Kanttekeningen bij de rassenkeuze landbouwgewassen V' VRIJDAG 18 JANUARI 1963 Frankering r>ij abonnement: Terneuzea 51e Jaargang No. 2664 „Officieel orgaan van de MaatschappU tot bevordering van Land- en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland" 1 GRANEN IN het zuidwestelijk zeekleigebied nemen de granen ruim 40 van het bouwland voor hun rekening. In de jaren 1954 tot 1958 lag het kg- opbrengstniveau van zomergerst ongeveer op dezelfde hoogte als dat van tarwe. De zomergerst, die we In het zuidwesten verbouwen, heeft een uit stekende naam als brouwgerst Het ras Balder neemt al een tiental jaren vrijwel een monopoliepositie in. Het kweken van nieuwe brouwgerstrassen is wel zeer moeilijk daar het hier niet alleen gaat om de kg-opbrengst, maar ook om de geschiktheid voor de verwerking in mouterij en brouwerij. Toch Is het niet uitgesloten dat er nu naast Balder een nieuw brouwgerstras in de praktijk ingang zal vinden. De opbrengsten van de granen, in het bijzonder die van tarwe, waren in 1960 en 1962 hoog. De laatste jaren zijn er zowel bij wintertarwe als bij zomertarwe nieuwe rassen aan de markt gekomen, die in de praktijk goede resultaten hebben opgeleverd. Het kg-opbrengstniveau van de tarwe is door het kwekerswerk aanzienlijk opgevoerd. Een ere-saluut aan de kwekers is hier zeker op haar plaats. Op ongeveer 40 akkerbouwbedrijven houdt de rijkslandbouwvoorlichtings dienst in Zeeuwsch-Vlaanderen een bedrijfseconomische boekhouding bij. Enkele gegevens van tarwe en zomergerst laten we hier volgen. VEZELVLAS UEZELVLAS is in Zeeland en wel speciaal in Zeeuwsch-Vlaanderen een belangrijk gewas. Een ziekte als vlasbrand moet zoveel mogelijk voor kómen worden. Op gronden die in lichte mate besmet zijn met vlasbrand, dient men hiermede terdege rekening te houden. Zo kan in sommige gevallen de resistentie tegen vlasbrand beslissend zijn voor de keuze van het te ver bouwen ras. ALGEMENE OPMERKINGEN UET is voor U een eerste zaak de grond zo gezond mogelijk te houden. De grond moet uiteindelijk de opbrengst van de gewassen leveren. Bij de rassenkeuze moeten we rekening houden met de kg-opbrengst, de kwaliteit en de oogstzekerheid. De sterk veranderende werkmethoden in de landbouw spelen hierbij uiteraard ook een belangrijke rol. Maak tijdig Uw rassenkeuze en ga uit van goedgekeurd zaaizaad en poot- goed. Dit is het begin van de nieuwe oogst. Het is wellicht overbodig nog te vermelden dat al het zaaizaad ontsmet moet zijn voordat U het aan de bouw- voor toevertrouwt. U vindt in dit blad enkele resultaten van het rassenonderzoek op inter provinciale proefvelden. U zult hiermede ongetwijfeld Uw kennis en inzicht kunnen verruimen en verdiepen. Hiernaast is de 38e beschrijvende rassen- lijst voor landbouwgewassen 1963 een waardevolle gids voor elke boer. Ir. J. A. H. HAENEN. t per ha Jaar Tarwe Zomer gerst Tarwe Zomer gerst 1959 5030 4730 ƒ30,60 ƒ30,30 1960 5540 4670 ƒ30,50 ƒ28,20 1961 4820 4100 ƒ30,60 28,30 De nieuw© garantieprijzen voor de oogst 1963 en het kort verslag van de vergadering van het Dagelijks Bestuur der Z. L. M., w aarin o.m. de beslissingen van de Regering met betrekking tol liet akkerbouw-prijsbeleid worden besproken, zijn in dit nummer op pag. 43 opgenomen. Van oogstjaar 1962 zijn de gegevens nog niet uitgewerkt. Echter ook in 1962 gaf tarwe een heel wat hogere opbrengst daa zomergerst. In de praktijk zien we dat sommige boeren voor tarwe een belang rijkere plaats in hun bouwplan zijn gaan inruimen ten koste van zomergerst. Bij tarwe moet dan aan de rassenkeuze wel speciale aandacht besteed worden. We willen hier o.a. noemen de resistentie tegen voetziekte en gele roest en de ge schiktheid voor maaidorsen. Verder vraagt de werkspreiding in de bedrijfsvoering ook de nodige aandacht. De oogst van zomergerst valt immers vroeger dan die van tarwe. De benutting van de aanwe zige arbeid en die van maaidorser en stropers zijn hierbij ook van groot belang. SUIKERBIETEN DIJ de verzorging en het machinaal rooien van de suikerbieten zijn de eigenschappen van het ras en de soort zaaizaad ook van grote betekenis. Het machinaal rooien is vooral in 1962 sterk uitgebreid. Bij de suikerbieten hebben we er ook mee te maken dat bij een ras naast gewoon zaad ook M-zaad en P-zaad voorkomt. Bij de keuze van het ras en de zaadsoort dient de boer zich mede te rich ten op de werkmethode, die hij in de bietencultuur gaat toepassen ERWTEN HIT gewas neemt nog steeds een be- langrijke plaats in het bouwplan in. De kwaliteit sneelt ook een voorname rol. In de rassenlijst 1963 is een nieuw gele- erwtenras opgenomen. In Duitsland be staat nogal wat belangstelling voor geie erwten. Verder verwerkt de conserven- industrie thans uitsluitend volvelds ge teelde doperwten. Vooral op de akker bouwbedrijven in West-Brabant heeft deze doperwtenteelt een grote omvang aangenomen. Hierbij is het voor de boer als teler ook zeer belangrijk te weten, welke eigenschappen het ras (de rassen) bezit, dat hij gaat verbouwen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1963 | | pagina 1