H. D. LOUWES
IN MEMORIAM
No. 2550 Frankermg bij abonnement: Terneuzen
ZATERDAG 15 OKTOBER 1%Ö
48e Jaargang
waacwi opgenomen
Dfi BOËRKNJBUOD
Officieel Orgaan ran de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
«o de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
TOEN we in 't begin van vorige week
onze vriend Brooymans naar zijn
laatste legerstede begeleidden, troffen
we ook de oudste zoon van H. D. Louwes
cn op onze vraag naar zijn vader luidde
liet antwoord: ,.lk vrees dat dit een gene
rale repetitie voor mij zal zijn". Het heeft
die week niet meer geduurd en H. D. Lou
wes was niet meer. 67 jaar oud is hij ge
storven. nadat hij aan rust ook al was hij
geen practisch boef meer en al was zijn
voorzitterschap bij het Landbouwschap
ten einde niet was toegekomen. Het was
de vraag of zijn geest en met die geest zijn
lichaam, zelfs in een ouderdom, rust ge
voeld zouden Hebben. Zelden hebben we
een mens gekend, die zo kon werken als
Louwes zich veroorloofde. Hij heeft voor
onze nationale land- en tuinbouw gepres
teerd. als twee, drie andere mensen teza
men niet opbrachten. Hij heeft, we menen
het zo te mogen zeggen, zich letterlijk tot
het laatste wat in hem was gegeven en toen
was hij ook ten slotte in korte tijd op- en
leeggebrand.
OUWES was een uitermate veelzijdig mens.
Boer was hij in de Westpolder onder UI rum,
onder de dijk van de Groningse Lauwerszee. Voor
zitter was hij van de Groninger Mij van Landbouw
van 1930 -1947. In de crisistijd werd hij in het
organisatorische leven ingeleid en gestaald. Hij
werd Voorzitter van het Koninklijk Nederlands
Landbouw Comité en na de bevrijding Voorzitter
van de Stichting voor de Landbouw, later van het
Landbouwschap. Hij werd niet alleen, hij was als
zodanig voor onze gehele land- en tuinbouw een
nationale figuur, die gestalte had weten te geven
aan veel wat leefde in de grote en vroeger zo vaak
vergeten en verwaarloosde plattelandswereld.
Hoge bomen vangen veel wind. Èn als Voor
zitter van het Landbouwschap èn als coöperator
zijn Louwes, vooral in zijn latere jaren, veel ver
dachtmakingen geworden. Hij moet daaronder ge
leden hebben, zijn ouderdom moet daardoor ver
vroegd zijn, ook al liet hij dat nooit merken. Zij a
denken was zo zuiver, dat hij zich nooit van de
stijl van zijn bestrijders zou bedienen.
I OUWES was ook een groot coöperator, Voor
zitter van het Centraal Bureau sinds 1946,
voordien reeds Vice-Voorzitter, Voorzitter ook van
de Nationale Coöperatieve Raad. Zelden vond men
in één natuur zo verenigd het beschouwende en
de man van de daad. In de coöperatie betekende
juist dit samengaan; de ideale figuur op de juiste
plaats. Mede zijn beste redevoeringen heeft Louwes
in de coöperatieve kring gehouden.
In de derde plaats moeten we Louwes memo
reren als politicus. Hij was volwaardig lid van de
Eerste Kamer der Sta ten-Generaal en ook daar
een geharnast strijder voor vele belangen, maar
in 't bijzonder toch ook voor alle plattelandsbelan-
gen. Zijn laatste daad daar was een aparte nota
over de Lauwerszee en niet in het minst deze zijn
deskundigheid zal er toe bijgedragen hebben de
Regeringsbeslissing ten slotte ten gunste van de
bedijking van de Lauwerszee te hebben doen uit
vallen. Het moét voor hem in zijn laatste levens
maanden een grote voldoening geweest zijn dit te
weten.
IIJE hebben Louwes vaak in 't buitenland aan
't werk gezien. Zijn belangstelling voor alle
plattelandsproblemen was zó enorm, zó intens, dat
een gewoon mens van vermoeidheid soms op moest
geven. Zijn woord had op internationaal terrein
aandacht en gezag. Hij had immers altijd inhoud,
had iets te zeggen. Het was altijd de moeite waard
naar hem te luisteren, ook al behoefde men het
niet steeds met hem eens te zijn, al kon menigeen
hem soms niet volgen, want hij was zijn tijd vaak
ver vooruit.
Deze man, we zeiden het al, maakte de indruk
nooit te rusten. Zondags klom hij, als er een be
roep op hem werd gedaan, ergens in 't Noorden
op een dorpskansel en preekte. Dan toonde zich
de man niet anders dan door de week, want ook
alledag was Louwes de man die het woord Gods
niet schuwde, doch het tevens wist te hanteren.
Hij hanteerde het uit zijn beginsel tot samenbinden,
in zijnTracht andeten te' begrijpen", evenzeer
als in zijn „Wijkt niet voor de waan van de dag".
In zijn tolerante levenshouding, die een .levens
overtuiging was. Zo zeide hij eens:
„Wij moeten nooit trachten iemand tot ver
loochening van zijn beginselen te brengen, om
dat deze door hun gefundeerdheid in God aan de
wisseling der tijden zijn onttrokken, maar
slechts tot een nieuwe bezinning op de vraag:
met welke taktiek dien ik in mijn tijd mijn
eeuwig beginsel?
Van Koning David wordt gezegd (Handel.
13 36), dat hij Gods raad in zijnen tijd diende.
Dat is ook onze taak en wij hebben Gods raad
in onze tijd te dienen op de beste wijze. En deze
wijze kan een geheel andere moeten zijn, dan
die van een vorige eeuw".
Louwes heeft aldus getracht te leven,
dat heeft men kunnen waarnemen. Moge
dat zijn vrouw cn kinderen, moge dat ons
zijn tijd- en bed rijksgenoten tot sterkte en
troost zijn.
G,