SZSSsss- UIT DE PRAKTIJK
V
Bieten opéénzetten en inkuilen van gras,
hoofdmoot van de werkzaamheden
Toename van kopziekte-gevallen
Op eindafstand zaaien met pillenzaad geen groter risico
dan normale zaai
KORTE WENKEN
Denk bij overzaaien aan de
konsekwenties
Voldoende tijd voor
verzorging gewassen
4
j'j f J -p-L-1 -
1IET opéénzetten van de bieten en inkuilen van
gras vormen wel de hoofdmoot van de werk
zaamheden op WALCHEREN. Doordat op veel
percelen de bieten in twee gedeelten zijn boven
gekomen werd het opéénzetten aanzienlijk ver
laat.
Vanwege het koude weer is de groei van de
kleinere gewassen over het algemeen maar matig.
Andere gewassen zoals wintertarwe en het gras
land groeien zeer hard. Voor verschillende per
celen wintertarwe is het koude weer wel gunstig,
daar de kans op een te zwaar gewas zeer groot is.
Verschillende kollega's hebben gespoten met
C.C.C. Overigens was het de laatste weken geen
gunstig spuitweer. Af en toe buien, de grond te
nat plaatselijk in ons gebied en dikwijls een over
wegend harde wind hebben het de spuiters niet
gemakkelijk gemaakt.
De opkomst van de aardappelen lijkt gunstig.
Op sommige percelen komt zeer veel opslag van
aardappelen voor wat in enkele gewassen zeer
hinderlijk is en nog tamelijk veel handenarbeid
kan vergen.
Op veel percelen erwten is een flinke aantas
ting van de bladrandkever geweest. Het gewas is
nu meestal wel hersteld daar de bovenste etages
bladeren er gezonder uitzien. Nu maar afwachten
of de larve van genoemde kever veel schade zal
toebrengen aan de stikstofknolletjes. De komende
weken kan het weer kritiek worden wat betreft
het optreden van de erwtegalmug. De verst ont
wikkelde erwten hebben het stadium nu al be
reikt dat ze infekteerbaar zijn door dit insekt. Het
beste resultaat van de bestrijding kan worden be
reikt als 1 week voor het begin van de bloei
wordt gespoten. Zodra enkele dagen met warm
weer voorkomen is de kans op optreden van dit
insekt aanwezig.
In de veehouderij wordt op een aanzienlijk aan
tal bedrijven strijd geleverd met de gevreesde kop
ziekte. Door het sterk wisselvallige weer is het
aantal gevallen dit voorjaar erg hoog. De hoop is
nu gevestigd op het nieuwe middel gebrande mag-
nesiet dat op veel bedrijven wordt aangewend.
Toch is op enkele bedrijven in de praktijk geble
ken dat ondanks strooien van dit produkt toch
nog kopziektegevallen voorkomen. Wij willen nu
niet beweren dat dit produkt waardeloos is en
maar niet meer aangewend moet worden, maar
wel op het feit dat men ook bij aanwending toch
het vee nog geregeld moet observeren. Ook bij
aanwending van gebrande magnesiet kan men dus
bij wijze van spreken nog niet gerust naar bed
gaan.
DE laatste jaren werden we bij ons in WES'F
ZEEUWS-VLAANDEREN maar weinig meer
kopziekte bij melkvee geconfronteerd. De advie
zen ter bestrijding van deze gevreesde ziekte wer
den blijkbaar goed opgevolgd. Vooral op de melk
veebedrijven met een intensieve melkveebezet
ting (3 a 4 koeien) per ha werden goede preven
tieve maatregelen genomen. We denken hierbij
aan anti-kopziektekoek, bemesting met kieseriet
en magnesamon, bijvoeding van droog ruwvoer en
's nachts opstallen.
Een „normaal" verschijnsel is, dat als alles goed
gaat de waakzaamheid verslapt. Wellicht zijn op
enkele bedrijven de preventieve maatregelen dit
voorjaar afgenomen, gezien het vrij grote aantal
kopziekte-gevallen in de eerste helft van mei.
Daar komt nog bij dat door de lage aardappelprij
zen op veel bedrijven aardappelen werden bijge
voerd, zowel in de laatste weken van de stalperio-
de als ook tijdens de eerste weidedagen. I.v.m. het
optreden van kopziekte hebben aardappelen de
ongunstige eigenschap kalirijk te zijn. Zoals be
kend bemoeilijkt dit de opname van magnesium,
waardoor kopziekte in de hand wordt gewerkt.
Juist bij het voederen van aardappelen had men
extra bedacht moeten zijn voor het optreden van
deze ziekte. In de vakbladen e.d. is hiertegen ook
wel gewaarschuwd.
Voor het eerst was dit voorjaar zgn. magnesiet
verkrijgbaar, wat juist voor het inscharen in een
bepaalde wei over het gras kan worden gestrooid
tegen 30 kg per ha en wat volgens de ervaringen
in het buitenland zeer goed preventief zou wer
ken. Hoewel de kosten hiervan laag zijn is er
maar zeer weinig gebruik van gemaakt. Het beste
kan deze zgn. topdressing meerdere keren worden
toegepast. We mogen voor het volgende voorjaar
een groter gebruik van dit produkt verwachten.
Door het aanhoudende koude weer groeien som
mige gewassen maar traag. Dit is vooral aan som
mige uienpercelen te zien. Vooral op de lichtere
gronden komt in uien veel zoutschade voor. Dit
beeld trad op na de warme dagen van 25 t/m 27
april. De oorzaak hiervan is een verhoogde zout-
concentratie in het bovenste laagje van de grond
tijdens zeer warm weer, waarbij de toen nóg jon
ge plantjes erg gevoelig bleken. Veel plantjes ster
ven hierdoor geheel af of herstellen zich maar
langzaam. Dit is grotendeels een gevolg van de
hoge kunstmestgiften welke meestal vlak voor of
na het zaaien worden toegediend. Het optreden
van dit verschijnsel wordt door bepaalde weers
omstandigheden in de hand gewerkt en hoeft
daarom ook niet elk jaar voor te komen. We za
gen het eveneens reeds in enkele bietenpercelen.
Kunstmestgiften spreiden kan nuttig zijn.
Dat vele handen licht werk maken bleek toen
40 boeren en hun medewerkers, een door een on
geval voorlopig uitgeschakelde collega, bijstonden
door de bieten welke op dit bedrijf voorkomen
op één te zetten. In enkele uren was dit karwei
gebeurd. Een mooie geste.
Op één van de eerste zachte dagen die deze mei
maand brengt schrijven we in OOST ZEEUWS -
VLAANDEREN 21 mei. Het is een belangrijk feit
dat we het zachte weer constateren want veel ge
wassen zijn hard toe aan warmte. Alleen al wan
neer we denken aan de bruine bonen die geel en
armelijk boven komen. Maar ook voor de bieten
hebben we warmte en groei nodig. De koude nach
ten van de meimaand hebben geen goed gedaan
aan de toch al slechte stand. Dit terwijl het on
kruid er geen last van schijnt te hebben!
Toch mogen we blij zijn met de hoeveelheid regen
die we gekregen hebben, want veel bodem herbici
den zijn daarna pas gaan werken! De droogte
tijdens en na het zaaien die gezorgd heeft voor een
zeer ongelijke tweewassige opkomst van de bieten
is ook de oorzaak van de felle werking op de klein
ste bieten van deze middelen, nadat er regen ge
vallen is. Veel kleine bieten staan nu te kwijnen op
de middelen. Wat het zaaien op eindafstand b.v. 14
cm betreft blijkt, dat bij gebruik van het pillenzaad
niet grotere risico's zijn genomen dan bij de nor
male zaai op b.v. 7 cm. Het aantal planten is beslist
niet minder en schommelt tussen de 50 en 60.000!
Een aantal waar veel normaal gezaaide percelen dit
jaar niet aan komen! Een interessante vergelijking
tussen diverse rassen is dan ook op 't Demonstratie-
bedrijf in de Braakman te zien. Komende weken
zullen de zomeraktiviteiten van de studieclubs be
ginnen met o.a. proefveldbezoek. Daar zullen we
natuurlijk bij zijn om het beproefde te toetsen op
bruikbaarheid voor ons eigen bedrijf. Rest ons nog
te vermelden dat bij het schrijven van deze opmer
kingen een mals regenbuitje onze zonnige weers
verwachting van 's morgens teleurstelde! Geduldig
afwachten is het enige wat er voor ons opzit!
IN DE MAAND MEI MOET U UW GRAANGE
WASSEN nauwkeurig bekijken om te zien of ze
te zwaar zullen worden of te licht zullen blijven.
Te lichte gewassen kunnen bijgemest worden met
een overbemesting met een snelwerkende stikstof
meststof. Te zware wintertarwe kan afgeremd wor
den door een bespuiting met C.C.C.
HET MAAIKNEUZEN VAN GRAS geeft alleen
dan een goede kuil als de methode goed wordt toe
gepast. Het gewas is pas voor kneuzen geschikt als
het stengels vormt en al gedeeltelijk begint te
bloeien. Door het hogere suikergehalte en het la
gere eiwitgehalte laat dit produkt zich goed ensi-
leren. v Vastrijden van een maaikneuskuil heeft
meer nadelen dan voordelen.
DE WINST IN DE VARKENSHOUDERIJ is voor
een belangrijk deel afhankelijk van het voederge-
bruik per kg groei en van het gebruik van de ven-
tilatiemogelijkheden. Een verschil in voederge-
bruik van 0,3 kg meel per kg groei betekent ruim
f 9,verschil per varken of de helft van de winst.
Ondanks een periode met nogal wat regen is het
op een zetten van de suikerbieten zeer vlot ver
lopen en thans overal wel klaar. Het machinaal wie
den is wat tegengehouden. Hier en daar is de wer
king van de pyramin wat minder goed geweest.
Toch heeft het nog overgebleven onkruid nergens
meer grote moeilijkheden gegeven. Op zeer veel
percelen is men reeds aan het nawieden en wel op
een tijdstip dat men in andere jaren nog volop aan
het verdunnen was.
Tot nog toe zijn in de bieten geen bladluizen ge
vonden. Hét is te hopen, dat dit zó blijft.
Door de reeds eerder genoemderegenperiode en
ook nogal wat wind is het spuiten met CCC in de
wintertarwe nogal vertraagd. Hier en daar is nog
in deze week gespoten, in sommige gevallen was de
tarwe al vrij lang, hier zal niet geheel het gewenste
resultaat van stengelverkorting behaald worden.
Intussen is op enkele percelen, 14—18 dagen na
de toepassing al resultaat te zien.
De vroegst gezaaide zomertarwe is nu Ook reeds
zover ontwikkeld dat CCC toepassen mogelijk is.
Een groot deel van de aardappelen komt reeds
boven, niet overal is men op dit moment tevreden
over de stand. Op sommige percelen is de kleur vry
sterk wisselend, terwijl de planten ook nogal wat in
grootte verschillen.
Het blijkt dat hier en daar gewassen omgereden
moeten worden. Gelukkig zijn dit slechts enkele
percelen. Overtuig U eerst voordat U tot opnieuw
zaaien of planten overgaat welke konsekwenties de
reeds gebruikte bodem herbiciden op het nieuw in
te zaaien of planten gewas kunnen hebben.
Ondanks het koude weer van de laatste weken is
de stand van de gewassen op NOORD-BEVELAND
in 't algemeen goed te noemen. Vooral tarwe en
graszaad staan er momenteel mooi voor. Dank zij de
mooie stand van de tarwe is er (terecht) meer met
CCC gespoten dan vorig jaar. Tot nu toe blijkt dit
middel zich met winst terug te betalen dus waarom
zouden we er dan ook geen gebruik van maken.
Voor sommige percelen zomergerst en vlas zou een
dergelijk middel dit jaar ook welkom zijn. Door de
warme aprilmaand zijn deze gewassen gul gestart
en dit kan vooral bij vlas gevaarlijk zijn. In dit ge
was is daaraan niets te doen. Op duidelijk te zware
gerst kan een bespuiting met mangaansulfaat nog
wel eens enig effekt geven. Gespoten in een dose
ring van 1525 kg/ha, op een zonnige middag in
weinig water. Dit laatste om een maximaal ver-
brandingseffekt te geven.
De erwten zijn de laatste weken duidelijk naar de
kou gaan zien. Vooral in de stro-arme rassen of op
wat verreden land trad geelkleuring op. Dit trekt
er bij warmer weer meestal wel uit. Verwacht men
weinig stro dan kan in dergelijke gevallen nog een
lichte N-bemesting worden gegeven.
De opkomst van de bieten is hoewel beter dan
vorig jaar toch plaatselijk nog tegengevallen. Hier
bij speelt o.a. ook nachtvorstschade nog een rol.
Vooral op de zware grond staan diverse percelen
te dun of onregelmatig. Vaak is ook nog te ondiep
gezaaid. Er wordt dan wel gezegd dat bij een goede
groei de opbrengsten van dunne percelen meeval
len. Dat is juist, maar het Saat ons nog niet alleen
om een goede opbrengst. Ons doel is een maximale
opbrengst. En die haalt men niet met een planten-
aantal van 50.000 of 55.000 per ha. Overigens is de
ontwikkeling van de bieten vroeg en staat dit gewas
er gemiddeld goed voor.
De aardappelen komen dit jaar mooi en regel
matig boven. Een heel verschil met vorig jaar. Toen
was het later en was de opkomst ook veel onregel
matiger. Nu betekent een vroege ontwikkeling bij
aardappelen nog niet altijd een maximale kg-op-
brengst, maar ze staan er nu goed voor en dat heb
ben we alvast.
Ook het werk is vroeg. Het op één zetten van de
bieten is op enkele resten na klaar en dat is vlug
voor de tijd van het jaar. Over het algemeen zal er
dus in de komende weken voldoende tijd zijn om
aan de verzorging der gewassen aandacht te beste
den. Het algemene werk op het bedrijf bij te houden
of (individueel of in Groepsverband) eens ergens
anders een kijkje te gaan nemen. Ook dit laatste
kan zeer nuttig zijn om bedrijfsblindheid te voor
komen.