8 bewegingsvrijheid gewenst. Ik kom nu even terug ©p een aantal reeds geuite wensen en konkludeer daaruit dat het agrarisch verlangen uitgaat naar een zo groot mogelijke vrije zone tussen de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde. Wanneer de in dustriële welvaartsbronnen vrije speelruimte hebben aan of nabij grootscheeps vaarwater en er met de droge toeleveringsbedrijven een spreidingsbeleid ge voerd kan worden betrokken op de stimulerings regio in Nederland, acht ik uit een oogpunt van ruimtelijke ontwikkeling deze groene eilandenzone een gezonde wens en een goed standpunt. De pro vincie Zuid-Holland heeft een dergelijke politiek met zijn standpunt t.a.v. Voorne-Putten duidelijk onderschreven. BETEKENT dit nu dat het standpunt van de landbouw inhoudt dat dit groene eilanden- gebied ten gunste van een agrarische zuiverheid, een agrarische perfektie, a.h.w. verder bevroren zou moeten worden, afgezien van goed water, goede wegen en rekreatieve voorzieningen. Natuurlijk niet. De landbouw heeft genoeg werkelijkheidszin om te weten dat juist het zich isoleren, het loslaten van organische verbanden, funest is voor een goed funk- tioneren. Men beseft dat dit groene gebied juist slechts zijn funktie zal kunnen vervullen, wanneer het een goed leefklimaat biedt voor al diegenen, die in meerdere mate zullen werken in nijverheid en dienstensektoren in de wijde omtrek. Daarom zullen forensendorpen, streekcentra, moeten worden uit gebreid; verzorgings- en dienstenfunkties moeten worden opgebouwd en verbeterd. Voor de platte landers betekent dit eveneens winst en men weet dat dergelijke verbeteringen ook het eigen woon- en leefklimaat ten goede zullen komen, ook al kost het bouwgrond. Maar voor niks heb je niks. Ik ben nu aan mijn negende alinea. Uitgaande van het noodzakelijke wonen en dus ook bouwen in het Delta-gebied, rijst de vraag wat de landbouw voor bouw-wensen in zijn maximum-programma zou opnemen. Dit is misschien het meest omstreden punt. Bouwen is duur, om niet te zeggen te duur en heus niet alleen agrariërs zijn geneigd een te grote bevoogding op dit terrein te betreuren. Evengoed weet men dat men niet raak kan bouwen. Raak gebouwd heeft men in België en nu is daar iedereen ervan overtuigd dat het mis is geweest, maar hoe een zo wijd geopende kraan terug te draaien? Men wil echter vrij zijn, net als de industrie, om be drijfsgebouwen te stichten. Er kan wel verschil van mening zijn over de plaats waar men die bedrijfs gebouwen wil stichten, dat geldt ook voor de in dustrie, maar als de plaats dan vastligt, dan wil men ook doelmatig kunnen bouwen. Het is als ondernemer als beroerd genoeg dat enkelen de erfe lijke belasting van de zorg voor een Monument moeten dragen. Verder wil men vrij zijn enige wo ningen bij het bedrijf te bouwen, als deel van de onderneming, hetzij voor ouders, voor kinderen, voor hulp of als zomerhuis. Ik zie niet in ook wat daar tegen is als verder aan redelijke eisen wordt voldaan. Met deze stellingname ben ik ook aan de aan sluitende (10e) opmerking over kassenbouw voor de tuinbouw. In beginsel zou een tuinbouwer vrij wil len zijn als ondernemer een investering in kassen, financiëel een onderneming op industriëel niveau, te doen. Daarmee zijn we op het 11e punt aangeland, het landschap als faktor in de ruimtelijke ontwik keling. De landbouw als principiële vijand van het eigen agrarische landschap ken ik niet. De land bouw als vijand van een statische landschapsopvat ting ken ik wel. Het huidige landschap is een pro- dukt van een dynamische voortgang op agrarisch gebied door de historie heen. Wie ieder boompje wil latén staan, doet voor ons beter in een Indianen reservaat te gaan wonen. Wij agrariërs willen daar niet leven. Wij houden van ons polderlandschap en wij weten genoeg van de moderne wetenschappe lijke opvattingen over de waarde van windschut in ons klimaat. Men zou eens moeten nagaan hoeveel km windschut alleen door fruittelers de laatste 20 jaar werden geplant en bepalen deze niet op fraaie wijze een aparte eigenheid van sommige onzer pol derlandschappen? Wat het aparte vraagstuk van de kassenbouw be treft citeer ik de stellingname van de Direkteur van de Tuinbouw en het Staatsbosbeheer gezamenlijk: .,In de moderne visie der landschapsdeskundigen is het landschap, zeker in een dichtbevolkte streek, een uiting van menselijke aktiviteit en niet een stuk zuinig gekonserveerde historie waarin alleen het oude schoonheid bezat. In het Nederlandse land schap hoort ook die kas thuis, vanouds een vorm van bedrijvigheid waar nota bene Nederland in de gehele wereld beroemd om is." Hier zou ik het voor wat betreft een niet uitput tende agrarische programmering bij willen laten. Ten dele heb ik daarbij reeds enige kanttekeningen geleverd. Er is echter meer kommentaar nodig* om dat wij ook wel weten dat het ontwikkelde maxi mum-programma niet te verwezenlijken is. Wij zijn niet alleen op de wereld en allesbehalve in een diktatoriale positie, wij leven samen in een veel- vervige maatschappij en goed samenleven vraagt dagelijks om goede kompromissen, om synthese, ook al schijnt er een generatie te groeien die meer be lang schijnt te hechten aan argumenten als straat stenen dan werkbare tussenoplossingen. Een beeld dat steeds weer in ons gehele land te zien valt. Stadsuitbreiding op agrarisch gebied. Foto: v. Heemskerk Dücker. XA/AT een aantal door mij opgesomde punten aangaat, deze liggen dus m.i. in de sfeer van overleg en onderhandelingen. Ik denk aan bodem bestemming, aan wegentracering, aan bouwplannen. De agrarische sektor is zeer gevoelig voor een goed vooroverleg. Voor ongeduldige autoriteiten lijkt dat vaak tijdrovend. Zij mogen waarachtig zich dit offer voor een goed werken van de demokratie wel ge troosten, temeer waar de agrarische sektor zich meest de offers moet getroosten, ook al worden ze er dan soms goed voor betaald naar men pleegt te zeggen. Voor het afnemen van een stukje bestaan, van een stukje bewegingsvrijheid betekent een chèque veelal niet meer dan een pleister op een wonde die een blijvend lidteken achterlaat. Al bloeit er nieuw leven uit de ruïnes denk aan de watersnood daarmee zijn de puinhopen niet ver geten. Inspraak is beter dan straatstenen gooien. Een extra niet wettelijk verplicht gesprek blokkeert anarchistische gedachten. Zij die de beslissingen moeten nemen behoeven zich niet lam te laten leg gen door eindeloos gerekte onderhandelingen, dat is de andere zijde van de medaille. En we behoeven evenmin te lief voor elkaar te zijn zonder de hard heid van straatstenen te bereiken, dat bewijst b.v. het adres over het streekplan Midden-Zeeland van de afd. Oostkapelle van de Z.L.M. IK heb al gezegd, dat niemand er in de land- bouworganisatie aan denkt om raak te bouwen. Maar dat er behalve normale veranderingen en uit breidingen op afzonderlijke boerderijen, ook agra rische complexen zullen ontstaan staat voor mij wel vast. We kennen ze ook reeds lang in de vorm van een W.P. en een Bathpolders b.v. Ik denk echter in 't bijzonder aan die toekomstige ondernemers die al of niet in ver ka velings verband gezamenlijk gebou wen, ventueel land, vee en machines zullen exploi teren. Het idee van de afd. Heinkenszand dat twee naast elkaar te leggen verkavelingsbedrijven één bedrijfsgebouw zouden stichten om de kosten te drukken, een idee dat alom in de vakpers is ge prezen, heb ik in mijn gedachten reeds uitgebreid tot de mogelijkheid dat b.v. 4 bedrijven dit qua ligging even goed zouden kunnen doen. De juri dische vormgeving laat ik aan die wereld overhard loopt men daar nog niet, denk ik wel eens. Voor het laatst op de kassenbouw terugkomende, het eerder geciteerde standpunt vervolgt ook: Ook aan de vestiging van de glas-tuinbouwbedrijven kunnen voorwaarden worden gesteld om te komen tot een aanvaardbare inpassing in de ruimte. Het heeft niet steeds tot ideale situaties geleid. Persoon lijk zou ik hier ook denken aan bundeling van ves tigingen eventueel via grondruil. Er zijn ook mensen die niets zien in het uitbreiden van de woongelegenheid in de groene tussenzones. Ir. de Boer, direkteur van de P.P.D. Zuid-Holland waarschuwt tegen de vlucht uit de stad en ziet via de massa geproduceerde goedkope bungalows wel van hoge kwaliteit zegt hij er bij onafzienbare bungalow buitensteden ontstaan, nachtmerries van verveling met onvoldoende voorzieningen, zoals win kels, scholen, speelterreinen, kerken, kruisgebou- wen, haltes en stations, bezwaarlijk wegens afstan den voor post, dokter, melkboer, politie en stads reiniging. Als 't u belieft! Waarom moeten die ves tigingen al die gebreken vertonen, zou ik eerst willen vragen. Als men wat beters te bieden heeft in de stad, zodat de mensen een wel voor hen aan trekkelijk woonklimaat kunnen vinden, laat de stedebouwkundigen dat dan eens bewijzen en zo danige plannen uitvoeren, dat die trek naar buiten geen behoefte meer is. Anders vind ik de stelling name van een man, die tot de klasse intellektuelen behoort, die in meerderheid er buitenhuizen op na houden, behoren tot de hoogmoed van diegenen, die een deel van ons volk bermtoerisme verwijten. De Zeeuwen hebben daarvoor een goede spreuk Zij zeggen, laat een mens in zijn wezen. Dit heeft met verdraagzaamheid, met niet-apartheid en met de mokratie te maken. /""\P het gebied van zoet en schoon water zie ik niet veel plaats voor kompromissen en zou ik niet willen marchanderen. Dit is een levensnoodzaak voor alle bewoners. Ook op het terrein van de luchtverontreiniging dienen wij ongemakkelijk te zijn. Dat tien Zaangemeenten beroep aangetekend hebben tegen te lichte door Amsterdam aan de ves tiging Mobil-Oil gestelde voorwaarden is begrijpe lijk. Over de situatie in de Antwerpse polders na de recente vestiging van grote chemische bedrijven las ik het volgende in een Belgisch Weekblad. „Onder vindt de landbouw in de polder de eerste nadelige gevolgen van de chemische bedrijven die van het Noorden van de provincie Antwerpen een tweede Ruhrgebied dreigen te maken? Voorlopig durft nie mand een bevestigend antwoord op deze vraag te geven. Maar de verschijnselen, die zich op bepaalde akkers voordoen, schijnen in deze richting te wijzen. Op bepaalde percelen bouwland groeit de suikerbiet niet meer. Er lopen gele strepen door de tarwe- en gerstvelden. Het gras, dat deze velden omzoomt, vertoont eveneens een geel-witte kleur. Bomen, heggen en planten die in dezelfde windrichting als deze velden liggen, sterven af. Het zijn verschijnse len, die de landbouwers zo zachtjesaan in paniek stemming brengen". IN dit verband dient hier de vraag gesteld te worden of er niet een grote tegenstelling is in planologische behandeling tussen industrie en land bouw. Evenals in de achter ons liggende jaren wordt

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 8