van de pachter
Het voorkeursrecht
Van het Landbouwschap
VRIJDAG 5 JULI 1963
m.
M,
Mm
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van landenTuinboun en Veeteelt in Zeeland
OPENBARE VERKOOP
Frankering bij abonnement: Ter neuzen
5le Jaargang No. 268®
(Slot)
ANDER de Wet vervreemding landbouwgronden
(W. V. L.) kon openbare verkobp slechts plaatsvinden
met verlof van de Grondkamer. Dit verlof werd praktisch
steeds verleend, waarbij echter de Grondkamer de maxi
mumprijs waarvoor het land mocht worden geveild, vast
stelde. Deze prijs werd in de veilingsvoorwaarden vermeld.
Waren er meer dan één gegadigde voor de maximumprijs
en bevond zich daaronder ook de pachter, dan had deze in
beginsel voorkeur van koop.
Na de afschaffing van de W. V. L. wilde men aanvankelijk een dergelijke regeling als bovenom
schreven handhaven. De verpachter zou, indien hij niet akkoord zou kunnen gaan met de door de
Grondkamer of in beroep door de Centrale Grondkamer vastgestelde waande, tot openbare verkoop
van het verpachte land mogen overgaan. In dat geval zou de hoogst biedende eigenaar worden, zodat
van een voorkeursrecht van de pachter geen sprake meer kon zijn. Hierdoor zou de positie van de
pachter, die tengevolge van de afschaffing van de verkoopbeheersing toch al minder stevig was ge
worden, geheel zijn ondermijnd.
Gelukkig is deze regeling niet gehandhaafd. Volgens de Pachtwet kan thans de verpachter, die het
verpachte niet aan de pachter voor de door de Grondkamer of C entrale Grondkamer vastgestelde
waarde wil verkopen, het niet aan een derde overdragen.
DE weg naar openbare verkoop staat de ver
pachter. slechts open in drie gevallen:
a. wanneer de verplichting van de verpachter, om
het land eerst aan de pachter aan te bieden
niet geldt.
Hiervan zal in het algemeen sprake zijn in die
gevallen, waarin de pachter geen voorkeurs
recht heeft.
b. wanneer de pachter zich niet tijdig bereid
verklaart om eigenaar van het gepachte te
worden.
Dit geval doet zich voor wanneer de verpach
ter van zijn voornemen tot vervreemding (b.v.
verkoop) bij deurvvaardersexploit of aange
rekende brief heeft kennis gegeven aan de pach
ter en deze hierop niet binnen een maand op
gelijke wijze heeft geantwoord.
wanneer de pachter zich niet tijdig bereid ver
klaart om eigenaar te worden tegen de door de
Grondkamer vastgestelde prijs.
Heeft de Grondkamer de verkeers waarde van
het verpachte vastgesteld en is de verpachter
bereid het verpachte tegen de getaxeerde waar
de te verkopen dan dient de pachter hierop
wederom binnen een maand te antwoorden.
Verzuimt de pachter dit, dan staat het de ver
pachter vrij het verpachte in het openbaar te
verkopen.
Volledigheidshalve dient nog te worden vermeld,
dat de verpachter, indien hij in één van de onder a,
b en c genoemde gevallen tot openbare verkoop
overgaat, hiervan tenminste een maand tevoren
aan de pachter kennis geeft, zodat deze, indien
hij dat verkiest, op de veiling mee kan bieden.
Deze verplichting tot kennisgeving van de pachter
geldt niet ingeval van executoriale verkoop en van
verkoop door de eerste hypotheekhouder, omdat,
zoals de memorie van toelichting op de ontwerp-
wijziging Pachtwet het motiveerde, de verpachter
het niet in de hand heeft, dat de schuldeisers tot
verkoop overgaan.
SANCTIES TOT HANDHAVING
VAN HET VOORKEURSRECHT
vraag rijst, welke de gevolgen zijn, indien
de verpachter in strijd met het voorkeurs
recht van de pachter het verpachte aan een derde
Verkoopt.
Onder de oude regeling, welke onder de thans
vervallen W. V. L. geldt, stonden hierop krachtige
sancties. Allereerst werd voor een overdracht van
landbouwgrond de goedkeuring van de Grond
kamer vereist, zodat zonder deze goedkeuring
overschrijving van de akte in de openbare registers
niet mogelijk was. Zou desondanks toch nog wor
den overgeschreven, dan waren de overdracht en
levering nietig, d.w.z. dat deze geen enkel gevolg
hadden.
Deze sancties bestaan thans niet meer. Wanneer
onder de tegenwoordige regeling de verpachter
het voorkeursrecht van de pachter niet eerbiedig#,
vindt niettemin de overschrijving in de openbare
registers plaats. De verpachter is echter in dat
geval verplicht tot het betalen van een schadever
goeding. De pachter kan n.l. al onmiddellijk na de
overdracht aan een derde een vergoeding'opeisen
gelijk aan de jaarlijkse pachtprijs met een mini
mum van 250,Behalve deze vergoeding 3w-
houdt de pachter het recht om een vordering tot
volledige schadevergoeding in te stellen. Beide
rechtsvorderingen, n.l. ter zake van een jaar pacht
en tot het instellen van volledige schadevergoeding,
verjaren na verloop van twaalf jaar, te rekenen
vanaf het tijdstip waarop de overdracht aan een
'erde plaatsvond.
Naast het rceht van de pachter op schade
loosstelling bestaat er nog een z.g. strafsanctie
Volgens deze santie is ingeval van verlenging
van de pachtovereenkonvst de betreffende
Pacht kamer verplicht, resp. bevoegd, de pacht
overeenkomst te verlengen tot twaalf jaar, te
rekenen vanaf het tijdstip, waarop de over
dracht aan een derde plaatsvond, al naar ge
lang de bestaansmogelijkheid van de pachter,
door het verlies van het gepachte al dan niet
ernstig zal worden aangetast.
DIJ de aanvang van de openbare bestuursvergadering van het Landbouwschap op 26 juni j.l. heeft
de voorzitter in zijn openingswoord de aandacht van de vergadering gevraagd voor de toestand
en ontwikkeling, waarin de Nederlandse landbouw op dit moment verkeert. De heer Biewenga wees
er op dat de toestand van veel landbouwbedrijven in ons land in de afgelopen jaren steeds minder
rooskleurig geworden is. De inkomens van vele boeren zijn de laatste jaren niet medegegroeid met de
algemene welvaartsstijging, die heeft plaats gevonden. Op verschillende bedrijfstypen zijn de inkomens,
die toch al niet hoog lagen, zelfs gedaald. Dat wijzen de bedrijfsresultaten duidelijk uit.
In de afgelopen vier jaren is een duidelijke en regelmatige daling van de inkomsten op de veehou
derijbedrijven te constateren. Lagen deze in 1959-1960 nog in de buurt van gemiddeld 9.000.- in het
jaar 1962/1963, dus in het zo pas afgesloten boekjaar, was het gemiddelde inkomen van de boeren
op de weidebedrijven van ongeveer 20 ha gedaald tot ƒ4.000,
De gemengde bedrijven op de zandgronden vertonen al geen beter beeld. Ook hier is het inkomen
teruggelopen tot 4.Ó00. a ƒ5.000, -, terwijl ook in de pluimveehouderij grote verliezen geleden zijn.
Men kan zonder overdrijving zeggen, dat het in de landbouw in engere zin op twee van de drie hooid-
bedrijfstypen niet naar de wind gaat. De akkerbouwbedrijven hebben het dit jaar wel wat beter gedaan
terwijl het in de tuinbouw in het algemeen redelijk gaat.
DE oorzaak van deze neergang in het inkomen van vele boeren ligt stellig voor een deel in het in
Nederland gevoerde prijsbeleid. Daarnaast hebben verschillende bijzondere omstandigheden, zoal;
de koude winter in 1962/1963, het late voorjaar in 1962 en de lage rundveeprijz-en een slechte invloec
uitgeoefend. Maar juist deze toevallige omstandigheden hebben weer eens te duidelijker in het lichl
gesteld, dat bij een krap prijsbeleid de Nederlandse landbouw bijzondere risico's niet meer kan dragen
Aldus de heer Biewenga, die er vervolgens op wees dat de landbouw voor de noodzaak staat grote ver
anderingen in de structuur van de bedrijven aan te brengen. Die noodzaak vloeit voort uit de snelle
algemene economische groei van onze maatschappij, die de welvaart in de afgelopen tien jaren sterk
heeft doen stijgen. Wil het boereninkomen met deze stijging mede kunnen komen, dan zullen de land
bouwondernemingen veel moeten investeren. Anderzijds zullen de noodzakelijke mechanisatie en ratio
nalisatie nog veel werkkrachten uit de landbouw doen afvloeien en zullen bedrijven worden opgeheven.
Dit ingrijpende proces is overigens al volop aan de gang. Het kan haast niet sneller gaan. Dit blijkt
ook uit het feit, dat de laatste tien jaren de stijging van de arbeidsproduktiviteit in de landbouw
groter geweest is dan in de industriële sector. Een duidelijker bewijs van de enorme prestatie van de
landbouw is moeilijk te leveren. In het afgelopen decennium is de hoeveelheid arbeid in de landbouw
met 20 gedaald. Veel landarbeiders, maar ook veel boerenzoons hebben de landbouw verlaten en een
niet-agrarische werkkring gekozen. Dit proces zal in de toekomst doorgaan eri het tempo zal zeker
niet minder worden. Dergelijke ontwikkelingen brengen grote sociale spanningen en onrust op het
platteland met zich mede. In vele boerengezinnen heerst onzekerheid ten aanzien van de toekomst.
Men beschikt niet over voldoende middelen om het bedrijf te moderniseren en het aan te passen aan
de nieuwe technische en economische omstandigheden. Dit alles is geen typisch Nederlandse situatie,
maar doet zich eigenlijk in geheel West-Europa voor.
DE heer Biewenga wees er op dat in de eerstkomende jaren een moeilijke situatie zal moeten wor
den overbrugd en dus veel zal afhangen van het door het nieuwe Kabinet te voeren landbouw
beleid. Verbeteringen op korte termijn zijn noodzakelijk. Door het Landbouwschap is dan ook een
verhoging van de melkprijs voor het lopende jaar bepleit alsook een verbetering van de prijzen voor
alle garantieproducten voor de komende jaren. (Zie verder pagina 611.)