Congres ruimtelijke ordening Notulen Buitengewone Algemene Vergadering der Z.L.M. Wolfederatie-prijsvraag op de Z.L.M.-tentoonstelling K. N. L. C. BEVOLKING BETREKKEN BIJ RUIMTELIJKE ONTWIKKELING De discussiegroepen, die de stof van de sprekers op het congres „Zie Zeeland" hadden te verwerken, legden de nadruk op de behoefte om de bevolking te betrekken bij de plannen voor ruimtelijke ont wikkeling. In ruilverkavelingen zouden jongeren veel meer dan tot nu toe moeten worden betrok ken, desnoods door de commissies van 5 tot 7 per sonen uit te breiden. Ook is het van belang bij pla nologische ontwikkelingen de burgert zelf meer te betrekken. De helft van de ontdekkingen, zo werd opgemerkt, is door niet-deskundigen gedaan. Er werd behoefte gevoeld aan een zoveel moge lijke vereenvoudiging van de bestuursstruktuur. Anderzijds de scholing van de plattelander in de bestuursaangelegenheden werd bijzonder belang rijk geacht. Een geringer in aantal wordende groep heeft immers behoefte aan een goede kwaliteit van zijn vertegenwoordigers. LANDBOUW EN INDUSTRIE De meningen waren verdeeld over de vraag of ten aanzien van de werkgelegenheid de door de heer Hupkes als „trekpaard" aangeduide industrie op den duur wel zo'n trekpaard zou blijven. Ook de industriële werkgelegenheid zal immers op den duur afnemen. Men had algemene kritiek op de stelling van de heer Hupkes dat industrialisatie de enig duurzame methode zou zijn om de gebieden buiten de Randstad Holland economisch verder te ontwikkelen. Het congres zag een gevaar in het aantrekken van buitenlands kapitaal voor het ver der ontwikkelen van onze economie. Het wenste een duidelijke plaatsbepaling van industrie, land bouw, recreatiemogelijkheden en woongelegenheid. Men zou de planologie bij deze ontwikkelingen meer voorrang willen geven en daarbij een samenspel tussen belanghebbenden vooraf mogelijk willen maken. RECREATIE De recreatiebehoeften worden momenteel posi tiever beleefd dan voorheen. Ook op dit gebied is behoefte aan meer inspraak van de bevolking, om er achter te kunnen komen hoe men deze-behoeften in planologisch opzicht het beste kan verwerken. Daarbij mag de funktie van de landbouw als in stand houden van het recreatieve landschap niet worden onderschat. VERKEER Wat het verkeer betreft werd nog opgemerkt, dat het verkeer de andere economische funkties samenbindt. Het verkeer zal nog steeds belangrijker worden. Openbaar verkeer kan een belangrijke ont lasting worden van het particulier vervoer. Uitbreiding van het wegennet is belangrijk, maar ook het beter gebruik van meerdere banen van de wegen. Ook voor binnenlands luchtvervoer werd gepleit. Een gewenste ontwikkeling van werk-, woon- en recreatiegebieden vraagt een duidelijke verkeers planning. Daarbij moet zo zuinig mogelijk met de landbouwgrond worden omgesprongen. CONCLUSIE Vorm geven aan de samenleving, daarover han delde in feite dit congres, aldus mr. Stapel, die het congres voorzat. Daarbij is een samenspel van land bouw, industrie en diensten nodig. Welvaart en wel zijn moeten daarbij beide in het oog gehouden wor den. Alle bevolkingsgroepen zijn hierbij betrokken. De plattelandsorganisaties zullen in samenspel met andere bevolkingsgroepen bij deze ontwikkeling betrokken moeten blijven, vooral in de naaste toe komst, waarin men de lijnen voor een volgende generatie gaat uitzitten. Rest ons nog mee te delen, dat van het congres een uitvoerig verslag zal verschijnen dat op deze pagina zal worden aangekondigd. J. R. W. AVER de landbouwstruktuur sprekende wees de Minister erop dat op het ogenblik 60.000 ha of 40 van de Zeeuwse oppervlakte cultuurgrond gereed is met het proces van plattelandsvernieu wing door ruil- of herverkaveling. Voor geheel Nederland geldt dat nog geen 8 van de opper vlakte dit proces heeft doorgemaakt. Zeker even belangrijk, zo zei de Minister, als investeringen is het feit dat de cultuurtechniek in Zeeland een provincie die steeds een opmerkelijke openheid aan de dag heeft gelegd, dikwijls bepalend is geweest voor de ontwikkeling in het gehele land. Zeeland is eigenlijk te beschouwen als een soort „proeftuin van de cultuurtechniek" in Nederland, zo zei de Minister. Op 40 van de Zeeuwse cultuurgrond 60.000 ha) is de ruil- of herverkaveling afgeslo ten. In geheel Nederland is dit slechts 11 een grote voorsprong van Zeeland op dit punt. Minis ter Lardinois wees er in dit verband op dat hoe lan ger hoe meer de agrarische struktuurverbetering gecombineerd wordt met noodzakelijke niet-agrari_ sche voorzieningen. De ruilverkaveling De Poel- Heinkenszand waardoor gronden ter beschikking komen voor de aanleg van rijksweg 58 en voor pro vinciale wegen, noemde hij als voorbeeld daarvan. De ruilverkaveling is een uitstekend modern in strument in handen van bestuursorganen ook in provinciaal verband, aldus de Minister. AP het struktuurbeleid ingaande zei de Minister dat, in breder verband gezien, het beleid past in het kader van de ruimtelijke ordening, zoals dit in ons overvolle land noodzakelijk is geworden. Het werk dient afgestemd te worden op de streekplan nen, landelijk en provinciaal. De Minister zei in het Zeeuws Land- en Tuinbouwblad kennis genomen te hebben van het vraagpunt over de „Ruimtelijke Ordening" dat deze winter in de Z.L.M.-afdelingen is behandeld. Het is verheugend dat in de beant woording van de vragen en de conclusies ook posi tieve geluiden worden vernomen. Er bleken be zwaren te bestaan tegen de beperkingen die de z.g. landschappelijke waardevolle agrarische gebieden de land- en tuinbouw oplegt. Men kan van gebie den geen musea maken, dit zal tot verpaupering leiden, aldus citeerde de Minister. Er behoeft in dit opzicht evenwel geen ongerustheid te bestaan, ver zekerde Minister Lardinois. Het landschap moet meegroeien in de totale schaalvergroting van de gebieden. Uiteraard dienen bepaalde landschappen vanwege hun uitzonderlijk karakter bewaard te blijven. Geordende concentratie van gespecialiseerd agrarische bebouwing zoals mesterijen, fokkerijen e.d. wordt eveneens echter afgewezen, mede in verband met de ziekterisico's. De regering is op dit voor de boeren zo belangrijke punt van economi sche vrijheid beslist diligent. TOT het struktuurbeleid behoren ook onderwijs, onderzoek en voorlichting. Het omvat het ge heel van maatregelen, die gericht zijn op de ver sterking en verbetering van de produktie-omstan- digheden in de landbouw. De bestaande kennis ver oudert sneL Een juiste instelling van de boer op dit punt is een onmisbaar element voor modern onder nemerschap. Onderwijs en voorlichting moeten ver vooruitzien. De minister wees er in dit verband op dat het onderwijs van nu mensen opleidt die tussen de jaren 1980 en 2015 boer zullen zijn. Het zal ze dus moeten opleiden voor een verschiet dat nog (Vervolg van pag. 4) hogere eisen stelt aan ondernemerschap, inzicht en kennis dan nu al het geval is. Voor de jongeren is de voorlichting voor de beroeps- en opleidings keuze van bijzonder groot belang. Openhartige voorlichting in het licht van de toekomstperspec tieven is een absolute noodzaak. Een verkeerde keu ze betekent in de nabije toekomst verscherping van de problemen en persoonlijke teleurstellingen. INGAANDE op het „vertrek uit de landbouw" wees Minister Lardinois op de economische ontwikkeling, waardoor een steeds toenemende produktiviteit de landbouw stelt voor het feit van een voortdurende afvloeiing; momenteel nog 11 miljoen werkers in de land- en tuinbouw. Als deze afvloeiing in het huidige tempo doorgaat, dan zal in 1980 nog slechts de helft daarvan over zijn. En dit huidige tempo is nog te laag. Nu kan men dat gemakkelijk constateren, maar men kan moeilijk over het hoofd zien dat iemand van 55 jaar of ouder niet veel andere mogelijkheden heeft dan blijven. Vandaar ook voor de ouderen bij bedrijfsbeëindi ging de maandelijkse uitkeringen van het O. en S.-Fonds. MINISTER Lardinois wees er op dat het struc tuurbeleid niet alle problemen kan oplossen. De prijs blijft in het kader van het markt-^ en prijs beleid. één van de belangrijkste oriënterende fac toren voor de produktie. Ais een bepaald prijsni veau gepaard gaat met overschotten, dan mag en kan men van een structuurbeleid niet alles ver wachten. Als men een bij de afzetmogelijkheden passend prijsniveau met behulp van subsidies in feite ver hoogt, dan stimuleert men het instandhouden van produkties, die geen perspectief bieden. In plaats van aan te passen stimuleert men. Deze waarheid gold vroeger voor ons nationale beleid en dit geldt eveneens thans voor het gehele E. E. G.-beleid. IN zijn slotwoord behandelde Minister Lardinois in korte trekken de toekomstige ontwikkeling. Zeeland zal, in een ongekende stroomversnelling terecht komen. De industrialisatie zal voortschrij den, de verbindingen met het achterland zullen verbeterd worden. De landbouw maakt in ons land en m Europa een snelle ontwikkeling door die ge paard gaat met vergroting van de produktiviteit en mét een inkrimpende werkgelegenheid. De ont wikkeling in de Zeeuwse Landbouw zal doorgaan. En wat ligt er meer voor de hand dan dat de ont wikkeling in de niet-agrarische sfeer en die in de landbouw zullen gaan samenspelen? Dit geeft extra mogelijkheden zowel voor hen die in de land bouw willen blijven als voor hen die een ander emplooi zoeken, ook in de industrie. De Minister besloot zijn rede met er op te wij zen dat dit niet vanzelf zou gaan en ,het op de weg ligt van een organisatie als de Zeeuwse Land bouw Maatschappij om haar leden te begeleiden naar deze nieuwe maatschappij. „Moge God U bij Uw verdere werk zegenen. Ik dank U!" (Applaus). (Wordt vervolgd.) Winnaar van de Wolfederatie-prijsvraag afd. Zee land op de Z. L. M. Tentoonstelling Wilhelminadorp, waarbij het gewicht van een wollen deken geraden moest worden is J. DE FEIJTER, Borendijk 13 te G roede. De deken woog 3260 gram. Dit werd in aanwezig heid van de voorzitter van 't Tentoonstellingsbestuur de heer J. Nieuwenhuyse te Lewedorp, vastgesteld op een weegschaal van „Prior" te Boskoop, Postbus 29.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 6