Een bittere stemming
ZATERDAG 3 DECEMBER 1%Ö
OMK/KKl
VOORZITTER GRONDKAMER
VOOR ZEELAND
/-
vj
No. 2557 Frankering bij abonnement: Terneuzen
48e Jaargang
waarin opgenomen
Dfi BOERENJBUOD
Officieel Orgaan ran de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHA#
ZEELAND
JVE2E week heeft de behandeling van de Begroting van Landbouw in de Tweede Kamer plaats
gehad. Er zullen op pagina 847 enkele punten, die door de kamerleden zijn aangesneden, worden
vermeld, maar de eindconclusie kan pas getrokken worden, wanneer Minister Marijnen gesproken heeft
en er al dan geen wijzigingen in zijn aangekondigde prijzenbeleid zijn aangebracht. Dit nu komt te laat
voor ons blad van deze week, zodat wij daar volgende week pas op kunnen ingaan.
Reeds thans, vooraf, zijn wij niet optimistisch dat de j#nge bewindsman als een St. Nicolaas nog met
wat geschenken voor de boeren aankomt. Naar wij vernamen is hij van zijn goed recht overtuigd en hij
bezit bovendien de wijsheid en de ervaring van ouderen nog niet, om in te zien, dat hij er veel beter
han zou doen in dit uiterst slechte boerenjaar met weersomstandigheden, die op vele bedrijven het
oogstjaar 1960 tot een ramp dreigen te maken, de zeer scherp berekende garantieprijzen wat te ver
hogen. Zo scherp berekend, dat de Nieuwe Rotterdamse Courant in een tweetal uitstekende artikelen
schreef over een landbouwprijsbeleid, dat door de Minister op het scherp van de snede was gelegd.
Wij bevinden ons dus bij onze critiek, ditmaal wel in zeer goed en onverdacht gezelschap
P. I J. DEKKER
WANNEER onze lezers deze regelen lezen, is
de beslissing al gevallen en zal waarschijn
lijk de Minister grotendeels als overwinnaar te
voorschijn zijn gekomen. Een overwinning echter,
waarbij hij toch wel de bittere bijsmaak moet heb
ben, dat dit alleen is, omdat de Tweede Kamer een
kabinetscrisis op dit ogenblik wil vermijden. Een
overwinning ook, die hem in de boerenwereld voor
lopig geen aangename naam zal bezorgen. In een
tijdperk van opgaande welvaart voor grote groe
pen van de bevolking, van hogere lonen en kortere
arbeidstijden, de toch al door de prijzen van de
Vrije landbouwprodukten wankele levensstandaard
van de boeren, verder verlagen, doet men niet on
gestraft. Reeds hebben in verschillende plaatsen
van ons land zeer druk bezochte protestbijeen
komsten plaats gehad.
In de kleigebieden, waar iedere dag en ieder
uur, dat het nog kan, benut moet worden om
van de bietenoogst biHnen te halen wat maar
mogelijk is, is de tijd voor grote vergaderingen
niet geschikt. Maar wij hebben op de Kring- en
Afdelingsvergaderingen, die er in Zeeland tot
nu toe gehoudgn zijn, kunnen constateren, dat
de stemming hier niet beter is, dan in de provin
cies, waar het gemengde zandbedrijf overheerst.
Het is een bittere stemming, die zich uit in veel
negatiefs. Ook tegen de eigen gestichte instel
lingen als Landbouwschap en Landbouw-Eco-
nomisch Instituut gaan sommigen te keer.
ZIJ vergeten, dat de boerenstand zonder deze
instellingen helemaal in de positie zou zijn,
die wijlen H. D. Louwes zo treffend vergeleek met
het gevecht van een leger, bewapend met speren
tegen een leger van tanks en mitrailleurs. Door
sommigen wordt het Bestuur van het Landbouw
schap scherp verweten, dat het akkoord is ge
gaan met de nieuwe normen voor de kostprijs
berekeningen en zelfs voor sommige produkten
iets lagere garantieprijzen vroeg. Maar men ver
geet dan, dat wanneer men, staande aan de hoog
ste top van het landbouworganisatieleven, beslis
singen moet nemen, men alles tegen elkaar moet
afwegen en dat een half ei dan altijd nog beter is
dan een lege dop. En al is men het niet eens met
de genomen beslissing, hetgeen een ieders goed
recht is, dan is het dwaasheid de instelling te ver
guizen, die men in de loop der jaren met moeite
en strijd heeft opgebouwd en die op velerlei ge
bied de landbouw en de boeren onschatbare dien
sten bewijst. Wat hadden wij, om maaiy^njcele voor
beelden te noemen, moeten beginnen j zqpd^ry top
organen van de nu eenmaal aanwezige drie land
bouworganisaties, na een watersnoodramp van
1953? Wie had de hulp aan de door de droogte ge
troffen gebieden moeten organiseren? Wie de hulp
van militairen bij de oogst?
Wie kan voldoende deskundigheid bijeenbrengen
om de nieuwe belastingvoorstellen te beoordelen
en aan te vallen? Wie rukte indertijd aan de bel,
toen geheel Nederland economisch een pas op de
plaats Inoest doen en de landbouw desondanks
voor een flink deel zijn zin kreeg?
NEEN, voor ons zijn de lagere garantieprijzen
niet het gevolg van een falen van het Land
bouwschap, maar het gevolg van een welbewuste
regeringspolitiek. die Minister Marijnen ook maar
helpt mee uitvoeren en die erop gericht is de kos
ten van levensonderhoud laag te houden, teneinde
met de verhoogde lonen een gunstige export
positie te houden en een hoger welvaartspeil op te
bouwen.
Een dergelijk beleid valt zeker toe te juichen.,
indien het niet ten koste ging van een bepaalde
bevolkingsgroep. Het mogen niet alleen de boeren
zijn, die dit beleid mogelijk maken. Reeds hebben
zij na de oorlog het offer gebracht hun winsten
afgeroomd en beperkt te zien, waardoor met hun
toen zo zeer gewaardeerde overschotproduktie de
nodige deviezen konden worden verdiend, waar
mede ons land zich mede weer kon herstellen en
een industrieel produktie-apparaaf kon opbouwen.
UET gaat niet aan hen thans in een tijd van
welvaart opnieuw te belasten. Het regerings
beleid kan slechts slagen en bovendien recht
vaardig zijn, indien ook andere bedrijfstakken ge
dwongen worden hun prijzen te verlagen en hun
winstmarges te verkleinen. Een gedeelte van de
aldaar aanwezige ruimte, die door produktlviteits-
verhoging is ontstaan, zal ook aan de consument
ten goede moeten komen. Slechts wanneer de kos
ten voor de boer van machines, werktuigen, be
strijdingsmiddelen, van onderhoud, vernieuwing en
modernisering van de gebouwen enz. dalen, is
een daling van de garantieprijzen te verdedigen.
Thans is het systeem van „knijpen", zoals
dezelfde Nieuwe Rotterdamse Courant het uit
drukte, onverstandig, omdat de boer aldus belet
wordt het voor verbetering, aanpassing en be
houd van zijn bedrijf benodigde kapitaal te ver
dienen.
AVERIGENS mogen wij constateren, dat ons
"argument, dat wij enige weken geleden bij de
bespreking van het garantiebeleid aanvoerden
reeds door de feiten is bevestigd. Wij stelden toen
het onverstandig te vinden de prijzen van tarwe
en suikerbieten te verlagen in verband met de
E. E. G., aangezien wij daarmede als Nederland een
land als West-Duitsland zouden prikkelen het been
stijf te houden ten aanzien van de zo gewenste
toenadering.
Welnu, wij lezen in de „Landbode" van 19 no
vember onder het hoofd „Duitse Kritiek" het vol
gende door onze collega Ir. Tuijnman geschreven
stukje:
„Of het zo zijn moest heeft juist de Nederlandse
regering, welke de laatste maanden niet moede
werd' steeds weer kritiek uit te oefenen op de
Westduitse houding met. betrekking tot de prijs
voorstellen van de E. E. G.-commissie, thans te
kennen gegeven, dat zij niet bereid is de aan
bevelingen van Brussel op te volgen".
Aldus begint een arikel in de „Deutsche Bauern-
jN de rubriek „Voor ons Platteland", zal
op 5 december a.s. van 12.3312.43 uur
over de zender Hilversum II (AVRO) de
Secretaris van de Z. L. M., Mr. J. F. G^
Schlingemann, een praatje houden over:
„Het oogstrisico is voor de boer".
DIJ Koninklijk Besluit, opgenomen in de Staats»
courant van dinsdag J.I., is de heer P. J. L
Dekker benoemd tot Voorzitter van de Grond
kamer voor Zeeland.
De heer Dekker, die reeds jarenlang als vice-
Voorzitter van de Grondkamer optrad en mr. dl»
A. J. J. M. Mes in zijn funktie als voorzitter op
volgt, willen wij gaarne met deze eervolle be
noeming van harte gelukwensen.
zeitung" waarin commentaar wordt geleverd op de
garantieprijzen voor tarwe en bieten.
Na een uiteenzetting te hebben gegeven van de
overige garantiemaatregelen concludeert het blad
dat het blijkbaar de bedoeling van de Nederlandse
regering is om de veredelingsproduktie te stimu
leren, hetgeen dan o.m. gestaafd wordt met de in
het vooruitzicht gestelde maatregelen met betrek
king tot de varkenshouderij. In Nederland wordt
naar de mening van het blad de politiek van de
veredeling van gesubsidieerde buitenlandse granen
voortgezet en de binnenlandse produktie van
granen en hakvruchten wordt verwaarloosd.
Na er op ye wezen te hebben dat enerzijds het
Nederlandse aandeel binnen de E. E. G. in het
totale ruw voederareaal slechts 0,63 het voer-,
graanareaal 3,1 en de oppervlakte blijvend gras
land 4,9 bedraagt en anderzijds Nederland 9
van alle varkens en 10,4 van de melk van de
E. E. G. produceert, is het duidelijk dat door minis
ter Marijnen zo weinig waarde aan de bodem-
produktie wordt gehecht. Het is echter, aldus de
..Deutsche Bauernzeitung" volledig uitgesloten, dat
deze methode in de andere lid-staten navolging
kan vinden.
„Als de Nederlanders dit niet willen inzien, zul
len zij voor lief moeten nemen, dat in de toekomst
vooral Nederland de schuld zal krijgen van de
moeilijkheden, welke zich in de gemeenschappelijke
markt als gevolg van de volledig verstoorde con
currentievoorwaarden, steeds weer voordoen".
Vooropgesteld dat de meeste Duitse conclusies
t.a.v. het feitelijke beleid bepaald onjuist zijn is ons
zoveel wel duidelijk dat onze regering met de
garantieprijsvaststelling zélf onze tegenspeler in de
E. E. G. de nodige wapens in de hand heeft gegeven
om het Nederlandse streven te torpederen.
Vooral nu meer en meer duidelijk wordt dat wij
in de z.g. overgangsperiode naar een volledige ge
meenschappelijke markt op het stuk van melk en
zuivel op weinig of geen steun van gemeenschap
pelijke maatregelen behoeven te rekenen is zo'n
reactie van een belangrijke afnemer van agrari
sche produkten een kwalijk ding. Zo gezien kan de
verlaging van de garantieprijzen nog wel eens een
dubbel nadeel zijn, zowel op korte als op lange
termijn.
Het behoeft geen betoog, dat wij hiermede vol
ledig instemmen. V/ie een kuil graaft voor een
ander valt er meestal zelve in.
S.