TUINBOUWKLANKEN Welke kant moeten we op? Tegenstrijdigheden Steeds meer concentratie PINGEN VAN DE WEEK Op de 6 maart gehouden tuinbouwmiddag te Scherpenisse hebben de THOOLSE land- en tuin bouwers kennis kunnen nemen van de uiteenzet tingen door de chef-inkoper van het grootwinkel bedrijf Albert Heijn. Wij mogen wel aannemen dat de spreker van die middag met aandacht is beluisterd. Echter kon men alras merken dat niet ieder het eens was met genoemde spreker, ter wijl er ook aanwezigen waren, die een zekere wrevel nauwelijk konden verbergen. In het Z.L.M.-blad van 8 maart stond onder Din gen van de week" ook een uitgebreid verslag van het optreden van de heer Ruys op de vergadering in Goes, waarvan de strekking nagenoeg dezelfde was als die op de tuinbouwmiddag te Scherpe nisse. Daarom dachten wij, dat het goed zou zijn om ook vanuit het Thoolse land de reacties enigs zins weer te geven die onder veel vergadering- bezoekers na afloop te bemerken was. Men keek er wel van op, dat volgens spreker de Nederlandse tuinbouw eigenlijk niet met zijn tijd. meeging, zodat het min of meer de tuinder zijn eigen schuld zou zijn dat de afzet en de prijsvorming soms wat stroef verloopt. Daarbij zouden de kwaliteit en de sortering nog flink verbeterd moeten worden. Om met deze laatste opmerking te beginnen, daar zit zeker wel iets in! Maar zolang de boer en tuinder er géén voordeel by heeft, is het niet te verwachten dat hij daar op stel en sprong toe overgaat. Klein-verpakking is mooi en handig, maar komen uiteindelijk ten koste van de teler van het produkt. Op de Thoolse veilingen worden veel uien ge sorteerd en geëxporteerd, terwijl er geen kg weg gaat dat niet U.C.B. gekeurd wordtReken maar da% die heren streng keuren Toch vond de heer Ruys de Zeeuwse ui slecht van kwaliteit en met vuile rokken! Nee, dan vond hij het buitenlands produkt stukken beter. En de aardappelen zou hij het liefst zien in klein-ver pakking in de maat 3550 mm. Verder zou men de produkten die in klasse II terecht kwamen maar moeten vernietigen. Men weet hier evenals elders dat er ge streefd moet worden naar kwaliteitsprodukten Maar een groeiproces is nu eenmaal géén fabrieks werk. Altijd zullen er in ieder produkt verschil lende klassen blijven en al naar zij waarde heb- Het wil met het lenteweer, nu we dit schrijven (18 maart), nog niet erg vlotten. En hoewel WAL CHEREN dan wel zuidelijk ligt vinden we het nog bijna elke dag guur en te koud voor midden maart. Een bijkomend nadeel voor ons eiland is daarbij dat we de natuurlijke voorsprong minder kunnen benutten dan normaal wel het geval kan zijn. Wel zijn de prijzen voor de laatste wintergroenten zeer hoog op de veiling. Trouwens, landelijk zien we optimale prijzen. De enkeling, die nog een hoekje spruiten, boere- kool of prei heeft, krijgt hiervoor zéér hoge prij zen. Helaas geldt het maar restanten. Maar 't is allicht meegenomen. Ook witlof is zeer in trek. De eerste kasgroenten beginnen ook goed. Zelfs de uien trekken aan. We kunnen er soms niet erg mee weg. Voor de groei en ook voor 't welzijn van de mens is het erg prettig als er een koesterend zon netje is met een milde temperatuur. Voor onze beurs mag je eigenlijk geen goed weer wensen! Ondanks het koude weer is er toch al veel sla buiten gepoot. Bloemkool poten komt aarzelend van de grond en aardappelen staan nog voor 99 in de kistjes. We geloven dat er dit seizoen veel andijvie on der het nog bestaande platglas gepoot is. Deze is en wordt momenteel gelicht, waarna velen er nog een laat slagewas uit proberen te halen. De zeer late slateelt is riskant, maar kan soms goed lonend zijn. Tussen het laatste glasgewas en de eerste koude grond-sla wil er wel eens een vacuum zijn. Het kunstje is om daar net in te vallen En hoe wel we de voorkeur geven aan gewone normale teelten willen we de „rand"kweekjes toch beslist niet verwaarlozen. De periode waarin we leven, kenmerkt zich de laatste tijd door vele tegenstrijdigheden. Een grote oorlog, waar men geen zinnig woord over kan zeggen. Niemand wil deze oorlog en toch gaat deze maar verder. We kunnen alleen maar hopen dat er een nu nog niet te voorzien alternatief gevonden zal worden. Door deze verre oorlog worden ook de economische problemen steeds groter, met als hoogtepunt de strijd om de gouden standaard. Wat de uiteindelijke gevol gen zullen zijn van de getroffen maatregelen is niet te voorspellen. Hoewel we als kleine man netjes er niets aan kunnen veranderen, zijn we er toch wel nauw bij betrokken. We voelen ons als pionnen op een schaakbord, die immers ook niet verplaatst kunnen worden zonder dat de positie van hun grote broeders in 't schaakspel worden beïnvloed. En toch is een spel zonder pion on- speelbaar Gelukkig spreekt uit de industriële jaarover zichten een heel wat optimistischer geluid dan vermoed werd. Voor onze werkloosheid, die mo menteel gelukkig niet toeneemt, is dit zeer be moedigend evenals voor de vele direct en indirect betrokkenen, waaronder ook zeer zeker ons agra risch volksdeel als grondstoffenleveranciers ge rekend mag worden. ben afgezet dienen te worden. Slechts uit de totale opbrengst van het produkt kan de teler blijven bestaan en niet alleen maar van zijn klasse SS Iedere teler is er wel terdege van bewust dat de consument goed bediend moet worden, maar de samenleving hoeft toch niet alleen het beste van het beste voorgezet te worden? Het vermoeden wordt gewekt, dat de groot-win kelbedrijven er alleen maar op uit zijn om met de fijnste kwaliteit en met steeds scherper con currerende prijzen nog meer omzet en winst te verkrijgen. Groot-winkelbedrijven mogen er zyn. en zijn ook niet meer weg te denken, maar wan neer de telers maar nauwelijks de kostprijs kun nen maken, omdat het dividend op het kapitaal van de groothandel ieder jaar omhoog moet, dan pas zal de tuinder zich een slaaf gevoelen in doze welvaartsmaatschappij. Het zal best kunnen gebeuren dat men over enkele jaren contrakten (via de veilingen) afsluit voor de levering van groente en fruit. Maar laat men dan de telers niet beschouwen als het sluit stuk van de exploitatiekosten van het groot-win kelbedrijf. Als men aan de telers eisen stelt over de af levering, zal daar ook voor betaald moeten wor den. Indien dit niet mogelijk zal zijn zullen wij misschien toch maar het oude vertrouwde veilings systeem, zoals het gegroeid is, proberen te hand haven, want dan weet men waar men aan toe ïs. In wel nagenoeg alle tuinderskringen voelt men aan, dat er betreffende het af zetsysteem verande ringen op til zijn, maar ook in de oude gevestigde tussenhandel, die hun zaken op de veilingen deden in al de jaren dat er al veilingen zijn, heerst on zekerheid, om niet te zeggen ongerustheid, wan neer men zou beginnen met het stilzetten van de veilingklok. Zij voelen aan dat zij, merendeels kleine inkopers of commissionairs, uitgerangeerd zullen worden. Als tuinder mag men zich afvra gen wanneer die catagorie inkopers, met hun solide vakkennis, éénmaal vervangen zijn door de amb tenaren van de afzetorganisaties of de prijs van het nieuwe systeem soms niet te hoog zal zijn Het is natuurlijk te hopen dat het Centraal Bureau van Veilingen en de Standsorganisaties daar op korte termijn in slagen. Zij toch weten veel beter dan wij hoe de bakens verzet dienen te worden wanneer het getij verloopt. Vermoedelijk zullen er bij deze dingen nog wel eens aanvaringen voor komen, maar dit zal niet erg zijn wanneer de gewone boer en tuinder het volste vertrouwen mag behouden in de voor hem leidinggevende organisaties. Het is nog altijd beter zo, dat men zeggen kan: „Wij gaan die kant op" dan „wij moeten die kant op" of „waren wij destijds die kant maar opge gaan!" Wanneer we in dit veertiendaags overzicht iets willen schrijven van SCHOUWEN-DLIVELAND, dan blijkt dat er weinig nieuws is. Althans wat de ontwikkeling betreft zien we weinig vooruit - (Zie verder pag. 9.) Deze week werden op de Westduitse markt de eerste uien uit Egypte verwacht en in Engeland ver schenen de vorige week de eerste uien uit Zuid- Afrika en Chili. Dat betekent dat de slotfase voor de Europese uien van de oogst 1967 is ingetreden. Het Produktschap voor Groenten en Fruit be steedde dezer dagen in een marktoverzicht uitvoe rige aandacht aan de situatie op de Europese uien- markt en wees erop dat de Europese uienoogst dit oogstjaar bijzonder groot was. Hoewel er in hoog tempo is geruimd, moeten de voorraden nog betrek kelijk omvangrijk zijn. De exportlanden die binnen kort met hun nieuwe oogst aan de markt komen hebben dan ook geen gemakkelijke start gehad. Een heel verschil met het vorig jaar. Toen brachten de eerste Kaapse uien op de Engelse markt begin maart gemiddeld 0,75 per kg op. Vorige week brachten ze het niet verder dan ƒ0,45. Nog een mooie prijs zal men zeggen, inderdaad, maar daar voor waren het dan ook de eerste van de nieuwe oogst. Als het nieuwtje er af is, zullen de prijzen wel snel dalen. Het Nederlandse uienareaal bereikte, in 1967 een record-omvang. Er werd 5.686 ha met uien beteeld tegen het jaar daarvoor 4.824 ha. Daarvan werd 5772 ha daadwerkelijk geoogst. Voorts werden er 970 ha zilveruien uitgezaaid en 510 ha plantuien uitgezet. Bovendien werd nog 561 ha plantgoed ge kweekt. De hiervan gewonnen uitjes worden dit jaar geplant voor de teelt van vroege consumptie uien. Het meeste plantgoed wordt echter geëxpor teerd naar West-Duitsland. Men neemt aan dat het beschot bij zaaiuien ge middeld 37,5 ton per ha heeft bedragen tegen het jaar daarvoor 30 ton. Dat is. ongeveer 25 meer dan normaal. Wanneer deze grotere oogst ook wordt aangehouden voor zilveruien en plantuien dan zou de Nederlandse uienoogst 1967 als volgt zijn geweest: 215 miljoen kg zaaiuien (vorig jaar 145 miljoen kg), 25,5 miljoen kg plantuien (vorig jaar 15,2 miljoen kg), 38,8 miljoen kg zilveruien (vorig jaar 27,8 miljoen kg). Totaal rond 280 miljoen kg consumptie-uien, dat is 90 miljoen kg ofwel 50 meer dan het jaar daarvoor. Door het C.B.S. wordt de bewering dat het de z.g. gelegenheidstelers zijn die voor de grote schommelingen in het areaal zorgen, niet beaamd. Volgens de mei-inventarisatie bedroeg het aantal telers van zaaiuien in 1966 6109 personen en in 1967 6507, het breidde zich dus slechts uit met 6,5 terwijl het areaal werd uitgebreid met 20 Het Produktschap voor Groenten en Fruit zegt dat er weinig vrijmoedigheid voor nodig is om hier uit te concluderen dat het voornamelijk de oude garde is geweest die zijn uienareaal heeft vergroot. In de jaren 1962 tot 1967 steeg 't gemiddelde areaal uien per teler van 59 tot 89 are. Er is duidelijk sprake van een stelselmatige schaalvergroting bij de teelt van zaaiuien. Er is dit jaar vlot geruimd. Volgens de gegevens van het Uitvoer Controle Bu reau voor Tuinbouwprodukten werden er tot en met februari rond 153 miljoen kg uien geëxporteerd. Van de 90 miljoen kg grotere oogst werd dus 42 miljoen kg meer geëxporteerd. Hieruit mag niet de conclusie, worden .getrokken dat de voorraden thans nog 48 miljoen kg groter zijn dan het vorig jaar. Door het lage prijspeil zal er zonder twijfel meer op de binnenlandse markt zijn afgezet en ook de fabrieken zullen meer heb ben afgenomen. Wat de bewaarbaarheid van de uienoogst 1967 betreft heeft het Produktschap voor Groenten en Fruit niet de indruk dat deze minder is geweest dan in voorgaande jaren. Wel zal er in verband met de overvloed wat meer zijn uitgesorteerd dan normaal. Voor de komende weken wordt gezegd dat de vooruitzichten niet gunstig lijken. De houdbaar heid wordt minder en de concurrentie van overzee heeft zich reeds aangediend. Nog luttele weken en dan is het seizoen voorbij. Wat dan nog niet is ge ruimd zal zichzelf wel ruimen. Vooruitlopend op de slotfase wordt het seizoen 1967-1968 getypeerd als een uienseizoen met weliswaar zeer lage prijzen maar met een gemiddelde besomming per ha, die, dankzij het mooie beschot, toch nog mee viel. Het lijkt intussen wel een uitgemaakte zaak dat er de komende weken heel wat minder voor de nieuwe oogst zal worden uitgezaaid en uitgepiant dan vorig jaar. Verder zou het wel heel toevallig zijn als het be schot in 1968 opnieuw zo bijzonder groot werd als vorig jaar. Een vermoedelijk kleinere uitzaai en een waarschijnlijk kleiner beschot zouden resulteren in een heel wat kleinere produktie. Of de prijzen dienovereenkomstig hoger zullen zijn is een andere zaak. Daarbij spelen faktoren een rol waarover op dit moment geen zinnig woord te zeggen valt. Tot zover het overzicht van het Produktschap voor Groenten en Fruit dat eind vorige week ver scheen. Toen dat het geval was, was de situatie op de Nederlandse uienmarkt radicaal (om dat geladen woord dan maar weer eens te gebruiken) anders geworden. De prijs vloog eind vorige week naar. Boven. Export geschikte middel en grove uien wer den vorige week vrijdag verkocht voor 20 tot 21 cent per kg. Een week daarvoor was de prijs 1012 cent. Het aanhoudende koude en gure weer in heel Europa deed de vraag naar Nederlandse uien plotseling en onverwacht dermate toenemen dat deze aanzienlijke prijsstijging er het gevolg van was. Uiteraard is niet te zeggen hoe de situatie zal zijn wanneer u dit leest, maar één ding is zeker: uien blijven ook dit jaar een produkt waarvan de prijsvorming bijzonder onregelmatig verloopt. Verrassingen zijn weer niet uitgebleven. Degenen die nog een goed produkt hebben, kunnen mis schien nog wat van hun eerder geleden verliezen inhalen. 4

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 4