J
Het Borgstellingsfonds voor de landbouw in '67
VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1968,
56e Jaargang Mo. 2942?
i
f lil-illPliliiili!
fet :M i i fjf #3 lp# 4#
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland
m m W%- ÉTf
J J %P P fj j§ P P if P Él
"N
Op het landbouwbedrijf is de transporteur een van de transoortwerktuigen geworden die, voor een vlot verwerken van
de oogst, onmisbaar kan worden geacht. Door de vele 90or en transporteurs, die in de handel zijn, wordt bij aanschaf
het maken van een keus uit die grote sortering er niet gemakkelijker op. De specialist op het gebied van landbouwwerk
tuigen bij de R.L.V.D. te Goes, de heer J. T. Andringa, schreef op pagina 7, 8 en 9 van dit nummer een uitvoerig voorlichtend
artikel over de veiligheidsvoorschriften en de eisen die voor de verschillende gewassen aan een transporteur gesteld
moeten worden. De foto laat de zwenkwielen aan een transporteur zien (hier het type Gé Wé) waarbij de wielen worden
aangedreven, zodat de transporteur automatisch kan zwenken.
Op de marktpagina zijn de zojuist door het C.B.S. bekend gemaakte mei-inventarisatiegegever.s opgenomen.
garanties die door de Stichting Borgstel-
L,/ lingsfonds voor de landbouw in 1967 wer
den verstrekt blijken vooral gericht te zijn op finan
ciering van technisch noodzakelijke verbeteringen
en vernieuwingen van het agrarische produktie-
apparaat. Daarnaast, aldus het jaarverslag van de
stichting over het boekjaar 1967, dat zojuist ver
scheen, werd meegewerkt aan de financiering van
investeringen die kostprijsverlagend werken.
Dit jaar lag het door het Borgstellingsfonds ge
garandeerde bedrag 5% lager dan in 1966. Deze
teruggang blijkt zich vooral voorgedaan te heb
ben in de tuinbouwsector. Daar is de animo om
te investeren, in vergelijking met enkele jaren ge
leden, aanmerkelijk gedaald. In de landbouwsector
deden zich in 1967 geen opmerkelijke verschuivin
gen voor. Tegenover een, in vergelijking met 1966,
teruglopend garantiebedrag voor beginnende zelf
standige ondernemers, de aankoop van „dode in
ventaris" en de bouw van bedrijfsruimten staat een
hoger bedrag aan garanties voor het aankopen
van „levende inventaris".
MIT het jaarverslag blijkt dat in 1967, na af-
trek van 519 ingetrokken aanvragen, er 3013
garantieverzoeken uit de land- en tuinbouwsec
tor werden behandeld. Hiervan werd 80 toe- en
20 afgewezen. De belangrijkste redenen van af
wijzing waren de wijze waarop de garantie-aanvra
gers de bedrijfsvoering behartigden. (Matige vak
bekwaamheid, onvoldoende ondernemerschap,
slecht financieel beheer), de slechte vermogens
positie waarbij soms de schulden de bezittingen
van de aanvrager aanzienlijk overtroffen, de privé-
utigaven hoger waren dan de netto-inkomsten dan
wel dat 'de bedrijfsomvang te gering was.
ZEELAND joopt bepaald niet voorop bij het
Cmm aanvragen van garanties bij het Borgstel
lingsfonds. De belangstelling hiervoor is, in verge
lijking met andere provincies, naar verhouding ge
ring. Het aantal aanvragen in 1967 bij het Fonds be
droeg slechts 67, en daarvan werden er 46 toege
wezen. Zuid-Holland had 788 aanvragen, Noord-
Brabant 604 en Limburg 547. Daarna volgt Noord-
Holland en Gelderland met resp. 410 en 355 aan
vragers en de noordelijke provincies met omstreeks
150 aanvragen per provincie. Alleen Utrecht ligt met
44 aanvragen lager dan Zeeland en daarvan werden
er slechts 23 toegewezen.
Wat de borgstellingen in de akkerbouw betreft is
er duidelijk verschil waar te nemen tussen de zui
vere akkerbouwbedrijven enerzijds en de gemeng
de en weidebedrijven anderzijds. Bij de akkerbouw
bedrijven werden deze het meest verstrekt aan de
bedrijven van 30 ha en groter.
Voor de groep gemengde en weidebedrijvert ligt
juist de belangstelling in de grootteklasse tot 15 ha,
daar naar een hoge veebezetting moet worden ge
streefd dan wel grondloze bedrijfstakken opgezet,
hetgeen de nodige investeringen vraagt
Het jaarverslag geeft verder nog vele bijzonder
heden over de in 1967 verleende garantiebedragen
zowel in land- als tuinbouw, gespecificeerde ge
gevens per provincie en cijfers over de aflossingen
en de achterstand daarin. 25 van hetgeen ver
plicht moest worden afgelost bleef achterstallig.
Daarentegen werd echter ook 7,6 miljoen gulden
extra afgelost, ondermeer door het opnemen van
een nieuwe hypotheek bij de banken, verkoop van
land of uit beëindigingsvergoedingen van heten
S.-fonds.
Vermeldenswaard is ook dat het Borgstellings
fonds besloten heeft hulp te bieden aan agrariërs,
waarvan het bedrijf onteigend is en een geboden
kans om elders een bedrijf over te nemen (nog) niet
kunnen aangrijpen omdat de onteigeningsvergoe
ding nog niet uitgekeerd is. De onder fondsgarantie
in die gevallen te verstrekken lening geldt dan ech
ter slechts ter overbrugging van de periode tot de
uitbetaling van de onteigeningsschadeloosstelling
plaats vindt en er voldoende zekerheid bestaat dat
de gemeente zal betalen.