Lagere garantieprijzen 1960-1961
de garantieregelingen
Teleurstelling
of
verontwaardiging
Wo. 2558 Frankering bij abonnement: Terneuzet» ZATERDAG 29 OKTOBER 19645
#8e flAaa*gaotgj
ZEEUWS LAHDBOUWB LAD
waarin opgenomen
de boerenjbugd
Lagere kostprijzen lagere garantieprijzen
Garantieprijs suikerbieten verlaagd van ƒ54,op 51,50
Garantieprijs tarwe verlaagd van 31,op 30,50
Garantieprijs melk vastgesteld op 28,30
DE Minister van Landbouw en Visserij Mr. V. G. M. Marijneri heeft woensdagmiddag j.I. op een
persconferentie zijn nota inzake de praktische uitwerking van het garantiebeleid voor de
landbouw voor het jaar 1960/'61 bekend gesteld en toegelicht.
De Minister acht het geboden en verantwoord, dat er in de landbouwsector een actief markt
en prijsbeleid wordt gevoerd, dat de Nederlandse landbouw beschermt tegen de gevolgen van de
onevenwichtigheid van de agraidsche markten. Met het voor het oogstjaar 1960/"61 ontwikkelde
complex van garantieregelingen heeft, de minister van Landbouw en Visserij gestreefd naar vol
doende waarborgen voor een redelijke bestaansmogelijkheid voor het goed geleide sociaal-econo
misch verantwoorde landbouwbedrijf en anderzijds naar zekere stimulansen in het garantiebeleid
voor een betere verhouding tussen de produktie en de afzetmogelijkheden.
Aan de hand van rentabiliteitsberekeningen meent de minister, dat de vermoedelijke inkomens
verhoudingen bij het vastgestelde garantiebeleid voor de weidebedrijven, de gemengde zandbe-
drijven en de veenkoloniale bedrijven, beantwoorden aan de redelijke bestaansmogelijkheid. De op
basis van gegevens van het Landbouw-Economisch Instituut verkregen rentabiliteitsberekeningen
leiden voor de oogst 1960/'61 tot een arbeidsinkomen van de boer. variërend van 8.200 tot
ƒ11.900 voor de onderscheidene weidegebieden en van 6.580 tot ƒ7.850 voor de zand- en veen
koloniale bedrijven.
KOSTPRIJZEN I960 "61
IN het volgende overzicht zijn de door het
L. E.I„ op basis van de nieuwe uitgangspun
ten, voor het jaar 1960/'61 berekende kostprijzen
Samengevat. Daarbij is rekening gehouden met het
kostprijsverlagende effect van de in het L. E. I.-
Bapport nog niet verwerkte recente prijsverlaging
voor stikstof meststoffen. Ter vergelijking zijn
tevens de kostprijzen 1959/'60 vermeld, die vorig
jaar bij de uitwerking van het garantiebeleid zijn
gehanteerd.
J 960/ 81 1959 *60
Tarwe per 100 kg
26,90
ƒ27,40
Gerst (zeekleigebieden) per
100 kg
26,20
27,20
Haver (zeekleigebieden) per
100 kg
24,90
24,85
Suikerbieten (16 per 1000 kg
„45,70
48,25
Fabrieksaardappelen per 100 kg
6,90
7.30
Rogge (veenkoloniën) per 100 kg
„27.25
29,75
Haver (veenkoloniën) per 100 kg
Kogge (zandgebieden) per 100 kg
„26,10
27.10
28.65
27,15
Qaver (zandgebieden) per 100 kg
30.80
29,25
Melk per 100 kg met 3,7 vet
28,30
29,65
Naar de mening van de minister heeft de her
ziening van de methodiek der kostprijsberekenin
gen ertoe geleid, dat een meer reëel kostprijsbeeld
is verkregen met het goed geleide, sociaal-econo
misch verantwoorde bedrijf als uitgangspunt en
ftet verantwoord geacht deze kostprijzen te han
teren als het belangrijkste gegeven voor de uit
werking van het beleid in het komende jaar.
MET E. E. G.-ASPECT
|\E Regering heeft bij haar beslissingen over het
garantiebeleid voor het jaar 1960/'61 geen
tekening gehouden met de voorstellen van -Je
Èuropese Commissie met betrekking tot een aan
passing van de prijzen van tarwe en suiker. Zij
heeft daarbij overwogen, dat deze voorstellen nog
niet door de Raad zijn aanvaard. Indien overeen
stemming tussen de partnerlanden zou worden be
reikt over een zekere prijsaanpassing voor ge
noemde produkten, is de Regering bereid de con
sequenties daarvan te aanvaarden.
DE GARANTIEPRIJS VOOR TARWE
EN DE MINIMUM-GARANTIEPRIJZEN
VOOR GERST EN HAVER
IYE garantieprijs af-boerderij voor tarwe en de
minimum-garantieprijzen voor gerst en haver
waarop de egalisatieheffingen bij import van
voedergranen zullen worden afgestemd zijn voor
oogst 1961 vastgesteld op de hieronder genoemde
bedragen. Ter vergelijking zijn tevens de vergelijk
bare garantieprijzen voor oogst I960 vermeld.
Oogst Oogst
1961 1960
Tarwe, per 100 kg bij 17 vocht 30,50 31, -
Gerst 27,— „27. -
Haver 25,75 25,75
Bij de vaststelling van deze prijzen is met de vol
gende factoren rekening gehouden:
a. Teneinde via een wijziging in de prijsverhou
ding tussen tarwe en voedergranen de tarvve-
teelt iets af te remmen, is besloten niettegen
staande een zekere daling van de kostprijzen -
het prijsniveau voor gerst en haver onver
anderd te handhaven en de tarweprijs met 0,50
per 100 kg te verlagen.
b. Gegeven de onderlinge waardeverhouding van
gerst en haver is het gewenst het prijsverschil
tussen deze beide graansoorten te handhaven
op 1,25 per 100 kg.
DE GARANTIEREGELING VOOR
SUIKERBIETEN
ï\E suikerbietenprijs, die voor oogst 1961 als
basis zal dienen voor de vast te stellen suiker
prijs af-fabriek voor afzet in het binnenland, is
vastgesteld op 51,50 per 1000 kg suikerbieten met
een gehalte van 16 procent. De overeenkomstige
prijs voor oogst 1960 bedroeg 54,per 1000 kg.
Deze garantieregeling voorziet in een prijs
garantie voor dat gedeelte van de totale produktie,
dat in het binnenland voor eonsumptiedoeleinden
kan worden afgezet. Een eventuele méérproduktie
zal volledig voor risico van de producenten voor
exportbestemmingen dienen te worden afgezet.
HET MELKPRIJSBELEID
MET betrekking tot het melkprijsbeleid voor het
jaar november 1960november 1961 heeft c«e
Regering de volgende beslissingen genomen:
a. De minimum-garantieprijs is voor het melk
prijsjaar 1960/61 vastgesteld op ƒ28,30 per 100
kg melk met 3,7 vet, voor een gegarandeerd
produktiequantum van 5 miljard kg.
Een uit hoofde van deze garantie te verstrek
ken nabetaling zal evenals in het voorafgaande
melkprijsjaar voor 50 procent op het melkvet
en voor 50 procent op de melkplas worden ge
baseerd.
Dg. Regering heeft besloten per 1 januari 1961
de boter vrij te stellen van omzetbelasting en
met ingang van het nieuwe melkprijsjaar net
vetgehalte van de consumptiemelk te brengen
op 3 welke maatregelen uiteraard ook de op
brengst van het niet-gegarandeerde quantum
gunstig zullen beïnvloeden.
b. De vel reken prijs voor de melk die wordt be
stemd voor de bereiding van consumptiemelk
en aanverwante produkten is voor het melk
prijsjaar 1960/61 vastgesteld op 29,40 per 100
kg melk met 3,7 vet.
Officieel Orgaan ran de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPty
4* LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHA*
ZEELAND
U/IE als Zeeuwse landbouwer de door Minis
ter Marijnën bekend gemaakte ga ran tie -
prijzen voor oogstjaar 1961 bekijkt, zal een ge
voel van ernstige teleurstelling niet kunnen
onderdrukken.
Teleurstelling of verontwaardiging? Wij «ou
den ons kunnen voorstellen, dat voor beiden
plaat-s is. Terwijl voor ons gehele volk de wel
vaart stijgt en de inkomsten hoger worden, «al
het inkomen van de Zeeuwse akkerbouwboer
het volgend jaar een stuk dalen, vooral als ge
volg van de verlaging van de suikertrietenprijs
met liefst ƒ2,50 per 1000 kg.
Terwijl de kosten voor ietier bedrijf stijgen,
vooral tengevolge van de steeds maar stijgende
officiële lonen, maar nog meer door de werke
lijke lonen, die uitbetaald moeten worden en
die door de zeer krappe arl>eidsmarkt veelal
aanzienlijk hoger liggen dan de officiële, ver
laagt deze Minister met een effen gezicht de
inkomsten onder liet argument dat hij hierdoor
streeft naar een betere verhouding tussen pro
duktie en afzetmogelijkheden.
Maar voor de suiker geldt de garantieprijs
slechts voor de in eigen land te consumeren
hoeveelheid! En het gevolg van deze inkomsten-
verlaging voor de bietenteler is een verlaging
van de binnenlandse suikerprijs van 2 cent per
kg voor de consument.
Het lijkt er veel op alsof de Minister hier
mede de landbouw als enige l>ed rijf stak dwingt
de produktiviteitsstijging gedeeltelijk ten goede
te laten komen aan de consument, terwijl dit
stelsel, dat vooral door de Ministers van Econo
mische Zaken en Financiën wordt gepropa-
geerd, in andere takken van het bed rijf sle ven
niet of nauwelijks wordt toegepast.
Terwijl tenslotte het gehele jaar door is be
weerd, dat de E. E. G.-voorstellen om te komen
tot een gemeenschappelijk landbouwbeleid zul
len moeten leiden tot een toenadering van de
prijzen in de zes landen en terwijl in deze voor
stellen aan de regeringen uitdrukkelijk is ge
vraagd de prijzen niet verder uit elkaar te doen
groeien, worden de Nederlandse tarwe- en sui
kerbietenprijs, die aan de lage kant lagen, nu
nog verder verlaagd. Het lijkt ons, op zijn
zachtst uitgedrukt, in een wereld, waarin het
vrije Westen van alle kanten bedreigd wordt,
zelfs door staatslieden, die hun onheilspellende
woorden menen te moeten bekrachtigen door
met hun schoen op hun lessenaar te timmeren,
niet de manier om te komen t-ot een grotere
eenheid in het verscheurde Europa.
De toezegging van de Minister de prijzen ha
overeenstemming tussen de zes eventueel aan
te passen, doet hieraan niets af. Want het ver
krijgen van overeenstemming zal eerder be
moeilijkt worden dan vergemakkelijkt.
Wij hopen dit commentaar, heet van de
naald, de volgende week door uitvoeriger be
schouwingen te laten volgen, waarbij dan op
i de details kan worden ingegaan.
S-