Werk aan de winkel voor Minister Biesheuvel VRIJDAG 23 APRIL 1965 Hf Wm w M P? m Www% ..Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland Frankering bij abonnement Terneuren 53e Jaargang No. 2277 HP W' P H IP y>. HP W- m MM Y P Y/ V&Y/ p I 1 W/Y /M WM'M l|yf mé. Mr. J. F. G. SCHL1NGEMANN NOG vóór de Paasdagen heelt ons land een nieuwe regeringsploeg, waarin de Minister van Landbouw op zijn post is kunnen blijven. Wie zich ons vorige artikel herinnert, waarin stabiliteit in het beleid, tenminste ge durende een regeerperiode van 4 jaar, als een voordeel voor een bedrijfstak als de landbouw werd aangemerkt, zal begrijpen, dat wij verheugd zijn, dat de ongetwijfeld bekwame Mr. Biesheu vel de portefeuille van landbouw blijft beheren. De bewindsman heeft niet alleen de indruk gevestigd, dat hij in de Neder landse ministerraad een redelijke mate van invloed heeft, maar hij is boven dien een bekwaam onderhandelaar in Brussel. Bij de vele moeilijke proble men, die daar in de komende maanden aan de orde komen is dit wel van groot belang. De richting van het beleid van de nieuwe regering kan pas beoordeeld worden, wanneer de regeringsverkla ring is afgelegd. Wij kunnen ons echter moeilijk voorstellen, dat het landbouw beleid veel veranderen zal. De gróte kwestie bij het regeren in deze jaren is hoeveel geld iedere minister van zijn ambtgenoot van Financiën los kan krij gen. Ook deze is natuurlijk niet vrij om zijn geldzak willekeurig dan voor deze dan voor die open te maken. Er wordt jaarlijks door het Centraal Planbureau berekend hoeveel „ruimte", zoals dat met een modern woord heet, er is voor de regering. Daar bijna ieder Minister elk jaar meer geld gebruiken kan om de vele wensen te vervullen, die er bij volk en volksvertegenwoordiging leven, moet elke regering een soort urgentie- lijst opstellen. Men denke in dit ver band maar eens aan de wensen, die er leven op het gebied van de woning bouw, de verbetering van het wegen net, de uitbreiding van onderwijs en wetenschap, de vervolmaking van het sociale stelsel, de structuurverbetering van de landbouw enz. En hiermede is het lijstje nog lang niet uitgeput' HET SUIKER EN SUIKERBIETENVRAAGSTUK AM nu naar het terrein van onze landbouw terug te keren, dan herinneren wij eraan, dat deze bedrijfstak bij de vorige regering hoog op de urgentielijst stond. Wij nemen aan, dat dit op nieuw het geval is en dan menen w;j, dat het aan Minister Biesheuvel wel toevertrouwd is de nood zakelijke uitgaven van zijn nieuwe ambtgenoot Vondeling los te krijgen. Wij schreven reeds hierboven, dat ook in Brus sel een aantal voor onze landbouw belangrijke be slissingen genomen zullen moeten worden. Zo is de Raad van Ministers bezig een E. E. G. suiker verordening te bespreken. De suiker en de suiker bieten zijn een van de weinig overgebleven be langrijke landbouwprodukten, die nog niet onder een Europese regeling vallen en waarvoor men toch een gemeenschappelijke regeling wil. Er zijn echter nog ernstige tegenstellingen te overbruggen tussen Duitsland en Italië enerzijds en Frankrijk en de Beneluxlanden anderzijds. Het is altijd een merkwaardig schouwspel te zien, hoe voor de verschillende produkten de combinaties van landen die het met elkaar eens zijn, wisselen. Voor groente- en fruitregelingen zien wij Duits land en Nederland fel staan tegenover Italië en Frankrijk. Voor suiker ligt de combinatie weer ge heel anders. Het is natuurlijk duidelijk, dat dit verband houdt met de belangen, die elk land heeft Bieten telen zonder handwerk is mogelijk. Velen geven er echter de voorkeur aan om eerst machi naal terug te dunnen tot 14 bbd tn daarna met de hand na te dunnen tot het gewenste aantal. Met de dunmachine kan goed werk geleverd worden, mits goed afgesteld en deskundig gebruikt. Hierover schrijven de heren J. H. Zwart en Fr. Vader van de R. L. V. D. Goes op pagina 427 in dit nummer. bij teelt, afzet en handelsbeleid van het betreffende produkt. VOORLOPIGE OVERGANGSMAATREGELEN VOORGESTELD IN het kort komt het standpunt van Duitsland en Italië erop neer, dat zij een soort streeks gewijze contingentering van de bietenteelt voor staan omdat zij vrezen dat anders in hun landen deze teelt stukken terug zou lopen, wanneer er in de E. E. G. een overschot aan suiker is. Dit nu is lang geen denkbeeldige situatie. De vier andere landen voelen hier niet voor. Zij menen, dat de omvang van de E. E. G.-produktie het best geregeld kan worden door de prijsvast stelling. Dan heeft men in ieder geval de kans, dat de produktie zich in die gebieden zal concen treren, waar dat het beste, het efficiënste en het goedkoopste kan. Deze stelregel was immers in het algemeen een van de doeleinden, toen de zes lan den besloten een gemeenschappelijke markt in het leven te roepen. Deze twee standpunten, die ook terug te vinden zijn in de besprekingen, die de landbouworgani saties in COPA verband met elkaar voeren, staan in dc Raad van Ministers scherp tegenover elkaar. De Duitsers voelen er vooralsnog niets voor te (Zie verder pagina 429)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 1