Arbeidsvoorziening in land- en tuinbouw VRIJDAG 22 FEBRUARI 1963 Frankering bij abonnement: Terneuze» 51e Jaargansr No. 2669 „Officieel orgaan van de MaatschappU tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland" OP het Districtsbureau voor de Arbeidsvoor ziening in de provincie Zeeland te Middel burg wordt elk jaar aan de hand van bepaalde richtlijnen een rapport over de arbeidssituatie in onze provincie samengesteld. Tevens wordt daarin een beschouwing gegeven over de verschil lende aspecten, welke voor de Zeeuwse arbeids markt van belang zijn. De stand van zaken over 1962 t.o.v. 1961 wordt hierin nagegaan zowel wat de aanbod- als de vraagzijde betreft terwijl daar naast een interessante prognose wordt gegeven welke vermoedelijke ontwikkeling over 1963 kan worden verwacht. Deze verwachting wordt niet in bepaalde exacte cijfers maar in verhoudingen en tendenzen gegeven. Het rapport dat vorige jaren alleen voor intern gebruik werd samengesteld werd ons dit jaar voor het eerst ook toegezonden. Gezien de belangrijke structurele wijzigingen die zich op de Zeeuwse arbeidsmarkt voltrekken die ook voor de arbeidsvoorziening van onze land- en tuinbouw uitermate belangrijk zullen zijn, willen Wij in het kort aan deze „Arbeidsmarktbeschrij ving" aandacht besteden. En wel in het bijzonder aan die gegevens die betrekking hebben op de arbeidsvoorziening in land- en tuinbouw. Daarbij dient evenwel vooron gesteld te worden dat „de arbeidsmarkt'1 vanzelfsprekend niet in hokjes of vakjes voor de verschillende takken van het be drijfsleven zoals bijvoorbeeld nijverheid, industrie, de dienstensector enz. gesplitst kan worden, maar in het geheel bezien zal moeten worden. VOOR Zeeland blijft de land- en tuinbouw nog één van de belangrijkste sectoren uit het oogpunt van werkgelegenheid, maar de personeelsbezetting neemt steeds verder af. Daartegenover staat de geleidelijke toeneming in de nijverheid (in al zijn facetten) en de dienstensector. De ontwikkeling van de werkgelegenheid werd tot voor kort geremd door de excentrische ligging en door dc bijzondere geografische structuur van Zeeland. Noord-Beveland werd door zijn beide dammen reeds uit zijn isole ment verlost. Binnenkort zal Schouwen-Duiveland door de Oosterscheldebrug met het vaste land ver bonden worden. De gevolgen van betere verbindingen zullen dan ook daar merkbaar worden. Tenge volge van onvoldoende werkgelegenheid in eigen omgeving gingen de laatste jaren veel arbeiders er toe over een werkkring buiten Zeeland te zoeken. Velen trekken dagelijks of wekelijks naar West- Brabantse of Zuid-Hollandse industriële bedrijven, terwijl daarnaast de pendel naar de Rotterdamse ha vens van vrij grote omvang is. De geregistreerde arbeidsreserve heeft daardoor de laatste jaren een belangrijke vermindering ondergaan. Dit alles is bepaald niet een nieuwe ontwikkeling en bij onze lezers bekend. Een lage arbeidsbezettiug kan bjj een betrekkelijk gering verlies aan arbeidskracht spoedig nadelige gevolgen hebben en de rentabiliteit van liet bedrijf in gevaar brengen. In dit licht bezien ligt het voor de hand, dat de personeelsvoorziening steeds meer de aandacht zal gaan vragen van het agrarisch bedrijfsleven. Een reden te meer wordt hiervoor gevonden in de leeftijdsopbouw van de vaste land arbeiders en de toevloeiing van de jeugdigen. Het rapport vermeldt deze gegevens over 1961 VERWACHTINGEN VOOR 1963 wordt een verdere gunstige ont wikkeling in het algemeen van de werkge legenheid zowel voor mannen als vrouwen ver wacht door een toeneming in de personeelsbezet ting. Voor de land- en tuinbouw wordt met een verdere afneming rekening gehouden. De daling van de werkgelegenheid komt vrijwel geheel voor rekening van de akkerbouw en veehouderij. Dit als gevolg van de technische ontwikkeling, de rationa lisatie eri een toenemend gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. De gemiddelde per soneelsbezetting in de agrarische bedrijfstak om vat in 1962 globaal 20.500 mannen en 1500 vrou wen. Deze bezetting is ten opzichte van 1961 af genomen met 500 mannen en 100 vrouwen. Voor een deel (15%) heeft deze daling echter ook be trekking op geringere werkgelegenheid in de cul tuurtechnische sector en de rampgebieden. Op Schouwen-Duiveland vond voor het eerst sinds jaren een vermindering van het aantal vaste ar beiders plaats met 10 MINIMALE BEZETTING IN de naoorlogse jaren is er een sterke ontwik keling geweest in de richting van een ver vanging van arbeid door kapitaal, aldus het rap port. Verschillende bedrijven zitten op de grens van wat economisch verantwoord is, waardoor vele van deze bedrijven thans een personeelsbezetting hebben, die voor een goede bedrijfsvoering mini maal vereist is. Het aantal bedrijven waar deze situatie zich voordoet neemt steeds toe. Dit be tekent echter dat voor deze bedrijven de arbeids- bezetting veel meer een bepalende rol gaat spelen. Beneden 17 jaar 17 t/m 22 jaar 23 t/m 30 jaar 31 t/m 50 jaar 51 t/m 60 jaar boven 60 jaar Nederland Zeeland 5.51 18 32 19.81 36.42 15.— 4 94% 2.93 9.79 16.37 41.80 21.17 7.94 Nadere gegevens over contractjaar 1962/'63, die wij aan een andere bron ontlenen, laten de volgen de cijfers omtrent de leeftijdsopbouw van de vas te arbeiders zien, gesplitst in land- en tuinbouw. Latulbouw Tuinbouw Neder- Zee Neder Zee land land land land Beneden 17 jaar 4.8 3.1 8.8 27.9 17 t/m 22 jaar 14.7 8.0 24.9 35 3 23 t/m 30 jaar 18.6 15.1 20.2 14.7 31 t/m 50 jaar 39.8 41.5 27.9 16.1 51 t/m 60 jaar 16.7 25.8 13.9 1.5 Boven 60 jaar 5.4 6.5 4.3 4.5 Uit deze overzichten blijkt dat in de landbouw in het bijzonder de toevloeiing van de jeugdigen betrekkelijk gering is en de leeftijdsopbouw hoog. Het verschil tussen toe- en afvloeiing is voor de akker- en weidebouw 7 Het is niet aan te nemen dat een dergelijk verschil geheel voor reke ning van een verminderde werkgelegenheid kan worden gebracht. Voor de jeugdigen liggen in de tuinbouwsector de cijfers veel gunstiger, beter zelfs dan het lan delijk gemiddelde. Echter blijkt uit deze cijfers overduidelijk dat de jeugdigen in grote aantallen bij het bereiken van de 23-jarige leeftijd de tuin bouw verlaten en in de andere sectoren van het bedrijfsleven werk zoeken. Een personeelsverloop dat verontrustend lijkt NIET ZONDER GEVAAR WANNEER verder nog in aanmerking genomen wordt dat er overal wensen leven om te ko men tot uitbreiding van de meer-arbeidsintensieve tuinbouw en de ontwikkelingen verband houden de met de uitvoering van de Deltawerken, en de kanaalwerken in Zeeuws-Vlaanderen zich in toe nemende mate op de arbeidsmarkt zullen doen gelden, is het duidelijk dat een beraad op deze situatie zich steeds meer opdringt. Het rapport concludeert dan ook dat een pas sieve houding, als gevolg van de gedachte dat de arbeidsschaarste niet eeuwig zal duren, wellicht niet zonder gevaar i$. Jarenlang was er vrijwel geen mogelijkheid om de uit de landbouw vrijkomende, arbeiders andere blijvende arbeid binnen de provincie te verschaffen. Nu zich in verschillende delen van Zeeland nieuwe industriële bedrijven hebben gevestigd, terwijl de vestiging van nog meer bedrijven in de komende jaren kan worden ver wacht dient de land- en tuinbouw zich naar onze mening te beraden over de te nemen maat regelen opdat in de toekomst onze bedrijfstak over voldoende geschoold personeel zal kunnen blijven beschikken. Er zijn, gezien de in onze provincie hier en daar bereikte resultaten met bijvoorbeeld werkgeversverenigingen en werk- tuigeneoöperaties die personeel in dienst ne men, wel degelijk mogelijkheden om tot één of andere aanvaardbare vorm van samenwer king te komen. Het is goed dat in dit rapport van de Hoofd- inspecteur-Direkteiir voor de Arbeidsvoorzie ning in Zeeland op de te verwachten moeilijk heden in de personeelsvoorziening voor de land en tuinbouw nog eens nadrukkelijk de aandacht gevestigd wordt. BI.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 1