Jongeren contra het Streekplan Midden Zeeland VRIJDAG 8 DECEMBER 1967 55e Jaargang No. 2909 Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en I petgeit in Zeeland Het al dan niet toelaten van kassenbouw in open landbouwgebieden bij uitbreiding van de tuinbouw is reeds jarenlang een punt van discussie in het planologisch overleg. Een deskundige werkgroep heeft nu in een rapport „Kas en Landschap" getracht een antwoord op de hiermee samenhangende vraagstukken te vinden. Terecht gaat de werkgroep ervan uit dat Tuinbouwbedrij ven onder glas op zich een aanvaardbaar en wezenlijk onderdes! vormen van het Nederlandse landschap! Zie pag. 5. P.J.G.Z. DEEDS in de vorige winter heeft de afdeling Koudekerke van de P. J. G. een studiegroep geformeerd die zich diepgaand met het Streek plan Midden-Zeeland heeft beziggehouden. Aan gezien men nu bezwaarschriften kan indienen, heeft de P. J. G. Streek Walcheren gemeend er goed aan te doen namens alle Walcherse leden een bezwaar schrift in te dienen. Daar nog niet alle jongeren en ouderen overtuigd zijn van de gevolgen die aan dit streekplan vastzitten leek het ons nuttig (maar misschien overbodig) een paar korte aanwijzingen te geven die toch wel belangrijk zijn voor de land bouw van nu en in de toekomst. Men begrijpt, dat het Streekplan diepgaande ver anderingen teweegbrengt. Die veranderingen hou den voor de agrarische sektor zeer grote en nare gevolgen in. Natuurlijk zijn wij doordrongen van de noodzaak van planning, maar het lijkt er vaak op of de landbouw eerv sektor is waarmee men geen rekening behoeft te houden. Indien de pla nologen hun zin krijgen, en hun gedachten wor den gerealiseerd, dan zal de landbouw meer en meer wegkwijnen. De volgende feiten wijzen daar wel op: 1 voor de industrie, bebouwing en wegen wordt alleen maar goede of beste landbouwgrond ge bruikt; 2. bestemmingsplannen Üie het agrarisch welzijn alleen maar verlammen (o.a. landschappelijk waardevol agrarisch gebied); 3. gebieden bestemd voor agrarische ondernemin gen worden totaal versnipperd (nieuwe geplan de wegen) of komen zo moeilijk te liggen (bij industrie of bebouwing) dat goed en rationeel functioneren is uitgesloten. DE WEGEN IN het plan zijn vier soorten wegen opgeno- 1 men, t.w. 1e orde, 2e orde, 3e orde en overi ge wegen. Wij moeten hierbij aantekenen dat we gen van 1e en 2e orde zo gepland zijn dat ze dwars door percelen, boerderijen en wegen lopen, zelfs zo dat ze soms parallel lopen met een nu bestaande weg. Bovendien merken wij op dat ver schillende wegen, als zij op een andere plaats ge pland zouden worden, gunstiger zullen liggen voor belanghebbenden. Voorts, dat wegen van 2e orde ook via bestaande wegen kunnen lopen. Bijvoor beeld de Toerweg op Walcheren behoeft bepaald geen racebaan te worden! Echter, als de door de planologen geplande we gen volgens de voorgestelde opzet zullen worden gelegd, mag men ook wel beginnen aan een nieuwe ruil- en herverkaveling. Dit terwijl er nu nog 20 jaar herverkavelingsrente van de vorige verkave ling op Walcheren betaald moet worden! We zei den het toch al: een wegkwijnende landbouw, als er zo onpraktisch wordt gepland. PARKEERTERREINEN CTR zijn vier parkeerterreinen gepland, één ge- legen nabij Koudekerke en drie aan de noordkant van Walcheren. Deze parkeerterreinen liggen echter niet vlak aan de kust maar soms 1 2 km ervan verwijderd. Nog een bezwaar is dat bijv. het parkeerterrein nabij Koudekerke (volgens eigen berekening voor 2.000 auto's) zo groot moet worden. Waarom niet enkele kleinere, maar meer verspreid? U denkt toch ook niet dat de toerist, als dat ene parkeer terrein er zou komen, 3 a 4 km met zijn strand- attributen rondloopt om eens een rustig plekje te vinden? In de toelichting bij het Streekplan spreekt men over spreiding; wij zien echter niet in waarom er dan toch maar één parkeerterrein aangelegd wordt bij Koudekerke. Zou dit onwetendheid onzerzijds zijn of moeten we twijfelen aan de wijsheid van de planologen? Bovendien kunnen wij ons niet voorstellen welke bezwaren er zijn tegen het plannen van parkeer terreinen op vroongebieden in plaats van op goede landbouwgronden. Zo ook de haven- en industriegebieden. De land bouw is altijd nog de eerste geldschieter geweest voor de expansie van een land. Waarom dan al tijd de industrie plannen op goede landbouwgron den terwijl er ook zee-armen zijn die, indien op gespoten, ook geschikt zouden kunnen zijn voor industriegebied? (Zie verder pagina 3

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 1