S.E.R. over loonpolitiek
KNLC
Zó wint u de strijd
tegen de modder:
met beton!!
1066
Werkgeversstandpunt aanvaard
MAURITSPLEfN 23
Algemene vergadering
K.N.L.C.
s. e.r. standpunt ken u de betonspecie kant en klaar kunnen leveren. Een betonverharding is sterk,
De moderne ontwikkelingen in de landbouw, vooral de mechanisatie, vragen boeren
erven en kavelwegen waarover met moderne vervoersmiddelen, zoals trekkers met
aanhangers, op vlotte wijze grote lasten getransporteerd kunnen worden. Een modern
bedrijf moet dus zorgen voor een behoorlijke verharding van erf, toegangs- en kavel
wegen. Beton is hiervoor het aangewezen materiaal, vooral omdat betonmortelfabrie-
ra
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
Overheid en bedrijfsleven zijn het or over eens, dat het huidige loonpolitieke stelsel niet bevredigend werkt.
De voortdurende krapte op de arbeidsmarkt met als gevolg dat het bijzonder moeilijk is de loonontwikkeling
jn de hand te houden is er de oorzaak van. Wij schreven er reeds over in deze kolommen. De Stichting van
de Arbeid draagt weliswaar de eerste verantwoordelijkheid voor loonvorming maar kan deze in de praktijk
niet waar maken. De centrale organisaties zijn niet in staat neen te zeggen tegen loonvoorstellen die schade
lijke gevolgen kunnen hebben voor onze nationale economie.
VAKBEWEGING
De vakcentralen menen dat de toetsing van c.a.o.'s
voortaan wat de lonen betreft geheel achterwege
dient te blijven en voor het overige beperkt zou moe
ten worden tot een toetsing op de op centraal niveau
gemaakte afspraken t.a.v. bepaalde onderdelen van de
contracten. De goedkeuring van de c.a.o.'s door de
Stichting zou aldus slechts een formeel karakter krij
gen. Van deze zijde wordt erop vertrouwd, dat con
tractspartijen zich bij het loonoverleg voldoende zul
len matigen om onze nationale economie niet in ge
vaar te brengen. Mocht de loonontwikkeling toch uit
de hand lopen dan zou de regering desnoods kunnen
ingrijpen door een onverbindendverklaring van de be
treffende c.a.o.'s of onderdelen daarvan dan wel door
het afkondigen van een loonpauze.
WERKGEVERS
De werkgevers zien in het standpunt van de vak
beweging een te forse stap naar een volledige vrije
loonvorming. Zij menen dat een globale toetsing van
de c.a.o.'s niet achterwege dient te blijven maar wen
sen deze taak zo gauw mogelijk te zien opgedragen
aan het College van Rijksbemiddelaars. Het College
dient te voorkomen dat c.a.o.'s waarin buitensporige
loonsverhogingen zijn opgenomen van kracht worden.
moet worden gerekend. Het werkgeversstandpunt
is destemeer verklaarbaar omdat de regering in
een tijd waarin gesproken moet worden van een
overspannen nationale economie met een ambi
tieus programma voor de dag is gekomen. Maar
van de uitvoering van dit programma moet hoe
aantrekkelijk dit er ook uitziet een extra span
ning op de arbeidsmarkt worden verwacht.
In een dergelijke situatie ligt het voor de hand
dat de regering ook een grotere verantwoordelijk
heid voor de loonvorming aanvaardt.
n. a. v.
I70MENDE dinsdag 23 november vindt in
het gebouw „De Katholieke Kring", Kerk
straat 1 te Roosendaal, de jaarlijkse algemene
vergadering plaats van het K. N. L. C.
De openbare middagvergadering begint om
1.45 uur en het programma vermeldt o.m.
0 openingssrede door de voorzitter van
het K. N. L. C., ir. C. S. Knottnerus;
een inleiding over „Landbouw en
recreatie als harmonische elementen
van het moderne platteland", door de
Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie
en Maatschappelijk Werk, de heer
C. Egas.
Zoals bekend vindt de algemene vergadering
van het Landbouw Comité jaarlijks plaats in
verschillende streken van ons land. Dit jaar is
het Zuid-Westen aan de beurt.
Gaarne wekken wij onze leden op om, nu de
vergaderplaats voor Zeeland gunstig gelegen is,
de algemene vergadering van het K. N. L. C. bij
te wonen.
Geconstateerd moet worden dat het s.e.r. onverslijtbaar, gemakkelijk schoon te houden en niet duur.
standpunt afwijkt zowel van de mening van de J a J
regering als van die van de vakbeweging. Het komt yraagt inlichtingen bij uw voorlichtingsdienst of aan de
daarentegen wel tegemoet aan de mening van de
werkgeversorganisaties waartoe ook het K. n. L. C. VERKOOPASSOCIATIE NEDERLANDS CEMENT ENCI-CEMIJ-ROBUR N.V.. AFD. VOORLICHTING, HERENGRACHT 507, AMSTERDAM
s. e. R.
Intussen heeft ook de S. E. R. zich over het belang
rijke vraagstuk van de loonpolitiek gebogen. Hij deed
dit n.a.v. een adviesaanvraag van de regering. In deze
adviesaanvraag heeft de regering haar voorlopige
zienswijze neergelegd.
De S. E. R. is met de regering van oordeel dat ook
in de toekomst een nationale loonpolitiek dient te
worden gevoerd. Een loonpolitiek welke ertoe leidt,
dat bij de loonvorming rekening wordt gehouden met
een evenwichtige economische groei. Overbesteding,
werkloosheid en een ongewenste prijsontwikkeling
dienen te worden voorkomen. In dit opzicht bestaat
er dus geen verschil van mening, tussen de overheid
en het georganiseerde bedrijfsleven. Met betrekking
tot de loonpolitiek denkt de raad aan een beslissing
op korte termijn omdat het jaar 1966 voor de deur
staat en contractspartijen dienen te weten waar zv
bij de vernieuwing van de contracten aan toe zijn
Vandaar dat de raad in zijn advies het accent heeft
gelegd op de maatregelen die nodig zijn om op korte
termijn tot een overgangsregeling te komen. Maar bij
het bezien van deze aangelegenheid konden de denk
beelden die worden gehuldigd voor een definitief
loonsysteem uiteraard niet naar de achtergrond wor
den verschoven.
WERKGEVERS- EN KROONLEDEN
In de raadsvergadering van 12 november bleek d-.t
het standpunt van de kroonleden dicht staat bij c.
van de werkgevers. Met de stem van beide groeperin
gen kwam een duidelijk meerderheidsstandpunt van
de raad naar voren. Indien de regering dit standpunt
volgt zou de toetsing van de c.a.o.'s weliswaar blijven
voortbestaan maar wordt deze taak opgedragen aan
het College van Rijksbemiddelaars. Wel zal de toe -
sing een globaal karakter krijgen. Bij deze opzet za!
de goedkeuring van de c.a.o.'s door de Stichting van
de Arbeid slechts een formeel karakter krijgen. Dit
kan nu niet eenmaal anders omdat het wettelijke ka
der van de huidige loonpolitiek dat verankerd ligt in
het buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen (B.B A.)
niet op korte termijn kan worden gewijzigd. Binnen
de daartoe gestelde termijnen zal het College voor
bepaalde c.a.o.'s of onderdelen daarvan, de aandacht
van de Stichting kunnen vragen of kunnen meedelen
dat het overweegt de regering te adviseren tot on
verbindend verklaring over te gaan. De Stichting
zal hierover dan een oordeel kunnen geven. Daarnaast
zal ook een aantal organisaties over een bepaalde
c.a.o. een bespreking kunnen vragen.
Het standpunt van de raad komt hierop neer dat
de beslissingsbevoegdheid van de Stichting van de
Arbeid dient te worden verlegd naar het College van
Rijksbemiddelaars. Met deze uitspraak heeft de raa
tevens enkele gedachten van de regering afgawezen
Zo wordt niets gevoeld voor het idee dat jaarlijks een
gesprek plaatsvindt over de loonontwikkeling in en
kele centrale bedrijfstakken waar de loonvorming var.
beslissende betekenis moet worden geacht voor d^
gevolgen in andere sectoren. Weliswaar sprak ook de
regering zich uit voor handhaving van een globale
toetsing van de contracten, maar zij wenste deze taak
bij de Stichting te laten. Ook hier denkt de raad dus
anders over.