H.B. Vergadering AFA ACCU SERVICE (Vervolg van pag. 9) andere mogelijkheid uitziet. Hij dient dan echter wel te bedenken dat er geen ander beroep is waar aan uitsluitend voordelen verbonden zijn. Wil men een behoorlijk inkomen verwerven, dan moet men in zijn eigen beroep in ieder geval vakbekwaam zijn en de zaken durven aanpakken, aldus besluit de heer Becu zijn overzicht. De Voorzitter dankt de heer Becu voor zijn uit eenzetting en merkt op, dat ook andere sectoren in het bedrijfsleven met moeilijkheden kampen. Dit is echter voor de landbouw een schrale troost. De heer Van Westen wijst op de gevaren van het bewaren van aardappels bij onjuiste temperaturen. Hij krijgt de toezegging dat in het Landbouwblad een waarschuwing zal worden opgenomen. De heer De Vlieger vraagt welke prijzen de Bel gische en Franse boeren voor vlas ontvangen. Voorts vraagt hij of een contingenteringsregeling voor aardappelen mogelijk zal zijn. De heer Becu zegt de Belgische en Franse prijzen niet te kennen. De Belgische steunmaatregelen voor de industrie zijn flink verhoogd, en in Frank rijk ontwikkelen zich met regeringssteun nieuwe coöperaties. T.a.v. een contingentering van aard appelen merkt de heer Becu op ,dat deze zaak in E.E.G.-verband vooral op het politieke vlak speelt en voorlopig nog wel niet zal worden gerealiseerd. De Voorzitter herinnert hierbij aan de discussies over de bodemprijs, toen twee jaar geleden een in- nameregeling werd vastgesteld. Naar zijn mening moet er meer aandacht besteed worden aan het aardappel afzetsysteem, nu nog een zwak punt. De afzetstructuur en het inzicht in de aardappelmarkt zijn veel minder dan bij bijv. de bieten. De heer Becu voegt hieraan toe dat Frankrijk een kwantum aardappels uit de markt heeft genomen. Dit zou een Europese regeling moeten zijn. Als Nederland nu een hoeveelheid aardappels uit de markt neemt en de prijs wordt daardoor hoger, dan verliest ons land zijn konkurrentiepositie. De heer Davidse vraagt of de uitsortering van aardappels 35/40 blijvend zal zijn. De heer Becu zegt dat er enkele jaren geleden uit Brabant en Limburg bezwaren tegen deze uitsortering kwa men. Het ziet er echter naar uit dat deze maat niet meer in de markt zal komen. De heer Timmers merkt op dat de aardappelwis sel teeltregeling van 1 4 vooral voor kleine bedrij ven bijv. op Tholen nadelig is. Hij vraagt zich af of het mogelijk is 1 3 te handhaven bij verplicht grondonderzoek. De heer Becu zegt dat dit door de Plantenziekte- kundige dienst is afgewezen, daar het grondonder zoek onvoldoende inzicht geeft. De Voorzitter zegt toe dat hij over deze zaak nog eens inlichtingen zal inwinnen. Z.i. is in een grondmonster de hoeveel heid cysten wel te tellen; men zou in dit soort ge vallen een proef moeten nemen. Vroege aardappels kennen immers minder besmettingsgevaar. De heer De Lange stelt voor om bij overvloedige oogsten produkten uit de markt te nemen en naar hongerende gebieden elders in de wereld te zen den. De Voorzitter verwijst in dit verband naar de inleiding van mr. Schlingemann, waarin deze zeker iets over dit probleem zal zeggen. TUINBOUW De heer P. J. J. Dekker memoreert in zijn tuin- bouwoverzicht allereerst dat op 7 november j.l. de nieuwe lagere tuinbouwschool te Kapelle werd ge opend. Hij wenst de Z. L. M. hiermee geluk en spreekt de verwachting uit dat het fraaie, goed geoutilleerde gebouw er toe zal bijdragen dat het hoge peil van het tuinbouwonderwijs in ons ge west ook in de toekomst zal worden gehandhaafd. Wat de afzet van de tuinbouwprodukten betreft, kan worden opgemerkt dat de gang van zaken bij het zachte fruit bevredigend was. Vooral met rode bessen en bramen werden gunstige uitkomsten ge boekt. Bij de appels gaat het minder goed. Op de hoofd bestuursvergadering van 23 juni werd medegedeeld dat als gevolg van nachtvorstschade geen grote oogst werd verwacht. Tevens werd er toen echter aan toegevoegd dat het nog mee kon vallen en daarbij werd de uitdrukking gebruikt; „Hoedt u voor hetgeen er niet is". Deze waarschuwing bleek gegrond. De vruch ten groeiden door het gunstige weer goed uit en de ramingen werden in belangrijke mate door de opbrengsten overtroffen. Uiteindelijk werd het een grote oogst. Ook in de buurlanden was de appelproduktie hoog. Daardoor kwamen de prijzen niet alleen in ons land, doch in heel West-Europa onder zware druk te staan. Het valt te begrijpen dat er ook wei nig vraag was voor export, want West-Duitsland dat normaal onze beste afnemer is, had zelf ruim schoots genoeg voor de binnenlandse behoefte. Er zijn thans zeer grote hoeveelheden in de koel huizen opgeslagen. Zoveel, dat een goede sprei ding van het aanbod dringend noodzakelijk is. Er zal doorlopend verkocht moeten worden en tevens zal elke exportmogelijkheid moeten worden be nut. ook al is het prijspeil wellicht niet erg aan trekkelijk. De binnenlandse markt moet zoveel mo gelijk ontlast worden. Tijdens een studiereis naar Zuid-Frankrijk was het de heer Dekker gebleken dat men daar ook kampt met lage prijzen en dat de teelt- en afzet kosten er niet lager zijn dan hier. Men pakt de af zet echter energiek aan, daarbij gesteund door de staat met o.a. subsidies voor de bouw van koel huizen en pakstations. Op dit punt is de Franse fruitteler in het voordeel, hij heeft de staat ach ter zich. Bij de peren waren de uitkomsten beter dan bij de appels. De oogst van deze fruitsoort was matig, doch de prijzen lagen overwegend gunstig. Er is een sterke vraag naar peren, zowel vanuit het bin nenland als voor export. Trouwens, het binnen land neemt ook zeer veel appels af, meer dan ooit tevoren. Doch we hebben daarnaast export nodig en doordat die bijna ontbreekt ligt het prijspeil te laag. In de groentesector brachten de herfstkomkom- mers en late tomaten goede prijzen op. Er is mo menteel een groot aanbod van wintersla, die mede omdat de kwaliteit door het zachte weer te wen sen overlaat, tegen matige prijzen wordt verkocht. Door het Centraal Bureau voor de Tuinbouwvei lingen wordt in Engeland een reclamecampagne gevoerd voor gebruik van wintersla. Men heeft hiervan goede verwachtingen. Naar de typische winterprodukten als kool, e.d. is zeer weinig vraag en de prijzen zijn laag. Er is wel veel export van spruiten, die tegen prijzen worden afgezet die niet hoog zijn, maar gezien de areaaluitbreiding toch wel bevredigend. Het aan bod is namelijk groter dan voorgaande jaren. De invloed van de devaluatie van het Engelse pond is nog moeilijk te overzien. Waarschijnlijk zal het nadeel voor de export van peren en wintersla gering zijn, doch met name voor tomaten en uien zal de uitvoer naar Engeland moeilijker worden omdat respectievelijk de Kanaaleilanden (Guen- sey en Jersey) en Spanje thans in een voordeliger positie komen. Tenslotte kan er nog op worden gewezen, dat door het Produktschap voor Groenten en Fruit een verordening tijdelijk is ingetrokken, waarbij export van fruit alleen in éénmalig fust was toegestaan. De verwachting is dat vooral de grensexport nu meer kansen zal krijgen. Verder moet getracht wofden de export te bevorderen door het aanbie den van fruit van hoge kwaliteit. Hopelijk kan men door zaken doen met de Duitse grootwinkel bedrijven, die het fruit in éénmalig fust willen ont vangen. Samenvattend komt de heer Dekker tot de con clusie dat de situatie in de tuinbouw niet gunstig is. We moeten echter de moed niet laten zakken, het heeft er al vaker somber uitgezien. Wel ligt het thans voor vele ondernemers erg moeilijk en het is duidelijk dat steeds hoger eisen worden ge steld. Spreker hoont, dat de overheid zal meewer ken aan de produktieomstandigheden voor de on dernemer te verbeteren. De heer S. .Dees vraagt naar de mogelijkheden voor export van fruit naar Engeland, als dit land aansluit bij de E. E. G. De heer Dekker antwoordt dat het prijspeil in Engeland aanzienlijk hoger ligt dan in ons land, zodat er in E.E.G.-verband goede kansen voor export kunnen komen. Er zal echter een aanpas singsperiode aan vooraf gaan. De heer A. van Hoeve vraagt hoe het mogelijk is dat Frankrijk in één jaar tijd zijn exoort van Duitsland naar Engeland kon verleggen. De Fran se fruittelers hebben kans gezien de Engelse markt te penetreren en daardoor hogere prijzen te maken dan wij hier krijgen. De heer Dekker wijst er op dat de fruitteelt in Frankrijk in korte tijd zeer sterk is uitgebreid. De produktie steeg zo snel en zo hoog, dat men tot de conclusie is gekomen dat de afzet goed moet wor den aangepakt. De Franse teler is van oorsprong een individualist, doch hij heeft ingezien dat de verkoop van fruit gezamenlijk moet plaats vinden. Met steun van de staat zijn de S. I. C. A.'s als padde stoelen uit de grond gerezen. Dat zijn afzetorga nisaties, waaraan men zijn fruit afstaat met de volmacht om dit te bewaren, sorteren en verko pen naar inzicht. Deze S. I. C. A.'s sluiten zich ook weer aan om het aanbod verder te concentreren. Ze onderhouden relaties met grootwinkelbedrijven in Duitsland, die ze ten koste van alles doorlopend van fruit voorzien. Om de binding in stand te hou den levert men desnoods tegen zeer lage prijzen. Zo blijft men in de markt en bereikt men een vermindering van het aanbod voor het binnenland. Doordat men zeggenschap heeft over het fruit van de telers kan men op termijn verkopen tegen een bepaalde prijs en dat is vooral van veel be lang als men wil exporteren. In Nederland is deze termijnhandel bij het huidige afzetsysteem niet mogelijk. Hierdoor zijn vanzelfsprekend niet alleen op de Duitse markt in het nadeel, doch krijgen we ook minder kansen op de Engelse markt. De Franse telers zijn in staat om fruit op termijn te verkopen en daardoor doen zij zaken met Enge land en Scandinavië. VEEHOUDERIJ De heer W. de Buck geeft een globaal overzicht van de veehouderijsektor en wijst er op dat het vee in goede conditie uit de wei gekomen is, terwijl de voederpositie voor de komende winter gunstig is. Op de veemarkten, zo zegt de heer De Buck, gaat het minder fleurig. Bij de melk- en kalfkoeien dek ken vraag en aanbod elkaar bij gelijkblijvende prij zen. Naar jongvee en graskalveren is iets meer vraag; dit wellicht in verband met de verhoogde prijs per 1 april 1968 in de E.E.G. Bovendien reali seren de veehouders zich dat er in 1967 te veel jonge dieren beneden 1 Ya jaar zijn geslacht. Over de heffing uit derde landen merkt de heer De Buck op dat deze 74,59 is geworden plus de douaneheffing van 13 ct./kg levend gewicht en een pakketprijs van 213,34/kg levend gewicht ofwel 94,4 van de oriëntatieprijs. De mestkalveren- markt is williger en de pakketprijs is verhoogd met 1,78 en geworden 365,78 per 100 kg levend ge wicht. De uitvoer staat op een hoog peil. Bij de varkens nemen de aanvoeren geleidelijk toe bij een bevredigende afname en iets aantrek kende prijzen; de basisprijs is ruim 2,66/kg ge slacht gewicht. Over de kippenhouderij merkt de heer De Buck op dat deze beslist niet florissant gaat. De eierenuitvoer is gestremd. Duitsland streeft zelfvoorziening na. Grote kwanta Belgische eieren komen Nederland binnen tegen concurrerende prijzen; in de eerste 8 maanden van 1967 niet min der dan 75 miljoen stuks! Sinds kort trekken de eierprijzen weer wat aan, waarschijnijk door de in krimping van de produktie. De legbedrijven zijn wel groter geworden, maar in aantal sterk vermin derd, n.l. in 10 jaar tijds van 227.000 tot 90.000 in 1967. En met de kippebout wil de afzet ook niet erg vlotten, de koelcellen in binnen- en buitenland zitten vol. Ook in de Verenigde Staten is er ook een enorme produktie met overschotten. De prijzen zijn overal verliesgevend. Het Productschap van pluimvee heeft een ver bod uitgevaardigd om broedeieren in te leggen voor braadkuikens, enkele weken in a.s. voorjaar. Duitsland is voor ons de importeur van kippevlees, en voert ook de eigen produktie stevig op. De leghennen zijn in aantal veel kleiner gewor den. In 1967: 7,6 miljoen jonge leghennen tegen oudere leghennen 8,4 miljoen, samen 16 miljoen stuks. De eierproduktie in Nederland is in 2 jaar tijds met 2 miljard stuks afgenomen. Tenslotte wijst de heer De Buck nog op het vol gende: Op de gemengde bedrijven zijn dit jaar de bietenkoppen wel zeer zorgvuldig opgevoerd; in de zuivere weidebedrijven was er door het overvloe dige gras, minder behoefte om bij te voeren, zodat er in de akkerbouwbedrijven weer meer bieten- koppen voor bemesting zijn ondergeploegd dan voorgaande jaren. Voor omzetting van bietenkop pen in rundvlees is er bij de akkerbouwers weinig belangstelling geweest. De melkcontrole in Zeeland neemt toe; deze is nu 38,2 van alle melkkoeien, met een totaal van 7927 dieren. De melkophaalkosten in de E.E.G. zijn in Neder land het laagst, n.l. 1,14 per 100 kg, en in Frank rijk het hoogst 2,80 per 100 kg. De K.I. bij rundvee is in Z.W.-Nederland modern opgezet tegenwoordig. Men heeft in West maas een station voor wachtstieren, verder in de (Zie verder pag. 18) ATTENTIE In samenwerking met de firma Joh Gum; en Zonen vestigden wij in Goes een nieuw afleveringsdepot op het adrés: Nieuwstraat 6064 GOES telefoon: 01100—5351 b.g.g. 6453 Op dit adres beschikken wij over een voor raad AFA accu's gewaarborgd voor 100 kwaliteit door het KEMA - Keur - 100 prestatie door het nieuwe INSTANT POWER - conserveringssysteem. 100 compleet pro gramma door een assortiment van bijna 200 typen en100 service. AFA ACCU DE ENIGE MET KEMA-KEUR

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1967 | | pagina 13