Ziektebestrijding in de fruitteelt
Appels op de internationale markten
249
TUINBOUW DINGEN VAN DE WEEK
Pü
ZATE it DAG 25 MAART 1961
ALS we het goed bekijken moeten we constateren dat de fruitkweker eigenlijk altijd wel bepaalde
dingen kan vinden waarover hij min of meer met zorg is vervuld. We behoeven d$t niet met tal
van voorbeelden te gaan aanduiden maar we noemen op het ogenblik slechts de zeer snelle ontwik
keling van de knoppen der fruitbomen die de teler met zorg vervult. Alles gaat zo enorm snel en men
vraagt zich af wat er van terecht zal komen want hoe vroeger de ontwikkeling is, hoe groter de kans
op schade door nachtvorst en nog steeds is het zo dat er betrekkelijk weinig te doen is tegen nacht
vorst.
Nog maar al te goed herineren velen zich
het jaar 1957 toen de natuur ook zo bijzonder
vroeg was en toen later de grote terugslag
kwam met als gevolg een mislukte oogst op
vele Nederlandse fruitbedrijven en op buiten
landse bedrijven. Zeeland zat toen betrekkelijk
goed en door de misoogst van anderen waren
de veilingomzetten hoger dan ooit te voren
maar dat wil niet zeggen dat we hier altijd zo
goed behoeven te zitten. Ondertussen kunnen
we niets anders doen dan de ontwikkeling af
wachten en hopen dat alles goed zal uitkomen.
We kunnen ons zorgen maken, maar dat helpt
allemaal niet en in dit verband zouden we in
herinnering willen brengen een spreuk welke
er hing in de wachtkamer van een oude dorps
dokter en luidde: „Een mens lijdt dikwijls
het meest door het lijden dat hij vreest en dat
nooit op komt dagen, dies heeft hij meer te
dragen dan God te dragen geeft".
Het zou goed zijn wanneer we dit ook als
fruitkwekers wat meer in het oog hielden.
De spuitmacliines krijgen het weer druk in de boom
gaarden. Het „ieder spuit op zijn wijs", geldt wel in
sterke mate voor dit werk. Met de moderne machines
welke hiervoor ter beschikking staan en de goede
bestrijdingsmiddelen, is het mogelijk een gunstig
resultaat te verkrijgen.
SCHURFTBESTRIJDING
IN dit artikel willen we enkele opmerkingen
maken over de maatregelen welke thans
uitgevoerd moeten worden in verband met de
ziektebestrijding. We hebben namelijk onze
spuitmachines weer druk nodig op onze be
drijven. De asco-sporen van de schurftzwam
zijn reeds gerijpt en zodra er regen komt mag worden gerekend op een uitstoting hiervan. De laatste
jaren zijn de aantastingen door de schurftzwam van weinig betekenis geweest maar dat wil niet zeggen
dat we de bestrijding mogen verwaarlozen, integendeel deze bestrijding verdient een grote plaats in
ons ziektebestrijdingsschema. We zullen hier niet de verschillende middelen gaan behandelen welke
hiervoor beschikbaar zijn. Nog altijd is het zo dat een preventieve bestrijding van de schurftzwam
ondanks de nadelen bij een snelle bladontwikkeling nog het beste en betrouwbaarste resultaat geeft en
daarom dient hierop de bestrijding gericht te zijn.
Wanneer men het schema voor de schurftbestrijding opstelt, en we hopen dat elke teler dat tijdig
heeft gedaan, moeten we natuurlijk wel rekening houden met de variërende eigenschappen van de
verschillende rassen.
Wanneer we serieus de bespuitingen uitvoeren en een goede combinatie van middelen gebruiken be
hoeft de schurftzwam geen gevaar voor onze appels en peren te betekenen.
DE BLADLUIS
DEN insect dat op het ogenblik ook zeker de aandacht verdient is de bladluis. Vele wintereieren zijn
er de laatste tijd uitgekomen. De luizen welke uit deze eieren zijn gekomen zullen plaatselijk reeds
bestreden moeten worden. Verder is het van jgroot belang om gedurende het gehele seizoen terdege de
bomen te controleren op de aanwezigheid van luizen vvant men staat er soms versteld van binnen
welk een korte tijd deze zich geweldig kunnen vermenigvuldigen en veel schade kunnen toebrengen
aan de oogst.
Zodra de luizen worden waargenomen moet er worden gespoten.
Nog meer insecten zijn er welke op het ogenblik aanwezig kunnen zijn op onze vruchtbomen. We
denken aan de bloedluis welke als larve heeft overwinterd en thans aktief gaat worden. Verder hoor
den we ook van enkele kwekers welke schade hadden waargenomen van de appelbloesemkever.
U ziet dat de zwammen en insecten op onze bedrijven weer aktief gaan worden en daarom zal de
bestrijding ter hand genomen moeten worden.
De bekende groene waarsehuwingskaarten voor de ziektebestrijding worden alweer verzonden. Dat
is belangrijk en het geeft een algemene richtlijn. Echter ook niet meer. We zouden nadrukkelijk wil
len stellen dat voor een goede en afdoende ziektebestrijding de waarneming op het eigen bedrijf van
het grootste belang is.
Tijdens een vergadering hoorden we een keer de uitspraak van een fruitkweker: „Met de loep in
de hand, blijft de fruitteelt in stand". Daarin schuilt een grote kern van waarheid want de loep kunnen
we. niet missen op ons bedrijf. Daarmede moeten we onze waarnemingen verrichten en het zien van
de insekten en de wijze waarop we daarop onze maatregelen nemen is mede beslissend voor het teelt
resultaat dat we in het komende seizoen zullen behalen.
OP de fruitveilingen komt nog steeds een flin
ke aanvoer van appels. Voor een groot deel
zijn deze afkomstig uit het gewone koelhuis maar
daarnaast speelt ook de aanvoer uit de gascellen
een rol. Prachtige partijen Golden Delicious toer
den er de laatste weken hieruit aangeboden en
sedert vorige week is ook een begin gemaakt met
de verkoop van de Bramley Seedling uit het gas.
In de komende weken zal hiermede worden
voortgegaan.
Ten aanzien van de prijsvorming kan worden
opgemerkt dat deze nog al grote verschillen ver
toont. Goede partijen brengen hoge prijzen op.
Dat geldt vrijwel voor alle rassen maar in het
bijzonder voor Golden Delicious, een appel die
vooral voor Frankrijk zeer gevraagd is. Vorige
week zagen toe prijzen welke liepen tot tegen een
gulden per kg. Als we bedenken dat deze appels
allemaal in een kleurige wikkel gaan en vervol
gens worden verpakt in eenmalig fust dan is wel
duidelijk dat ze niet goedkoop kunnen zijn op de
Parijse markt waar het merendeel terecht komt
5EDERT vorige week zAjn een aantal nieuwe
bepalingen van kracht geworden voor
de appelexport. In de eerste plaats is de
uitvoer naar België geheel vrij gekomen zonder
dat er weer heffing betaald moet worden. Sedert
begin augustus is er steeds heffing betaald moe
ten worden. Soms was deze zeer hoog en kwam
ze boven 15 cent per kg, dan weer was ze wat la
ger maar beneden 5 cent, per kg is ze toch vrij
wel niet geweest en dat heeft tot gevolg gehad
dat er weinig appels naar België zijn gegaan.
Overigens had Nederland toch nog een voorsprong
op de Belgische markt want voor de overige
E. E. G.-landen gold voortdurend een algeheel
exportverbod naar België.
Toen op 16 maart de heffing verviel had dit di
rect tot gevolg dat de uitvoer naar België belang
rijk is toegenomen en dat veroorzaakte ook mede
de hogere prijzen.
jZie verder pagina 251
MAAR aanleiding van het ingediende wets-:
ontwerp Erkenningen in de tuinbouw schre
ven we vorige week over enkele aspecten van dit
Wetsontwerp en er is aanleiding om deze week
daar nog een keer bij stil te staan.
Ten eerste moeten we opmerken dat de uitvoe
ring van de erkenningsregeling zal komen te lig
gen bij het Landbouwschap. Tot dusver was dat in
handen van het (de) Produktschappen
Dit betekent een ontlasting van het apparaat van
het Produktschap maar een financiële belasting
van het Landbouwschap.
Over de organisatorische gevolgen van deze ver
huizing kunnen we moeilijk een oordeel vellen. De
verzwaarde belasting van het Landbouwschap zal
vermoedelijk wel een verhoging van de areaalhef
fing tot gevolg hebben. Anderzijds zal moeten wor
den afgewacht of de heffingen voor de Produkt-
schappen verlaagd zullen worden.
Verder is een veelomstreden punt de algehele
vrijheid van de teelt van groenten op contract voor
de industrie.
Dit betekent het doorhakken van een knoop
welke danig in de war was geraakt. In de laatste
jaren was hieraan voortdurend van verschillende
zijden getrokken. De zwakste schakel in de tuin
bouwsector is namelijk de vollegronds groente
teelt, Deze sector komt door de vrijheid van con
tractteelt ten volle open te liggen voor de akker
bouw. Al kan dit misschien in de praktijk nog wel
meevallen, liet kan toch wel leiden tot een ver
sneld verschuivingsproces van de teelt van een
aantal groentegewassen van de tuinbouw naar de
akkerbouw.
Twee vragen komen hierbij naar voren n.l. of
men dit proces dat al jaren aan de gang is, tegen
moet houden en of het verantwoord is als dat zou
gebeuren. Het is een probleem op zichzelf waar al
vele vergaderingen aan gewijd zijn. Degenen welke
zich het meest bedreigd voelen zijn de vollegronds
groentebedrijven waar het de telers de laatst©
jaren toch al niet voor de wind gaat.
De minister wil dan ook in de nieuwe erken
ningsregeling meer bewegelijkheid voor de tuin
bouw. Er komt een ruimere overgangsmogelijkheid
van de ene tuinbouwsector naar de andere. We
kunnen dit alleen maar toejuichen omdat dc om
bepaalde sectoren kunstmatig opgetrokken muren
niet meer passen in de huidige economische ont
wikkeling.
Als de omstandigheden hiertoe dwingen kan het
zowel individueel als ook een landsbelang zijn dat
er verandering in komt; dat men zich vrijelijk kan
ontplooien. Als men maar vakbekwaam genoeg is
kan dat zeker tot gevolg hebben dat onze concur
rentiekracht op de internationale markten er gro
ter door wordt.
We zijn niet van mening dat er geen vragen meer
over zijn na deze twee artikeltjes over de wet op
de erkenningseisen in de tuinbouw. We hebben er
enkel mee willen bereiken dat er een mening ge
vormd kan worden over deze voor onze tuinbouw
zo belangrijke aangelegenheid en in de loop van de
komende maanden zal er zeker nog wel eens aan
leiding toe bestaan om er op terug te komen.
Tot de volgende week.
„Ze smaken nog best, de Golden Delicious
uit de gascellen".