Golden Delicious-produktie stijgt zeer snel
DINGEN VAN DE WEEK
7
Er is al zo vaak en zoveel over de Golden Deli
cious gepraat en geschreven, dat het vervelend
dreigt te worden. Maar het ras gaat zo'n belang
rijke positie In de fruitteelt innemen, dat men er
steeds weer tegen aan loopt. Het wordt een aller-
overheersende factor, langzamerhand staat of valt
de appelteelt er mee. Bij de aardappelteelt draait
alles om het Bintje, bij de appelteelt alles om de
Golden.
Zeer scherp wordt een en ander weergegeven
in een artikel van de heer Frederix (R. T. C. Roer
mond) in „Groenten en Fruit" en „De Fruitteelt".
Hij schrijft laconiek het volgende over de situatie
in Limburg:
„Het percentage Golden Delicious plus bestui-
ver zal voor het komende seizoen ongeveer 80
bedragen. Hoewel de prijzen dit jaar beneden de
verwachtingen blijven, staat het ras financieel op
eenzame hoogte. Door de hoge kg-opbrengsten
kunnen we alleen bij dit ras spreken van een lo
nende teelt".
Waarschijnlijk komt men niet in elk gebied aan
80 Maar hoog is het percentage overal. Naar
plantmateriaal van Cox's is maar een beperkte
vraag en de Grieve is uit de gratie. Daardoor komt
de nadruk steeds meer op de Golden te liggen,
daarbij sterk gestimuleerd door de 3 x 1 beplan
ting, waar het ras zich het beste voor leent.
BIJNA 100 MILJOEN KG GOLDEN
Deze ontwikkeling heeft natuurlijk zeer ingrij
pende gevolgen voor de produktie. De aanplant
van Golden is aanvankelijk vrij traag op gang
gekomen, maar daarna geleidelijk in een stroom
versnelling geraakt. Dit is terug te vinden in het
opbrengstverloop
1951 IVz miljoen kg
1955 5V2 miljoen kg
1960 26 miljoen kg
1965 57 miljoen kg
1967 97 miljoen kg (raming)
In 10 jaar tijd steeg de Nederlandse Golden-
^roduktie ruwweg van 10 tot 100 miljoen kg. Daar
mee werd de Goudreinette van de eerste plaats ver
dreven.
EXPORT GEWENST
Volgens statistische gegevens bedraagt de opper
vlakte Golden Delicious in Nederland thans ruim
7300 ha. Hiervan is meer dan 2000 ha jonger dan 4
jaar en dus nog niet of slechts deels in produktie.
De laatste jaren werd nauwer geplant, waardoor
hogere opbrengsten per ha worden verkregen. Ge
zien dit alles zal de landelijke produktie over 5
jaar waarschijnlijk bij de 150 miljoen kg kunnen
liggen. Dat zou circa 12 kg per hoofd der bevolking
zijn, terwijl het totale appelverbruik (ook weer
volgens de statistieken) de laatste jaren ongeveer
20 kg bedroeg.
Zo gezien zal het toenemende aanbod dus moei
lijk in eigen land geplaatst kunnen worden. Export
lijkt een dringende noodzaak, nog dringender dan
voorheen.
FRANKRIJK DOMINEERT
Het moeilijke hierbij is, dat Nederland niet alleen
staat met zijn toenemende Golden-produktie. Ieder
weet, dat men het in Frankrijk nog forser heeft
aangepakt en daardoor een zeer zware concurrent
is geworden. Dat komt ook weer duidelijk tot uiting
in het produktieverloop:
1958 85 miljoen kg
1964 430 miljoen kg
1967 800 miljoen kg
Met deze enorme hoeveelheden beheerst Frank
rijk de Golden Delicious-markt. De afzet wordt
energiek aangepakt en men benut elke kans voor
export. De klant is koning! Die mag zeggen hoe hij
't hebben wil. Groene of gele appels, in kleinver-
pakking of ander fust, alles naar keuze. Tevens elke
hoeveelheid, waarbij ook graag op termijn wordt
verkocht, dus levering op een bepaalde datum
tegen een bepaalde prijs. Vooral voor de grootwin
kelbedrijven is dat aantrekkelijk, want die maken
hun plannen liefst weken of zelfs maanden te
voren.
ZWAARTEPUNT LIGT BIJ AFZET
Door dit alles staat de afzet momenteel sterk in
de belangstelling. Lang heeft de teelt centraal ge
staan. Er is aangedrongen op modernisering, op
verbetering van het sortiment, op verhoging van
de kwaliteit, op opvoering van de produk&e, op
verlaging van de kostprijs.
Op deze punten is nu inderdaad veel veranderd.
We zien steeds meer spillebeplantingen, het per
centage „moderne rassen" is vrij hoog (Golden,
Cox's en Goudreinette samen bijna 60 van het
totaal), kwaliteit en opbrengst zijn verhoogd. De
fruitteelt heeft een verjongingskuur ondergaan,
wat blijkt uit het feit dat van de 32.000 ha appels
thans ruim 12.000 ha jonger is dan 7 jaar. Nu gaat
het er om, die nog stijgende produktie van betere
kwaliteit aan de man te brengen. Het zwaartepunt
zal moeten worden verlegd naar de afzet.
ANDERE WEGEN?
De veilingen met hun passief verkoopsysteem via
de klok hebben we altijd als ideaal beschouwd. In
het buitenland was men jaloers op ons afzetsys-
teem. Nu is er echter sprake van een zoeken naar
nieuwe wegen. Met de sla, tomaten en komkom
mers is het Centraal Bureau van de Tuinbouwvei
lingen trouwens al in een bepaalde richting werk
zaam.
De zaak is echter niet eenvoudig. De Franse fruit
teler, die in beginsel erg gesteld is op vrijheid en
mogelijkheid tot zelfstandig handelen, doet afstand
van dit alles en geeft zijn fruit aan een S.I.C.A. met
de volmacht er naar beste weten mee te handelen
en te verkopen. De leiding van de S.I.C.A. (een af
zetorganisatie) heeft er volledig zeggenschap over.
Het fruit van de verschillende telers wordt in de
koelhuizen opgeslagen, gesorteerd en verkocht vol
gens het poolsysteem, doch de teler staat er geheel
buiten.
Daardoor kan op termijn worden verkocht. Daar
door kan desnoods tegen lage prijzen worden uit
gevoerd, als het nodig wordt geacht om de klanten
te binden. Daarom kunnen kansen worden benut,
die bij het Nederlandse afzetsysteem te moeilijk
liggen.
Moet het in ons land ook die richting uit? Er zit
ten veel voetangels en klemmen, terwijl de Neder
landse teler misschien nog meer op zelfstandig han
delen is gesteld dan zijn Franse kollega. Er zal ech
ter toch wat moeten gebeuren als men de export
op gang wil houden en uit wil breiden. Hoe 't ook
zij, er wordt thans studie gemaakt van de afzet,
men gaat na of er verbetering mogelijk is en dat is
erg belangrijk.
VAN 280 NAAR 450 MILJOEN KG APPELS
Het is met de appeloogst dit jaar merkwaardig
gelopen. Kort na de bloei werd gesproken van een
matige oogst en uiteindelijk werd een zeer grote
oogst. Voorgaande jaren lag de produktie rond de
350 miljoen kg. Bij de eerste raming van dit jaar
per 19 juni kwam men op 280 miljoen kg, dus 20
lager dan vorige seizoenen. Maar per 10 juli ging
het al naar 310 miljoen kg en per 31 juli werd ver
hoogd tot 345 miljoen kg. Daarmee was het een
„normale" oogst.
De koek was echter nog niet op. want via 400
miljoen is tenslotte het seizoen besloten met een
raming van 450 miljoen kg appels.
Dat is een recordproduktie, die het begrijpelijk
maakt dat de prijzen thans tegen vallen. Tevens
kan men er uit afleiden dat doorlopend op flinke
schaal geruimd zal moeten worden om tijdig dooi
de grote voorraden heen te raken, dus dat met de
verkoop uit de koelhuizen ook vrij vroeg moet wor
den begonnen.
A. v. O.
Vorige week is de jaarvergadering gehouden
van het Uitvoer Controle Bureau voor Tuinbouw-
produkten. Bij die gelegenheid heeft de direkteur
van het U. C. B. de heer Klamer o.m. een over
zicht gegeven van de omvang van de export van
tuinbouwprodukten in dit jaar. Deze bewoog zich
op recordhoogte. In de eerste tien maanden van
1967 werden niet minder dan 860 miljoen kg verse
groenten en vers fruit uitgevoerd. Dat is 83 mil
joen kg meer dan in dezelfde periode van het vorig
jaar.
De stijging komt vooral voor rekening van to
maten en uien. De export van Nederlandse toma
ten steeg van 240 tot 276 miljoen kg. Die van uien
van 107 tot 143 miljoen kg en die van sla van 47
tot 60 miljoen kg.
De uienexport is van twee seizoenen. Voor dit
«eizoen geldt dat reeds een hoeveelheid van 83
miljoen kg werd uitgevoerd in de periode juli
november. Dat was het dubbele van het vorig jaar.
Appels en peren behoren tot de produkten waar
van de export in vergelijking met het vorig jaar
terugliep.
Uit deze cijfers blijkt duidelijk van welk een be
tekenis de export voor onze tuinbouwprodukten
is.
Op bedoelde jaarvergadering heeft de voorzit
ter van het U. C. B., ir. A. de Zeeuw, enkele zeer
behartenswaardiéje opmerkingen gemaakt over het
ondernemer zijn in de tuinbouwsektor.
De tuinder van deze tijd, aldus ir. A. de Zeeuw,
wordt omringd door tal van specialistische bedrijfs
takken, die hem veel zorg en werk uit handen ne
men. De tuinder kan zich hierdoor meer geconcen
treerde specialiseren op zijn hoofdfunktie, een zo
rationeel mogelijk teelt van kwaliteitsprodukten. De
instelling van de moderne ondernemer in de tuin
bouw ten opzichte van het eigen bedrijf vraagt meer
dan uitsluitend teelttechnische kennis, het vraagt
meer dan voort te gaan op de paden van vader en
grootvader, het vereist de nodige scholing, aan
passingsvermogen, besluitvaardigheid en ook be
reidheid tot samenwerking, niet alleen als tuinders
onder elkaar, maar ook in veilingverband met ande
re veilingen en daar overheen met de handel.
De eigenschappen die een ondernemer in de
tuinbouw moet bezitten wil hij de grootst moge
lijke profijt uit zijn bedrijf halen, zijn ook toepasse
lijk, misschien nog in versterkte mate, op de lei
ders van veilingen.
In de handel en met name in de exporthandel
tekent zich een duidelijke schaalvergroting af. Een
groeiend aandeel in de omzet wordt door een klein
aantal grote bedrijven ingenomen, die de neiging
hebben hun aandeel in de totale omzet nog verder
uit te breiden. Ook hier worden steeds hogere
eisen gesteld aan het ondernemerschap. De tra
ditionele „koopman" wordt verdreven door de „or
ganisator", de coördinator, die alle uiteenlopende
funkties van inkoop, verkoop, administratie, ver
voer en dergelijke, samenbundelt en ze hun plaats
geeft in het centrale doel van de onderneming.
Ir. de Zeeuw onderstreepte met grote nadruk
in het eind van zijn betoog dat in alle sectoren
van de tuinbouw een belangrijk element van het
ondernemerschap is: de bereidheid tot samenwer
king met elkaar omdat alleen op die basis de groot
ste profijten getrokken kunnen worden van wat
in elke sektor afzonderlijk aan kennis, inzicht, er
varing en dynamiek aanwezig is.
Het zijn belangrijke uitspraken welke ir. De
Zeeuw hier heeft gedaan. Ze gelden voor een ieder
die in de tuinbouw een bron van bestaan vindt.
We,leven in een tijd waarin de veranderingen zich
in een ontzagwekkend tempo voltrekken. Het ziet
er kwaad uit voor degenen of die groepen die zich
van dit alles niets aantrekken.
Van hen die leiding aan dit alles moeten geven,
wordt grote stuurmanskunst gevraagd. We dach
ten echter alle vertrouwen te mogen hebben in het
geen er ten behoeve van de tuinbouw in de toe
komst wordt gedaan. Alleen zullen-we ook als in
dividuele tuinders ons hiermede bezig moeten hou
den en zullen ook wij open moeten staan voor
nieuwe ontwikkelingen.
Gaarne willen we deze week nog enkele op
merkingen maken over de gevolgen van het be
sluit om de export van fruit voortaan ook in meer-
malige veilingkisten te laten plaats vinden. Twee
weken hebben we er ervaring mee op het moment
dat we dit schrijven. In deze periode is er voor
Jonathan een duidelijke prijsverbetering ingetre
den, althans voor de betere kwaliteiten. Deze wer
den in grote hoeveelheden gekocht voor Belgische
rekening en in meermalige kisten uitgevoerd.
Het prijspeil van Goudreinette en Golden Deli
cious is vrijwel onveranderd gebleven. Er is de
laatste twee weken vanuit Zeeland veel fruit naar
België verladen. Op zichzelf is dat belangrijk. Dat
fruit is weg en het zit niet meer in de weg op de
binnenlandse markt.
We vernamen dat in de eerste twee weken van
november vanaf de veilingen van Goes en Kapelle
samen in totaal 44 ton appels naar België werden
uitgevoerd. In de derde week van november, toen
het in meermalige fust kon plaats vinden, bedroeg
de appelexport naar België vanaf deze twee vei
lingen in totaal 86 ton. Ten opzichte van de voor
gaande weken dus een belangrijkste vergroting van
de export. Er is reden om aan te nemen dat deze
situatie zich ook sindsdien niet heeft gewijzigd.
De Belgische auto's die om fruit komen, zijn
vertrouwde verschijnselen op onze Zeeuwse vei
lingen en dat geeft voldoening. Laten we hopen
dat het zo blijft. Voorlopig zal er nog genoeg te
koop zijn om ook onze zuiderburen volop te voor
zien.