Vergadering Provinciale tuinbouwcommissie
Deze week.
ONBEVREDIGENDE SITUATIE VOOR LANDBOUW
(Vervolg van pagina 1)
ANDEREN WORDEN OOK GEHOLPEN
Als men voor werknemers een minimum-loon wil
garanderen moet de landbouwpolitiek er dan niet
op gericht zijn dat men de arbeider in het eenmans-
landbouwbedrijf dit inkomen ook wil laten verdie
nen? Ik weet het, voorwaarde moet zijn, dat hij een
prestatie verricht waaraan behoefte bestaat. Maar
de moeilijkheid is dat niemand kan zeggen aan wel
ke prestatie wij nog wel behoefte hebben en aan
welke niet. Maar in principe is het juist dat het effi
ciënte bedrijf een redelijk inkomen moet verdienen.
Als onze nationale luchtvaartmaatschappij in
moeilijkheden komt (door buitenlandse concurren
tie) dan is de Staat der Nederlanden bereid deze
moeilijkheden op te lossen. Als de staalindustrie
moeilijkheden heeft met de American Selling Price
(een soort Amerikaanse invoerbelemmering) dan
wordt er niets aan gedaan. Als de scheepsbouw in
moeilijkheden zit, dan moet de overheid bijspringen.
En als de werkgelegenheid in de bouw in moeilijk
heden komt, dan worden ook honderden miljoenen
beschikbaar gesteld. Over het principe kunnen wij
dus eigenlijk niet meer twisten. Het gaat alleen over
de manier waarop, over de vraag of wij de juiste
landbouwpolitiek voeren. Maar evenzeer geldt de
vraag of wij de juiste werkgelegenheidspolitiek voe
ren en of wij de juiste industrialisatiepolitiek voe
ren. En hoe komt het dat wij in de Langstraat Turkse,
Marokkaanse en andere buitenlandse arbeiders
moeten importeren, terwijl in Tilburg (15 km verder)
een grote hoeveelheid werklozen staat ingeschre
ven.
ZORGEN VOOR ANDERE WERKGELEGENHEID
Die boeren en tuinders die iets produceren waar
voor geen kostendekkende prijs kan worden ge
maakt neemt men kwalijk dat zij nog iets produ
ceren, maar het levert nog altijd iets op. Werklozen
produceren helemaal niets, die zijn dus nog veel
duurder en het heeft dus weinig zin de te veel pro
ducerende boeren tot werklozen te maken.
Voor de Nederlandse Tand- en tuinbouw is de hui
dige situatie natuurlijk een hoogst onbevredigende.
Ik denk niet dat er veel boeren en tuinders zijn, die
dat niet inzien. Ook geloof ik niet dat er veel zijn
die het plezierig vinden van de toegiften van de mi
nister afhankeiijk te zijn. Maar wij moeten de zaak
in de juiste proporties zien. In een periode dat in
land- en tuinbouw hard wordt gewerkt aan de ratio
nalisatie van de produktie en de markt in landbouw-
produkten eigenlijk geen uitbreiding van de produk
tie toestaat (ofschoon er natuurlijk wel gebrek
wordt "geleden) is de beste hulp die de overheid
kan geven te zorgen voor een steeds uitbreidende
boeveelheid arbeidsplaatsen buiten de landbouw,
fn die dan zo goed mogelijk over het land te sprei
den.
De grote industriële concentraties in het Westen
zullen het landbouwprobleem niet vergemakkelijken
en het bevorderen van de pendel evenmin. Het zoe
ken van werk buiten de landbouw blijft voor de agra
riër altijd een heel moeilijke beslissing. Dit geldt
rrtet alleen voor de oude ondernemers, ook voor de
jongere. Minstens even erg zelfs voor boerenzoons
en in vele gevallen ook voor agrarische werknemers.
DESKUNDIG OORDEEL NOODZAKELIJK
Een omstreden punt is en zal altijd blijven of de
landbouwpolitiek de produktie aanmoedigt. Om dit
te kunnen beoordelen moet men de situatie in de
verschillende soorten landbouwbedrijven heel goed
kennen.
Ook de omvang van de produktie-eenheden
speelt een rol. Gespecialiseerde pluimveehouderij-
of tuinbouwbedrijven reageren heel anders dan mo
derne rundveehouderijbedrijven om maar van meer
traditioneel ingestelde bedrijven niet te spreken.
Alleen mensen die hierin een goed inzicht hebben
kunnen de gevolgen van sommige maatregelen
voorzien. En zelfs zij vergissen zich nog wel eens.
Slechts weinigen hadden b.v. verwacht dat na de
verlaging van de voorschotprijs van melk na 1 april
j.l. de melkkoeien flink in prijs zouden stijgen. Wij
moeten natuurlijk zelf ook de landbouw in de land
bouwpolitiek kritisch blijven beoordelen. Vrij zeker
zijn we op de verkeerde weg bij de afzet van onze
produkten. Vaak blijkt er te weinig coördinatie in
deze afzet. Evenzeer is er de vraag of voor som
mige produkten het heffingsysteem wel het meest
geëigende is. Ik denk hier met name aan de boter.
Nederland had hier voorheen ook een ander sys
teem. Wij zullen evenwel, als wij hier weer naar
terug willen gaan, onze partners in de E.E.G. moe
ten proberen mee te krijgen en dat is nog niet zo
eenvoudig. Sommige van die partners hebben het
bovendien druk met het behartigen van meer speci
fieke eigen belangen.
Op maandag 8 juli j.l. kwam de Provinciale Tuin
bouwcommissie der Z.L.M. bijeen onder leiding van
de heer P. J. J. Dekker. Ondanks de drukte op de
bedrijven was de vergadering goed bezocht. Over
diverse onderwerpen werd van gedachten gewis
seld, waarbij vooral de afzet ruime aandacht kreeg.
OVERZICHT TUINBOUW
Gewoontegetrouw gaf de voorzitter een overzicht
van ae situatie in de tuinbouw. Wat de groentesector
betreft was de prijs van de tomaten t.ot eind vorige
week gunstig, dank zij een goede vraag voor export.
Vrijdag 5 juii trad echter een zeer sterke prijsdaling
in. Deze is vooral te wijten aan toenemende concur
rentie van vollegrondstomaten, die thans in het bui
tenland op de markt komen.
De komkommers zijn goed begonnen, doch op
dezelfde vrijdag is ook de prijs voor dit produkt in
gezakt.
Naar natuursla is een goede vraag, vatoral ook uit
het binnenland. De prijs is bevredigend. Ditzelfde
kan gezegd worden van bloemkool.
De vooruitzichten voor het grote fruit, zijn ai bij
herhaling besproken. Peren, pruimen en morellen
zullen over het algemeen een goede oogst geven,
hoewel met name de perenoogst kleiner zal zijn dan
eerst werd verwacht, omdat er na de rui weinig
vruchtjes aan jonge bomen zijn overgebleven.
De appels blijven tegenvallen. Inplaats van juni-
rui kan thans worden gesproken van julirui. Rassen
als James Grieve, Cox's en Winston, die eerst een
redelijke tot goede oogst beloofden, houden uitein
delijk duidelijk te weinig over. De produktie van
appels zal veel lager zijn dan vorig jaar.
Bij het kleine fruit stelt de aardbeienoogst teleur
als gevolg van het ongunstige weer tijdens het rij
pen der vruchten. Ten dele wordt dit goed gemaakt
door de prijs.
De prijs van de zwarte bessen valt in feite tegen,
gezien de matige oogst. De buitenlandse concurren
tie speelt hierbij een belangrijke rol.
Rode bessen zijn voor de binnenlandse consumptie
gewild. -De produktie zal waarschijnlijk wat tegen
vallen, wat een gunstige invloed op het prijspeil zou
kunnen hebben.
De frambozenoogst is inmiddels ook op gang ge
komen. De prijs blijft aanvankelijk beneden de ver
wachtingen.
Over het geheel genomen kan gezegd worden, dat
de uitkomsten in de klein fruitsector door ongunstig
weer nadelig werden beïnvloed gedurende de laatste
weken.
E.E.G.-INTER VENTIEREGEUNG.
Door toepassing van de E.E.G.-interventieregeling
is een ineenstorting van de appelprijs voorkomen.
Men kan daarom zeggen dat de regeling bevredi
gend heeft gewerkt. Wat er gebeuren kan als er geen
bodem in de markt wordt gelegd, was te zien aan
het verloop van de aardappelafzet.
In ons land is ruim 9 miljoen kg appels uit de
markt genomen, namelijk afgerond 2.587.000 kg in
april en 5.379.000 kg in mei. Hiermee was een be
drag van ruim 2 miljoen gulden gemoeid. Omdat
10% hiervan bijeen moet worden gebracht dooi cU
telers (heffingen veilingen) is er thans een tekort
bij het „appelfonds" van het Centraal Bureau van
de Tuinbouwveilingen, doch dit tekort is gelukkig
binnen de perken gebleven. Het kan waarschijnlijk
zonder grote problemen weer gedekt worden.
Van Nederlandse zijde wil men graag de regeling
handhaven, met wijzigingen op enkele punten, te
weten:
a. Aanwijzing van James Grieve en Cox's Orange
als ij krassen, zodat vanaf september interventie
mogelijk wordt.
b. Ook voor peren aanwijzing van vroege ijkrassen
(Precoce en Clapp's), eveneens om vroege inter
ventie mogelijk te maken.
c. Een zodanige vaststelling van de hoogte van de
interventieprijzen dat speculatie met extra lang
bewaren niet wordt aangemoedigd, doch juist
regelmatig aanbod in de hand wordt gewerkt.
Deze wensen zullen tijdens de besprekingen in
Brussel naar voren gebracht worden. Verder zal de
interventie opnieuw gericht worden op het alleen
uit de markt nemen van klasse II en III, zodat het
beste fruit voor de handel beschikbaar blijft. Bij de
discussie werd opgemerkt dat de sterke loonstijging
m Frankrijk de concurrentiekracht van dit laou
waarschijnlijk zal verzwakken.
ROOIPREMIE.
De organisaties hebben jarenlang hardnekkig ge
pleit voor een rooipremie. Nu is dat aanhouden be
loond. Er is een principe-besluit genomen, dat per
struik een premie van 7,50 en per hoogstam f5
zal worden uitgekeerd, mits de te rooien bomen
minstens 18 jaar oud zijn. Daarbij is er een maxi
mum van 1500 per ha. Het wachten is nu op de
verdere uitwerking. Er wordt van verschillende
zijden aangedrongen op spoed om degenen die dit
willen, de gelegenheid te geven vroeg te r-ooien.
's Zomers rooien geeft namelijk minder structuur-
bederf.
Sommigen hadden graag de leeftijdsgrens by 10
15 jaar gesteld, doch dit bleek niet haalbaar.
RONDVRAAG.
Bij de rondvraag kwam o.a. het ongelijke prijspeil
voor diverse bestrijdingsmiddelen ter sprake. In
Frankrijk is simazin ongeveer de helft lager in
prijs als hier, in Engeland zijn grammoxone en cap-
tan veel goedkoper. Import is verboden, omdat het
voorgeschreven ontheffingsummer van de P. D. dam
ontbreekt op de verpakking.
De vergadering was unaniem van mening dat hier
iets niet klopt. De indruk is dat er sprake is van een
evenredig hoge winstmarge, waardoor de Neder
landse teler het extra moeilijk wordt gemaakt. Hy
komt ten opzichte van zijn collega's in andere lan
den op dit punt in een nadelige positie.
Hierna sloot de voorzitter de vergadering, met
dank voor het goede verloop en de opbouwende
wijze waarop de discussie werd gevoerd.
MIDDELING VAN 'INKOMENS
Onze tarieven inkomstenbelasting zijn, zoals wij
allen weten, sterk progressief. Hiermee bedoelen
wij dat van een hoger inkomen een veel hoger per-
centage belasting moet worden betaald dan van
een lager inkomen.
Als voorbeeld nemen wij uit het tarief 1968 drie
inkomens met de daarbij behorende belastingbe
dragen die betaald moeten worden door iemand
die in tariefgroep II valt, d.w.z. door een gehuwde
zonder kinderen.
Stel dat iemand een inkomen genoot 3 jaar van:
het eerste jaar 9.000,
het tweede jaar 22.500,
het derde jaar 45.000,
het bedrijfsleven zijn gevoerd, hebben tot resultaat
gehad dat in de wet Inkomstenbelasting 1964 een
artikel is opgenomen waarbij is bepaald dat OP
VERZOEK een teruggaaf kan worden verleend aan
een belastingplichtige die gedurende een tijdvak
van DRIE aaneengesloten kalenderjaren winst heeft
genoten uit een zelfde onderneming, of inkomsten
uit een zelfde dienstbetrekking.
Die teruggaaf wordt berekend door de winsten
van elk jaar te vervangen door de gemiddelde winst
van de drie jaren. De over de aldus herberekende
inkomens verschuldigde belasting wordt verhoogd
met 5 maar tenminste met 150.
In het hiervoor gegeven voorbeeld zou de be
rekening van de teruggaaf als volgt verlopen:
Betaald over de winst van elk jaar totaal f21.781
De gemiddelde winst is per jaar 25.500
De belasting daarover PER JAAR f 6.116
Uver drie jaar 3 X f6.116 „18.348
Hierbij komt 5% „917
Samen 19.265
Samen in 3 jaar f 76.500,
Dit is gemiddeld per jaar f 76.500 3 25.500.
Aan belasting moet hij betalen over:
Het eerste jaar f 923 is zz 10 van zijn inkomen.
Het tweede jaar f 4.893 is 21 van zijn in
komen.
Het derde jaar f 15.965 is 35 van zijn in
komen. Samen in 3 jaar f21.781.
Aan deze tariefopbouw zijn verschillende bezwa
ren verbonden. In onze agrarische bedrijfstak zitten
wij met sterk wisselende inkomens als gevolg van
zowel het prijs- als het oogstrisico dat de boer loopt.
Als er in een reeks van jaren enkele goede tot zeer
goede winsten gemaakt worden, moet van deze
„topinkomens" een hoog percentage belasting in de
schatkist worden gestort in plaats dat er een potje
kan worden gevormd om de minder goede jaren
door te komen.
Het is dan ook te begrijpen dat vanuit onze sektor
al jaren is gepleit voor een systeem waarbij de be
lasting geheven zou worden naar een gemiddelde
winst in plaats van naar de winst van elk jaar af
zonderlijk.
Deze vleidooien, die ook uit andere sektoren van
De teruggaaf zou bedragen f 2Jil6
Dit is 3.3 van het totale inkomen ad f 76.590.
Het gegeven voorbeeld is eenvoudig gehouden en
om toch een beetje sprekende cijfers te krijgen is
gewerkt met hogere inkomens dan de meeste boe
ren genieten. In de praktijk zullen de berekeningen
dikwijls vrij ingewikkeld worden.
Van belang is te weten dat de eerste periode van
drie jaar de jaren 1965, 1966 en 1967 omvat. Voor
geschreven is dat het verzoek om teruggaaf moet
gebeuren twee maanden nadat elke aanslag over
deze jaren onherroepelijk vast staat. Als er geen
bezwaar tegen een aanslag wordt gemaakt staat
deze vast twee maanden na de dagtekening. Het
verzoek moet dan weer twee maanden later, dus
vier maanden na dagtekening, worden gedaan. Dit
lijkt een ruime periode maar de ervaring leert dat
lang niet iedereen een ontvangen aanslagbiljet tij
dig door zijn boekhoudbureau laat controleren. Men
zal het wel eens doen, envergeet het!
Van dat vergeten hebben velen al eens nadeel
gehad. Dat kan in de toekomst nog erger worden.
Daarom: Laat dus aanslagbiljetten na ontvangst tij
dig controleren. Het is uw eigen belang.
PAAUWE