UIT DE PRAKTIJK
Oogstachterstand wordt ingehaald
Enkele nieuwe wintergewassen - Gunstige opbrengsten!
KORTE WENKEN
Primeur op Schouwen -
aardappelloofbrander
5
DE oogst werkzaamheden hebben de laatste da
gen in WALCHEREN een vlot verloop gehad.
Eindelijk heeft het weer een stabieler karakter
gekregen dan de voorgaande weken. Op een aan
tal bedrijven is de graanoogst op de zomertarwe
na geborgen. Ook de erwten zijn voor een groot
gedeelte gedorsen. Vooral in het westelijk gedeel
te van ons gebied waar de regenval aanzienlijk
minder was dan in andere streken komt er nu
doorzicht in. Wanneer we deze week nog gunstig
oogst weer hebben zal de oogst van erwten en gra
nen vrijwel achter de rug zijn.
In tegenstelling tot de kg-opbrengst van de gerst
valt de kg-opBrengst van de wintertarwe over het
algemeen niet tegen! We hoorden vele malen op
brengsten van rond 5500 kg/ha. Hoewel de kleur
van de korrel meestal wat grauw is heeft de kwa
liteit toch niet ai te erg geleden door de minder
gunstige weersomstandigheden. De kg-opbrengsten
van de erwten lopen nogal wat uiteen, n.l. van
matig tot zeer goed, 3000 kg tot 5000 kg/ha.
Ook de kwaliteit loopt sterk uiteen, afhankelijk
van het gebied en tijd vam oogsten en ruiteren.
Slechts enkele percelen zijn uit het zwad gedor
sen. Van stam is er vrijwel niet gedorsen.
Al met ai is een gedeelte van de oogst onder
minder gunstige omstandigheden van het veld ge
haald wat sfcruktuurbederf van de grond tot ge
volg heeft terwijl extra kosten voor het drogen
van de produkten moeten worden betaald. De ren
tabiliteit van de graandrogerijen is dit jaar wel
verzekerd.
Van de aardappelen is al een aanzienlijke opper
vlakte geheel of gedeeltelijk doodgespoten. Som
mige telers stellen dit nog uit omdat er nog zoveel
groei in het gewas zit. De risiko voor het optreden
van „ziek" wordt hiermee wel groter, ook bij
gunstig weer kunnen „natte nachten" al veel
kwaad aanrichten terwijl ook de kalender nu een
woordje gaat meespreken. Tijdig doodspuiten is
toch ook weer gewenst om zoveel mogelijk van
het beperkte aantal rooibare dagen te kunnen pro
fiteren.
Bij de planning voor ons werk zullen we reke
ning moeten houden dat het rooien van de suiker
bieten zich in de loop van september ook weer
aandient.
Beide hebben van het gunstige weer, voor de
groei althans, geprofiteerd. Deze gewassen hebben
van de overvloedige regenval weinig of geen scha
de ondervonden tot op heden. Hetzelfde geldt voor
de groenibemestingsgewassen. Door de zware dek-
vrucht op vele percelen is de stand wel eens wat
twijfelachtig doch in enkele weken kan een der
gelijk gewas hard groeien. Een tijdige stikstofbe
mesting op een grasgroenbemester is wel gewenst.
De veehouders zullen deze nazomer hun melk
vee weer goed in de gaten moeten houden wat be
treft het optreden van kopziekte. Ook in het na
jaar vallen er nog altijd wel enkele slachtoffers.
AOK op ZUID-BEVELAND is de oogst een heel
eind gevorderd en tevens is gebleken dat
door het gunstige weer het resultaat toch dikwijls
nog meevalt. Met de zomergerst, wintertarwe en
haver is men ongeveer klaar, met het maaidorsen
van de zomertarwe ongeveer tot op de helft. Met
het dorsen van de erwten vanuit de ruiter is pas
een begin gemaakt. Alles bij elkaar zal er nog 4
a 5 dagen gedorsen moeten worden.
De oogst van het stro begint zich de laatste ja
ren wat te wijzigen. Op vele bedrijven wordt het
gezien als een arbeidspiek. Men gaat er toe over
om wat langer te maaien, terwijl ook getracht
wordt om het stro op het land te laten en hetzij
direkt achter de maaidorser of met een aparte
hakselaar te verkleinen. De prijs van het stro om
op dit moment af te leveren is niet erg aanlokke
lijk om veel werk aan het stro te besteden.
De opbrengsten van de wintertarwe vallen niet
tegen; de meeste percelen Manelia liggen tussen
de 5 en 6 ton per ha. Percelen met Felix waarin
meeldauw en vroege legering voor kwam, vallen
echter tegen. De rtissenkeuze voor het aanstaande
najaar zal hierdoor sterk beïnvloed worden. De
opbrengsten van enkele nieuwe rassen schijnen
gunstig te liggien ten opzichte van Manelia. Dit
jaar is er wat meer haver verbouwd. Voor deze
teelt is het wel een zeer gunstig jaar geweest, de
opbrengsten zijn zeer goed.
Doordat het maaidorsen door het slechte weer
vertraagd werd, begon hier en daar de rode kla
ver door de tarwe heen te komen. Ook het onder-
gezaaide Italiaans Raaigras komt zeer goed voor de
dag.
Thans is hier ongeveer de helft van de aard
appels doodgespoten. In vele gevallen begon het
gewas ook reeds tekenen van afrijpen en afster
ven te vertonen. Ziek en natrot schijnen tot op dit
moment nog van weinig betekenis te zijn. Na het
rooien van de aardappels zal een keuze gemaakt
moeten worden over de methode van het conser
veren van de aardappelen. In veel gevallen zal
men trachten direkt bij het inbrengen het poeder
in de aardappelen te verdelen.
Velen zullen zaterdag wel een bezoek brengen
aan de Provinciale ploeg wedstrijden in de Wilhel-
minapolder. Het is altijd weer mooi dit werk eens
te kunnen bekijken.
DE AARDAPPELROOIMACHINE moet afge
steld worden naar de omstandigheden van grond
soort en vochtigheid. Veelal is het niet de rooi
snelheid die aanleiding geeft tot beschadiging en
op een later tijdstip stootblauw, maar de snelheid
van de draaiende delen in de machine. Bij gemak
kelijk uitzeefbare grond kan de rooisnelheid nor
maal zijn, maar moet men de zeefkettingen lang
zaam laten draaien.
BIJ MOEILIJK UITZEEFBARE GROND moet
U de rooi- en zeef ketting niet snel laten draaien
om de grond kwijt te kunnen raken. Dit leidt tot
springen van de aardappelen. Bij moeilijk uitzeef-
bare grond is het beter een ruimere zeefketting te
gebruiken, b.v. 40 mm, of genoegen te nemen met
enige grond op de wagen.
DE CAPACITEIT VAN DE OPVOER- en de af-
voertxansporteur van de machine wordt bepaald
door de breedte van de band en het soort meene-
mers. Capaciteitsverhoging mag men niet zoeken
in het sneller laten draaien van de transportband,
want dit leidt tot wegslingeren van de knollen.
Aardappelen, die gevoelig zijn voor stootblauw, da
len hierbij sterk in kwaliteit.
EEN ANDERE OORZAAK VAN BESCHADI
GING en stootblauw kan een grote valhoogte van
de aardappelen zijn. Dit kan voorkomen bij vallen
op de wagen, bij de transporteur en in de cel. Be
perk ten alle tijde de valhoogte van de aardappe
len, zowel op de wagen als bij het verdere transport
in de bewaarplaats.
EEN TWEE-RIJIGE AARDAPPELROOIER heeft
een grote capaciteit. Die kunt u echter alleen be
nutten als ook het verdere transport is aangepast.
U moet daarvoor vlug kunnen lossen en dus be
schikken over voldoende snellossende wagens,
transporteurs en boxenvullers met een bandbreedte
van minimaal 50 cm en een capaciteit van minimaal
1 ton per minuut.
WANNEER ER VEEL AARDAPPELEN ZIJN
wordt gemakkelijk wat sterker op de kwaliteit ge
let. Elk jaar opnieuw zijn er partijen met ernstige
rooibeschadiging. Deze beschadiging bestaat niet
alleen uit uitwendige kneuzingen die gemakkelijk
waarneembaar zijn, maar ook uit inwendige slag
beschadiging die u pas later ontdekt. Tracht ook
deze beschadiging te voorkomen.
IN SEPTEMBER WORDEN DE NACHTEN lan
ger en blijft het weidegras lang nat en koud. Door
uw kalveren 1 september op te stallen voorkomt u
dat de jonge dieren achteruit gaan in konditie en
soms broodmager worden. Door vroegtijdig opstal
len wordt een besmetting met parasieten voor
komen en blijven de kalfjes gezond.
KALK IS EEN MESTSTOF waaraan de laatste ja
ren op veel bedrijven te weinig aandacht is besteed.
Kalk minnende gewassen als bieten, gerst en ook kunst-
weide zijn vaak zuurziek en geven aanmerkelijk minder
opbrengst. Laat nu een grondmonster steken en bekalk
tot de vereiste pH. De stoppel leent er zich uitstekend
voor om de kalk goed door de grond te verdelen.
BIJ DE TOEPASSING van het drijfmestsysteem
blijkt men plaatselijk overlast te hebben van de lar
ven van de „blinde bij", ook wel rattestaartlarven
genoemd. Deze larven komen soms in grote massa's
voor in deze drijfmest maar het vervelende is dat
ze op een gegeven moment er uit kruipen om zich
op een rustig plekje te kunnen verpoppen. Deze
larven kunnen worden bestreden met o.a. Tug on
Madendood (Bayer). 3060 gram oplossen per 10
liter water.
GRASZAAD STRO is een uitstekend voedermiddel
in het najaar naast stoppelknollen. Het weidehooi kan
dan voor de winter worden gespaard. Stro van b.v.
veld beemd heeft een hogere voederwaarde dan van
roodzwenkgras. Als U graszaadstro, graanstro of bie-
tenloof moet aankopen, dan is het nu hiervoor de hoog
ste tijd om contacten te leggen.
AP SCHOUWEN-DUIVELAND was op maandag
26 augustus de graanoogst praktisch achter
de rug. Over de opbrengsten kunnen we zeggen,
dat die van zomergerst tegengevallen is en boven
dien met een groter percentage uitval dan anders.
Gemiddeld ligt deze opbrengst op 24 mud per
gemet. Bij de tarwe kunnen we spreken van een
normale opbrengst, alhoewel plaatselijk, vooral
t.a.v. de zomertarwe, slechte opbrengsten voor
komen.
Momenteel is men volop aan 't stropersen en
erwtendorsen. Het stro is van slechte kwaliteit, de
prijs is laag. Het percentage dat hier gehakseld
wordt ligt vermoedelijk op 15 De opbrengst
van de erwten zal nog wel meevallen, m 3
kwaliteit is slecht, zodat er veel van dit p: ct
in de voetrsector terecht komt. De aardappeloogst
staat voor de deur (plaatselijk is men reeds be
gonnen). Het merendeel van de percelen is al
doodgespoten. Met 't kwaad viel 't dit jaar mee.
We kunnen niet spreken van haarden, 't kwam
overal wel voor. Sporadisch komt aantasting van
't kwaad in de knol voor.
We hebben hier weer een primeur: n.l. 't loof-
brandapparatuur van Benegas, gestationeerd bij
firma Mol te Schuddebeurs. 't Geheel ligt nog in
het experimentele vlak.
Om te rooien moet 't gewas goed afgestorven
zijn en het is gewenst om onder droge omstandig
heden te werken. Verder in de cel of bewaarplaats
zo snel mogelijk drogen, vooral bij voorkomen van
zieke of natte knollen. Zorg voor gezonde partijen
in de bewaarplaats (zieke knollen zoveel mogelijk
op de rooimachine en/of transportband verwijde
ren) en na 't droogblazen moet ventileren zoveel
mogelijk vermeden worden, anders vochtverlies
uit de knollen. Het poederen van de aardappelen
kan heel goed en gemakkelijk door middel van
een met gaatjes voorziene ronddraaiende trommel,
die boven de lostransporteur is aangebracht. Hier
bij krijgt men een gelijkmatige verdeling en ook
dat het poeder dat op de band valt terecht komt
op de plaatsen waar dit het meest noodzakelijk is
n.l. in de stortkegels. Een bezwaar is dat deze
methode nogal eens huidirritatie tot gevolg heeft,
waarbij de schil oppervlakkig een bruinige kleur
krijgt en dus minder mooi toont. Dit levert wel
eens verkoopmoeilijkheden op. Het gevaar van
deze huidirritatie is groter naarmate de aardap
pelen vochtiger en meer verveld zijn. Vochtige en
vervelde aardappelen kunnen beter „gegast" wor-
den.
NATROT IN AARDAPPELEN
VRAAGT EXTRA AANDACHT
In verschillende gebieden van het konsulentschap
is in de periode tussen 5 en 19 augustus zeer veel
regen gevallen. Dit had om. tot gevolg dat veel per
celen aardappelen min of meer dreven. Men vraagt
zich af, welke gevolgen zal dit hebben, voor wat be
treft het optreden van de aardappelziekte (Phytoph-
thora) in de knol en het natrot.
Bij een globaal onderzoek blijkt:
a. dat de aardappelziekte slechts zeer sporadisch
voorkomt;
b. dat momenteel nog maar incidenteel nat rotte
knollen worden gevonden, met uitzondering van
de gebieden waar binnen één week tijds meer dan
130150 mm neerslag is gevallen. In deze gebie
den vindt men in de lage gedeelten van het per
ceel planten die in haar geheel afgeschreven kun
nen worden. Zieke plekken kenmerken zich door
een min of meer slaphangend gewas en door een
sneller afsterven van de planten. Bij het opgraven
van een dergelijke plant ziet men knollen met een
abnormale Kcht/grijze verkleuring gezonde
knollen zijn geel met een aantal witte puntjes.
Dergelijke knollen gaan gemakkelijk tot verrot
ting over of zijn reeds verrot.
WAT NU TE DOEN
Afgelopen dagen zij<n reeds een groot aantal per
celen doodgespoten of in elk geval zodanig behan
deld, dat de loofmassa in meer of mindere mate ver
welkt is. Degene die nog niet tot deze maatregel is
overgegaan of dit ook niet overweegt, doet verstan
dig dit alsnog zo spoedig mogelijk te doen uitvoeren.
De zon en wind krijgen dan meer vat op de grond
en het bevordert het opdrogen in belangrijke mate.
Vervolgens is het gewenst de zieke plekken afzon
derlijk te rooien en zo spoedig mogelijk af te zetten.
Indien <5it laatste niet mogelijk is dan in elk geval
afzonderlijk opslaan en met behulp van lucht ven
tilator te drogen.
Als de mogelijkheid aanwezig is bij het inbrengen
van deze partijen aardappelen in de cel iemand voor
controle aan de transportband te plaatsen, kan dit
de partijen ten goede komen en dus zeker zijn nut
hebben.
Ir. J. A. HOENDERKEN M MURRE
R. L. V. D. - Goes