VAN HET LANDBOUWSCHAP HOE ZIT DAT 425 Welvaartsbuffer „Vrij" Werkgevers- en arbeidszaken LANDELIJK LOONAKKOORD C.A.O. LANDBOUW 1965/1966 VRIJDAG 2 3 APRIL 19 6 5 IN de openbare vergadering van het bestuur van het Landbouwschap op 7 april j.l. zijn verscltillen- de actuele zaken aan de orde geweest waarover wij het volgende willen mededelen. Graantoesflag oogst 1965. Voor de op zand- en veenkoloniale gronden geteelde voedergranen (rogge, haver, gerst en gemengd gewas) oogst 1965 zal een toeslag worden verleend van 140,per ha. Bij de uitvoering van deze toeslagregeling wordt dit jaar een andere werkwijze toegepast dan in het verleden het geval is geweest. De graantoeslag werd tot nog toe berekend aan de hand van gegevens welke door de telers bij de bekende mei-inventarisatie werden verstrekt. Thans moet echter de graantoeslag afzonderlijk worden aangevraagd door middel van een daartoe strekkend aanvraagformulier, waarop de geteelde opper vlakte granen oogst 1965 moet worden vermeld, alsmede de ligging van de betreffende graanpercelen. De aanvraagformulieren moeten vóór 1 mei a.s. ingevuld en ondertekend worden ingediend. Degenen die in de zgn. toeslaggebieden in 1964 granen hebben geteeld, krijgen dezer dagen een der gelijk aanvraagformulier toegezonden.. Omdat dit formulier dus de basis is voor de berekening van de graantoeslag en de controle aan de hand hiervan zal gebeuren, wordt de betrokken telers dringend aangeraden de gevraagde gegevens tijdig en zo zorgvuldig mogelijk te verstrekken. Telers die in 1964 in het toeslaggebied geen granen hebben geteeld, krijgen geen aanvraagformulier toegezonden. Wanneer men echter van mening is wel voor graantoeslag in aanmerking te komen, doch vóór 20 april geen formulier heeft toegezonden gekregen, dient men zich te wenden tot de districts- bureaulioiider. Ook in deze gevallen zal de aanvraag vóór 1 mei a.s. moeten worden ingediend. Uitbreiding subsidiebeleid noodzakelijk, In aan sluiting op de uitvoerige bespreking in de ver gadering van januari heeft het bestuur van het Landbouwschap in de openbare vergadering van 7 april 1965 zijn standpunt bepaald inzake het markt- en prijsbeleid en het subsidiebeleid voor de landbouw. Het bestuur betrok in zijn bespreking onder meer de verklaring die minister Biesheuvel in januari te Brussel aflegde. De minister sneed daarin het probleem aan van de nationale subsi dies in de E. E. G. Het bestuur stelde zich opnieuw op het stand punt, dat de rentabiliteit van de landbouwonder nemingen bereikt moet worden door middel van een goed markt- en prijsbeleid voor landbouw- DE NIEUWE LONEN OVEREENSTEMMING werd verkregen over de invoering van één loongebied. Het basis- uurloon voor de vakarbeider A werd verhoogd met 2 cent extra. Hierdoor is het verschil tussen het basisuurloon van de vakarbeider A met dat van de vakarbeider verhoogd tot 8,5 cent. Het ver schil in basisuurloon van de vakarbeider met dat van de vakarbeider in de veehouderij werd terug gebracht tot 4 cent. De huur'bijslagen 1960, 1962 en 1964 werden in de lonen verwerkt. In verband hiermede werd een verlaging toegepast van de jeugdloonpercentages. Dit om de kosten van de verwerking te beperken. Rekening houdende met het voorgaande, heeft de hoofdafdeling contractspartijen de volgende basis uurlonen geadviseerd; vakarbeider A 2,64*4, vak arbeider 2,56 en vakarbeider veehouderij 2,52. Voortaan zal geen onderscheid meer worden ge maakt tussen minimum en maximum basisuur lonen. De bestaande oogsttoeslag werd gebracht op 40 cent. Nieuw is de bepaling, dat ook de vakarbeider A hiervoor in aanmerking komt, zodat het door Zeeland dienaangaande in het vorig jaar gedane voorstel wordt ingevoerd. De waarderingstoeslag wordt voor alle vaste- en 1 os-vaste arbeiders ge bracht op 4 Het betreft hier een „kan-bepaling". De werkgever is dus niet verplicht een waar deringstoeslag aan zijn werknemer te geven. INVOERING NIEUWE LONEN Wellicht ten overvloede zij er op gewezen, dat de nieuwe lonen eerst van kracht worden wan neer de Stichting van de Arbeid het loonadvies heeft goedgekeurd en de nieuwe contracten tot stand zijn gekomen. Bij het overleg in de hoofd afdeling is niet gesproken over de stap die door de vakcentrales is ondernomen om te komen tot de invoering van een uitkering ineens. Over deze kwestie wordt binnenkort gesproken in het bestuur van de Stichting van de Arbeid. produkten. Daarbij realiseert het bestuur zich ech ter. dat ook bij een juist gevoerd markt- en prijs beleid knelpunten blijven bestaan, die de noodzake lijke aanpassing en modernisering van de land bouwbedrijven bemoeilijken. Het opheffen van deze knelpunten is temeer noodzakelijk door de totstandkoming van de E. E. G. In E. E. G.-verband zijn hiervoor echter nog geen regelingen tot stand gekomen. Bovendien blijken er in de andere E. E. G.-landen vrij om vangrijke steunmaatregelen voor de landbouw ge troffen te zijn 6n het valt niet te verwachten, dat deze spoedig ingetrokken zullen worden. (Zie verder pag. 437) ANDERE WIJZIGINGEN De hoofdafdeling Sociale Zaken heeft besloten het nieuwe mantelcontract landbouw in vereen voudigde vorm uit te geven. Zij hoopt dat dit de leesbaarheid ten goede zal komen. De wijzigingen die in de mantel zijn aangebracht, zijn overigens niet van ingrijpende aard. De jeugdloonpercentages zullen in verband met het loonakkoord worden gewijzigd. Deze wijziging houdt een verlaging in. Zij zijn als volgt geregeld: bij 22 jaar 93 bij 21 jaar 88 bij 20 jaar 79 l'/c bij 19 jaar 71 bij 18 jaar 61 bij 17 jaar 53 en bij 16 jaar 46 Voor de eerste maal wordt een jeugd', oonpercen- tage voor 16-jarigen opgenomen. Het loon voor volwassen vrouwelijke arbeiders zal gelijk zijn aan dat van volwassen mannelijke arbeiders in dezelfde functie. Het betreft hier een bepaling die voort vloeit uit een in E. E. G.-verband tot standgekomen voorschrift inzake de gelijke beloning van mannen en vrouwen. Het in onderling overleg vastgestelde loon voor niet volwaardige arbeiders behoeft, zo als bekend, de goedkeuring van de plaatselijke so ciale commissie. In de nieuwe mantel is bepaald, dat deze commissie het overeengekomen loon slechts goed zal keuren, indien dit naar haar oor deel redelijk en billijk is. De toeslag voor het werken op zaterdagmorgen waarvoor vervangende vrije tijd in de week wordt toegekend is gebracht op 50 van het basisuurloon. Dit was eerder 30 Met betrekking tot de vakantiebepaling is overeengekomen, dat het aantal aaneengesloten vakantiedagen welis waar 7 bedraagt, maar dat dit aantal in onderling overleg kan worden gebracht op 10. De vakantie- bonwaarde is, evenals in de tuinbouw, voor alle arbeiders vastgesteld op 6'2 x het uurloon. Ook het nieuwe mantelcontract zal aan de Stich ting van de Arbeid worden voorgelegd. Het lijkt niet waarschijnlijk, dat van deze zijde tegen de voorgestelde wijzigingen bezwaar zal worden ge maakt. „Beter een kleine baas dan een grote knecht" zo kennen wij deze zegswijze als oud spreekwoord. Het maandblad „Kantoor Efficiency" geeft hier van een modernere versie en schrijft „Beter een grote knecht dan een kleine baas". En geeft als reden van deze omzetting de volgende verzuchting, „Onze tegenwoordige welvaart kent vele ver worvenheden voor de werkende mens, die evenwel te plotseling worden opgeëist. De kleine baas moet daardoor als buffer tussen de uitvoer van het oude en invoer van het nieuwe fungeren. Hij moet het werk doen waarvoor zijn met verkorte werktijd be genadigde medewerkers geen tijd meer hebben. Ei» moet dus langer gaan werken, wil althans de pro- duktie niet achteruitgaan. Hij moet daarvoor met een geringere beloning genoegen nemen, want tot de verworvenheden behoren ook de loonronden die onverwijld in de praktijk worden gebracht, terwijl de opbrengstaanpassing een langdurige, door de overheid met weinig geestdrift ondersteunde zaak is. Daarmee is de kleine baas er helaas nog niet; bij tobt ook nog met de nevenverschijnselen. Er is een krappe arbeidsmarkt en dus geen sprake van een ver doorgevoerde selectie tot voor elke plaats de juiste man is gevonden. Hij moet blij zijn wanneet- voor elke plaats een man aanwezig is en wil blij ven. En die medewerkers worden door de verkorte werktijd en langere vakanties vrije-tijd-bewust en daarmee steeds moeilijker tot extra prestaties t® bewegen. De jonge medewerkers tenslotte, kennen geen alternatief voor welvaartsomstandigheden, on danks de werkloosheidsverzekering, hetgeen zich vaak manifesteert in een nooit ophoudende invverk- tijd en uitblijvende gevoelens van binding met het bedrijf. Ziehier enige problemen van de kleine Ixias, die leidinggevenden van de oude stempel in verschil lende bedrijven, behept met een uitstervend ver antwoordelijkheidsgevoel, als deelgenoten in het lijden heeft. Als remedie tegen hun overbelasting werd delegeren aanbevolen en ze zoeken vertwij feld naar iemand die daarvoor in aanmerking komt. Ze lezen in hun krant, dat zoiets als manager ziekte niet bestaat, en vragen zich af waarom dan zoveel bekenden in vergelijkbare posities aan ner veuze depressies lijden, hartaanvallen krijgen en veel te jong overlijden. Zij zetten hun hoop op reorganisatie, efficiency verhoging en nieuwe medewerkers die aan het voortbestaan van liet bedrijf willen meewerken, en niet alleen door dat bedrijf betaald willen worden. Zij liopcn ook dat degenen die hun taak verzwa rende maatregelen invoeren, nog eens de noodza kelijke overgangsbuffer bij de invoer zullen mee leveren. In dit triest re'aas van de kleine baas worden om het triest te houden de voordelen van liet klei ne baas zijn niet genoemd. Niet alle kleine bazen stellen alleen uit koppigheid, verknochtheid en sen timent de stap naar de status van „grote knecht" uit. Of zouden ze dan door een disproportioneel ont wikkeld verantwoordelijkheidsbesef in de volgende misère belanden? aldus een kadertje in hetzelfde blad „Kantoor en Efficiency", dat vervolgt: „Ze kunnen overigens nog de humor in hun situatie ontdekken. Ik kreeg althans eens voor el kaar, dat op zaterdag een nieuw muurtje zou wor den bepleisterd en was, toen ik een mannetje in een versleten, stijf gepleisterde overall binnenliet, naïef genoeg te vragen of de baas ook kwam. „Wan neer U op zaterdag een idioot aan liet werk krijgt", heeft hij verduidelijkt, „dan is dat automatisch een baas." „Moet U luisteren, d'r was eens een vergadering van onze Vereniging van Stucadoorspatroons. Onze voorzitter zei het zo lekker: Na de vrije zaterdag, zei die, zal de vrije vrijdag komen, en dat wil zeg gen, dat ze op donderdagmiddag doen, wat ze nou op vrijdagmiddag doenniks! Urenlang er mee ophouden! En 11a zo'n lang weekend, zullen ze pas op dinsdag weer een beetje op gang komen. Geloof mij maar, op de duur wordt er alleen nog op de woensdag gewerkt." Nou had één van de patroons zijn slungel van een zoon meegenomen, en van zulke meewerkende zoons weet je nooit of ze zich bezittende klasse of uitgebuite loonslaaf voelen. Deze voelde zich uit gebuit. „De hele woensdag werken?" heeft-ie gevraagd. IN de hoofdafdeling Sociale Zaken is overeenstemming bereikt over het loonadvies landbouw contract jaar 1965—'66. In dit advies is de 5 loonsverhoging zoals deze in de Stichting van de Arbeid voor dit jaar werd overeengekomen verwerkt. Het overleg in de provincie over de nieuwe c.a.o.'s kan nu beginnen. Het nieuwe contractjaar begint reeds per 1 mei a.s. en het ziet er helaas naar uit, dat dit jaar de nieuwe c.a.o.-boekjes niet op tijd verschijnen. Dit is jammer. De praktijk immers heeft behoefte aan voorlichting die op tijd komt. Als de provinciale onderhandelingen vlot verlopen verwachten wij de lonen en arbeidsvoorwaarden voor zowel land- als tuinbouw begin mei in ons blad te kunnen publiceren. Het loonoverleg was ook ditmaal tijdrovend en moeizaam. De algemene loonsituatie is hieraan niet vreemd. De arbeidskracht is nog steeds schaars. Hieruit volgt dat het bedrijfsleven zich in het algemeen moeilijk kan houden aan de mogelijkheden welke het loonakkoord van de Stichting van de Arbeid biedt. Deze ervaring werd ook in de hoofdafdeling opgedaan. Dit verklaart waarom het loonadvies boven de 5 uitgaat. Voor onze bedrijfstak geldt als bijkomende omstandigheid, dat ten opzichte van het ove rige bedrijfsleven de loonachterstand in de landbouw groter dreigt te worden. Andere bedrijfstakken im mers, kennen op moderne leest geschoeide beloningsstelsels waarvoor de landbouw nog geen oplossing heeft gevonden. Ook de arbeidstijd is in de landbouw langer, zodat ook op dit terrein nog achterstand moet worden ingehaald. De Stichting van de Arbeid zal zich over het loonadvies moeten uitspreken. Het is te hopen, dat daar voor de bijzondere situatie waarin de landbouw verkeert begrip bestaat.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 5