Schrikdraadinstallaties
6
ZELFRIJDENDE AARDAPPELROOIMACHINE TYPE GIGANT
IN samenwerking met de Fa. De Feijter, aardappel-
handel te Breskens, is door de machinefabriek
D. Barth Zn N.V. te 's-Gravendeel een 4-rijige
aardappelrooimachine gebouwd, die de naam „Gigant"
gegeven is. Machinefabriek Barth deelde ons betref
fende deze machine het volgende mede
Als basis voor de rooimachine is een robuust hoofd
frame geconstrueerd met een gedreven achteras en
een bestuurbare vooras. In het basisframe is een
compacte krachteenheid gebouwd waarin alle delen
voor aandrijving van rijmechanisme, rooimechanisme,
herinrichting, enz. zijn samengebouwd achter een
Diesel-motor.
De aandrijving van het rijmechanisme geschiedt
door middel van wisselbak, schakelbare reductiebak
en aangedreven achteras, welke is voorzien van pla
netaire eindreducties in de naven.
De gemonteerde banden IQY2 X 24 geven een maxi
maal aanrakingsvlak met een minimale gronddruk en
zijn voorzien van speciaal terreinprofiel. De 8 voor
waartse snelheden liggen tussen 3 en 16 km/uur, ter
wijl de maximale snelheid achteruit 5 km/uur be
draagt. De bestuurbare vooras, welke hydraulisch
wordt bekrachtigd, geeft de machine een korte draai-
cirkel.
De 2 X 2 rooi-elementen en opvoerbanden worden,
evenals de afvoerband, hydrostatisch aangedreven
door middel van een regelbare hydropomp en hydro-
motoren. De snelheid van elke hydromotor kan apart
ingesteld worden.
Het heffen van het rooimechanisme in transport
stand geschiedt door twee hydrocylinders. De diepte
instelling van de rooimessen geschiedt door hydro
cylinders, gemonteerd op zwenkwielen. De hoogte
instelling van de afvoerband, welke is voorzien van
een speciaal knikstuk voor instellen op minimale val
hoogte, vindt eveneens plaats door een hydrocylinder.
Alle hef- en besturingspunten worden electrisch-
hydraulisch bediend en zijn door de machinist te
regelen. Dit met dien verstande dat de hoogteinstel
ling en snelheid van de afvoerband worden bediend
door de toezichthoudende man achter op de machine.
Technische gegevens: Lengte: 9 meter; Breedte:
3,10 meter; Hoogte: 3 meter; Gewicht: 8.500 kg;
Motor: Diesel 110 pk, 2.100 t/min.
Rooimechanisme: Hydrostatisch: Trappenloze in
stelling van de snelheden tussen 0 en maximum.
Rooimechanisme instelbaar voor 65 cm en 75 cm
rijafstand.
Herinrichting en bediening: Electrisch-hydraulisch.
Capaciteit: 0,8 tot 0,9 hectare per uur.
BOSTROM ZITTINGEN
De Bostrom Baltic XL-zitting, waarvan de
firma Veldkoning te Roermond de alleenver
koop in Nederland heeft, is op de internationale
week voor de landbouw in Brussel door een
speciale commissie uitgekozen in de groep van
de bgste inzendingen.
De motivering hiervoor was de functionele
zitting, die gedurende het vervoer de trillingen
vermindert tot op 42,9 Het systeem bestaat
uit een torsie-staaf en een hydraulische schok
demper, de armen zijn in X-vorm gemeenschap
pelijk verbonden met de torsie-staaf. Een com
pact verend systeem laat de afstelling toe in
verhouding tot het gewicht van de bestuurder.
RECORDPRODUKTIE VAN TURBOMAAIERS
BIJ FAHR
In juni 1965 introduceerden de FAHR-fabrieken de
FAHR-turbomaaier.
Deze volgens een volkomen nieuwe maaimethode
werkende machine met haar grote oppervlakte-pres
tatie, heeft gedurende drie oogstseizoenen onder
allerlei omstandigheden haar kwaliteit en betrouw
baarheid bewezen.
Dit bedrijf in Zuid-Duitsland, dat zonder enige twij
fel in Europa over de grootste ervaring met turbo
maaiers beschikt, heeft onlangs de 10.000ste FAHR-
turbomaaier afgeleverd.
Wanneer een dergelijk revolutionair maaiapparaat
in zo'n korte tijd zo'n succes behaald heeft, kan dit
als bewijs beschouwd worden, dat de boeren en loon
werkers zich van haar prestatievermogen en haar
voordelen hebben kunnen overtuigen. Aldus meldt
ons de importeur H. C. L. Sieberg N.V. te Amsterdam
- -i
MEN is vaak de mening toegedaan, dat schrik
draadinstallaties met een eigen energiebron,
een spanninggever met batterij, geheel ongevaarlijk
zijn en niet behoeven te worden gekeurd.
Deze mening berust echter op een misverstand, zo
deelt de Arbeidsinspectie mede betreffende de elek
trische weideafrasteringen aangesloten op spanning
gevers met batterijvoeding. Immers de spanningstoten
op de afrastering die van een batterijspanninggever
afkomstig zijn, zijn van meer dan 5000 Volt. Indien
een dergelijke hoge spanning zonder onderbrekingen
op de afrastering stond, zou aanraking hiervan levens
gevaarlijk zijn; men zou de draad niet meer kunnen
loslaten. Een goed afgestelde spanninggever, waarbij
men de draad na aanraking dus wèl weder kan los
laten, veroorzaakt spanningstoten op de draad, die
niet langer dan 0,1 seconde duren, terwijl de tijds
duur van spanningloosheid 0.75 seconde bedraagt.
Door de K.E.M.A. goedgekeurde spanninggevers en
voorzien van het „Rijkskeur" teken, voldoen aan
deze eisen.
Een spanninggever is echter een fijn geconstrueerd
en daardoor gevoelig toestel, gevoelig voor ruwe be
handeling en bij de opstelling buiten, of in een voch
tige omgeving, ook voor vocht, en bijtende dampen.
Ook is deze evenals elk voorwerp, aan slijtage onder
hevig zoals die bij normaal gebruik optreedt. Dit
MECHANISATIENIEUWS
geldt voor batterij-toestellen en net-toestellen in de
zelfde mate. Nu kan door ruwe behandeling, aantas
ting door vocht dan wel door slijtage de spanning-
stoot langer duren dan 0.1 seconde of wel de tijds
duur tussen twee spanning-stoten zo kort worden,
dat loslaten van de draad niet meer mogelijk is. Beide
toestanden op zichzelf kunnen tot een levensgevaar
lijke toestand aanleiding geven.
Uit een en ander volgt, dat een regelmatige con
trole en zo nodig revisie van de spanninggever door
een bevoegd deskundige voor batterijtoestellen al
even noodzakelijk is als voor net-toestellen.
DE OPSTELLING
Een ander gevaar schuilt in de opstelling van de
spanninggever en in de aanleg der leidingen binnen
gebouwen. Teneinde brandgevaar te voorkomen moet
er op worden toegezien dat een spanninggever en
zijn toevoerleidingen niet in stoffige ruimten of in
een naaste omgeving van brandbare stoffen wordt
opgesteld. Controle hierop is derhalve ook uit deze
hoofde nodig.
(Zie verder pag. 18)