Opbrengstgegevens Zeeuwse melkveebedrijf van het IC Allereerst een kort overzicht van het resultaat der afspraken van de Raad van Ministers der E.E.G., 27-29 mei 1968. Er komt in dit lopende melkjaar april/april geen verandering in de gemeenschappelijke richt prijs voor melk, nl. 35.30 af boerderij en 37,40 franco fabriek per 100 kg melk met 3,70 °/o vet. In deze richtprijs is echter wel een nieuw element be grepen. De juiste definitie van de richtprijs voor melk luidt nu: de richtprijs voor melk is een te garanderen prijs voor de totale hoeveelheid door de melkveehouders aan fabrieken tijdens het melkprijs jaar verkochte melk, maar dat geldt slechts voor zover de afzetmogelijkheden op de gemeenschappe lijke markt en op de buitenlandse markten dat toe laten. Dit houdt derhalve in, dat de richtprijs geen garantieprijs is en dat de grootte van de aan de melkveehouders uit te betalen melkprijs gekoppeld is terecht aan de afzetmogelijkheden en in het bijzonder aan de hiervoor te ontvangen prijzen (op brengst melkprodukten). De interventieprijs (interventie tussenkomst) voor boter, die aanvankelijk op 604,50 per 100 kg werd vastgesteld, wordt verhoogd tot 628,07. De interventieprijs voor magere melkpoeder werd van 142,50 verhoogd tot 149,32. De denaturatietoeslag voor het veevoeder bestemde magere melkpoeder, die aanvankelijk op 22,35 was gesteld, is verhoogd tot 29,90 per 100 kg. Nieuw voor ons land is dat de fabrieken, die magere ondermei k aan de boeren terugleveren, hierop een toeslag van 5,40 per 100 kg kunnen vèrkrijgen. Voorts werd afgesproken dat enige E.E.G.-partners, in verband met de verschil lende systemen van omzetbelasting, correcties op deze prijzen mogen toepassen. Met het verlenen van deze mogelijkheid zijn wij het niet eens, omdat hier door prijsverschillen ontstaan, die door uit- en in voerheffingen zullen worden gecorrigeerd. Er kan dus beslist nog niet worden gesproken van een vrije uitwisseling van zuivelprodukten. Evenmin van een vrije zuivelmarkt. De consumptiemelkmarkt is in het geheel nog niet gewijzigd. Wat zijn de gevolgen van deze afspraken voor de melkveehouders en consumenten en hoe wordt de melkprijs ondersteund? groot Hiervoor moet omstreeks 1 oktober a.s. een regeling zijn. Een deel van deze benodigde gelden aal worden verkregen door het leggen van een hef fing op de plantaardige grondstoffen voor de fabri- Welke factoren beïnvloeden de melkprijs voor d« melkveehouder? Vanzelfsprekend oefenen de opbrengstprijzen van de uit melk gemaakte produkten de meeste invloed C. ZEE. Enkele opbrcngst-gegevens We zullen ons beperken tot Zeeland. In deze pro vincie wordt de melk tot boter en consumptiemelk en consumptiemelkprodukten verwerkt. Ook wordt een deel der melk geleverd aan centrale verwer kingsorganisaties en naar Holland. De landelijke theoretische opbrengstberekening van 100 kg melk met 3,70% vet bij verwerking tot boter, ondermelk en karnemelk, is als volgt: 4,317 kg boter 5,921 (netto, onver pakt) 25,56 9,195 kg karnemelk a 17,251 cent 1,59 86,488 kg ondermelk a 14,213 cent 12,29 100 kg melk met 3,70 o vet brengen bruto op 39,44 Aanvoerkosten der melk (van de boerde rijen naar de fabriek) 1,14 Verwerkingskosten 2,58 Diverse heffingen „0,42+ 4,14 Richtprijs af boerderij per 100 kg melk met 3,70 vet 35,30 Nu zijn er in Zeeland geen fabrieken die alleen boter fabriceren. De aanvoerkosten der melk liggen aanzienlijk hoger dan 1,14 per 100 kg. In sommige gebieden ongeveer het dubbele. Een vrij groot deel der melk, belangrijk groter dan het landelijke, wordt in deze provincie verwerkt tot consumptiemelk en consumptiemelkprodukten. De hoeveelheid losse con sumptiemelk is onbetekenend. In Schouwen en Dui- veland, Tholen en Sint-Philipsland, West-Zeeuwsch- De verhoging van de interventieprijs voor boter en magere melkpoeder betekent een verhoging van de huidige melkprijs voor de boer met 1,6 cent per kg melk. De consument van boter gaat 5 cent per 250 gram meer betalen. De kosten van het opruimen van de huidige botervoorraden zijn begroot op 170 miljoen dollar (1 dollar 3,62). Voor de gemeen schappelijke financiering van de gemaakte afspra ken is verder een bedrag van 630 miljoen dollar be- cage van margarine. Dit zal ongeveer neerkomen op een verhoging van de margarineprijs met 3 a 4 cent per 250 gram. uit op de melkprijs voor de melkveehouders. De kosten, die verbonden zijn aan de produktie, ver werking en distributie der melk en hieruit gefabri ceerde produkten, zijn niet alleen sterk variabel maar beïnvloeden ook de melkprijs voor de boer. Zo worden de transportkosten der melk van de boerderijen naar de fabrieken in sterke mate beïn»- vloed door de melkdichtheid per km2. De grootte van de verwerkingskosten is afhankelijk van de bezettingsgraad der fabrieken en de uit melk ge maakte produkten. Ook zijn de kosten van het franco-huis leveren der consumptiemelkprodukten; van betekenis of in het algemeen de kosten, die door de fabrieken gemaakt moeten worden voor de afzet van de gefabriceerde produkten. Wanneer men deze kosten der afzonderlijke la- brieken onderling vergelijkt of van verschillende gebieden, dan neemt men geen verschillen waar van enkele tienden centen per kg maar van centen. Logisch is dat al deze kosten uit de bruto-opbrengst der melk moeten worden betaald en dat de aan de melkveehouders uit te betalen melkprijs hierdoor mede wordt beïnvloed.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 10