Notulen Buitengewone Algemene Vergadering der Z.L.M. 4 17 JUNI 1968 r)E Algemeen Voorzitter ir. Prins opent de vergadering en heet allen namens het be stuur van harte welkom. Van de lange rij gasten die vanmiddag onze herdenkingsvergadering ter ge legenheid van het 125-jarig bestaan der Zeeuwse Landbouw Maatschappij in dit monumentale ge bouw door hun aanwezigheid een bijzonder accent geven, heet de voorzitter welkom de Minister van Landbouw ir. P. J. Lardinois. Het bestuur stelt uw aanwezigheid op hoge prijs, aldus de voorzitter. Voor uw bereidwilligheid om op deze vergadering de Z.L.M. toe te spreken zeggen wij u gaarne van harte dank. Het is van u bekend dat u het kontakt met het bedrijfsleven op prijs stelt maar wij besef fen dat de werkelijke komst van een minister toch altijd tot op het laatste ogenblik en vanuit diverse gezichtshoeken bezien onzeker is. Temeer waar deren wij uw aanwezigheid. Dat uw werkzaamheden in E.E.G.-verband het u niet toelaten om ook van avond onze gast te zijn betreuren wij zeer. Wij be seffen dat vele taken beslag op u leggen. Er is in onze kring bewondering voor de wijze waarop u, bijgestaan door uw medewerkers, de dikwijls ook lichamelijk zware opgave van uw hoge ambt ver vult. Hoewel desondanks toch wel enkele zorgen zullen doorklinken, hopen en vertrouwen wij dat u deze zult willen zien tegen de achtergrond van ons idealisme en onze volharding om dit mooie land- en tuinbouwgebied niet alleen het niveau te doen be houden maar dit ook verder te verhogen. rT de Commissaris der Koningin Mr. J. van Aartsen richt de voorzitter zich met de vol- gende woorden: Uw aanwezigheid op onze buiten gewone vergadering wordt door het bestuur op hoge prijs gesteld. Uit het vraaggesprek met u, dat in het jubileumnummer van ons Zeeuws Land- en Tuinbouwblad is opgenomen, blijkt hoezeer u de problemen in onze sektor onderkent en de ontwik kelingen volgt. Door uw tegenwoordigheid in deze vergadering geeft u wederom van uw medeleven met de land- en tuinbouw blijk. Wij zeggen u daar voor gaarne dank en willen daaraan de wens toe voegen dat wij op uw steun en medewerking mogen blijven rekenen. Voorts heet de voorzitter welkom de leden van Gedeputeerde Staten van Zeeland, de heren J. van den Bos en A. J. Kaland, en de griffier der Staten dr. D. van der Wel, erop wijzende dat in de afge lopen 125 jaar in de lange reeks van vergaderingen der Maatschappij slechts zelden een vertegenwoor diger van het Provinciaal Bestuur daarbij ontbrak. Het Provinciaal Bestuur heeft al deze jaren met de land- en tuinbouw in grote mate de direkte be moeienis gehad. Door de nieuwe ontwikkelingen, waarvoor wij niet blind zijn, is uw aandacht in toe nemende mate ook op andere facetten gericht. Uw aanwezigheid bij onze vergaderingen is een bewijs van belangstelling en aandacht uwerzijds voor dat gene dat in de agrarische sektor leeft. Woorden van welkom richt de voorzitter vervol gens tot mr. F. G. A. Huber, burgemeester, en de leden van het College van Wethouders van Goes; de burgemeester van de gemeente Kattendijke, de heer Daniëls; mr. J. F. G. Schlingemann en de vele vertegenwoordigers van Rijks-, Provinciale en an dere diensten; onder meer tot dr. ir. C. W. C. van Beekom, H.I.D. van de Landbouwvoorlichting; ir. D. van der Zaken, H.I.D. Cultuurtechnische Dienst; dr. ir. W. H. Ubbink, vertegenwoordiger van de Provinciale Planologische Dienst; ir. W. de Beijl, H.I.D. van de Provinciale Waterstaat; de consulen ten van de Rijks Land- en Tuinbouw Voorlichtings diensten in Zeeland; ir. Markusse, direkteur van de R.M.L.- en T. te Goes; ir. J. Roest en dr. ir. J. P. M. de Wolf, resp. direkteur R.M.L.S. te Schoondijke en Hulst. Eveneens heet de voorzitter welkom ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het K.N.L.C., en de heer Bouma, voorzitter van de Friese Mij van Landbouw; bestuursleden van de Noord-Brabantse Mij van Landbouw, de voorzitter en secretaris van de Hol landse Mij van Landbouw resp. de heren Jas en ir. D. Tuynman. Tevens een woord van welkomst voor de vertegenwoordigsters van de Bond van Platte landsvrouwen, mevr. De KoeyerDoeleman, mej. A. v. d. Leeden en de vertegenwoordigers van de Plattelands Jongeren Gemeenschap Zeeland. Zoals vanouds, aldus de voorzitter, hebben wij bij de voorbereiding van deze feestweek weer een beroep op u kunnen doen en uw aanwezigheid hier is een bewijs van uw verbondenheid met de Z.L.M. De voorzitter heet de vertegenwoordigers van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap de heren Van Duyse en Goeman welkom, voorts de vertegenwoordiger van N.C.B., de heer Vercaute- ren, en Zeeuwse C.B.T.B. de vice-voorzitter en de secretaris de heren De Jager en Barends, waarbij de voorzitter zegt het op prijs te stellen met name ten overstaan van de vertegenwoordigers der Zeeuwse C.B.T.B. te wijzen op de goede verstand houding tussen de organisaties. Dit omdat de Z.L.M. niet, zoals u nu door onze aanwezigheid op uw vergadering een en ander kon onderstrepen. Tenslotte verwelkomt de voorzitter de erevoor zitter der Z.L.M. ir. M. A. Geuze, de ereleden de heren H. C. van de Zande, Collot d'Escury, Bommel van Vloten; ir. Staf vertegenwoordigde de Ned, Heide Mij en de landelijke N.F.O., de heer Wester hof, voorzitter van de Grontmij; de heer W. Kake- beeke en ir. P. M. Felius namens de N.F.O. Zeeland en de leden der Maatschappij en hunne dames. (De openingsrede van de Algemeen Voorzitter ir. J. Prins werd reeds opgenomen in het Landbouwblad van vorige week.) Vervolgens geeft de Voorzitter het woord aan de Minister van Landbouw, jr. P. J. Lardinois. REDE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Ir. P. J. LARDINOIS DE Minister dankt voor de woorden van welkom tot hem gericht en zegt de uitnodiging om op deze vergadering te komen spreken gaarne te heb ben aanvaard. 125 jaar Zeeuwse Landbouw Maatschappij, een mijlpaal, een herdenking maar ook een punt om het oog op de toekomst te richten. Wie Zeeland zegt en terugdenkt wordt door de historie overweldigd. Ik acht het een voorrecht met uw Maatschappij van daag aan deze jubileumviering deel te nemen. Al lereerst ook namens de Regering een hartelijke ge lukwens bij dit 125-jarig jubileum, aldus de Minis ter. Het 100-jarig bestaan viel midden in de tweede wereldoorlog; daarom werd de herdenking tot na de oorlog verschoven. Toen werd een blijvend ge denkteken door u opgericht door professor Bou- man de geschiedenis te laten schrijven van een eeuw Zeeuwse Landbouw en een eeuw Zeeuwse Landbouw Maatschappij. U, voorzitter, hebt er zelf uit geciteerd. Ik, zo zegt de Minister, wil dit op een enkel punt ook doen. Geloof in de toekomst, niet terugschrikken voor het nieuwe maar flink aan pakken en opnieuw durven beginnen. Dat blijkt de solide formule te zijn waaraan de Zeeuwse Land bouw haar ontwikkeling en haar voortbestaan heeft te danken. De Zeeuwse Landbouw Maatschappij is ongetwijfeld het belangrijkste medium geweest waardoor deze nieuwe ideeën werden doorgegeven zodat in brede kring van weer steeds nieuwe moge lijkheden kon worden geprofiteerd. 1844 Z.L.M.-verslag. Jonge boeren doen er beter aan een stuk land te pachten dan een bedrijf te beginnen door dure aankoop van grond". Dit was in 1844; het geldt nog steeds! 1872 Aid. Keinkenszand „benoemt een commis sie om de verhouding tussen bietenteler en fa brikant te bestuderen. Aanbevolen wordt de op richting van een bietentelersvereniging. Een modelkontrakt wordt ontworpen". De kontrakt- telersverenigingen zijn oud en toch nog zo jong! 1873 De grote graancrisis moet nog komen en vele landbouwers breiden de graanteelt sterk uit. Hoge grondprijzen, zware hypotheken. Maar reeds in 1873 is er de waarschuwing van de Z.L. M., met visie op een komende technologische ontwikkeling. „Er is een steeds toenemende uit breiding van de graanbouw in Amerika. Zolang de vervoermiddelen daar nog gebrekkig zijn zullen de graanprijzen wel staande blijven. Maar zodra de spoorwegverbindingen aldaar ge reed zijn en er een geregelde stoomvaart op Amerika zal bestaan zal de daling aanmerkelijk zijn". Helaas, zij hadden goed gezien! In 1879 staat er in de notulen van de voorjaarsvergade ring van de Z.L.M.: „We moeten de landbou wers voorlichten en waarschuwen, opdat zij de ernstige strijd die voor de deur staat, niet on voorbereid, niet ongewapend te strijden hebben. Ik"zou dit de formule willen noemen van elke landbouworganisatie die zichzelf respekteert. Indringender kan men, mijns inziens, de taak van een landbouworganisatie niet formuleren. De Zeeuwse Landbouw Maatschappij liet het in deze dramatische tijd niet bij woorden alleen. Onderwijs en voorlichting werden met kracht ter hand genomen. crisis in de dertiger jaren. Produktie en prij zen werden niet meer aan het volledige vrije spel van de economische krachten overgelaten. Dit bleek de voorloper van het huidige beleid tot het naoorlogse markt- en prijsbeleid. Ook ten opzichte van de strukturele aanpassing heeft de overheid toen een begin gemaakt. En op dit markt- en prijsbeleid zou ik, mijnheer de voorzitter, even na der in willen gaan. Niet historisch maar gericht op het heden en een enkel moment in de toekomst. Natuurlijk is een gemeenschappelijk landbouw beleid in de E.E.G. niet vanzelf gekomen. Integen deel, de achter ons liggende tien jaar, wellicht zelfs 20 jaar, hebben velen in de regering en in de ge organiseerde landbouw daar hard voor moeten wer ken. Nu wij deze gemeenschappelijke markt prak tisch verwezenlijkt hebben kan men zich afvragen of het allemaal de moeite waard geweest is. Na tuurlijk zjjn er teleurstellingen, maar als we eerlijk zijn moeten we zeggen dat voor een agrarisch ex portland als Nederland bij uitstek is, is een andere koers óf onmogelijk desastreus voor onze land bouw. Zo'n proces verloopt niet zonder strubbelin gen maar nu reeds kunnen we zeggen dat de koers juist is. Het Nederlands beleid op het markt- en prijsbeleid is nu op de eerste plaats de inbreng op de besluitvorming in Brussel. Echter de laatste loodjes blijken het zwaarst te wegen. PEN enkel woord over het moeilijke overleg in de zuivel- en rundvleessektor. Nederland heeft een zeer aanzienlijke export van zuivelpro- dukten. Voorzover deze export naar de lidstaten gaat, gaat ze nu dezelfde prijs opbrengen als het produkt dat op de binnenlandse markt wordt af gezet. De afzet van het gemeenschappelijk over schot zal met gemeenschappelijke middelen geschie den. Het zijn gemeenschapsproblemen geworden en geen nationale. Aan de laatste overeenkomsten de voorzitter heeft erop gewezen mankeert nogal wat. Met wei nig wat u gezegd hebt ben ik het zo eens als met deze woorden. Ik betreur dan ook ten zeerste de afwijkingen op het algemene schema die wij heb ben moeten accepteren. Ik dacht dat we mogen verwachten dat ze binnen niet al te lange tijd tot het verleden zullen en moeten behoren. Het was vooral de onzekere politieke situatie in enkele van onze partnerlanden die ons voor de zeer moeilijke keuze stelden: of niet of dit! Of we de juiste keuze hebben gedaan zal de geschiedenis moeten be wijzen. De regeling voor de gemeenschappelijke rund vleesmarkt is ook voor Zeeland van belang. Zee land kent in het verleden reeds de rundveemesterij en ook bedrijfseconomisch in de combinatie akker- bouw-rundveemesterij voor de hand liggend. Het uitgestippelde beleid in deze sektor lijkt in de toekomst een voor de producent bevredigend prijs peil voor rundvlees mogelijk te maken. Uiteraard voorzover de fokker bij de verkoop van zijn jong vee nog enige ruimte overlaat. Maar dat is altijd in deze sektor als men in de tweede hand zit. ONGETWIJFELD is voor Zeeland belangrijker de akkerbouw of beter gezegd de plantaardige produktie. Want ook de tuinbouwgewassen nemen in de akkerbouw een toenemende plaats in. Onder de akkerbouwgebieden neemt Zeeland een zeer vooraanstaande plaats in. De arbeidsbezetting per eenheid produkt ligt voor Zeeland relatief laag. Wat de prijsvorming betreft is de eerste ervaring met het E.E.G.-beleid niet tegengevallen. Zo was de minister van mening. Bovendien laat oogst 1967, ook voor wat de gra nen betreft, recordopbrengsten zien. Het overschot aan zachte tarwe in de gemeenschap was groter dan ooit maar desondanks was de prijsvorming niet on- bevredigènd, terwijl inlevering van tarwe tot nu toe niet voorkwam. Dat hebben wij naar mijn mening aan de gunstige ligging van ons land te danken, aldus de Minister. De gerstprijs kwam dicht bij de richtprijs hetgeen in jaren niet gebeurd was. Betreffende de E.E.G.-suikerregeling merkte de Minister op dat deze de telers in de van nature voor de teelt van suikerbieten geschikte gebieden, zoals Zuidwest-Nederland, verleiden deze teelt uit te breiden. Het zou te betreuren zijn als dat gebeurde. We moeten de suikerbiet als peiler voor onze ak kerbouw behouden maar daarvoor is zelfbeheersing nodig bij het bepalen van de produktie-omvang, zo waarschuwde de Minister. De Minister vermeldde de hulp van de regering door verhoging der sub sidiebedragen voor het vlas om de vlasteelt in ons land een kans te geven. OVER de onbevredigende gang van zaken bij de consumptie-aardappelenafzet merkte de Mi nister op dat het consumptie-aardappelbeleid in de E.E.G. vooral op een gelijke markt met gelijke con currentievoorwaarden gericht moeten zijn. Mis schien zal er over de kwaliteitsnormen een discus sie komen. Maar voor marktinterventie leent de consumptie-aardappel zich niet. De voor de telers zo onbevredigende gang van zaken in dit jaar had deze mening van deze Minister eerder bevestigd dan gewijzigd. Voor de fruitteelt en vooral voor appelteelt ziet het er gezien de grote produktie-uitbreiding in ver schillende landen, niet rooskleurig uit. Slechts krachtige fruitteeltbedrijven op goede vestigings plaatsen zullen een redelijk inkomen kunnen ver schaffen. Zeeland met 14 procent van de gehele Nederlandse fruitteelt behoort tot die goede ves tigingsplaatsen. Dankzij de E.E.G.-interventieregeling voor fruit zowel voor Nederland als voor de andere E.E.G.- landen iets nieuws is de appeltelers bespaard ge bleven wat de aardappeltelers zo sterk is over komen. Gebleken is ook dat een goede marktorga nisatie zoals het Centraal Bureau van de Tuinbouw veilingen die heeft in het samenspel met de E.E.G.- regeling een belangrijke funktie heeft. Enkele zwakke plekken bleek de regering ook te hebben. Voor het komende oogstjaar zal daar grote aandacht aan moeten worden geschonken. Er zul len enkele correcties op de regeling moeten komen maar het stelsel op zichzelf moet blijven, zo zei Minister Lardinois. (Zie verder pag. 6)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 4