Nederlandse
OVER"CHT De rechten van de
Landbouw
Een verstandig en rechtvaardig beleid
gevraagd
VRIJDAG 2 AUGUSTUS 1963
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Frankering bij abonnement: Terneuzen
51e Jaargang No. 2692
JJET is eindelijk volop zomer en dat betekent dat onze
boeren het druk hebben. Er is allereerst de achterstand
in te halen, ontstaan door het natte weer van de laatste
twee maanden. Daarna komt de graanoogst de volle aan
dacht vragen. Ofschoon het weer in augustus nog wel wat
kan goed maken, ziet het er in onze provincie met op
brengsten en kwaliteiten niet overal best uit. Ook dit jaar
zal het afwachten zijn, wat het onderste regeltje bieden zal.
Maar dat het iiet vorig jaar zal evenaren, gelooft niemand.
l.aten wij hopen, dat alles nog zal meevallen.
MEER BEGRI1' VOOR DE LANDBOUW?
INMIDDELS heeft ons land zijn nieuwe regering. Reeds vorige week werd in ons blad aandacht be
steed aan de Minister van Landbouw. Hij is jong, dynamisch en deskundig. Men verwacht veel van
hem en wij wensen hem graag toe, dat hij in de komende jaren veel bereiken kan. Dit zal tevens voor
een groot deel afhangen van de houding van zijn medebewindslieden ten opzichte van de bedrijfstak
landbouw. Voorlopig is men het er wel over eens, geschrokken als men is door de uitslag van de ver
kiezingen, dat er meer gedaan moet worden, dan onder de vorige regering. Wij zouden in (fit verband
de leden van deze nieuwe regering willen aanraden de inleiding van de laatste Landbouwnota, die
Minister Marijnen in januari aan de Tweede Kamer heeft aangeboden, nog eens goed te lezen. Daarin
werd duidelijk aangetoond van welk groot belang de bedrijfstak landbouw voor onze nationale huis
houding is. Het zijn niet alleen de directe baten, die aan de landbouwbevolking toevloeien, maar zeker
ook de enorme indirecte inkomsten, die tal van andere bedrijfstakken als verwerkende industrie, Ver
voer, importeurs en exporteurs en handel en niet te vergeten de daarin werkzame honderdduizenden
werkkrachten, ontvangen.
EEN GEZONDE BESCHERMING NODIG
VOORTS is het goed allen, die verantwoordelijk
heid dragen, eraan te herinneren, dat de zo
genaamde steun, die aan de landbouw wordt toege
kend, in wezen helemaal geen steun is, maar dat
het de in vele gevallen nog onvoldoende bescher
ming tegen de ondergang is van een der basis-
bedrijven onzer samenleving. Bedrijven, die bloot
gesteld zijn aan de voortdurende gunstige of on
gunstige invloed van een zeer wisselvallig klimaat,
en bovendien zijn blootges.eld aan een onbarm
hartige concurrentie van buitenaf. Een concur
rentie, die niet direct bedreven wordt door de be-
drijfsgenoten in tal van andere landen in de
wereld, maar veeleer door de regeringen dier lan
den, die aan de ene kant hun landbouw tot het
uiterste beschermen en aan de andere kant over
schotten willen en moeten spuien tegen prijzen,
die ver liggen onder de aan eigen boeren uit te be
talen prijzen.
DUITSE MAATREGEL
HOE wisselvallig de situatie op de markten
kan zijn en hoe snel veranderingen kunnen
optreden, leren ons enkele voorbeelden van de
laatste maanden en weken. Eén maatregel van
de Duitse regering doet onze komkommer- en bo
nenteelt als een pudding in elkaar zakken. En of
deze maatregel nu wel of niet volgens de letter
van het E. E. G.-verdrag genomen is, het veran
dert niets aan het feit zelve. Er is weer eens mee
aangetoond hoe kwetsbaar sommige onzer" cultures
zijn.
Met de structuurwijziging, die in de landbouw
nodig is en waarvan zoveel verwacht wordt, neemt
ook de kwetsbaarheid toe, want juist het zich
specialiseren van vele kleine bedrijven op bepaalde
arbeidsintensieve cultures brengt onmiddellijk het
vraagstuk van de afzet mede.
GOEDKOPE BINNENLANDSE EN
DURE BUITENLANDSE SUIKER
TEN ander voorbeeld, hetwelk juist een tegen-
gesteld beeld geeft is de positie van de suiker.
Terwijl met nadruk enige jaren geleden onder het
kortstondig Ministerschap van Prof. Vondeling,
van een volledige garantie van onze suikerbieten
teelt werd afgestapt en het voor velen buiten de
landbouw zoveel logischer systeem van een garan
tie voor de door het eigen Nederlandse volk te con
sumeren hoeveelheid werd ingevoerd, zit de rege
ring nu met de brokken. Een tekort, dat op zichzelf
niet zo groot is, op de wereldmarkt en dat volgens
buitenlandse deskundigen vermoedelijk nog wel
twee jaren aanhoudt. Een inkrimpend areaal in
eigen land. Inkrimpend, omdat de garantieprijs
uiterst krap door tal van rekenmeesters werd
uitgerekend, omdat er tweemaal een aftrek op
deze garantieprijs werd toegepast en omdat
de kosten zeer sterk stijgen, terwijl de opbrengsten
het laatste jaar en misschien ook dit jaar tegen
vallen. Ons dagelijks Bestuurslid de heer Becu
toonde vorige week aan hoe sterk de stijging der
kosten is.
ONVOLLEDIGE VOORLICHTING
WANNEER de regering dan bekend maakt, dat
de suikerprijs van de consument met 2 cent
per kilo moet stijgen om de boeren hun gegaran
deerde prijs van 54,— per ton bieten uit te kun
nen. betalen, dan is dit op zijn zachtst uitgedrukt
een onvolledige manier van voorlichten. Juist ware
geweest, wanneer eerlijk was aangeduid hoe deze
suikervork in de steel zit en wanneer dat zelfde
volk erop was gewezen, dat deze 54,te laag
is om de boer aan zijn kosten te laten komen.
Juist ook, wanneer erop was gewezen, dat zonder
drastische verhoging van deze garantieprijs, een
zware steun aan de consument nodig is, door dat
dan de import van suiker duur betaald moet wor
den, daar het Nederlandse areaal verder zal terug
lopen. Een feit, waarvoor het Dagelijks Bestuur
van de Z. L. M. in zijn laatste vergadering duidelijk
gewaarschuwd heeft.
Het is goed er hier ook op te wijzen, dat deze
waarschuwing door de Z. L. M.-afgevaardigde in.
het bestuur van het K. N. L. C. is herhaald en dat
dit bestuur het ermede eens was.
Des te verwonderlijker achten wij het. dat het
Bestuur van het Landbouwschap in de er na ge
houden vergadering wel een resolutie heeft aan
vaard over een E. E. G.-aangelegenheid, doch niet
over het te voeren beleid ten aanzien van de sui
kerbieten.
Als derde voorbeeld van de wisselvalligheid van
de markten willen wij de positie op de botermarkt
noemen. Ook hier geen sprake meer van over
schotten.
HOUDT DE EIGEN PRODUKTIE IN ERE
MET dit alles hebben wij willen aantonen, dat
het door de nieuwe regering te voeren land
bouwbeleid naast het structuurvraagstuk, rekening
dient te houden met een prijsbeleid, dat ingesteld
is op een gezonde eigen produktie, waarbij de wis
selvalligheden van de oogsten en van de wereld
markten dienen te worden ingecalculeerd. Zonder
dit is er geen gezonde ontwikkeling van de land
bouw mogelijk en wordt de boer in het opstellen
van zijn produktieplannen veel te veel gedreven
in de richting van de excessen. Een behoorlijke
suikerbietenteelt, graanteelt, aardappelteelt enz. is
noodzakelijk. Het moet geen probeerselspelletje
worden van dan maar meer speculatieve gewassen
of dan maar meer melkvee, of mestvee of een
vlucht in fruitteelt, groenteteelt enz. Juist daar
door ontstaan onverwachte en soms catastrophale
situaties, die veel meer geld kosten, dan het tijde
lijk opvangen van overschotten, die ontstaan door
de wisselvalligheden van klimaat en wereldmarkt.
VOOR STRUCTURELE OVERSCHOTTEN
WERELDAKKOORDEN NODIG
TENSLOTTE zit er nog een kant aan deze zaak.
Wanneer de goedwillende landen werkelijk
de problemen rond de wereldoverschotten met
daaraan verbonden een bedorven wereldmarkt aan
de ene kant en rond het gebrek aan voedsel aan de
andere kant, willen oplossen, dan zal dit alleen
kunnen via wereldwijde afspraken en akkoorden.
Er zal daar straks in 1964 in Genève weer over
worden gesproken en onderhandeld. Voor een sta
bielere situatie, die in het belang is van alle boeren
in de wereld en tevens in het belang van alle vol
keren, zal in de eerste plaats nodig zijn, dat im-
en exportlanden voor andere dan tijdelijke over
schotten, een gezamenlijke verantwoordelijkheid
willen dragen. Maar de door velen gewenste inter
nationale akkoorden zullen nog wel enige jaren
op zich laten wachten. Het onderhandelen erover
is zwaar en moeilijk. Bovendien is het de vraag of
zij al dadelijk afdoende oplossingen bieden.
Daarom is het absoluut noodzakelijk dat
onze eigen regering voor het eigen land een
landbouwbeleid voert met als onderdelen een
redelijk en gezond markt- en prijsbeleid en
een verstandig structuurbeleid, hetwelk de
boeren- en tuindersstand veroorlooft bun
plicht te doen, voor hen een levensstandaard
garandeert, die niet achter blijft bij die van
de andere bevolkingsgroepen en hetwelk
daardoor tevens een zegen is voor ons volk,
Wij menen, dat de Nederlandse boer en tuin
der het recht beeft een dergelijk beleid le
vragen.