Zorgen over de De bestrijding van de loonontwikkeling made van de uievlieg Welke stier? 9 De vrijere loonpolitiek nauwelijks van start, heeft de regering niettemin reeds aanleiding gegeven, de Stichting van de Arbeid mee te delen, dat zij zich over de loonontwikkeling ernstige zorgen maaKt. De loonontwikkeling dreigt n.l. aanzienlek uit te gaan boven hetgeen op grond van gegevens van het Centraal Planbureau voor dit jaar verantwoord mag worden geacht. De regering baseert haar mening op de loonsver beteringen welke reeds zijn vastgelegd in een aan tal onlangs totstandgekomen nieuwe c.a.o.'s en op die in reeds eerder afgesloten meerjarige c.a.o's. Zy vreest dat een loonontwikkeling zal ontstaan, neer komende op een loonkostenstijging van 4 tot 6 de kosten van arbeidstijdverkorting zoals deze hier en daar is overeengekomen om de 45-urige werk week te verkorten, niet meegerekend. Dat de regering de moeilijkheden rêeds met de Stichting van de Arbeid besprak, heeft zowel in de pers als voor de televisie nogal kritiek ontmoet. Wij kunnen deze krtiek evenwel niet delen. De zorgen van de regering lijken bepaald niet overdreven wanneer men ziet dat het herstel van het econo misch evenwicht niet zo rooskleurig verloopt als- enkele maanden geleden werd verondersteld. De ontwikkeling van de betalingsbalans blijkt opnieuw tegen te vallen. Ten opzichte van het buitenland bestaat er dus geen evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven aan goederen, diensten en consumptie. Laten wij hopen dat de recente ongunstige ontwik keling van onze betalingsbalans een zaak van tijde lijke aard is. Dit zou wel eens het geval kunnen zijn wanneer de verklaring moet worden gezocht in het feit dat met name de industrie in de afgelopen maanden extra voorraden aan grondstoffen heeft besteld en aangelegd. WAT ONS TE DOEN STAAT By de vrijere loonpolitiek ligt de eerste verant woordelijkheid voor de gang van zaken bij de kon- (ii) 7K.U de maand januari achter de rug is, is het -I* eigenlijke dekseizoen voor uw vaarzen en koeien weer aangebroken. Al heel wat koeien heb ben al gekalfd, die nu na verloop van tijd weer drachtig gemaakt moeten worden om het volgend jaar weer een goed kalfen de koe in produktie te krijgen. In de eerste plaats komt dan de keuze van de stier (en) om de hoek kijken die u op uw koeien gaat gebruiken. U zult misschien zeggen: „Wat doet dat er toe, als m'n vee maar op tijd drachtig wordt". Zo is het echter niet helemaal. Zijn er goede koeien dan is het zaak om goede te houden. Zijn ze soms wat minder dan zult u, net als ieder ander, naar verbetering streven. Het op z'n minst op peil houden van het vee kan alleen bereikt worden door gebruik te maken van een goed fokkende stier. MOOR het bereiken van een zo gunstig mogelijk financieel resultaat is het noodzakelijk uien van goede kwaliteit af te leveren. Om dit te bereiken is de bestrijding van ziekten en parasieten in het uie- gewas een eerste vereiste. Een zeer schadelijk insekt is de uievlieg. De maden van deze vlieg veroorzaken vooral in het jeugdstadium van het gewas veel scha de. De aangevreten plantjes vallen slap en sterven daarna af. Als deze aantasting ernstige vormen aan neemt, kan de teelt zelfs geheel mislukken. Behalve de vroege aantasting kunnen de maden ook op een later tijdstip nog schade aan het gewas toebrengen. Zij vreten dan de bollen aan, die hierdoor voor af levering ongeschikt worden. De schade kan van jaar tot jaar en van perceel tot perceel zeer sterk uiteenlopen. Behalve de mate van e!afzetting bepalen ook het grondtype en de weersomstandigheden mede de omvang van een aan tasting. Er is daarom niet te voorspellen of en in welke mate aantasting zal optreden. Als in het gewas eenmaal vreterij is waargenomen, kunnen de maden niet meer geheel afdoende worden bestreden. Om deze reden zal de bestrijding dan ook een preventief karakter moeten dragen. Momenteel komen voor een doeltreffende bestrij ding alleen organische fosforverbindingen in aanmer king. Uit deze bestrijdingsmiddelengroep zijn thans verschillende handelsprodukten van grondbehande- lingsmiddelen, alsmede een zaadbehandelingsmiddel beschikbaar. Een grondbehandeling kan worden uit gevoerd met spuitmiddelen (volveldsbespuiting) of met granulaten (rljenbehandeling). VOLVELDSBESPUITING De voor deze bestpjdingsmethode beschikbare mid delen worden kort voor het zaaien volvefds verspo ten in minimaal 500 liter water per ha. Het Is nood zakelijk de middelen direkt na het spuiten in te wer ken tot een diepte van 3 cm. Vanwege de vrij hoge kosten van deze bestrijdingswijze wordt bij de teelt traktpartijen. Zij zijn het dus die zich bij de loon onderhandelingen beperkingen moeten opleggen. Dit geldt zowel voor werkgevers als voor werk nemers. De Stichting van de Arbeid kan hier in de gegeven omstandigheden weinig aan doen. De centrale organisaties immers sluiten geen e.a.o. Hieruit moet de conclusie worden getrokken, dat wanneer kontraktpartijen hun verantwoordelijk heid niet voldoende beseffen, de regering zal moe ten ingrijpen. De mogelijkheid bestaat dat zij de ontwikkeling voorlopig nog even wil aanzien. Dit houdt evenwel het gevaar in dat de put eerst wordt gedempt wanneer het kalf verdronken is. Deze op lossing zouden wij niet willen aanbevelen. Een an dere mogelijkheid is dat loonsverbeteringen die uit de band springen niet worden ingevoerd doordat de betreffende c.a.o. onverbindend wordt ver klaard. Dit lijkt een begaanbare weg zolang het om incidentele kontrakten gaat. Het middel is echter niet te hanteren wanneer het vaak toepassing zou moeten vinden. In een dergelijke situatie moet veel eer aan een algemene maatregel worden gedacht welke een limiet stelt aan toelaatbare loonsverho gingen. Mocht ook dit geen baat geven dan zal af hankelijk van de economische situatie gedacht moe ten worden aan verlenging van de kontraktsduur der c.a.o.'s of aan een loonpauze. Zou het zover ko men dan ligt het bewijs op tafel dat ook de vrijere loonpolitiek is mislukt. En dat degenen die hiervan destijds al geen hoge verwachtingen koesterden in het gelijk zijn gesteld. Ook het K.N.L.C. behoorde destijds tot de tegenstanders maar meende niet tegen de stroom te moeten oproeien toen eenmaal bleek dat een belangrijke meerderheid in de Stich ting van de Arbeid voor meer vrijheid in de loon- sektor koos. Wij voor ons menen het erop te moeten houden, dat een vrije loonpolitiek en een streven naar volledige werkgelegenheid, twee zaken zijn die zich wezenlijk niet verdragen om onze natio nale economie in evenwicht te houden. „Een goede stier hebben we altijd al gebruikt. Het is toch een stier van de K.I.-vereniging ge weest?" Dat kan een goede stier geweest zijn, maar in vele gevallen bleek deze stier niet aan alle eisen te voldoen. Voor een natuurlijk dekkende stier geldt uiteraard hetzelfde. Het kwam en komt nog maar al te vaak voor dat de stier in de fokkerij tegenvalt. Vooral wanneer we met een jonge stier van 1 d 3 jaar te maken hebben is van de vererving nog niets of slechts heel weinig te zeggen. Pas wanneer van een 50-tal op produktie gecontroleerde dochters van de stier de lijsten zijn afgesloten kan met meer zekerheid de waarde van de stier vastgesteld wor den. rpOEGEGEVEN, het exterieur van de stier zelf en van zijn nakomelingen kan eerder beoor deeld worden dan de produktie. Het exterieur zegt echter wat produktie betreft lang niet alles. Mooie, goed gelijnde, typische stieren geven aan de doch ters lang niet altijd een goede produktie mee. Het komt maar al te vaak voor dat mooie stieren matig producerende dochters geven. van zaaiuien, picklers en le jaars plantuien steeds meer de voorkeur gegeven aan een rijenbehandeling met granulaten. Voor de teelt van zilveruien en 2e jaars plantuien blijft om teelttechnische redenen een volyeldsbehandeling echter de enig mogelijke bestrij- dingmethode. De hierna genoemde middelen en doseringen kun nen voor deze behandeling worden toegepast. De tus sen haakjes geplaatste namen zijn de beschikbare handelsmerken. 30 kg dichlofenthion sp.p. 20 of 8 1. dichlofenthion vl.b. 75 (AAvlitox, Aseptacidal, Liro VC 13 en Tri VC 13). 24 kg chloorfenvinfos sp.p. 25 of 24 1. chloorfenvinfos vl.b. 25 (Birlane). 10 1. trichloronaat vl.b. 50 (Phytosol). RIJENBEHANDELING Bij deze methode worden granulaten tijdens het zaaien tegelijk met het zaad in de zaaivoor gebracht. Doordat met een geringe hoeveelheid aktieve stof per ha kan worden volstaan, is deze bestrijdingswijze uit een oogpunt van kostenbesparing zeer aantrekkelijk. Voor deze bestrijdingsmethode komen de volgende middelen in aanmerking. De handelsmerken zijn wederom tussen haakjes geplaatst. 30 kg dichlofenthion 5 (AAvlitox, Aseptacidal, Birlatox, Liro VC 13 en Tri VC 13). 30 kg diazinon 5,5 (Basudine-korrels). 25 kg trichloronaat 7,5 (Phytosol). 12,5 kg chloorfenvinfos 10 (Birlane). De hier genoemde doseringen zijn afgestemd op de teelt van zaai-uien, waarbij gezaaid wordt bij een rijenafstand van 33 cm. Voor teeltwijzen met een nauwere rijenafstand (picklers en plantuitjes) zal in verband met het grotere aantal rijen per ha de te gebruiken hoeveelheid granulaat naar evenredigheid moeten worden verhoogd. De toediening van granulaten geschiedt met een op de zaaimachine gemonteerde granulaatstrooier. Behalve met de speciaal voor dit doel vervaardigde Horstine Farmery granulaatstrooier werden in het OVERLEG LANDBOUWLONEN Er is intussen ook aanleiding zich zorgen te ma ken over het overleg dat momenteel in het Land bouwschap plaatsvindt over de landbouwlonen. De landarbeiders zijn met hun voorstellen bepaald niet aan de bescheiden kant gebleven. Immers een ge vraagde loonsverhoging van niet minder dan 11 per week komt bij een weekloon van b.v. 140 neer op ruim 8%. Van werkgeverskant wordt hierin geen basis gezien om tot overeenstemming te ko men. De bedrijfsuitkomsten in de land- en tuin bouw over het jaar 1967 zijn bepaald niet gunstig. Vele ondernemers hebben met liquiditeitsmoeilijk heden te kampen omdat de financiële uitkomsten zijn tegengevallen. Het is dan ook begrijpelijk dat men van deze zijde terughoudend is om aanzienlijke verdere kostenstijgingen te aanvaarden. Jammer is het dat de landarbeidersbonden hier voor blijkbaar niet voldoende begrip hebben en er zelfs toe overgingen de ingediende voorstellen in hun bladen te publiceren. Dit laatste is natuurlijk hun goed recht. Maar het lijkt ons niet de juiste methode om n^et de overlegpartners op vlotte wijze tot overeenstemming te komen. Zeker nu vaststaat, dat de ingediende voorstellen gematigd zullen moe ten worden om de weg naar een loonakkoord in de Hoofdafdeling te effenen, zijn de moeilijkheden door de ontijdige publikatie er niet geringer op ge worden. De landarbeidersbonden hebben hun on derhandelingspositie er niet gemakkelijker op ge maakt. Men zou zelfs de vraag kunnen stellen of zij wel prijs stellen op een loonadvies van de Hoofd afdeling en of zij niet de voorkeur geven aan een direkt overleg in de provincies in de hoop dat op deze manier voor hen gunstiger resultaten kunnen worden behaald. Maar hoe het ook zij, nu het over leg nog in volle gang is achten wij niet het moment gekomen hierop nader in te gaan. Wel ligt het in het voornemen zo spoedig mogelijk in deze kolom men melding te maken van het resultaat. N. A. V. De stier bepaalt voor de helft de eigenschappen van zijn nakomelingen, de koe neemt de andere helft voor haar rekening. Is de koe goed, dan is ze zeker waard daarop een stier met een goede ver erving te gebruiken. De kans op een dochter met een goede produktie-aanleg is dan het grootst. Een stier dus die bewezen heeft goed te fokken en ten minste de produktie op het bereikte peil weet ie handhaven. De produktie van de veestapel bepaalt in de eer ste plaats het rendement van de veestapel. Het ex terieur komt, wat dit betreft, op de tweede plaats. Soms, en ze zijn er, verhoogt de stier bij de dochters de produktie in vergelijking met die van de moe ders en deze stier moeten we hebben. De beschrijving van de fokresultaten van de stie ren, vermeld in het boekje „K.I., geeft betere mo gelijkheden voor de veeverbetering", is dan ook waard terdege door u te worden bestudeerd. KIES EEN HOOGWAARDIGE STIER l W; G. HEIJ, assistent R.V.V.D. CStichting Nederlandse Uien-Federatie D. HOOGHIEMSTRA. vorige jaar ook goede resultaten bereikt met een op de zaaimachine gemonteerde tweede zaaibak. Granulaatstrooiers behoren op een zodanige wijze op de zaaimachine te zijn gebouwd, dat zaad en gra nulaat tegelijkertijd in de zaaivoor kunnen worden gebracht. Bij de afstelling van de granulaatstrooiers moet men er terdege rekening mee houden, dat tussen de diverse handelsprodukten grote verschillen in korrel grootte en soortelijk gewicht bestaan. Om teleur stelling te voorkomen is het dan ook beslist nood zakelijk, dat vooraf door middel van afdraaiproeven wordt vastgesteld of de van een middel vereiste do sering op de juiste wijze met de beschikbare appa ratuur verstrooid kan worden. Mits goed aangewend geven granulaten een wat vollediger bestrijdings- effekt dan de spuitmiddelen. ZAADBEHANDELING Voor toepassing in uien is thans het middel Phy tosol 20 als zaadbehandelingsmiddel beschikbaar. De werking van dit middel tegen de made is goed, terwijl het op eenvoudige wijze kan warden aange wend. Een bezwaar van de zaadbehandeling is ech ter de vrij grote kans op kiembeschadiging. De om vang hiervan kan vergeleken worden met de schade, die in het verleden na een zaadbehandeling met Dieldrin-spuitpoeder 50 kon ontstaan. De dosering van Phytosol bedraagt 75 gram per kg zaad. Om het poeder voldoende aan het zaad te hechten wordt het zaad vooraf met 75 cc water per kg bevochtigd. Direkt na de behandeling moet het zaad worden gedroogd om moeilijkheden bij het zaaien te voorkomen. De zaadbehandeling dient kort voor het zaaien en uiterst nauwkeurig te worden uit gevoerd. Bij het afstellen van de zaaimachine moet met de gewichtstoename, die ontstaat door de toevoeging van het bestrijdingsmiddel, rekening worden gehou den. mr

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1968 | | pagina 9