Brandbeveiliging
VEREENSGD BEZIT VAN 1894
De voordelen van aandelenbezit
met beperking van risico
Alle banken en commissionnairs kunnen U inlichten
15
MECHANISATIEN1EUWS
DE HD-VELDSPUIT TYPE 160 LAT
Uit de bekende H D veldspoiit Unimog ontwikkel
de H. J. Hoegen Dijkhof machinefabriek te Doetin-
chem het prototype van de H D veldspuit - type 160
LAT. Deze veldspuit is voor aanbouw aan trekkers
vanaf 35 pk, heeft een spuitbreedte van 20 m en
2 tanks van 400 liter. Een van de voordelen van de
160 LAT is de volhydraulische spuitboom.
Zowel de hoogte-instelling als het in- en uit
klappen van de spuitbomen kan vanaf de trekker -
zitplaats geschieden. De toegepaste pomp is een
3 cylinder plunjerpomp (lebo).
De opbrengst bedraagt 125 1/min. druk max. 15
atm. Twee tanks van elk 400 liter inhoud zijn aan
weerszijden van de trekkermotor gemonteerd in
jukken die met keggen aan de trekker-opbouw-
delen zyn bevestigd. De tanks zijn vervaardigd uit
met glasvezel versterkt polyester en kunnen door
geen enkele spuitvloeistof worden aangetast.
Alle kranen die bij het spuiten bediend moeten
worden zijn vanuit de cabine bereikbaar. Op de
20 meter lange spuitleiding zijn 32 spuitdoppen ge
monteerd. In standaard-uitvoering zijn deze spuit
doppen voorzien van 2.3/5.8 sinterkeramische spuit-
plaatjes en dito 4-gaats achterplaatjes. Bij het
dichtklappen van de spuitbomen worden deze auto
matisch vergrendeld, terwijl bij het uitklappen de
ontgrendeling ook weer vanaf de trekkerzitplaats
kan geschieden.
De spuitbomen worden door middel van een hy
draulische schokbreker in balans gehouden. De
spuithoogte kan door de bestuurder vanuit de cabine
van 80 tot 200 cm traploos (hydraulisch) worden
geregeld. De roering in de beide tanks ontstaat
doordat het overschot van de pompopbrengst over
de bodem van de beide tanks wordt geleid.
BEPROEVING KUN
Het ILR te Wageningen deelt mede dat dezer
dagen één van de meest uitgebreide beproevings
rapporten van „Wageningen" gereed is gekomen
en gepubliceerd onder no. 113. Het betreft een z.g.
groepsbeproeving van kunstmeststrooiers, waarbij
de maatstaven, aangelegd door de O.E.S.O., de Or
ganisatie Economische Samenwerking en Ontwik
keling (in het Frans de O.E.C.D.), gehanteerd wor
den. Deze normen worden in een 90-tal landen aan
gehouden, waardoor de uitslag van een beproeving
overal dezelfde waarde heeft.
De beproeving bestond uit drie delen, namelijk
afdraaiproeven, veldproeven en een onderzoek
naar de ervaringen in de praktijk. Als meststoffen
werden vier soorten mengmest gebruikt, namelijk
prills, kleine ronde korrels, middelgrote- en fijne
korrels en verder poedervormjge kali 60.
Korrelgrootte, fijnheid van de poeders, vochtig
heidsgraad en factoren als windkracht waren vast
omschreven.
EEN OMVANGRIJK WERK
Dat van een omvangrijke beproeving kan worden
gesproken moge blijken uit het feit dat bij de 16
te beproeven strooiers van alle genoemde mest
stoffen bij drie verschillende afstellingen de z.g.
breedteverdeling werd bepaald. Bij iedere hoeveel-
heidsafstelling werd de proef driemaal uitgevoerd.
Dan is er verder nog niet gesproken van de lengte
verdeling en van het opvangen en wegen van de
meststoffen.
VOOR GEBRUIKER EN INDUSTRIE
Dat deze eerste O.E.C.D.-beproeving zwaar en in
tensief was bewijst het feit, dat van slechts 7
strooiers de gegevens in het genoemde bulletin nr.
113 werden opgenomen.
Voor iedere geïnteresseerde bestaat de mogelijk
heid kennis te nemen van de inhoud van dit be
langrijke „kunstmeststrooier-dokument" waarin op
objectieve wijze alle resultaten en conclusies wor
den vermeld.
Voor de importeur of fabrikant wiens strooier
minder goed voor de dag kwam is de weg naar een
„herkeuring" open nadat de noodzakelijke verbete
ringen zijn aangebracht.
EXAMEN CURSUSSEN KLAUWVERZORGING
EN MACHINAAL MELKEN
Gedurende de afgelopen winter zijn aan de Lagere
Land- en Tuinbouwschool o.a. de cursussen klauw-
verzorging en machinaal melken gehouden.
Voor het afgenomen examen klauwverzorging
slaagden de heren: N. J. Beerepoot te Kruiningen, G.
van Damme te Rilland-Bath, J. van Damme te Ril-
land-Bath, M. G. J. Frijns te Kruiningen, M. op 't Hof
te Ellewoutsdijk, P. M. op 't Hof te 's-Heer Arends-
kerke, S. v. d. Jagt te Yerseke, D. L. v. d. Jagt te
Yerseke, M. de Koeijer te Yerseke, P. A. Karelse te
Heinkenszand, M. Mol te Yerseke, P. Poleij te Krui
ningen, A. J. de Roo te 's-Heer Abtskerke, F. de Roo
te Heinkenszand, J. C. Trimpe te Kloetinge, B. M.
Bos te Kloetinge.
1 cursist werd afgewezen.
De opleiding vond plaats o.l.v. G. Grooters, direc
teur van de school door de heer H. Bos, leraar vee
teelt aan de school.
Voor het praktijkexamen machinaal melken PI Al
slaagden de heren: H. Butijn te Yerseke 161 punten,
G. van Damme te Rilland-Bath 164% pnt, J. van
Damme te Rilland-Bath 170% pnt, M. G. J. Frijns te
Kruiningen 178 pnt, M. op 't Hof te Ellewoutsdijk
182% pnt, P. M. op 't Hof te 's-Heer Arendskerke
170%, M. de Koeijer te Yerseke 163 pnt, M. Mol te
Yerseke 181 pnt, P. Poleij te Kruiningen 191 pnt, H.
Verdonk te Nieuwdorp 165 pnt. Geen afgewezen.
Deze opleiding vond plaats o.l.v. G. Grooters, direc
teur van de school door de heren J. H. Lantinga en
J. Karelse.
BEHOEDT U VOOR BRAND
IN eert vorig artikel werd aangestipt, doch niet
verder ingegaan op bouwkundige en technische
maatregelen die nodig zijn om uitbreiding van
een begin van brand te voorkómen. Bouw en in
richting van werkruimten zijn uiteraard punten
waaraan de werkgever niet genoeg aandacht kan
besteden. Door de steeds verder schrijdende mecha
nisatie en de optredende wijzigingen in de be
drijfsvoering in de landbouw t.a.v. opslag, droging
enz. zijn schuren veel meer werkruimten gewor
den dan vroeger het geval was. Hierdoor is er
dus meer „verkeer" in die gebouwen, terwijl er
werkzaamheden plaats vinden die vroeger daar
taboe waren.
Het spreekt echter vanzelf dat de geleidelijke
wijzigingen in gébruik toch ergens een halt moet
worden toegeroepen, indien bouwaard en inrich
ting van een gebouw die veranderingen niet toe
laten en het is weer het gezond verstand dat waar
schuwen moet bij de overleggingen voor ingrij
pende wijzigingen.
De te treffen voorzieningen zullen geen lapmid
del mogen zijn. Zo zal, om een voorbeeld te noe
men, een ouderwetse houten landbouwschuur niet
in gebruik genomen kunnen worden als bollen
schuur met bijbehorende werkzaamheden daarin.
Bij een dergelijke ommezwaai in bedrijfsuitoefe
ning zal men zich dienen te realiseren dat de kost
vóór de baat uitgaat. Het is duidelijk dat de cen
traal verwarmde stenen bollenschuren in de bol
lenstreek daar bepaald niet staan voor het land-
bouwschoon, doch a.h.w. een eis zijn voor een
goede en veilige bedrijfsgang.
INSTALLATIES en machines worden steeds kost
baarder. Het welbegrepen eigenbelang brengt
dus mee dat de noodzaak van brandoreventie
wordt ingezien. Men zal a.h.w. „brandbewust"
moeten worden, en zich dus moeten realiseren dat
voorgenomen voorzieningen ook brandveilig wor
den uitgevoerd.
Niet alleen orde en netheid spelen een rol, doch
ook de juiste opstelling, dus b.v. veilige plaatsing
van verwarmings- en droogapparatuur.
Te veel nog wordt deze apparatuur in hokkerige
ruimten of te dicht bij houten wanden en/of by
brandbare spullen geplaatst, om niet te spreken
van aangetroffen ondeugdelijke rookgeleidingen.
De oudere lezers zullen zich-herinneren dat het
vroeger eenvoudig onvoorstelbaar was dat er enige
verwarmingsmethode in schuren werd toegepast.
Door het gebruik van olie en flessen-gas is dit
thans vrij normaal, terwijl zelfs de Arbeidswet nu
ergens op de hofstede een verwarmd vertrek
voor de arbeiders eist. Het moet dan echter ook
duidelijk zijn dat inrichting daarvan zondermeer
brandvrij moet zijn.
(ADVERTENTIE)