Zorgen
voor appeltelers
in Frankr[jk
Veilingfusie zeer aktueel
Tuinbouwveilingen en export
DINGEN VAN DE WEEK
u
IN he»t Belgische blad „Fruitrevue" troffen we
o.a. het volgende aan:
„De Franse appelproducenten klagen steen en
been over de verkoop van de appelen. De Franse
appelmarkt verkeert in een crisistoestand en de
markt is zwaar gedrukt tijdens de februari-maand.
De oorzaak die het sterkst doorweegt is zonder
twijfel het te grote verschil tussen vraag en aan
bod.
Waar de uitvoer naar Duitsland de Franse ap
pelmarkt in januari nog enigszins gezond hield, is
de afzet naar dat land ook heel wat minder goed
geworden, zodat de verzendingen meestal in com
missie moeten gebeuren.
Ook in februari werd dus de crisistoestand uit
geroepen en werden er belangrijke hoeveelheden
uit de markt genomen om te worden vernietigd.
De heer Robin, voorzitter van de F.N.P.F., wees
op de ongebreidelde toename van de fruitbeplan-
tingen. Hij onderlijnde dat er in de periode gaan
de van 15 januari tot 20 april zowat 650.000 ton
appelen moeten verhandeld worden, en dat niet
tegenstaande de eerder kleine appeloogst in Frank
rijk in de loop van 1967. Hij verheelt het niet dat
de Franse fruittelers een ramp tegemoet gaan in
dien het verschil tussen de productie en het ver
bruik zo aanzienlijk blijft.
Volgens hem is de enige redplank het bepalen
en naleven van een politiek van normalisatie.
Deze politiek zou tot gevolg hebben de vereiste
uitrooiing tot stand brengen".
PLDERS in hetzelfde blad lezen we als oordeel
van een bekende Franse fruitteler:
„CL Manguin is van mening dat de appelpro-
tie te groot is in verhouding tot het verbruik en
dat de oorzaak van de afzetmoeilijkheden niet ge
legen is in een gebrek aan frigoruimte. Hij meent
dat een verhoging van het appelverbruik niet mo
gelijk is daar de verbruikers teveel fruit ter be
schikking hebben. Vólgens hem is er slechts één
oplossing aan de de afzetmoeilijkheden: verminde
ring van de appelproduktie.
Ook de toepassing van de normalisatie moet vol
gens hem een flinke hulp zijn bij het verwezen
lijken van een gezonde markt, daar 10 tot 15
van de Franse produktie op die manier zouden
uit de handel worden genomen. Inkrimping van
het appelareaal en strikte toepassing van de nor
normalisatie zijn volgens de bekende Franse fruit
telers de oplossing".
In Limburg is de concentratie van de groente- en
fruitveilingen nu compleet. De veiling in Maas
tricht heeft namelijk als laatste besloten een fusie
met de centrale coöperatieve Venlose veilingver
eniging, CVV, aan te gaan. Hiermee zijn de Lim
burgse veilingen onder één beleid gekomen. De
CVV is nu niet alleen de grootste groenteveiling in
Nederland, maar tevens de grootste fruitveiling. De
omzet was in 1967 bijna 70 miljoen. De zes groot
ste veilingen (CVV, Rotterdam, Delft, Westerlee,
Breda en Utrecht) hadden in 1967 gezamenlijk een
omzet van rond 300 miljoen, dat is 28,8 van de
omzet van alle Nederlandse veilingen. De gemid
delde omzet van de zes grootste veilingen was dus
50 miljoen.
Dit schrijvende worden we er weer aan her
innerd, dat het zo stil is rond de fusiebesprekingen
tussen de veilingen op Zuid-Beveland en Walche
ren. Té stil naar onze mening. Zeker nu er ook in
het afzetpatroon grote veranderingen op til zijn. Wij
hopen, dat de leden van de betreffende veilingen
eens wat onrustiger gaan worden!
LCCJ. D.
Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen
wil voor 25 miljoen gulden gaan deelnemen in in
dividuele exporteursbedrijven. In de in Scheve-
ningen gehouden algemene vergadering werd het
bedrag niet genoemd, maar wel was het in de wan
delgangen uit betrouwbare bron te vernemen. In
de vergaderstukken had het bestuur al als z'n over
tuiging te kennen gegeven, dat bij die exportbedrij
ven op voldoende ruime schaal de bereidheid be
staat, financiële deelneming van het Centraal
Bureau mogelijk te maken, fn december j.l. heeft
de raad van advies van het Centraal Bureau moge
lijk te maken. In december j.l. heeft de raad van
advies van het Centraal Bureau een plan goedge
keurd voor het financieren van deze deelnemingen
voor rekening en risico van het afzetfonds.
Behalve deelnemingen heeft het Centraal Bureau
nog een ander plan, namelijk het vormen van een
grote coöperatie samen met deelgemene Neder
landse Bond van Groenten- en fruitexporteurs. Met
deze bond is de afspraak gemaakt dat men met de
deelnemingen aan de individuele bedrijven pas zal
beginnen als die grote coöperatie is opgericht.
Deze mededelingen werden gedaan in de toelich
ting bij een voorstel dat op zichzelf niet meer be
oogde dan het gelijktrekken van de opzegtermijnen,
die de nieuwe coöperatie in acht zullen moeten
nemen als ze hun lidmaatschap willen beëindigen.
Dat voorstel kreeg een blanco stem, en wel van de
veiling Arnhem, die vreesde voor de financiële con
sequenties van de samenwerkingsplannen. De voor
zitter en woordvoerder van deze veiling, de heer
Jurgens, meende namelijk, dat het Centraal Bureau
dertig miljoen in de grote coöperatie wilde steken
en daarvoor 12% miljoen uit de minimumprijzen-
fondsen wilde lenen. Hij was bang dat dit zou kun
nen leiden tot verhoging van de heffingen voor die
minimumprijzenfondsen. Voorzitter Prins maakte
hem duidelijk dat het financieringsplan (van ƒ2
miljoen) niet de grote coöperatie, maar de deel
nemingen in afzonderlijke bedrijven gold. maar gaf
wel toe dat men, omdat het afzetfonds op het ogen
blik niet groot genoeg is, ook geld zal nemen uit de
minimumprijzenfondsen. Maar eventuele tekorten
die door de deelnemingen zouden ontstaan zullen
uit het afzetfonds worden aangevuld.
IN het Kurhaus in Scheveningen is vorige
week de jaarvergadering gehouden van het
•Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen. Daar
hebben de Nederlandse veilingbestuurders hun
vertrouwen uitgesproken in het afzetbeleid zoals
dat wordt gevoerd door deze overkoepelende vei
lingorganisatie. Voorzitter M. Prins hield bij deze
gelegenheid een boeiende rede, waarin hij aan
dacht schonk aan vele facetten van de Nederland
se tuinbouw. Enkele uitspraken willen wij u niet
onthouden omdat ze veel stof tot overdenken
geven. Hij begon met vast te stellen dat de ver
koopresultaten in 1967 meer tegenvallers dan mee
vallers hebben gegeven. De totale omzet van de
veilingorganisatie bedroeg 1 miljard gulden, dat
was evenveel als in de twee voorgaande jaren.
Dat bewijst op zichzelf reeds de tegenvallende
resultaten want een bedrijfstak waarvan de omzet
niet toeneemt, dreigt achter te raken.
Na gewezen te hebben op hetgeen er in E. E. G.-
verband is bereikt en op het feit dat er ten aan
zien van derde landen nagenoeg geen eigen natio
naal beleid meer te voeren is, ging de heer Prins
uitvoeriger in op de verschillende faktoren die de
kracht van een tuinbouwgebied vormen.
Hij noemde de natuurlijke ligging; de verkeers-
figging; wijze van bedrijfsvoering; de kosten van
de produktiemiddelen.
Er vormt zich een zeer gecompliceerd en uiterst
dynamische patroon van concurrentieverhoudingen.
Hierin tekent zich een toenemende internationale
specialisatie af. De veranderingen in kostenver-
houdingen, in techniek en verkeersomstandighe
den, stellen in sommige plaatsen van West-Europa
of daarbuiten de telers in staat beter gebruik te
maken van de hun gegeven natuurlijke omstandig
heden. Elders blijven bestaande goede combina
ties van faktoren steken In verouderde structuren
en komen niet mee met de dynamiek van onze tijd.
De grote betekenis van de E. E. G. is dat zij de
nationale beperkingen doorbrak, die dit proces
tegenhielden; het grote falen dreigt te worden dat
zij dit proces opnieuw beperkt tot de zes leden-
landen.
C. B.-voorzitter Prins zei de overtuiging te heb
ben behouden, dat de concurrentiekracht van de
Nederlandse tuinbouw nog groot is. De zwakste
zijden vormen de teelten die weinig kapitaalinten
sief en zeer arbeidsintensief zijn gebleven en die
niet zijn gebonden aan ons zeeklimaat of aan de
nabijheid van grote afzetgebieden. Met name dacht
hij daarbij aan de kleinfruitteeJt voor de jam-in^
dustrie. Enkele vollegrondsgroenten voor de con-
servenindustrie vallen hier ook onder. De inter
nationale specialisatie in de teelt van massapro-
dukten verlopen schoksgewijze. Indien in enkele
centra de perspectieven van een teelt gunstig lij
ken, is de reactie zeer fel en de teeltuitbreiding
dienovereenkomstig fel. De opname-capaciteit van
een markt is echter niet onbegrensd, ook niet die
van de groeiende massa-markt. Zowel de West-
europese kasgroentensektor, als de hardfruitsek-
tor ervaren dit thans in de vorm van een neer
waartse druk op het prijspeil. De heer Prins ziet
dit als schokken en niet als bewijzen van ver
loren concurrentiekracht; de schokken raken de
concurrenten zeker zo har,d als ons.
AAN het eind van zijn rede besteedde de heer
Prins uitvoerige aandacht aan de maatrege
len die het Centraal Bureau heeft genomen en gaat
nemen om te komen tot een nieuwe afzetstructuur
voor groenten en fruit. Hij was van mening dat de
Nederlandse tuinbouw wel opgebouwd zal blijven
uit relatief kleine tuinbouwbedrijven. Om toch aan
sluiting te vinden aan de op de Westeuropese
massamarkt opererende inkoopconcentraties is ook
dezerzijds bundeling nodig. De heef Prins zei va*
mening te blijven dat ons veilingwezen de enige
Nederlandse organisatievorm is die hiervoor een
geschikt uitgangspunt vormt. Met nadruk wees
spreker erop, dat de afzetpolitiek van de Nederland
se tuinbouw nooit gericht kan zijn tegen de groeien
de machtsconcentraties aan de inkoopzijde van de
markt. De nieuwe afzetorganisatie zal met deze
combinaties de afzetplanning en de daadwerkelijke
afzet onafgebroken gaande moeten houden. Als
typering van de taak van de nieuwe afzetorgani
satie werden de woorden „creatief" en „dyna
misch" gebruikt. Om dit alles echter te kunnen
doen moet er door de tuinbouw eerst een werke
lijk volwaardige marktpartner worden gecreëerd.
Thans ontbreekt deze. Zij die het produkt in
handen hebben, zijn te klein; hij die groot genoeg
Is, heeft het produkt niet in handen. Het is een
fase In het plan van het Centraal Bureau die aan
de orde komt, nadat de belangengemeenschap tus
sen exporteurs en Centraal Bureau zijn definitieve
vorm heeft gekregen.
Over wat er in de komende tijd zal gaan gebeu
ren zei de heer Prins: Als het aan ons ligt zulfen
wij in 1968 fiog geen pogingen doen over te scha
kelen op een ander afzetsysteem, waarbij de vei-
lingklok voor massaprodukten geheel zal worden
uitgeschakeld. Slechts als zich heel bijzondere
omstandigheden voordoen, die wij thans niet voor
zien, zouden we tot deze stap genoodzaakt kun
nen worden. Wel willen wij met bekwame spoed
voortwerken aan de opbouw van 't nieuwe systeem.
Het werk dat in 1968 aan de orde komt omvat:
de oprichting en het op gang brengen van een
belangengemeenschap met de exporteurs, in de
vorm van een coöperatie; de eerste participaties
in de bedrijven van individuele exporteurs, alsmede
verdieping van de stroom marktinformaties. Een
aantal vergrote reclamecampagnes staat op stapel.
Met de aktivering van het minimumprijzenbeleid,
waarmede het vorig jaar werd begonnen, zal wor
den voortgegaan.
ET R is nog een laatste aspect dat we In volle
L ernst aan u willen voorleggen.
Er is ook een heroriëntatie vereist van de werk
sfeer van zeer veel veilingbesturen en direkties.
Er zal een ruime overdracht en bundeling nodig
zijn: van teler naar veiling en van veiling naar
centrale.
De aanvoer zal „gestroomlijnd" moet worden.
Het afgelopen jaar heeft ons in teveel opzichten
een tekort aan onderlinge samenwerking tussen
de veilingen geopenbaard, heeft ons In te geringe
mate getoond, dat de In onze organisatie verenig
de veilingen werkelijk handelen naar de overtui
ging dat slechts eendracht macht maakt. Ook hier
ligt een taak die in 1968 duidelijk beter kan en
moet worden vervuld. Veranderende tijden eisen
dat de mensen zich aanpassen, als zij niet tekort
willen schieten.
De heer Prins eindigde met op te merken dat
de crisisachtige stiuatie waarin de tuinbouw nu al
enkele jaren verkeert, voortduurt. We kunnen u
geen uitzicht geven op een snelle, krachtige op
leving. Toch bespeuren we hier en daar wat symp
tomen van consolidatie, die doen verwachten dat
enkele sectoren de rentabiliteitsdaling tot stand is
gebracht. Elders ontbreken jammer genoeg dezs
hoopgevende verschijnselen nog.