Europese boeren manifesteren
Over hoofdpunten Landbouwbeleid
eensgezindheid
VRIJDAG 22 NOVEMBER 1961
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land enTuinbouw en Veeteelt in
OVERZICHT
Frankering bij abonnement: Terneuze®
51e Jaargang No. 27.)7
STRAATSBURG, prachtige hoofdstad van de Elzas, in de Romeinse
tijd zetel van twee legioenen, was vorige week getuige van een
eerste grote bijeenkomst van 600 boerenleiders uit de zes landen van
de E. E, G.
De inwoners van deze oude universiteitsstad met haar vele historische
gebouwen en haar mooie Domkerk zijn overigens wel gewend aan der
gelijke internationale bijeenkomsten. Want van oudsher ligt zij op de
grens van twee werelden. Vroeger als Romeinse versterking achter de
beschermende Rijn tegenover de Germaanse volkeren; in onze tijden
als Franse stad vlak bij Duitsland.
Maar meer nog is Straatsburg de laatste jaren bekend geworden als
zetel van de Raad van Europa en van het Europese Parlement, het
lichaam waarnaar de volksvertegenwoordigingen van de zes E. E. G.-
landen hun afgevaardigden sturen teneinde de Raad van Ministers
van de Euromarkt van advies te dienen bij hun pogingen om van deze
zes landen een eenheid te smeden.
ALGEMENE VERGADERING C. O. P. A.
HET C. O. P. A., het vijf jaar geleden ten tijde
van het afsluiten van het Verdrag van Rome
gestichte samenwerkingsorgaan van de vrije land
bouworganisaties uit de zes E. E. G.-landen, hield te
Straatsburg zijn tweede Algemene Vergadering.
Waren er vorig jaar te Milaan een aantal vertegen
woordigers uit het landbouworganisatieleven bijeen,
speciaal ook om er een rede van de Vice-Voor
zitter van de Europese Commissie, Dr. S. L. Mans-
holt, aan te horen, ditmaal hadden de landbouw
organisaties van Italië, Frankrijk, Duitsland, Bel
gië, Nederland en Luxemburg een groot aantal hun
ner voormannen afgevaardigd om er gezamenlijk
te manifesteren voor een rechtvaardig landbouw
beleid in de E. E. G. Zo konden wij alle landelijke
voorzitters te Straatsburg verenigd zien naast tal
van regionale en provinciale presidenten. Zij allen
hebben volop gelegenheid gehad met elkander van
gedachten te wisselen. Want naast de officiële ver
gadering, waar de Voorzitter van het C. O. P. A.,
de Fransman Jean Deleau, een grote rede namens
het Bestuur uitsprak en er voor ieder land een
verklaring werd afgelegd de rede van de Neder
landse delegatieleider Ir. C. S. Knottnenis is op
genomen op de K. N. L. C.-pagina in dit blad
waren er ontvangsten voor alle deelnemers door de
Elzasser (landbouworganisaties en door de Bur
gemeester van Straatsburg, de bekende staatsman
Pflimlin.
Naast de grote openingsrede van de Voorzitter
van het C. O. P. A., waarin de standpunten van het
Bestuur ten aanzien van het te voeren prijsbeleid,
het marktbeleid, het structuur- en het sociale beleid
in de E. E. G. waren verwerkt, nam de vergadering
unaniem een manifest aan. Een aantal belangrijke
punten hieruit staan ook vermeld op de K. N. L. C.-
pagina, waarnaar wij dan ook gaarne verwijzen.
BELANGRIJKE BESLISSINGEN OP KOMST.
MEN kan zich afvragen wat het doel is van een
dergelijke bijeenkomst en welk nut zoiets
heeft voor de miljoenen boeren, die in de E. E. G.
landen dagelijks met hard werken trachten een
bestaan te veroveren.
Om dit overzien, moeten wij allereerst vaststel
len, dat wij aan de vooravond staan van belang
rijke beslissingen inzake het gemeenschappelijk
landbouwbeleid Men zal in de dagbladen gelezen
hebben, dat de' Ministers van Landbouw in begin
december in permanente zitting zullen gaan. Dit
betekent, dat zij over een groot aantal nog tussen
hen hangende vraagstukken zullen moeten beslissen
en dat zij pas uit elkaar zullen gaan wanneer deze
moeilijke onderhandelingen zijn gelukt of mislukt.
De redenen, waarom dit nu ineens moet gebeu
ren zijn van tweeërlei aard.
Allereerst heeft Frnkrijk bij monde van President
De Gaulle aangekondigd, dat het wenst dat deze
problemen op agrarisch gebied vóór 1964 zijn op
gelost, daar het anders weinig heil ziet in de ver
dere voortgang van de E. E. G. Juist voor Frank
rijk, waar de landbouw nog zo'n belangrijke rol
speelt in het economische leven, is een regeling
van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van
groot belang.
3. Een reglement voor een gemeenschappelijk
rijstbeleid.
4. De gehele financiering van het gemeenschap
pelijke landbouwbeleid. Hier vallen onder de
financiering van het door de E. E. G. opkopen
van overschotten (b.v. granen), van de bij ex
port uit de E. E. G. te verlenen restituties (b.v.
zuivel) en de financiering van het gemeen
schappelijk structuurbeleid.
5. De voorstellen tot het reeds in 1964 invoeren
van één prijs voor de granen, die in de E. E. G.
geteeld worden.
6. Enkele gewenste wijzigingen in de bestaande
reglementen voor granen, varkensvlees, eieren
en slachtpluimvee.
Zoals men ziet betreft het hier een hele rij pro
blemen, waarover men het nog lang niet eens is.
BOEREN EENSGEZIND
IN het licht van het voorgaande moet men de
vergadering van de landbouworganisaties in
Straatsburg bezien.
Het is van het grootste belang, dat hier dui
delijk en eensgezind namens de boeren van
Europa een standpunt is ingenomen over al
deze kwesties.
Het gaat dadelijk immers over de toekomst
van die boeren en hun gezinven. Ook zij heb
ben recht op een bestaan, dat op een niveau
GEZAMENLIJK STANDPUNT
DAARNAAST willen andere landen, zoals Duits
land en Nederland, dat de onderhandelingen,
die de E. E. G. in mei van 1964 met derde landen
en vooral met Amerika gaat voeren over een uit
breiding van de onderlinge handel gunstig verlopen.
Hiervoor is het echter nodig, dat de zes E. E. G.-
landen een gezamenlijk standpunt ten aanzien van
deze onderhandelingen opstellen. Deze besprekin
gen zullen niet alleen over agrarische produkten,
maar over de gehele handel gaan. De E. E. G.-com-
missie acht onderhandelingen zonder dat men zelf
in de E. E. G. een gemeenschappelijk landbouwbe
leid heeft onmogelijk.
En zo heeft men deze twee vraagstukken aan
elkander gekoppeld en zal de toekomstige positie
van de wereldhandel en van de E. E. G.-landbouw
afhangen van de mate waarin de E. E. G.-ministers
in de komende weken overeenstemming bereiken.
DE LANDBOUWPROBLEMEN
MAAST de bepaling van het gezamenlijk stand-
punt inzake de wereldonderhandelingen komen
de volgende vraagstukken aan de orde:
1. Een reglement voor een gemeenschappelijk
zuivelbeleid.
2. Een reglement voor een gemeenschappelijk
rundvleesbeleid.
dient te liggen, dat vergelijkbaar is met dat
van andere bevolkingsgroepen.
Daarvoor moet steeds nationaal gestreden wor
den, maar thans, nu deze toekomst voor een groot
deel in E. E. G.-verband zal worden beslist, dient
de strijd op het vlak van de zes landen gevoerd te
worden.
Wat daarom zo verheugend was van deze
manifestatie te Straatsburgwas de grote eens
gezindheid tussen de vertegenwoordigers defr
zes landen. Natuurlijk zijn er op onderdelen
nog verschillende belangen. Maar Straatsburg
toonde, dat men het over alle grote principes
eens was. Regeringen en Europese Commissie
zullen hier terdege rekening mee moeten hou
den.
Zulks was ook de mening van de Zeeuwse deel
nemers, namelijk de Algemeen Voorzitter Ir. M. A.
Geuze, de Kringvoorzitter van Schouwen-Duive-
land de heer A. M. Geluk, het Zeeuwse lid van de
Hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap
de heer J. B. Becu en van schrijver dezer regelen.
Terwgl de Ministers met hun ambtelijke raad
gevers in Brussel een nieuwe Marathonzitting tege
moet gaan, weten zij nu dat de boeren van Europa
het recht opeisen een redelijk bestaan te kunnen
voeren.
S.