KONTRAKTTEELT
Wat
doen
de
organisaties:
WEERWOORD
y
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1963
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land enTuinboun en Veeteelt in Zeeland
D1
Frankering bij abonnement: Terneuzee»
51e Jaargang No 2695
IN de land- en tuinbouw worden in toenemende mate
voor het telen van zaden en tuinbouwprodukten kon
trakten afgesloten. Een ontwikkeling die een bedreiging
kan inhouden van de zelfstandige boer of tuinder. Grote
ondernemingen kunnen op deze wijze hun invloed uitoefe
nen op de agrarische bedrijven waardoor de voordelen van
de teelt niet meer ten goede komen aan de boer of tuinder.
De verticale integratie, waarbij twee of meer produkten-
stadia samengetrokken worden, bijvoorbeeld produktie en
verwerking of zelfs produktie, verwerking en afzet zullen
in toenemende mate tot samenwerking van telers en coö
peraties noodzaken. De standsorganisaties zullen mede
moeten helpen om de ontstane steeds belangrijker worden
de problemen aan te vatten. Immers de omvang en de
betekenis van de kontraktteelt. vooral van zaden neemt
nog steeds toe. De gewassen die op kontrakt geteeld wor
den vormen vaak een welkome variatie in de vruchtwisse
ling, bevorderen een betere arbeidsverdeling en de finan
ciële resultaten kunnen aantrekkelijk zijn. Soms is het
mogelijk om twee gewassen per jaar op bedelfde nere^el
te telen. Van groot belang is het daarom dat goede af
spraken en regelingen gemaakt worden. De invloed van
de individuele teler is sleelits geding en daarom is s5,,>,'xn-
werk'ng dringend gewenst om de noodzakelijke versterking
van de positie van de kontrakttelers te verkrijgen.
NAAR EEN LANDELIJKE ORGANISATIE
|E Kontrakttelersvereniging te Groningen en de Stichting voor Kontraktteclt te Roosendaal be
hartigen beide de belangen van vele telers, ieder in het eigen werkgebied. Om ondoelmatig en
inefficiënt werken te voorkomen hebben beide organisaties een kommissie uit hun besturen benoemd
om tot een landelijke organisatie te komen. Reeds geruime tijd is een rapport hierover van deze kom
missie aan de drie Standsorganisat:es aangeboden. In dit rapport worden enige suggesties gedaan t.a.v.
mogelijkheid van de opzet van kontraktteelt. Het ware te wensen dat vóór het nieuwe seizoen begint,
hierover intern overeenstemming In 3 C. L. O. verband wordt bere'kt opdat op deze basis (standaard-
kontrakt) met de firma's en industrie onderhandeld kan worden. Hierover moet de boer (tuinder)
kunnen beschikken, alvorens de „fieldman" weer op pad gaat om kontrakten onder te brengen. Nu,
bijna begin september, heeft nog geen der organisaties antwoord op dit rapport gegeven en een
mening over de conclusies kenbaar gemaakt. Het duurt dus wel weer vrij lang voordat een gezamen
lijk standpunt over deze kwestie kan worden ingenomen. Uiteraard profiteren hiervan de firma's die
spoedig en naar wij vernemen vervroegd op pad gaan. om de nodige kontrakten af te sluiten. In de in
overleg met de firma's op te stellen standaardkon trakten zal speciale aandacht besteed moeten wor
den aan de bepalingen over kwaliteit, prijs, krediet voorwaarden en sancties bij niet nakoming van de
overeenkomst. Het moet mogelijk zijn dat telers kontrakten afsluiten die zo veel mogelijk „waterdicht"
zijn. Eventueel zal in voorkomende gevallen met sommige firma's of fabrieken niet gekontrakteerd
moeten worden tenzij deze gebruik maken van bedoelde, goede kontrakten.
KONTRAKTTEELT IN DE PRAKTIJK
DAT het in de kontraktteelt met de afwikkeling
der zaken lang niet altijd „koek en ei" is
tussen teler en fabrikant zal niemand bevreem
den. Hoe het in dergelijke gevallen soms toegaat
hoorden wij onlangs van een teler die met een
fabriek een kontrakt voor de levering van tuin,
bonen afgesloten had. De prijs was in deze over
eenkomst vastgesteld, en zo op het oog leek het
betrokken teler dat hij „goed" zat. In dit kontrakt
waren echter onder meer een tweetal bepalingen
opgenomen die als volgt luidden:
Het oogsten van de tuinbonen zal dan geschie
den, wanneer koper en/of diens gemachtigde
hierover mondeling en/of schriftelijk opdracht
geeft.
De door teler af te leveren tuinbonen moeten
naar de beoordeling van koper en/of diens
gemachtigde, geschikt zijn voor diepvries.
De meer ingewijde kan het verloop van deze
zaak reeds raden. De fabrikant liet maanden lang
niets van zich horen en wist het perceel waarop
de tuinbonen geteeld werden zelfs niet eens te lig
gen Het tijdstip van rijpen naderde met rasse
schreden en ten einde raad belde de verontruste
teler de fabriek op. De „fieldman" kwam langs,
overzag het produkt op het veld en gaf order-
vrijdag plukken
Aldus geschiedde en de tuinbonen werden in de
namiddag aan de fabriek geleverd. Maar de fabri
kant, ook niet mis, keurde de gehele partij af,
zijnde niet diepvries geschikt. Hij maakte echter
wel het goede gebaar bereid te zijn deze bonen
tegen de helft van de prijs voor de inmaak over
te nemen
DEMIDDELING in deze kwestie leverde niets
op. De fabrikant hield vast aan de kontrak-
tuele bepaling, dat de tuinbonen geschikt dienden
te zijn voor diepvries. Naar de eisen informerend,
waaraan het produkt dan diende te voldoen (die
niet in de overeenkomst waren opgenomen en dus
op bet moment van de levering eenzijdig door de
fabriek konden worden vastgesteld) kreeg men
ten antwoord dat onder meer er geen gele bonen
in het produkt mochten voorkomen. Deze bleken
inderdaad wel aanwezig te zijn. Er werd van de
zijde van de teler met klem op gewezen dat de
fabriek toch betreffende het opdracht geven tot het
oogsten geheel in gebreke was gebleven. Niets
mocht baten, de fabrikant had alleen te maken
met het al dan niet geschikt zijn voor diepvries
en was niet bereid de overeengekomen prijs te
betalen. Dat naast deze twee nu besproken punten
het kontrakt ook nog vele andere zwakke kanten
had zal niemand verwonderen. De teler was de
dupe en in dit geval ging het om een bedrag van
ca. 30.000,—
DE TIJD DRINGT
ïjE verwachting bestaat dat de „fieldman" van
de firma's en de fabrieken dit najaar ons
zich in te dekken weer vroeger dan andere jaren
op pad zullen gaan om hun kontrakten tijdig af
te sluiten. Een antwoord door de organisaties
hierop, ter voorkom'ng van het gebruik van
slechte kontrakten, zal dan ook niet lang meer
op zich moeten laten wachten.
Blijft dit antwoord van de organisaties te lang
uit dan bestaat de kans dat de firma's en fabrie
ken zich reeds weer ingedekt hebben. Voorlopig
kunnen we U aanraden niet te snel in te gaan op
n»ogelijke aanbiedingen.
TUINBOUW KONTRAKTTEELTEN
T\E veilingen verenigd in het C. B. v. T. V. heb-
ben reeds enige jaren het belang van de kon
traktteelt ingezien. Door het in overleg met de
fabrikanten ontwerpen van een standaard-kon-
trakt werd een vorm van samenwerking verkregen
die voor beide partijen zowel teler als industrie,
bevredigend werkt. De veiling verleent de voor de
fabrieken zo gewaardeerde „seiVice" in de vorm
van fust en keur.
Dat ook de teler bij deze gang van zaken goed
profijt trekt, blijkt o.m. dit jaar uit het feit dat
de over de veilingen gesloten kontrakten voor de
levering van stambonen tegen de vastgestelde
prijs afgenomen werden, niettegenstaande de fa
brikant op de veiling zelf deze bonen veel goed
koper betrekken kon.
Kontrakten voor stambonen, die niet via de
veilingen waren gelopen, gaven veel moeilijkheden,
vooral in West Noord-Brabant. Juridisch waren
deze kontrakten vaak te ontduiken en dan liet de
industrie de teler met zijn stamslabonen zitten
Dit is niet mogelijk gebleken bij de kontrakten
zoals die zijn opgesteld door de juridische afdeling
van het Centraal Bureau. Natuurlijk hebben de
veilingen ook hun zorgen en moeilijkheden, maar
zij hebben vele mogelijkheden die de individuele
teler niet tot zijn dienst staan.
De tuinders die dit seizoen de „vrije" bonen
teelden hebben ondervonden dat de teelt van
stambonen door zijn mechanisatiemogelijkheden
een landbouwprodukt is geworden. Voor een vol
gend jaar om rekening mee te houden De kon
traktteelt van zaden en tuinbouwprodukten is
een zaak die alle aandacht en belangstelling van
de organisaties volkomen waard is. Behartiging
van de belangen van de telers en/of leden en het
bieden van garantie en service aan de afnemers
is nodig. Reeds nu zien we een zich gedeeltelijk
oriënteren op het buitenland (België en West-
Duitstand). De toenemende mogelijkheden tot
mechanisatie van de oogst zal de animo voor som
mige teelten vergroten. De marktpositie van de
industrie is vaak sterk. Aan de telers en hun or
ganisaties de taak om hier iets tegenover te stel
len
d. R./Bl.
TI/ E weten niet hoe het weer is, als deze regels in druk verschijnen. Het is vurig te hopen, dat dan
vv de graanoogst voortgang kan vinden op redelijk begaanbaar bouwland en dat het vee niet meer
,.met vijf bekken vreet". Op dit moment valt de regen nog in stromen neer en is de stemming som
ber. Hier en daar is gesproken en geschreven over een rampjaar voor de boer. Het is, dachten wij,
voorbarig om zulke grote woorden al te bezigen. Er kan nog veel ten goede keren.
Verlies aan hoeveelheid kan uiteraard door een relatief betere prijs vaak grotendeels worden goed
gemaakt. Met verlies aan kwaliteit is dat niet het geval. Voor een ricl.tprijsprodukt als granen be
tekent te weinig kilo-opbrengst ook direct te weinig financiële opbrengst. Wat de melk betreft be
hoeft de opbrengstkant niet te lijden, als het huidige systeem van melkprijsgarant'-e straks op rede
lijke wijze wordt voortgezet.
KJ AAR de kostenverhoging als gevolg van het slechte weer is er alvast. Dat wil dus zeggen, dat
de Nederlandse boer bezig is weer een flink stuk risico te lopen. Natuurlijk, d' ar is hij onder
nemer voor. Maar dan is het wel nodig, dat zijn onderneming in staat is een paar jaar met veel slecht
weer te verdragen.
Als voorname elementen van de onder nemer staak, ook in land- en tuinbouw, kunnen worden be
schouwd het tijdig aanpassen en moderniseren van het bedrijf en het dragen van risico. Vorig jaar is
bij het vaststellen van de richt- en garantieprijzen van de basisprodukten o.a. rekening gehouden met
de noodzaak van investeringen voor moderniseringdaarvoor werd een kleinigheid inberekend.
Het slechte weer van augustus 1963 vlak na dat van 1962 illustreert dat het andere element,
n.l. het dragen en kunnen dragen van risico, niet meer buiten beschouwing kan worden gelaten. Daar
bij moet men dan nog bedenken, dat de modernisering van de landbouw, hoe noodzakelijk die ook
is, de afhankelijkheid van de weersomstandigheden en daarmee het ondernemersrisico meestal nog
vergroot.