Leerkrachtendag 1968 te Middelburg Werkweek en dank! Denk aan de kopziekte 13 XA/ERDEN de Leerkrachtendagen tot nu toe ge- heel of gedeeltelijk in de gebouwen van de Landbouwhuishoudscholen gehouden dan werd met deze traditie op vrijdag 5 april gebroken. De Lagere Land- en tuinbouwschool te Middelburg was dit jaar aangezocht om het grote aantal leer krachten en enkele commissie- of bestuursleden te ontvangen; in totaal ruim 100 aanwezigen. Dat ze de hulp van de huishoudscholen niet helemaal kun nen missen bewezen een aantal meisjes van de huishoudschool te Oostkapelle, die behulpzaam waren bij de verzorging van de inwendige mens. MR E. Wage, voorzitter van de Onderwijskom- missies der Z.L.M., ging in zijn openingswoord uitvoerig in op de huidige situatie in de landbouw, waarbij de beruchte uitspraak van de heer Mans- holt inzake de ontwikkeling naar bedrijven van 1000 ha en 400 koeien niet achterwege kon blijven. „Een schot in het wilde weg" typeerde hij deze uitspraak, waarmee hij te kennen wilde geven hier nog wel enkele vraagtekens te willen plaat sen. Hij achtte het bestaan van de 5 scholen voor het Land- en Tuinbouwonderwijs volkomen ge wettigd en een uitbreiding van het schoolgebouw te Scherpenisse dan ook verantwoord. Het Landbouwonderwijs ligt duidelijk in de direkte belangensfeer van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij. Minder duidelijk is op het eerste gezicht het boerenbelang bij het Landbouwhuis- houdonderwijs. Bij de invoering van de Wet °P het Voortgezet Onderwijs gaat zelfs de naam „Landbouw" ver dwijnen, omdat hierin uitsluitend wordt gespro ken over „Huishoud- en Beroepsonderwijs". Het welzijn van de gehele plattelandsbevolking gaat echter wel degelijk de Z.L.M. ter harte en derhalve ook het vervolgonderwijs aan meisjes. In de zin van de wet geeft de Z.L.M., een alge mene standsorganisatie, die evenwel openstaat voor alle levensbeschouwelijke overtuigingen, „bij zonder onderwijs". Dit „bijzondei'e" zal de Maatschappij waar moe ten maken. De Z.L.M. zal zich steeds weer in deze snel veranderende maatschappij moeten realiseren of het bijzondere karakter van het onderwijs nog past in de tijd, waarin het gegeven wordt, en of het nog in het belang van de leerling is. Het is mede een taak van de Z.L.M. de tendensen naar concentratie en schaalvergroting tijdig te onderkennen en in haar onderwijsbeleid tot uiting te brengen. HIERNA werd de bijeenkomst afzonderlijk voort gezet. De leerkrachten van het Landbouwhuishoudon- derwijs gingen in verschillende vakgroepen ver gaderen over de in juni af te nemen examens, ter wijl de leerkrachten lichamelijke oefening spraken over de sportwedstrijd, die op de laatste tentoon stellingsdag zullen worden gehouden. MAMMOETWET EN LAND- EN TUINBOUWONDERWIJS Ir. A. G. D. M. Vercouteren, inspecteur bij het Landbouwonderwijs, gaf voor de leerkrachten, werkzaam bij het hogere Land- en Tuinbouwon derwijs, een uiteenzetting over de gevolgen van de inwerkingtreding van de mammoetwet op dit on derwijs. Zo komt de koppeling akker- en weide- bouw met veeteelt te vervallen. Van de lagere land- en tuinbouwschool omvat de afdeling landbouw de vakrichtingen akker- en weidebouw en veeteelt en kan tevens omvatten één van de vakrichtingen of beide vakrichtingen mechanisatie en pluimvee- en varkenshouderij, als mede één van de voor de afdeling tuinbouw ver melde vakrichtingen met uitzondering van bloem- sierkunst en aanleg en onderhoud van tuinen. De afdeling tuinbouw omvat tenminste twee van de volgende vakrichtingen; groenteteelt, fruitteelt, bollenteelt, boomteelt, bloementeelt, bloemsier- kunst en aanleg en onderhoud van tuinen, met dien verstande dat de vakrichting bloemsierkunst slechts in combinatie met bloementeelt en de vak richting aanleg en onderhoud van tuinen slechts in combinatie met boomteelt of bloementeelt kunnen voorkomen. De afdeling tuinbouw kan tevens omvatten de vaki'ichting tuinbouwtechniek en één van de land- bouwvakrichtingen met uitzondering van pluim vee- en varkenshouderij. OFSCHOON de differentiatie in het beroepsge richte onderwijs pas in het derde en vierde leerjaar aan de orde komt, zal het bevoegd gezag c.q. de leiding van de school bij de toelating van de leerlingen.voorlichting moeten geven over de keuze, die de leerling kan maken met betrek king tot de aan die school verbonden vakrichtingen. Anderzijds zal de leerling slechts in maximaal drie vakrichtingen eindexamen kunnen afleggen. Aan de leerlingen, die zich melden voor het school jaar 19681969 kan dus worden voorgehouden, dat zij kunnen afstuderen in de vakrichtingen, die op die datum aan de school zijn verbonden, tot een maximum van drie vakrichtingen. Zijn er dan twee vakrichtingen aan de school verbonden, b.v. akker- en weidebouw en veehoude rij, of bloementeelt en groenteteelt, dan kan aan deze leerlingen niet in het vooruitzicht worden ge steld, dat zij kunnen afstuderen in een derde vak richting. Aan een school waaraan per 1 augustus 1968 meer dan drie vakrichtingen zijn verbonden, zal het bevoegd gezag de leerling een keuze-mogelijk heid moeten aanbieden; dit geldt zowel voor de situatie waarbij het bevoegd gezag voorschrijft dat de leerling 3 vakrichtingen moet volgen c.q. examen erin afleggen, alsmede voor het geval waar bij het bevoegd gezag de leerling de keuze laat of hij twee of drie vakrichtingen wil volgen c.q. exa men erin wil afleggen. Uiteraard is het mogelijk, dat na 1 augustus 1968 aan een school nog meer vakrichtingen worden verbonden, hetzij tot 1 augustus 1970 door toewij zing via overleg van het Bestuur en de Directie Landbouwonderwijs, hetzij doordat de leerlingen in de derde klas tezijnertijd daarvoor in een vol doende groot aantal belangstelling tonen. Indien er ook een voldoende aantal leerlingen in een 3e en 4e klas aanwezig is, kan het bevoegd gezag tezijnertijd een derde vakrichting verplicht stellen. Het verbinden van vakrichtingen aan de school zal na 1 augustus 1970 worden gebonden aan nor men, via een ministeriële beschikking. Eveneens zal aangegeven worden wanneer bij onvoldoende belangstelling een of meer vakrich tingen moeten vervallen. Het is in dit verband duidelijk, dat het invoeren van een nieuwe vakrichting of het handhaven van een bestaande vakrichting in sommige gevallen slechts mogelijk zal zijn door deze richting aan twee of meer scholen te combineren. Eveneens wordt ervan uitgegaan, dat de 2e, 3e en 4e klassen zullen worden afgemaakt volgens het tot nu vastgelegde leerprogramma. CREATIEF SPEL „Waarom creatief spel?" was de titel van het on derwerp, dat na de lunchpauze aan de orde werd gesteld door de heer A. van Noort, leraar dramatische vorming te Middelburg. ^„De Nederlander heeft geen speelse geest" was één van de stellingen waarmee de heer Van Noort zijn betoog aanving. Als redenen hiervoor noemde hy: het gevecht met het water. de moeilijkheid als klein land in cultureel opzicht een eigen „gezicht" te vertonen. het gebrek aan ruimte. - het klimaat. Merkwaardig is dat culturele uitingen, waarin een beschouwend element voorkomt, in Nederland wel tot grote bloei kwamen zoals de schilderkunst. In onze tijd zijn in de filmkunst de Nederlandse documentaires van een goed gehalte. De Grieken, die bij hun levensbeschouwing uit gingen van de „harmonie der sferen", bezaten een volledige eenheid van religie en leven. Het Griekse volk was uit op de verheffing der deugden en het toneel, voortkomend uit de religieuze feesten was hiervan de neerslag. In onze tijd komt het toneel niet meer voort uit het publiek, maar het publiek wordt opgeroepen te komen kijken naar datgene, wat door een be roepsgezelschap ten tonele wordt gevoerd. De kunstenaar in onze tijd is een individualist, en niet meer één met het volk. Wij leven in de tijd van de „massa", maar niet in een tijd van de gemeenschap. In ons land hebben vele volgelingen van Cal- vijn allerlei culturele uitingen in de hoek van de zonde geveegd, daarbij vergetend dat de grote Hervormer zelf voor hij ging preken met de ge meenteleden een balspel beoefende en na afloop van de kerkdienst ging zeilen op het meer van Genève. Waarom is het Christendom in Nederland soms zo'n weinig blije zaak terwijl in de spreuken wordt geschreven over het „spelen" voor Gods aange zicht? Door sport, spel en toneel kan het leven blyer zijn dan nu vaak het geval is. Het kleine kind vertoont in zijn spel veel crea tiviteit. Het Nederlandse onderwijs is echter zoda nig ingesteld dat deze natuurlijke creativiteit van af de eerste klas van de lagere school onder drukt wordt. Na de oorlog is men evenwel aar zelend bij verschillende onderwijsinstellingen met het creatieve spel begonnen als een noodzaak voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Het gaat hier om het spelen van bepaalde situa ties, na een zeer korte tijd van voorbereiding, waarbij men spontaan op elkaar reageert. PR komt in de toekomst veel meer vrije tijd en het probleem hierbij is dat de meeste vrije tijd gaat naar die mensen, die er het minste mee kunnen doen! Creatief spel kan hiertoe een bijdrage leveren door de kinderen van nu te leren dat „zelf iets doen" belangrijker is dan kijken of luisteren naar iets moois. Het is een bekend feit, dat kinderen die creatief spel beoefenen ook beter gaan tekenen. Het is mogelijk na de invoering van de wet op het voortgezet onderwijs het vak „dramatische vorming" op het lesrooster te plaatsen. De moei lijkheid is evenwel, dat er praktisch geen leer krachten zijn die dit vak kunnen geven. De oplossing zou kunnen liggen in een bijscho ling van de leerkrachten op een cursus, te geven door een vakdocent. Hierdoor zou het creatieve spel ook in de andere vakken geïntegreerd kun nen worden. Nadat de heer Van Noort een aantal vragen had beantwoord speelden twee groepen na een zeer korte voorbereiding enige scènes, die een tele visie-interview uitbeeldden. De „voorstelling" werd besloten met een modeshow waarbij met name de „creaties" van de heren een gul applaus kregen. Tot slot dankte de heer Wage allen die in het welslagen van deze dag een werkzaam aandeel hadden gehad. UIT DE PRAKTIJK De vorige week konden wij door omstandigheden geen plaatsruimte vinden voor de bijdrage „Uit de praktijk" uit Schouwen-Duiveland en een berichtje over de werkweek van de scholieren van het Amers- foorts Lyceum op TholenSt. Philipsland. Wij nemen e.e.a. alsnog deze week op. We vernemen dat de leerlingen van het Amers- foorts Lyceum in de week van 22 t/m 27 dezer naar Tholen en St. Philipsland komen voor een werkweek. Het ziet er naar uit dat zij weinig actief inge schakeld zullen kunnen worden bij de landwerk zaamheden. Dit is misschien ook niet direct de bedoeling, eerder dat zij kennis nemen van het leven en werken op het platteland. Daarover heer sen nog steeds flinke misverstanden en de boer komt er daarbij in het algemeen niet zo best af. Wij achten het dan ook nuttig en nodig dat aan een dergelijke uitwisseling goede aandacht wordt besteed. Overigens ontveinzen wij ons niet dat de gastadressen heel wat extra moeite en zorg op zich nemen; dit temeer al omdat de meeste boerin nen niet veel hulp in de huishouding hebben. Daarom willen wij de bijdrage van de gastadres sen hier nog eens extra onderstrepen en daarvoor ook van deze plaats af bijzonder bedanken AP SCHOUWEN-DUIVELAND ziet het er naar uit, dat de opkomst van de vroeg gezaaide gewassen goed zal zijn. De eerste rijtjes zomer granen, erwten, vlas, uien en ook op enkele plaat sen de suikerbieten waren al mooi te zien. Het lijkt goed, maar ze zien wel naar het weer (koud- geel). De regen in de eerste week van deze maand was gunstig voor de vroeg gespoten bodemherbi ciden tegen 't onkruid, vooral in erwten en sui kerbieten. De jonge gewassen als vlas, erwten, suikerbie ten en ook de granen kunnen in 't begin van de groeiperiode belaagd worden door allerlei insec ten en ook door ziekten. Controleer daarom in deze periode dagelijks de gewassen of er niet iets aan mankeert. Bedenk wel dat de belagers erg klein zijn en moeilijk te ontdekken, maar dat de gevolgen erg groot kunnen zijn. Als de „zaaitijd" voor de akkerbouwer achter de rug is, laat dan geen werktuigen op 't laatst bewerkte perceel ach ter. Breng ze tenminste onder dak, als er direct geen tijd is voor verzorging. Ook voor de veehou ders zal spoedig de dag weer aanbreken, dat het vee (melkvee), jong vee loopt er al buiten, de stal kan verlaten. Vóór 't echter zover is dient men ook op deze bedryven de nodige verzorging in acht te nemen. Aandacht aan weide-installatie, door- loopmelkstal of -wagen, brandstof motor enz. De gevreesde kopziekte maakt ieder jaar weer slachtoffers onder de melkveestapel. Tracht alles in 't werk te stellen om deze „ramp" te voor komen. Eén van de middelen hiervoor is het voe ren van anti-kopziektekoek. Weigeren de dieren deze in te nemen, meng de koek dan door 't an dere voer. Een geleidelijke overgang van stal naar weide helpt eveneens de kopziekte te voorkomen. Indien mogelijk moeten de dieren de eerste 14 dagen 's nachts opgestald worden en bijgevoerd met hooi of pulp. Een nieuwe mogelijkheid is nu 't strooien (ver stuiven) van 30 kg gebrande magnesiet per ha over 't gras (bij voorkeur over een dauwnat ge was en bij weinig wind en zo kort mogelijk vóór het inscharen van het vee). Op deze manier kan men er van verzekerd zijn dat de koeien met het gras voldoende magnesium opnemen om het mg-gehalte van 't bloedserum op een voldoende hoog niveau te brengen. Elke kunstmeststrooier kan hiervoor gebruikt worden en de kosten aai; middelen bedragen 10,per ha per keer.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 13