwanden
in de hal en aan en nabij de open haard (w.o. pilas
ters en enkele kleine tableaux).
DE LANDBOUWSCHUUR
AN VANKELIJK was deze met de woning ver
bonden in de richting oost-west. De schuur
was toen van hout met twee mendeuren onder een
verhoogde dakrand. De dakbedekking bestond uit
riet. Een en ander is te zien op een geschilderd
schouwstuk, dat in 't bezit is van de familie Sinke
Zandee te Kloetinge.
In de tweede helft van de vorige eeuw bevond de
toenmalige eigenaar de schuur in een zodanige
bouwvallige toestand, dat hij deze liet afbreken en
herbouwen, doch nu los van het woonhuis en aan
de noordzijde daarvan in de richting noord-zuid
langs de weg. De nieuwe landbouwschuur was in
hout opgetrokken en van een pannendak voorzien.
Ze had drie mendeuren, een wagenhuis aan de noor
delijke smalle gevel en was in zijn geheel van grote
afmetingen (37 X"ll m).
In de tweede wereldoorlog werd deze schuur eind
oktober 1944 door oorlogshandelingen verwoest,
waarna ze later ongeveer op dezelfde plaatsen steen
Détail van één der tegelwanden.
werd herbouwd. In de nu bestaande schuur bevindt
zich een gedenkplaat uit de vorige. Hierop is aan
gebracht de naam L. D. van Teijlingen met daar
onder de datering 18-6/13-73 (13 juni 1873). De
Van Teijlingens waren in die tijd eigenaar van de
hofstede en de datum kan betrekking hebben op de
bouw van de tweede landbouwschuur.
DE EIGENAARS GEDURENDE DRIE EEUWEN
IN de overlopers (veldboeken) van de Breede
Watering bewesten Yerseke wordt van eige
naars dezer hofstede voor het eerst melding ge
maakt in het jaar 1601.
Christiaen Vermueden wordt dan als zodanig ge
noemd. Hij woont en werkt er zelf. In 1608 is Corn.
Mattheeus Smallegange eigenaar. Zeer waarschijn
lijk was hij een oom van de bekende kroniekschrij
ver Smallegange (1696).
In 1615 wordt als eigenaar vermeld Burgemeester
Willem Mart. Drywegen. Deze was burgemeester
van Goes gedurende een aantal jaren van 1611-
1618. In of kort na dat jaar is hij overleden, doch in
1622 vinden we de hoeve aangegeven als Burgem.
Willem Drywegen's Erven Hof. Een lid van die
familie schijnt er dan ook het landbouwbedrijf uit
te oefenen. Het bedrijf is dan nog niet groot. Hof en
boomgaard beslaan resp. 1.06 gemet., 4.223 geniet,
en 2.23 gemet. Andere percelen liggen in diverse
hoeken in de omgeving. Zeven jaar later treffen we
dan Com. Jansse Almynkinders als eigenaar van en
boer op de hofstede aan. Ook in 1636, 1643 en 1650
is hij dat nog.
In 1657 staat de hoeve op naam van Willem Al
mynkinders, die het bedrijf voert en slechts weinig
percelen in de omgeving bezit.
In 1664 zien we. dat de meeste percelen grond in
dl bewuste hoek nu behoren aan Willem Barentz,