De landbouw in de
Eerste Kamer
Vergadering
Bestuur Landbouwschap
Krachtig beleid gewenst
VRIJDAG 3 MEI 1963
Frankering bij abonnement: Terneuzea
51e Jaargang: No. 2679
„Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland"
OVERZICHT
De behandeling van de Begroting van Landbouw in de E^^sl.e Kamer is
achter de rug en daarmede heeft Minister Marijnen nog Juist aah HeGeihde
van deze regeringsperiode de goedkeuring verkregen op de besteding van
de uitgetrokken gelden voor het Dienstjaar 1963.
PR wordt aan de debatten in onze Senaat meestal heel wat minder aandacht besteed in de pers, dan
aan die in de Tweede Kamer. Dit is niet altijd juist, want al heeft de Eerste Kamer minder be
voegdheden, de leden zijn over het algemeen wijze mannen, die zeer goede opmerkingen maken. Zij
zijn deze maal ook zeer breedsprakig geweest, want de „Handelingen" van de vergadering waarin de
beschouwingen over de Begroting werden gegeven, beslaan met het antwoord van de Minister liefst 45
'dicht bedrukte pagina's. Het zou dus ondoenlijk zijn aan alle problemen, die zijn aangesneden, aan
dacht te besteden. Wij willen trachten enkele hoofdzaken te memoreren, waarbij wij de E. E. G. zaken
buiten beschouwing laten, omdat er geen nieuwe gezichtspunten aan de orde kwamen.
TELEURSTELLING
|\E C. H. U. senator, Ir Geuze, die het eerst aan
U het woord kwam, sprak opnieuw zijn teleur
stelling uit over het rundvleesbeleid, dat veel te
weinig om het lijf had om een ernstige inzinking
in de rundvleesprijzen te voorkomen. Voorts kan
het beleid ten aanzien van de export van aard
appelen bij geen enkele teler enig begrip opwek
ken. Wanneer aan de ene kant dc export aan re
gelen wordt onderworpen, terwijl aan de andere
kant geen enkele bodem in de markt gelegd wordt,
zal de animo om aardappelen te verbouwen, min
der worden. Dit zal op den duur ten nadele van
de voorziening van ons eigen land worden en van
de consumenten. Voorts vroeg dit Eerste Kamer
lid zich af, wat de import van suiker ons land gaat
kosten, nu de wereldprijs een stuk boven de onze
is gestegen. Ook hier krimpt de teelt in, mede ten
gevolge van het prijsbeleid.
Deze drie voorbeelden geven de boeren weinig
vertrouwen in het beleid van deze Minister, die
meer weg heeft van een volger dan van een ach
tervolger, om, zoals de heer Geuze het deed, in
wielrennerstermen te spreken.
Een andere kwestie waarover zorgen zijn, is het
verloop van de prijzen van de landbouwgronden,
hoewel het nog steeds te vroeg is om een goed
oordeel te vormen.
IN een woordenwisseling met de bewindsman
drong de heer Geuze aan op spoedige beslis
singen ten aanzien van de urgente kwestie van de
afschrijvingspercentages voor de modernisering
van bedrijfsgebouwen. Tenslotte vroeg hij of deze
Minister zich werkelijk voor het landbouwbedrijf
interesseert en of hij er wel eens een bezocht! Deze
Minister is voor vele boeren een ongrijpbaar man,
ook al spreekt hij veel op boeren vergaderingen, al
dus Ir Geuze.
Zo men ziet was deze senator niet nials in zijn
oordeel, maar wij geloven wel dat hij de mening
van vele bedrijfsgenoten weergaf.
BEZWAREN
HE tweede spreker, de heer Elfferich (A. R.), had
als bezwaar tegen de Toelichting op de Be
groting en de Nota inzake het Landbouwbeleid, dat
geen concrete maatregelen zijn opgenomen, die de
landbouw uit zijn moeilijke omstandigheden moe
ten halen. Er wordt wel veel gesproken en ge
schreven wat de moderne boer allemaal zou moe
ten doen, maar weinig over hoe hjj het dan moet
doen. Ook deze spreker vroeg naar het aardappel-
beleid en maakte zich zorgen over de achterstand
van de lonen in de landbouw. Hij noemde nog met
name de stagnatie in de kassenbouw, welke stag
natie eventueel ten goede dreigt te komen aan onze
partnerlanden- in de E. E. G.
MILDER OORDEEL
T|E heer Mertens (K.V. P.) was milder in zijn
V oordeel. Hij vond dat de Minister het bewind
heeft moetenvoeren in een moeilijke tijd. De si
tuatie op de gemengde bedrijven achtte hij weinig
rooskleurig. Wij willen hierbij aantekenen, dat dit
inderdaad zo is. De situatie in de landbouw, vooral
wat betreft de overvloed aan produktie in de Wes
terse wereld, stelt heel andere en veel zwaardere
problemen dan een jaar of tien geleden. Maar deze
situatie vraagt juist daarom een krachtig bewinds
man en een welgericht beleid, dat er niet alleen
op uit moet zijn zo gauw mogelijk van zoveel mo
gelijk kleine bedrijven af te komen.
onrust en onbehagen rij boerenstand
WIJ komen hier als vanzelf op het struetuur-
beleid, dat de speciale aandacht had van Ir
Baas (V. V. D.). Dit beleid, dat ook in andere, ons
omringende landen met kracht wordt gevoerd, zal
naar de mening van deze spreker, met meer finan
ciële middelen gesteund moeten worden, wil onze
landbouw zijn concurrentiemogelijkheden behou
den.
Terwijl de produktiviteitsstijging in de land
bouw zeker niet minder is, dan in andere bedrijfs
takken, neemt de welvaart niet of veel langzamer
toe. De gevolgen zijn onrust en onbehagen bij grote
delen van de boerenstand.
Terwijl de kosten van de verschillende cultuur
technische werken sterk stijgen, neemt het ervoor
beschikbare bedrag maar weinig toe, zodat in feite
minder gedaan kan worden of een grotere last
op de landbouw zelve gelegd wordt. Deze spreker
toonde dit met vele cijfervoorbeelden aan.
NOG TAL VAN ONDERWERPEN
IIET spreekt vanzelf, dat nog tal van onderwer-
pen werden aangesneden. Zo roerde Ir Vos
(P. v. d. A.) het belangrijke probleem aan of niet
ook Nederlandse landbouwoverschotten dienstbaar
gemaakt kunnen worden aan de antihongercam-
pagne van de Wereld-voedsel- en Landbouworgani
satie (F. A. O.). Dit Kamerlid was van mening, dat
gedurende de komende jaren op wereldniveau
voedseloverschotten dienden te worden aangekocht
om daarmede de onderontwikkelde gebieden te
helpen, zolang deze hun eigen produktie nog niet
kunnen opvoeren en hun koopkracht zo laag blijft,
dat zij niet kunnen kopen.
Ook roerde deze spreker het E. E. G.-beleid, het
structuurbeleid en de grondprijzen aan. Voor het
vrijlaten van deze laatste had hij geen goed woord
over.
AFZET- EN VALORISATIEPROBLEEM
IIET antwoord van Minister Marijnen bespre-
ken wij hier niet. Een goed uittreksel hier
van werd reeds eerder in dit blad gepubliceerd.
De regeringsperiode, ook van de Minister van
Landbouw, nadert haar einde. Het zal wel enige
maanden duren voor wy weten wie zijn opvolger
zal zijn, waarbij de mogelijkheid geenszins uitge
sloten is dat dezelfde bewindsman terugkeert. Wie
het ook wordt, vaststaat, dat ook de komende
jaren niet gemakkelijk zuilen zijn in de landbouw
sector. Onze bedrijfstak is aan grote veranderingen
onderhevig. Onzes inziens blijft een van de zwakste
punten dc organisatie van de afzet der produkten.
Zulks geldt zowel in wereldverband als in het klei
nere verband van het eigen land.
Wij moeten in ieder geval hopen, dat de vol
gende bewindsman een krachtig man is, die de
boerenzaak ter harte gaat. De landbouw heeft
een knappe en goede pleitbezorger in de Minis
terraad dringend nodig. Natuurlijk kan één be
drijfstak niet in alles zijn zin krijgen. Maar het
schenkt de boeren en tuinders toch vertrouwen
wanneer zij het idee hebben, dat er iemand op
het hoogste niveau is die hun problemen be
grijpt en voor oplossingen vecht!
S.
ALGEMENE HEFFINGSVERORDENING 1963 VASTGESTELD
HET bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn openbare vergadering
van 24 april j.l. de Algemene heffingsverordening 1963 vastgesteld. Het
ontwerp is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Er zijn
geen bezwaren tegen ingebracht. Thans is bepaald, dat de ondernemer, die
hot bedrijf tijdens de mei-inventarisatie staakt, wordt aangeslagen naar do
toestand op 1 mei. Hierdoor wordt de onbillijkheid voorkomen, dat een onder
nemer, die voor de oproep van de plaatselijk bureauhouder zijn bedrijf staakte,
geen aanslag naar grondgebruik krijgt, omdat hij op de datum van inven
tarisatie geen land meer heeft, terwijl aan een ondernemer, die toevallig voor-
het staken van zijn bedrijf wordt geïnventariseerd, wel een heffing naar
grondgebruik wordt opgelegd.
Het bedrag voor vergoeding van aanmaningskosten is vastgesteld op 1,50.
areaalheffing en garantieprijzen
poot aardappelen
Op advies van de hoofdafdeling Akkerbouw werd
besloten de areaalhc'fing voor pootaardappelen te
verlagen tot ƒ50,p r ka voor oogst 1963. Tevens
werd besloten de garantieprijzen voor de hogere
klassen pootaardappelen te verhogen. Voor de
klassen S tot en met E zal een globale verhoging
van 0,50 tot 1,per 100 kg worden toegepast.
Voorts zal in de indeling van de rassen in het ga
rant ^chema een enkele verschuiving worden
aangebracht.
consumpt:3-aardappeubeleid
Het bestuur van het Landbouwschap heeft het
consumptie-aardappelbeleid besproken. Het onder
schreef de verwachting van de hoofdafdeling Ak
kerbouw inzake het consumptie-aardappelbeleid
en was van mening dat er waarschijnlijk voldoende
afzet gevonden zal worden voor het beschikbare
kwantum aardappelen.
A.M.-RASSEN WEER VRIJ VAN
AREAALHEFFING
De aardappelrassen met resistentie tegen aard
appelmoeheid zijn tot nu toe elk jaar bij besluit
van de hoofdafdeling Akkerbouw van het Land
bouwschap vrijgesteld van de areaalheffing op
pootaardappelen. Dit jaar zijn voor het eerst twee
(Zie verder pag. 391).