Landbouwbegroting 1963 vastgesteld Akkerbouwaangelegenheden VI VRIJDAG 19 APRIL 1963 Frankering bij abonnement: Terneuzen 51e Jaargiang; No. 2677 Officieel orgaan van de £faatschappij lol bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland" AOK de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft de landbouwbegroting 1963 zonder hoofdelijke stem ming vastgesteld, overigens na een uitvoerige discussie, die «ich over de gehele middag en avond uitstrekte. Dit tengevolge van de vele onderwerpen, die door de Kamerleden aan de orde werden ge steld. Minister Marijnen heeft bij de verdediging van zij n beleid zijn rede ingeleid met een korte terugblik over bijzonder moeilijke jaren voor de landbouw en dus ook voor het landbouwbeleid, ohder meer ge kenmerkt door een drietal grote vraagstukken n.l. het overschottenprobleem mej; alle gevolgen van dien, de structurele aanpassing van het agrarische produktieapparaat en de verdere uitbouw van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de E. E. G. die bepalend zullen zijn voor vorm en inhoud van de toekomstige landbouwpolitiek. IN een nabeschouwing over het markt- en prijs- beleid waarschuwde de Minister tegen over drijving van de moeilijkheden bij het streven naar een betere valorisatie der landbouwproduktenhij onderscheidt drie fasen om aan het valorisatiebe- leid inhoud te geven: In de eerste plaats door hét privaatrechtelijke bedrijfsleven, waarvoor een verdergaande concen tratie en een betere samenwerking zowel op het terrein van de verwerking als van de afzet van groot belang is. In de tweede plaats zullen in een aantal gevallen publiekrechtelijke marktregelingen nodig zijn om een betere totwaardebrenging van de Nederlandse prodiïirtie te bewerkstelligen. ïn het algemeen de moeilijkheden rond de kaas heffing zijn niet zozeer een precedent, maar meer een uitzondering, die de regel bevestigt zijn de produktschappen zich zeer wel van hun verant woordelijkheid op dit terrein bewust. Tenslotte heeft ook de overheid een taak op dit terrein. Deze taak kan zowel een primair karakter dragen, na melijk voor die produkten, waarvoor de overheid het marktprijsniveau vaststelt consumptiemelk, tarwe, suiker, voedergranen als een aanvullend karakter, d.w.z. dat de overheid optreedt indien noch op privaatrechtelijk, noch op publiekrechte lijk niveau overeenstemming kan worden bereikt over op zichzelf gewenste valorisatiemaatregelen. Op deze wijze is toch wel verzekerd, dat aan het valorisatiebeleid de gewenste inhoud kan worden gegeven. ACTUELE ZAKEN 7CALS reeds uit besprekingen met het Land bouwschap is gebleken, is de Minister wel bereid met het Landbouwschap nader te overleg gen over de indiistriemelkprijs 1961/1962 indien de definitieve opbrengst in betekenende mate zou af wijken van 18,75, maar een tussentijdse verho ging van de toeslag voor 1962/1963 van ƒ6,30 tot 6,80 per 100 kg kan hij niet in overweging nemen. Bij het beroep op de gevolgen van de moeilijke winter staan tegenover de nadelen voordelen. Tn het nieuwe melkprijsbeleid komt een opbrengst verbetering als resultaat van een verbeterde marktsituatie geheel ten goede aan de veehouderij. De ontwikkeling van de eierprijzen heeft tot een prijsherstel geleid, dat vooral het gevolg is geweest .van een aanpassing van de produktie aan de afzet mogelijkheden en aan de invloed van de afgelopen strenge winter en niet zoals beweerd wordt, door het inwerkingtreden van het E. E. G.-prijsbeleid voor eieren. Minister Marijnen ontkende, dat de Regering de export van aardappelen zou hebben afgeremd. De bewindsman heeft een besluit van het Produkt- schap voor Aardappelen goedgekeurd, waarbjj de exportvergunningen een korter loopduur kregen in het belang van de aardanpelafzet en ter bescher ming van de traditionele afzetmarkt in het buiten land. In een bespreking van het structuurbeleid kon digde de Minister van Landbouw en Visserij aller eerst aan, dat de commissie uit het bedrijfsleven (Landbouwschap) haar studie over de bedrijfsge bouwen beëindigt en binnenkort met haar rapport zal komen. Voor de Minister staat vast, dat be drijfsgebouwen veel meer dan ander onroerend goed produktieniiddelen zijn, vergelijkbaar met machines. De verbetering van de bedrijfsgebouwen leent zich z.i. overigens niet voor subsidiëring, die namelijk een vergaande detaillering zou eisen, welke verstarrend zou gaan werken. Er zullen andere oplossingen moeten worden gezocht (be- stemmingsreserve, hogere of vervroegde afschrij ving, e.d.). Het rapport zal aan deze aspecten de volle aandacht schenken. ONTWIKKEL! NGS- EN .SANERINGSFONDS MA aangetoond te hebben, dat de uitgaven voor structurele doeleinden cultuurtechnische werken in de loop der jaren reëel zijn gestegen, behandelde de Minister het Ontwikkelings- en Sa neringsfonds voor de landbouw, waarvoor binnen kort een suppletoire begrotingswet voor de tweede ƒ25 miljoen, waarover het Fonds de beschikking krijgt, bij het Parlement zal worden ingediend. (De -eerste 25 miljoen was bestemd voor de directe hulpverlening). Het Fonds zal zijn activiteiten uit breiden over het gehele land. De Minister kwam op tegen de klachten, dat het uitgavenniveau voor de verbetering van de agrari sche produktiestructuur en de versterking van de concurrentiepositie van onze landbouw, achter blijft bij dat wat in enkele partnerlanden in de EÊG daarvoor beschikbaar wordt gesteld. Wan neer men de orde van grootte van de cijfers verge lijkt dan moet men tot de conclusie komen, dat de behoefte aan verbetering van de agrarische struc tuur in bijvoorbeeld de Bondsrepubliek aanzienlijk groter is dan in ons land het geval is. Maar dan mag men uit het feit dat het uitgavenniveau in de Bondsrepubliek hoger ligt dan in Nederland, toch niet de conclusie trekken dat er in Nederland op dit terrein te weinig gebeurt. Het is beter ons uit gavenniveau in overeenstemming te brengen met wat in Nederland moet gebeuren, waarbij de struc tuurverbetering een ruime mate van prioriteit heeft. E. E. G.-PROBLEMEN |\ESGEVRAAGD verklaarde mr. Marijnen, dat de Nederlandse Regering streeft naar een zekere paralelliteit in de verdere ontwikkeling van de Europese Economische Gemeenschap na het af breken van de onderhandelingen over de toetreding van Engeland, namelijk tussen de voortgang van de lopende zaken in het raam van de bestaande reglementering, de behandeling van nieuwe aange legenheden in de E. E. G. en de partnerlanden, en, tenslotte, het probleem van de positie en het op treden van de E. E. G. en de partnerlanden tegen over de buitenwereld. Intussen verheelde de minis ter niet, dat de lopende zaken weinig voortgang maken. De voorstellen tót prijstoenadering b i de granen zijn voor Nederland onaanvaardbaar, daar zij geen rekening houden met de typisch verede lende structuur van de Nederlandse landbouw. Nu West-Duitsland uitstel van behandeling gevraagd en verkregen heeft, is bet vrijwel onmogelijk ge worden voor dit jaar tot prijstoenadering te ko men. DE hoofdafdeling Akkerbouw heeft in zijn laatst gehouden vergadering een aantal vraagstukken behandeld. Consumptie-aardappel beleid. De Hoofdafdeling blijft de ontwikkeling van de consumptie-aardappcl- markt op de voet voegen. Het dit voorjaar door het Produktschap voor Aardappelen opnieuw inge voerde stelsel van exportvergunningen, met be perkte geldigheidsduur, was bedoeld als vinger aan de pols van de binnenlandse voorziening ten einde, zo mogelijk, een ingrijpen in de prijsvorming te voorkomen. Inmiddels blijkt de vorstschade ech ter mee te va'len, terwijl ook de veronderstelling dat in het buitenland, met name in Engeland, grote tekorten zouden kunnen optreden, niet werd be waarheid. Wanneer de export regelmatig doorgang kan vinden, verwacht de hoofdafdeling dat het nog beschikbare kwantum voldoende afzet zal kunnen -vinden. Mede op verzoek van het bestuur van het Land bouwschap heeft de hoofdafdeling Akkerbouw zich nog eens uitvoerig beraden over het in de toekomst te voeren consumptie-aardappelbeleid. Met name rijst de vraag of, wanneer het produktschap of de overheid ten behoeve van de binnenlandse voorzie ning afzet- en prijsbeperkende maatregelen treffen, dan ook n!et een bodem in de markt dient te wor den gelegd of een zekere prijsstabilisatie moet wor den bewerkstelligd, bijv. door exnortheffing bij ho ge prijzen en exporttoeslagen bij lage prijzen. De hoofdafdeling is, aan de hand van een daartoe op gestelde nota, tot de conclusie gekomen, dat geen teeltbeheersende en marktordenende, prijsbeïnvloe- dende maatregelen moeten worden getroffen. De verhouding tussen vraag en aanbod dient op na tuurlijke wijze tot stand te komen. Prijsondersteu- ner.'.le maatregelen zijn moeilijk uitvoerbaar en zijn in strijd met een vrij handelsverkeer 'n de E. E. G. Naar het oordeel van de hoofdafdeling kan in de E. E. G. met name ook een groot kwantum Duitse aardappelen" (normaal voor tweederde bestemd voor vervoedering) enigermate een prijsstabilise- rende invloed uitoefenen, 'omdat dit kwantum een buffer vormt waaruit bij hogere prijzen aanvulling kan plaats vinden in de consumptiesector, terwijl bij lage prijzen overschotten naar de veevoederstc- tor wegvloeien. Bij een onbelemmerd handelsver keer zal de Nederlandse klei- en zandaardappel, mits goed gesorteerd en van redelijke kwaliteit, beter tot zijn recht kunnen komen. Het bestuur van het Landbouwschao zal zich op 24 april nader uitspreken over dit advies met be trekking tot het consumptie-aardappelbeleid. Naast de vraag of, via verordeningen, al dan niet prijs- stabiliserende maatregelen moeten worden getrof fen staat de kwestie van de valorisatie van het produkt, van de kwaliteitsverbetering en van de structuur van de afzet van consumptie-aardappe len. Hieraan zal ook de valorisatie-commissie nader aandacht schenken. De hoofdafdeling Akkerbouw heeft zich volledig kunnen verenigen met het unanieme advies van de Pootgoedcommissie om de areaalheffing op poot- aardappelen, het vorig jaar reeds verlaagd van 130 tot 100, thans te brengen op 50 per ha. Naast dit voorstel om de kosten met 50 per ha te veriagen wordt bovendien aan het bestuur gead viseerd de garantieprijzen van de klassen S t/m E te verhogen met 0,50 tot 1 per 100 kg. De pootaardappel is één van de weinige produk ten waarvoor het beleid geheel kan worden ge voerd door en onder verantwoordelijkheid van het direkt belanghebbende bedrijfsleven. Dit beleid be. rust n.l. geheel in handen van het Landbouwschap en het Bedrijfschap voor de Aardappel handel. De overheid heeft hiermede geen direkte bemoeienis. Het Landbouwschap en het Bedrijfschap voor de Aardappelhandel dragen de uitvoering van de over nameregeling telken jare op aan de daartoe door beide beleidsinstanties opgerichte St. O. P. A. Suiker (bieten) prijs. Op grond van het indertijd tussen de minister en het Landbouwschap overeen gekomen rekening-courant-ssyteem was het moge- (Zie verder pag. 351)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 1